Categorieën
Boeken Citaten Literatuur

Dat is geest, verdomme!

In Nederland lopen duizenden mensen rond die uitkijken naar deel 5 en 6 van de reeks Mijn strijd van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård. Lezers die verslingerd zijn geraakt aan de eerste vier delen, Vader – Liefde – Zoon – Nacht. En vurig hopen dat uitgever De Geus in 2014 deel 5 en 6 zal uitbrengen.

Mijn strijd is een typisch voorbeeld van een reeks boeken die op zeker moment bij een groter publiek aanslaat. Het bureau van J.J. Voskuil was ook zo’n reeks. Dikke boeken, waarin ogenschijnlijk weinig gebeurt. Maar zodanig opgeschreven dat het velen inpakt. Hen tot fans of verslaafden maakt. Hongerig doet uitkijken naar nieuwe delen. 

Hij kan schrijven!
Iedereen die de moeite wil doen een willekeurige pagina van deel 1 tot 4 open te slaan zal moeten toegeven dat Karl Ove Knausgård kan schrijven. Hij pakt de lezer meteen in. Veel dialogen. Dikke boeken (445 -602 – 443 – 477) met – opmerkelijk – geen hoofdstukken. Her en der een witregel om het einde van een lang fragment aan te duiden. Page turners. Op Oudejaarsavond kwam een liefhebber met onderstaand fragment aandragen. Een mooi fragment om zijn stijl te leren kennen, te ervaren hoe de hoofdpersoon ongeveer in elkaar zit en een illustratie van ‘de wet’ dat elke lezer zijn of haar eigen boek leest; beter ‘maakt’.  Iedereen haalt uit grote kunstwerken ‘dingen’ die bij zijn of haar leven aansluiten. Of – nog beter – jouw ‘kennis’ over ‘de wereld’ onderuit haalt.

Maar geld was een probleem.
Mama was gaan werken om zich financieel te redden. Naast haar baan als docente van de verpleegopleiding draaide ze in de weekends en vakanties extra diensten in het ziekenhuis in Eg. Het huis zou wel het een en ander kosten. Ze had papa uitgekocht en een grote hypotheek opgenomen. Zelf merkte ik daar niets van, ik had zowel het geld dat ik bij de krant verdiende als mijn alimentatie van papa en als dat op was, kon ik altijd nog iets van mama loskrijgen, dus dat was oké. Het gebeurde dat ze kritiek had op de prioriteiten die ik stelde, dat ik op een vrijdagmiddag bijvoorbeeld drie platen kocht terwijl ik in schoenen met flapperende zolen rondliep. Maar dat is puur materiaal, zei ik dan, dat zijn maar dingen, muziek is iets heel anders. Dat is geest, verdomme! Dat is wat je nodig hebt, in wezen, ik bedoel, in wézen, en het is belangrijk dat dat de prioriteit heeft. Voor iedereen komen spullen op de eerste plaats. Iedereen wil nieuwe jassen en nieuwe schoenen, nieuwe auto’s en nieuwe huizen en nieuwe caravans, nieuwe zomerhuisjes en nieuwe boten. Maar dat wil ik niet. Ik koop boeken en platen omdat daarin iets gezegd wordt over waar het om gaat, wat het wil zeggen mens te zijn hier op aarde. Begrijp je? (Deel 4. Nacht, pagina 294)

Begrijpt u?
Mocht u het nog niet begrijpen: klik hier voor een artikel waarin een bibliothecaris van de bibliotheek Amstelland tien redenen aandraagt om deze boeken te gaan lezen.
Klik hier voor een tv-portret dat Wim Brands van de schrijver maakte.

1. Vader (2010/2011), 445 pagina’s
2. Liefde (2009/2012) 603 pagina’s 
3. Zoon (2009/2013) 443 pagina’s 
4. Nacht (2010/2013) 477 pagina’s
5. Schrijver (2010)
6. Vrouw (2011)

Citaat 094 (woensdag 1 januari 2014)
Homepage Citaten 2014

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “Dat is geest, verdomme!”

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder