Jammer dat we dat overleg in Uden pas dinsdag 21 januari hadden; en niet een week eerder. Of ergens in december.
Jammer, maar het heeft geen zin om over verspilde melk te huilen.

Wat gaan we doen?
Dinsdag popte zomaar iets op wat eerder had moeten gebeuren. Dat was tijdens een overleg over wat we de komende maanden als samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken zoal voor volwassenen gaan doen. Nieuwe en oude dingen. Een typisch werkoverleg tussen een handjevol specialisten. Die elkaar een keer per zes weken treffen en zaken op elkaar afstemmen, nieuwe dingen naar voren brengen, met elkaar sparren en er gezamenlijk iets van willen maken. En daarna teruggaan naar hun eigen bibliotheek, in hún gemeente.

Het gebeurt op tal van plekken. Niets bijzonders. Business as usual. Maar soms komt er zomaar iets voorbij waar je op hoopt, maar wat zelden gebeurt.
De signalen oppikken
Ik durf de stelling te betrekken dat er tijdens vergaderingen zelden écht nieuwe dingen of inzichten tot stand komen. Je kunt iets op de agenda zetten, maar dat betekent niet dat je ‘er’ dan uitkomt. Nee, nieuwe dingen (waar je ‘wauw’ tegen zegt) komen zelden tijdens zo’n groepssessie tot stand. Vaker valt zoiets je te binnen tijdens het fietsen, stofzuigen of op plekken waar je ‘nergens’ mee bezig bent.
In zo’n ‘staat van onthechting’ schiet je soms, zomaar iets te binnen. Waar je vaak al een tijdje mee rondliep. Waar je onbewust mee bezig was; en dan krijg je zomaar een ingeving. Klopt het geluk op je schouder. “Hier heb ‘ik’ iets waar jij mee vooruit kunt”. De kunst is dan wel om er op dat moment alert op te zijn. Het op te schrijven, in te spreken op je mobieltje, jezelf een appje te sturen of whatever. De beste ingevingen vergeet je vaak. Achteraf was dat hier ook het geval.
Ons jaarthema
Terwijl de vergadering in Uden al bijna voorbij was, en sommigen al naar ‘huis’ wilden, stond nog een onderwerp op de agenda: ‘het jaarthema’ van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken.
Een fenomeen dat al sinds 2004 bestaat. Een zin of woord waar we een jaar lang uiteenlopende activiteiten van de bibliotheek onder kunnen scharen. Een zin die wil prikkelen, inspireren, verwarren. Bij voorkeur iets poëtisch, of domweg een mooie zin.
Medio januari waren we eigenlijk al te laat. Maar in wezen doet het er ook niet zo toe. Zo’n jaarthema kan ook in maart beginnen. Bij een niet bureaucratische instelling moet dat kunnen.
Op de achtergrond sluimerde ons ‘oude’ jaarthema nog rond (Is vrijheid een illusie?). Een thema, beter een vraag die nog steeds opgeld doet. Een thema dat nog steeds actueel en belangrijk is.

Vrij worden door nieuws te volgen?
Ik las bijvoorbeeld de afgelopen dagen het nieuwste boek van de Zwitserse auteur Rolf Dobelli. Dat is in wezen een grote oproep richting ons allen om een deel van onze afgepakte vrijheid weer terug te pakken. Hoe? Door te stoppen met het volgen van nieuws (en de vaak daarmee samenhangende reclame).
Zijn stelling is dat we door het zeer actief volgen van nieuws onszelf als het ware de das omdoen. We denken goed geïnformeerd te zijn (‘vrijer’ te worden), maar komen door gebrek aan tijd amper toe aan bronnen die volgens hem veel waardevoller zijn: boeken én lange artikelen.

Nieuws zorgt er voor dat we een volstrekt verkeerd beeld krijgen van de wereld. We denken goed bezig te zijn, maar worden door nieuws juist slecht of verkeerd geïnformeerd. Los van de vraag of deze analyse en stelling klopt is het wel een verhaal (want dat is het: een verhaal) dat aansluit bij dat ‘oude’ jaarthema.
In wezen geldt dat voor bijna alle jaarthema’s die we als bibliotheek de laatste vijftien jaar op de regio hebben losgelaten. De meesten zijn als vraag, stelling, verhaal nog steeds waar én – nog belangrijker – ‘hét’ antwoord is er nog steeds niet. Voorbeeld? Who’s in control?
Datzelfde geldt voor het nieuwe jaarthema dat afgelopen dinsdag in Uden zomaar op tafel viel.
Maar – terug naar het begin van dit stuk – dat jaarthema had veel eerder ‘geboren’ kunnen worden. Maar dat is niet gebeurd. Jammer, want hoe mooi was het geweest als het een week eerder was ‘gevallen’. Dan hadden we het op maandag 20 januari in de Bibliotheek Uden (!) trots kunnen presenteren aan pakweg honderd aanwezigen die daar (a) waarschijnlijk voor open stonden en (b) prima zouden begrijpen waarom dit zo’n goed jaarthema is.

Tom Kniesmijer en de tiende TrendRede
Maandag 20 januari sprak trendpsycholoog Tom Kniesmeijer op ons verzoek een groep van ongeveer honderd mensen in de Udense bibliotheek toe. De meeste aanwezigen waren daar op uitnodiging van ‘onze’ bibliothecarissen.
Bibliotheekmedewerkers die steeds vaker ‘den lande’ intrekken. Beter: de regio Noord Oost Brabant. Daarmee bedoel ik dat zij met uiteenlopende mensen bepaalde activiteiten opzetten en uitvoeren. Mensen uit het onderwijs, het sociale domein, de cultuursector, voedingswereld, politiek, overheid et cetera.

Voor hen hadden we een soort Nieuwjaarsbijeenkomst georganiseerd. Voor hen een inspirerende spreker uitgezocht. En voldoende tijd ingeruimd om te kunnen netwerken.
Van tien tot half een, met na afloop een broodje. Vegetarisch belegd. We durfden vegan nog niet aan; maar dat is een kwestie van tijd.
Onze gast was deze ochtend Tom Kniesmeijer. Hij adviseert als psycholoog bedrijven, organisaties en instellingen over de toekomst. Welke ontwikkelingen zijn voor hen van belang zijn. Hoe zullen grote sociale en culturele trends impact hebben op hun afnemers, werk, diensten en producten.
De jaren tien en twintig
Ruim tien jaar geleden nam hij het initiatief voor de TrendRede. Hij bracht pakweg tien collega’s samen, die een keer per jaar gezamenlijk een tekst afscheiden waarin ze het Nederlandse volk als het ware bijpraten en inspireren over hun kijk op de veranderende samenleving.
Hij sprak maandag 20 januari over hun jubileumeditie, de tiende TrendRede. Én laatste.
Gedurende de jaren tien (volgens mij ‘de verloren jaren tien’, want we hebben amper iets gedaan aan alle grote problemen en uitdagingen die op ons bord liggen) hebben zij voor ons de tijdgeest gevolgd en geconstateerd dat er overal hoopvolle signalen zijn.
Hoopvolle trends die in de jaren twintig (die ik ‘de beslissende jaren twintig’ noem) omgezet moeten worden in (meer) daden. De tijd van analyseren en reflecteren is voorbij. Het wordt tijd voor meer actie. Daden die er hopelijk toe zullen leiden dat alle problemen en uitdagingen die er nog steeds zijn voor een groot deel zullen worden opgelost.
In de tiende TrendRede schemeren zoals in alle eerdere negen edities de jaarthema’s van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken door.
Artikel: Hope is a dangerous thing for a woman like me to have – But I have it (december 2019)

Woordkunstenaars
De TrendRedenaren zijn ook woordkunstenaars. Daarmee bedoel ik dat zij doorlopend op zoek waren naar bijzondere woorden of zinnen.
Ze hadden het over de samenloze leving, het Buitenveld, ondertussenheid, waardewending, cirkels van vertrouwen, betekenisverlangen en .. de Burger van Stavast.
Die laatste – de Burger van Stavast – stamt al uit de tweede editie, die van 2012. Zij zien de Burger van Stavast als een man of vrouw die in zijn of haar omgeving constateert dat iets niet klopt of deugt. Zich realiseert dat ‘hogere machten’ het probleem nog niet voor hem of haar zullen gaan oplossen. En daarom zelf maar begint met handelen. Vaak samen met anderen, maatjes.

Die Burgers van Stavast zijn er de afgelopen tien jaar volgens de TrendRedenaren steeds meer gekomen. Stille krachten, die vaak – ook door journalisten – over het hoofd worden gezien. Maar deze onderlaag in de samenleving is dermate groot geworden dat die – volgens de optimistisch ingestelde TrendRedenaren – in de jaren twintig als het ware de bovenlaag zullen gaan worden.
Zij zullen zich nog meer dan in ‘de verloren jaren tien’ naar voren werken en met hun optimisme veel negatieve trends en cynisch, ironisch ingestelde mensen opzij duwen. In wezen wordt in de tiende TrendRede een kleine revolutie aangekondigd. Daarom hebben de TrendRedenaren het over ‘het doorslaggevende decennium’.
Bingo. Daar sluit ons nieuwe jaarthema – dat op dinsdag 21 januari werd ‘geboren’ – naadloos bij aan. Want wat voor attitude past bij zo’n doorslaggevend decennium?

Een kerstbijeenkomst
Donderdag 12 december 2019 kwamen circa honderd collega’s van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken samen in Nesterlé, het cultureel centrum in Nistelrode waar ook de bibliotheek deel van uitmaakt. Midden in ons werkgebied. Rond half negen ‘s avonds, nadat alle bibliotheken in de regio waren gesloten. Om een kerstpakket op te halen, te luisteren naar een praatje van onze directeur en vooral om het jaar gezellig af te sluiten. Met een pubquiz lukte dat prima.
Ook daar hadden we achteraf het nieuwe jaarthema bekend kunnen maken. Want in wezen bestond het al. Alleen hadden we het nog niet opgepikt. Achteraf zo verwonderlijk, want in 2019 kwamen er allerlei signalen voorbij die hiermee samenhingen.

Een stortvloed aan (boek)signalen
De kern van die signalen is dat in 2019 verschillende mensen vanuit verschillende achtergronden en op verschillende plekken een pleidooi hielden voor moraliteit. Het is hard nodig dat we als samenleving weer met elkaar gaan praten over moraal. Dingen die goed, beter, slecht of slechter zijn. Niet alles is even waar, of goed. Integendeel.
Dwars tegen de (postmoderne) tijdgeest in, stellen steeds meer denkers dat sommige dingen tóch waardevoller zijn dan andere. En dat dé wereld niet altijd om MIJ draait.
Mensen zijn (gelukkig) steeds meer individuen geworden, maar wellicht wordt het tijd bij uitwassen van dit ik-denken vraagtekens te gaan zetten. Dat we ons ook meer gaan realiseren dat sommige problemen en uitdagingen zo groot en complex zijn dat we wel samen moeten gaan werken. Onszelf als het ware overstijgen, deels wegcijferen.
Voor velen is dat (nog steeds) vloeken in de kerk. Tegelijkertijd zullen we wel moeten. We zitten mondiaal gezien met zeer grote problemen opgescheept. Die moeten niet alleen worden aangepakt, maar die zullen ons ook dwingen om bepaalde dingen (producten, diensten en ‘handelingen’) van een waardeoordeel te gaan voorzien. Niet alles is even belangrijk, nodig, dan wel zinvol.
Er zijn tal van zaken waar we ‘beter’ afscheid van kunnen (gaan) nemen. En er zijn andere, veel belangrijkere dingen die meer exposure zouden mogen krijgen.
Een teken aan de wand is dat in 2019 talloze varianten van het woord …schaamte kwamen bovendrijven.

Verder had bijvoorbeeld antropoloog Govert Buijs het in 2019 in zijn Waarom werken we zo hard? : op weg naar een economie van de vreugde over de Homo cooperans. De coöperatief ingestelde mens. Die ziet hij overal opstaan. Een homo/mens die zich als het ware ‘afzet’ van de Homo economicus (de zogenaamd rationeel denkende en handelende mens; een sprookje, trouwens).
Homo dignus
In een ander boek (De onvolkomenheid van de mens & het streven naar perfectie) komen een stel wetenschappers aanzetten met Homo dignus. In een boek waarin tientallen mensbeelden (homo’s) naar voren worden gehaald, belicht en gewogen.
Vooral drie mensbeelden moeten het ‘ontgelden’: Homo economicus, Homo biologicus en Homo sociologicus. Zij presenteren de Homo dignus, de zich bescheiden opstellende mens die streeft naar ‘het goede’. Een menssoort die we anno nu volgens hen hard nodig hebben.

Ook Klaas Egmond, die zich al zijn hele leven bezighoudt met duurzaamheid in de breedste betekenis van het woord, hield vorig jaar in een nieuw boek een pleidooi voor een ander menstype: Homo universalis : moreel kompas voor een nieuwe Europese Renaissance.
Let vooral op de ondertitel: moreel kompas. Het beroemdste ‘homoboek’ is trouwens Homo deus van Yuval Noah Harari. En daarin stelt deze Israëlische historicus zeer vervelende vragen over de toekomst, wat het betekent om in de 21e eeuw (een bijna goddelijk) mens te zijn en in wezen onze moraal. En of we met elkaar het gesprek niet aan moeten gaan over wat we als mens(heid) wel of niet mogen (gaan) doen.
Artikel: Homo sapiens, Homo economicus, Homo dignus (augustus 2019)
Moreel kompas
Steeds openlijker wordt door uiteenlopende mensen gepleit voor een herwaardering van het gesprek over moraal. Mensen leven niet alleen voor zichzelf, hun eigen gewin. Integendeel, we zitten allemaal op een overvolle planeet, vol problemen. Uitdagingen die landsgrenzen overstijgen, waar huidskleur er niet toe doet, of je arm of rijk, slim of dom bent.
Problemen die we alleen op kunnen lossen als we in staat zijn ook naar ons eigen gedrag te kijken. Bereid zijn afstand te nemen van bepaalde gewoontes en dingen die we nu nog normaal vinden.

Een complexe, verwarrende tijd. En in zo’n tijd komt een Engelse architect voorbij. Zo’n typische Engelse man. Die super enthousiast vertelt over waar hij mee bezig is. Een inspirerende man, Andrew Waugh. Die je geneigd bent te geloven, te volgen.
Andrew Waugh kwam voorbij in een Tegenlicht-uitzending: De houtbouwers. Deze aflevering werd niet toevallig rond de Dutch Design Week in Eindhoven uitgezonden. Het ging over mensen die bezig zijn met nieuwe manieren van bouwen. Niet langer met beton en staal, maar met hout. Met CLT, Cross Laminated Timber. Kruislaaghout noemen we dat bij ons.
Zo nodig in een tijd waarin we af moeten van CO2. Althans minder uitstoten in de atmosfeer. Om almaar stijgende temperaturen tegen te gaan. Met hout bouwen heeft twee grote voordelen. Ten eerste hoeven we dan geen gebruik meer te maken van beton, cement en staal. Bouwmaterialen die verantwoordelijk zijn voor heel veel CO2-uitstoot. En aan de andere kant is hout opgesloten CO2, die door te verwerken in gebouwen voor decennia als het ware opgesloten blijft en niet na verbranding in de atmosfeer terecht komt.
Artikel: Meer houtbouw nodig om CO2-uitstoot te reduceren (maart 2019)
Die architect, Andrew Waugh, vertelde hoe hij vijftien jaar geleden in Engeland begon met bouwen met CLT. Hoe hij van zijn idee een bedrijf had gemaakt en daarin zeer succesvol was geworden.
In die uitzending vertelt hij hoe hij op zeker moment zijn moeder opbelde, om te vertellen dat hij een bedrijf ging beginnen. Dolenthousiast hing hij aan de lijn, totdat zijn moeder hem vroeg naar zijn ‘ethos’. “Mijn ethos” riep hij verontwaardigd uit. Moeder, ik bel je op om te vertellen dat ik een bedrijf ga oprichten, en jij begint (te zeuren) over mijn ethos!
Maar, merkt hij meteen daarna op, richting de verslaggever, die opmerking heeft me sindsdien steeds bezig gehouden. Waarom doe ik wat ik doe? Wat is mijn ethos, mijn morele kompas? Doe ik dit om rijk te worden? Om succesvol te zijn? Doe ik het voor mijn ego? Of doe ik het om een andere reden?
Hij geeft aan het eind van dit circa drie minuten durende fragment zelf het antwoord: ‘Be part of the solution!’ Wees deel van de oplossing.
Aanschouwt een Homo cooperans/dignus.

Oefenen in een andere tijd
Andrew Waugh wist én weet dat ook de bouw de komende decennia andere wegen in zal moeten slaan. Afstand nemen van methodieken en denkkaders die bijdragen aan grote, mondiale problemen: té veel CO2 produceren, uitstoten.
Hij heeft ontdekt dat er andere manieren zijn: bouwen met CLT, kruislaaghout. Dat is zíjn ding, daarmee kan hij spelen, werken. Daar wordt hij gelukkig van; en met hem zijn omgeving. Hij heeft zijn ding gevonden en weet als geen ander dat hij daarmee aan de goede kant van de toekomst staat. Eerder dan anderen. Daar is hij natuurlijk trots op, maar niet té. Hij weet dat nog velen zijn voorbeeld binnen de bouwwereld zullen moeten gaan volgen. Hij weet wel dat hij – door dít te doen – deel is van de oplossing. Iets wat vele malen groter is dan hijzelf.
Op zijn manier is hij aan het oefenen in en voor een andere tijd.
Woensdag hoorde ik tijdens een bijeenkomst in Hilversum met leden van de Tegenlicht-redactie (over een nieuwe reeks uitzendingen en hoe die lokaal tijdens Tegenlicht Meet Ups opgepakt kunnen worden) dat Andrew Waugh uitgenodigd is voor een groot congres van bouwend Nederland. Prima. En hard nodig; in ons land wordt nog amper met deze techniek gebouwd. Alhoewel er een fantastisch plan voor Eindhoven op stapel staat (‘de’ Dutch mountains).
Kort na de uitspraken van Andrew Waugh kwam in Oss oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer langs voor een lezing over zijn begin 2019 verschenen boek Moreel leiderschap.
Hij sprak begin november op een zondagmiddag in de aula van het Titus Brandsma Lyceum. Een bijzondere plek, want Titus Brandsma is de oprichter van de Osse Bibliotheek (sinds 1921).
Deze in 1985 zalig verklaarde Friese Brabander was een Burger van Stavast avant la lettre, die niet alleen nadacht over goed en kwaad, maar zich in de Tweede Wereldoorlog zodanig moreel opstelde dat hij het met de dood moest bekopen.

In zijn boek heeft Brenninkmeijer het nadrukkelijk over drie ‘dingen’: logos (‘de rede’), pathos (‘ons gevoel’) en ethos (‘onze moraal’). Hij constateert dat de verhouding tussen deze drie om allerlei redenen de laatste veertig jaar uit balans is geraakt en dat het tijd wordt om het vooral vaker over onze ethos te gaan hebben. Ons morele kompas.
Hij was uiteraard niet de eerste die het daarover had. Artikel: “De vis gaat rotten bij de kop” (februari 2015)
Artikel: Moreel leiderschap. Het ethos geeft als het erop aankomt de doorslag. (januari 2019)

De meeste mensen deugen
In de tiende TrendRede wordt ook verwezen naar een van de onverwachte bestsellers van 2019: De meeste mensen deugen van historicus/publicist Rutger Bregman. Een positief boek over hoe ‘de mens’ in elkaar steekt.
Rutger sprak op verzoek van de bibliotheek op 17 september in theater De Lievekamp. De kern van zijn betoog is dat de meeste mensen meestal geneigd zijn het goede te doen. Niet altijd. Sterker: ieder van ons maakt doorlopend fouten. Kiest doorlopend ook voor ik-georiënteerde dingen, maar meestal proberen we er het beste van te maken.
Dit mensbeeld schuurt natuurlijk wederom aan tegen oude mensbeelden als Homo economicus, Homo biologicus of Homo demens (de krankzinnige) of Homo mendax (de liegende). In ons aller lichaam en geest gaan vele homo’s schuil. Klik hier voor een lijst.
Mensbeelden die allemaal af en toe naar voren treden. Bij de een deze meer dan bij een ander. Maar iedereen is af en toe jaloers, dom, eigenzinnig, achterdochtig et cetera. Gelukkig overheerst volgens hem bij de meesten van ons de neiging om het goede te doen.
Rutger Bregman betoogt dat dit komt omdat we als mens de laatste tienduizend jaren onbewust mensen hebben geselecteerd op meegaandheid. Zelfdomesticatie. Hij noemt ons daarom Homo puppy. Mensen zijn binnen dat verhaal aanhankelijke, lieflijke wezens; puppies. Die best bereid zijn om af en toe, in voorkomende gevallen een stapje opzij te doen. Voor een groter ding.
Daarmee hebben we als samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken een nieuw jaarthema te pakken. Het kwam dinsdag 20 januari zomaar aanwaaien. Collega Yvonne had de Tegenlicht-uitzending ook gezien en stelde voor of ‘Wees deel van de oplossing‘ geen idee voor het jaarthema zou kunnen zijn.
Een idee!? Een geniaal voorstel!
Dat wordt het: Wees deel van de oplossing.

Achteraf, nogmaals die verspilde melk
Had ik eind oktober maar beter opgelet. Enkele dagen na de houtbouwers-uitzending schreef ik er een stukje over: Quote van het jaar? Wees deel van de oplossing.
In de kop stond terecht een vraagteken, want het jaar was nog niet voorbij en wie bepaalt wat dé quote van het jaar is. Maar achteraf had toen al het spreekwoordelijke kwartje kunnen vallen. En hadden we tijdens de kerstbijeenkomst het jaarthema voor 2020 (én daarna, in wezen het hele decennium: de doorslaggevende jaren) kunnen noemen. En de aanwezigen op maandag 20 januari deze vondst mee naar huis kunnen geven.
Alle aanwezigen zijn in mijn optiek immers elk op hun manier Burgers van Stavast, die in onze regio bezig zijn dingen anders te gaan doen. Mensen die deel uitmaken van de oplossing.
En – grapje – niemand weet wat dé oplossing is, maar dat we veel dingen anders zullen moeten gaan doen is in onze beslissende/doorslaggevende jaren twintig zeker. Zeker is dat over heel veel thema’s van onze volgende (next) samenleving gepraat zal moeten worden. Geïnformeerd, geïnspireerd. Bij voorkeur in het publieke domein. In third places. Of het Buitenveld.
En nog zekerder is dat we daarvoor nog meer mensen nodig hebben die naar zichzelf kijken, en bereid zijn noodzakelijke stappen te zetten. Mensen die deel van de oplossing zijn.

Citaat 629 (dinsdag 21 – donderdag 23 januari 2020)
Homepage Citaten 2020
4 reacties op “Wees deel van de oplossing.”
[…] hij zegt: ‘Be part of the solution.’ Wees deel van de […]
[…] Effe ietwat gas terugnemen. Thuis blijven. Positief bijdragen door eens een keer niets te doen. Wees deel van de oplossing. Lees ze! Totdat het voorbij […]
[…] Wees deel van de oplossing. […]
[…] Wees deel van de oplossing. (januari 2020) […]