Categorieën
Boeken Maatschappij Media

Nederlandse volwassenen lezen steeds minder vaak en met steeds minder plezier.

Nederlandse volwassenen lezen steeds minder vaak en met steeds minder plezier.

Zo opent Lees! : een oproep tot een leesoffensief. Een gezamenlijk rapport van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur.

Op de website van de Onderwijsraad werd het op 24 juni 2019 als volgt aangekondigd:

Nederlandse volwassenen lezen steeds minder vaak en met steeds minder plezier. Ze lezen weliswaar volop korte tekstjes – berichten op hun smartphone of samenvattende stukjes in boeken – maar besteden minder tijd aan ‘diep lezen’: het geconcentreerd lezen van langere teksten of boeken. Mede hierdoor gaat hun leesvaardigheid achteruit. Dat heeft gevolgen voor hun functioneren in de samenleving – en uiteindelijk ook voor het functioneren van onze samenleving als geheel.

Ik schreef er enkele dagen later een stuk-je over.

Een leesoffensief
Opmerkelijk genoeg heeft het bijna een half jaar geduurd voordat dit alarmerende rapport de aandacht van het grote publiek, media en politiek trok. Dat had te maken met de officiële reactie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die (formele) reactie werd pas vorige week bekendgemaakt. Vervolgens sprongen ‘alle’ media erop en groeide het onderwerp uit tot het gesprek van de dag (vooruit: week).

De ministers Van Engelshoven en Slob onderschrijven – natuurlijk! – deze oproep tot een leesoffensief. Alleen wordt niet duidelijk wat er de komende jaren (decennia!!!) moet gebeuren om het tij te keren. Natuurlijk wordt beklemtoond hoe belangrijk lezen is, én dat er meer tijd voor moet worden uitgetrokken. Alleen wordt er niet gerept van extra geld, aanvullende maatregelen, wie ‘het’ moet gaan doen et cetera. Kortom, business as usual: wel woorden, geen daden.

“Iets klopt er niet!”
Wellicht heeft u het al door. Hierboven klopt iets niet.

Zeker is dat in juni van dit jaar een rapport van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur verscheen: Lees! : een oproep tot een leesoffensief. Een alarmerend rapport.

Alleen gaat het over jongeren. Ik heb de tekst hierboven aangepast. Uit onderzoek blijkt dat jongeren lezen minder belangrijk vinden, het minder doen én er ook steeds minder vaak plezier aan beleven. Het gaat nadrukkelijk niet over volwassenen. Behalve dat zij – die volwassenen, ouders en opvoeders – geacht worden zich meer in te zetten om het lezen door jongeren te stimuleren. Opdat zij – die jongeren – weer meer gaan lezen, en er weer meer plezier in krijgen.

Ik heb bewust de tekst hierboven gemanipuleerd. Om te benadrukken dat dit leesoffensief wat mij betreft niet alleen beperkt moet worden tot jongeren.

Natuurlijk ligt daar de kern. De trend dat jongeren steeds minder lezen dient gekeerd te worden. Dat offensief zal niet meevallen. De krachten die ‘verantwoordelijk’ zijn voor deze negatieve trend zijn erg groot. Niet alleen staan onze jongeren aan veel verleidingen bloot, maar er zijn allerlei andere zaken, ontwikkelingen en trends die hieraan – vaak onbedoeld – bijdragen.

‘Enkele’ oorzaken
Denk aan het niveau van het leesonderwijs en leerkrachten. Of dat er binnen het onderwijs de laatste jaren té (?) veel de nadruk wordt gelegd op onderwerpen die an sich ‘goed’ zijn, maar wel ten koste gaan van het maken van leesmeters. Ook het bijna heilige geloof dat kinderen zichzelf kunnen motiveren. En we alles ’toch’ op kunnen zoeken, dus waarom zou je kennis opdoen, feitjes erin stampen.

Scholen die massaal schoolbibliotheken hebben ontmanteld; want lezen voor ‘de lijst’ doet er niet meer toe. Vijf boeken in vier tot zes jaar is genoeg.

Ouders die zelf een leesachterstand hebben en (daarom?) het belang van lezen minder inzien, en er zeker geen positieve bijdrage aan kunnen leveren.

Ouders die op zich wel goed kunnen lezen, maar om uiteenlopende redenen het lezen van hun kinderen thuis niet stimuleren. En het zelf ook een beetje laten sloffen. “Ik lees wel in de vakantie!”

Bibliotheken die zich de laatste tien jaar wegens bezuinigingen uit wijken en dorpen en wijken moesten terugtrekken, waardoor de afstand tot de bieb voor veel ouders én kinderen te groot is geworden. En de bibliobussen rijden ook niet meer. Ook zijn veel bibliotheken noodgedwongen met vrijwilligers gaan werken. Veel vakkennis is uit de sector verdwenen.

Honderdduizenden burgers die in hun weekritme een bezoek aan de bibliotheek hadden opgenomen, zijn daarmee gestopt. Want … je kunt alles toch op het net vinden, illegaal downloaden … En lezen leren mijn kinderen op school. Ook heb ik het veel té druk. Je moet nu eenmaal keuzes maken!

Natuurlijk de introductie van iPads en met name de mobieltjes met toegang tot het internet, waardoor je altijd effe iets op je apparaat kunt doen.

Het spelen van spelletjes, de hele dag door; ook wel gamen genoemd. Niet alleen schieten. Denk aan alle momenten waarop we effe een woordje leggen; of zes kennisvragen beantwoorden. Allemaal momenten dat we even afgeleid worden; niet toekomen aan zaken als verdieping, reflectie, diep lezen.

Het feit dat miljoenen landgenoten ‘gevallen’ zijn voor de verleidingen van Netflix en andere streamingdiensten. Je hoort zelden (meer) dat mensen binge readen.

Het feit dat jonge ouders het veel te druk hebben om het schip van hun gezin overeind te houden. Twee drukke banen, zorgen over de oppas, een geregeld inkomen en of ze wel samen zullen blijven. En verder dat naar schatting een op de vier Nederlandse werknemers inmiddels zzp’er is, of een 0-uren contract heeft. Mensen die leven met de almaar knagende angst dat hun inkomen morgen, of volgende week weg kan vallen, dan wel minder (maar zeker anders) zal zijn. Lees in dit verband vooral Schaarste : hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen van Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir. Die hebben het over de bandbreedte in ons hoofd. We kunnen dat systeem in onze hersenpan niet ongestraft continu belasten met zorgen. Té veel stress verhindert dat je toe kan komen aan zaken als reflectie, beschouwing, verdieping. Bijvoorbeeld lezen. Filmtip: Sorry, we missed you.

Jos Kessels, een columnist van het Eindhovens Dagblad, maakt zich op donderdag 5 december 2019 in zijn column Lezen geen illusies:

Het tv-aanbod is veel breder geworden en mensen kunnen hun favoriete programma’s bekijken waar en wanneer ze willen. De tieners van nu kunnen zich al geen leven meer voorstellen zonder mobieltje en krijgen veel meer prikkels dan ooit tevoren. Dus ervaren ze lezen als traag en nutteloos, omdat je in een oogwenk alles wat je nodig meent te hebben op je schermpje kunt toveren. Jongeren laten het apparaat voor hen denken, zodat ze zelf niet na hoeven te denken. Hoe graag oudere generaties en scholen het ook anders zouden willen zien, ik vrees dat het proces onomkeerbaar is.

Wat je nodig meent te hebben
Jos Kessels maakt zich weinig illusies dat het tij valt te keren. Daar heeft hij op zich gelijk in. De krachten die op jongeren inwerken zijn immens. Voor het gemak gaat hij er van uit dat die krachten voorbij gaan aan zijn generatie (hij is een ‘boomer’). Hij vergist zich.

Hij stelt dat jongeren in control zijn. Zij bepalen zelf wel wat ze willen weten, opzoeken. Jos Kessels vergeet voor het gemak dat iedereen – dus jongeren ook – ‘dingen’ gaan doen op basis van wat ooit in je hersenpan terecht is gekomen én invloeden die continu op ons allen inwerken. Anders gezegd: als er in jouw hersenpan weinig kennis aanwezig is over de meest uiteenlopende zaken, ben je ook niet in staat om breed te denken. Nieuwe of andere ‘dingen’ te gaan doen, uitproberen. Nog anders gezegd: naarmate je minder legosteentjes informatie in je hoofd hebt ‘verzameld’, kun je minder interessante verbindingen (gaan) leggen.

Onderwijs en opvoeding waren ooit de fase in je leven waarin je volgeplempt werd met nutteloze kennis. Vaak kon je met de daar gelegde basis de samenleving aan. En kwamen – beter: komen – op de meest onverwachte momenten dit soort nutteloze kennis of feitjes bovendrijven. Elementen waarmee je als mens kunt spelen; interessante, verrassende combinaties maken. Mensen die (veel) lezen – fictie of non-fictie, doet er niet toe! – nemen onbewust kennis van veel zaken. Niet alleen feitjes, maar ook hoe mensen met elkaar omgaan, hoe samenlevingen werken et cetera.

Eerste Nederlandse editie (uit 1934).

Prima titel.Natuurlijk krijg je door het (be)kijken van filmpjes, het spelen van spelletjes, dingen doen op sociale media ook informatie over de meest uiteenlopende zaken. De kern blijft echter dat het vaak erg vluchtig is. Dertig seconden dit, een minuutje dat. We multitasken ons door de dag heen. Versnipperen doorlopend onze aandacht over ‘duizenden’ dingen, geloven dat we meerdere dingen tegelijk kunnen, dat we in control zijn, maar komen zelden meer aan verstilling, rust, aandacht, nadenken, diep lezen toe.

Inderdaad, Jos Kessels heeft gelijk. Het proces lijkt onomkeerbaar.

Voor het gemak vergeet Jos Kessels ook dat wij als mensen (jongeren én volwassenen) steeds meer gemanipuleerd worden door grote tech- en mediabedijven. Op een nooit eerder vertoonde schaal. Met middelen die voorheen alleen bestonden in de dromen van schrijvers van dystopische romans.

Big Brother leefde nooit in een Brave new world, maar als je goed oplet zie je dat dit wel degelijk de werkelijkheid is geworden. Of dat we daar hard naartoe op weg zijn. Grote techbedrijven weten ‘alles’ van ons en weten ons met hulp van slimme zelflerende systemen te bespelen. Dat is de Big Brother kant.

Aan de andere kant leven we als burgers in een wereld waarin we doorlopend gelukkig zijn. Alom is soma aanwezig; de magische pil uit Brave new world die ons gelukkig maakt. Beter: houdt. We leven in een wereld waarin we van het ene leuke naar het andere interessante ding ‘surfen’. Drugs, pillen, alcohol, weekendtripjes, gamen, Netflixen, talkshows, voetballen en erover doorpraten, shoppen (al dan niet online) .. Het leven lijkt een groot feest; en als we ons even vervelen is er altijd ons soma-apparaat waarop we altijd nog even iets kunnen doen. Wat verloren raakt? Verveling. En momenten dat je je gedurende lange tijd over kunt geven aan iets waardoor je niet alleen jezelf even vergeet, maar ook nog ‘iets’ leert. Lezen!

Die megatrend kan alleen gekeerd worden als we inderdaad in termen als offensief gaan denken; en vooral handelen. Niet alleen gericht op ‘onze’ jeugd en jongeren, maar in een te maken mobilisatieplan nemen we nadrukkelijk ook onszelf – alle volwassenen – mee. Dat is niet alleen nodig omdat lezen leuk en waardevol is. Maar vooral omdat we in een complexe samenleving leven. Vol lastige opgaven. Een samenleving waarin veel burgers niet meer écht kunnen lezen, krijgt een probleem. Waarschijnlijk is dit al het geval,

Een complexe samenleving
Waarschijnlijk onderschrijft u de notie dat we in een complexe tijd en samenleving leven. Aan de ene kant lijken we in een prima wereld te leven (met volop welvaart en welzijn), maar tegelijkertijd staan we voor grote uitdagingen.

Uitdagingen waarvoor uiteenlopende ‘oplossingen’ worden bedacht. Zich zeer diverse ‘redders’ aandienen. Die om onze tijd en aandacht vechten. LEZEN, en vooral ‘diep’ lezen helpt om als burger te kunnen doorzien wat er (a) gaande is, en helpt (b) om de ‘juiste’ keuzes te kunnen maken.

Anders gezegd: mensen die amper (kunnen) lezen (en zeker niet toekomen aan meer beschouwende achtergrondartikelen, over de meest uiteenlopende zaken en ontwikkelingen) worden een speelbal van ‘krachten’, mensen, instanties, bedrijven, organisaties en instellingen die ‘verkeerde’ bijbedoelingen hebben.

Een veeg teken aan de wand is bijvoorbeeld dat Nederlandse kranten volgens de laatste cijfers slechts 4 van de 10 volwassenen bereiken. In Nederland zijn bijna acht miljoen huishoudens. In amper drie miljoen huishoudens valt dagelijks een krant op de deurmat; of wordt digitaal klaargezet. Dat aantal was tien, twintig jaar geleden vele malen hoger. En in die tijd bevatten kranten gemiddeld ook meer lange achtergrondartikelen. Die heten tegenwoordig longreads.

Redacties zijn er anno 2019 trots op dat ze die af en toe plaatsen. Bij uitzondering. Mocht u het niet geloven: blader eens door een gemiddelde krant heen en tel de artikelen die één hele pagina beslaan. Dat zijn er niet veel, én zo’n pagina wordt vaak opgesierd met een grote foto of cartoon. Liflafjes, alom.

Hetzelfde zie je natuurlijk op tv. Talkshows met veel gasten die allemaal effe aan het woord komen; vaak over zaken waar ze overduidelijk geen verstand van hebben. Intermezzo’s tussen de lollige filmpjes en de reclameblokken. “Als de kijkers maar niet afhaken!” Het leven lijkt één groot feest, dat aan elkaar hangt van leuke, lollige, bijzondere ‘dingen’. Zware onderwerpen komen amper aan bod. En op serieuze programma’s wordt bezuinigd. Tegenlicht mag de laatste tijd bijvoorbeeld geen 26 maar slechts twintig afleveringen per seizoen maken.

Of ‘het’ journaal. Op tv. Als u alle flauwekul (zoals leaders, gesprekjes met mensen op straat, en lollige items) wegdenkt blijft er qua informatiedichtheid niet veel over. De (hinderlijk in beeld lopende) presentatoren spreken per item vaak slechts twee à vijf zinnen uit. That’s it. De meeste onderwerpen zijn verworden tot kopteksten; achtergronden worden amper geboden. Stemming wordt er wel gemaakt, omdat de redactie bepaalt wat belangrijk is. Het journaal is voor veel burgers nog steeds een belangrijk programma en bepaalt waarschijnlijk ongewild mede de tijdgeest.

Een ontwikkeling die hier mee te maken heeft is dat in kranten (en opiniebladen) de laatste jaren aanmerkelijk minder pagina’s voor boekrecensies worden ingeruimd. Wel interviews waarin op het persoonlijke wel en wee van schrijvers wordt ingezoomd, maar de krant als medium om te weten wat er zoal aan nieuws verschijnt is veel minder geworden. Hetzelfde geldt natuurlijk in nog veel ergere mate voor tv, en ietsje minder ‘de’ radio.

Aanvullende opmerkingen
Ik vermoed dat het niet alleen moedwil is dat zo veel mensen de laatste jaren hun abonnement op krant of bibliotheek hebben opgezegd. Het is een dure ‘hobby’ geworden.

Er was een tijd dat een biebabonnement voor volwassenen een tientje (per jaar!) kostte. In guldens; dat is €4,50. In 2020 kost een gemiddeld abonnement voor volwassenen in onze regio tussen de 39 en 71 euro. Per jaar. In guldens varieert het van f85,95 tot f156,45. Dat is voor veel mensen veel geld.

Voor kranten gaat het anno 2020 om kolossale bedragen. Een abonnement op het Brabants Dagblad kost in 2020 zes euro per week, €312,– per jaar; dat was ooit bijna zevenhonderd gulden. Landelijke kranten zijn nog veel duurder. De Volkskrant kost wekelijks €6,50. De NRC kost op jaarbasis €560,–. Geen wonder dat zo velen afhaken of van de ene naar de krant switchen; mee surfend met de aanbiedingen.

Eenzelfde verhaal gaat natuurlijk ook op voor tijdschriften. Ik gun uit de grond van mijn hart elk basisschoolkind ouders die voor hem of haar een abonnement op ‘de’ Donald Duck regelen. Maar – helaas – ook dit fantastische vrolijke weekblad (én zo goed voor taalontwikkeling en plezier in lezen) kost ruim honderd euro per jaar.

Artikel: Ach, ik ga toch lekker een BOEK lezen! (januari 2015)

Tegelijkertijd zijn er natuurlijk massa’s mensen die minimaal één abonnement hebben op platforms als Netflix, Spotify, Deezer, Qobuz, Ziggo, HBO et cetera. Vaak is het minimumbedrag een tientje per maand, maar al snel wordt je verleid om jouw abonnement uit te breiden of een extra af te nemen. 

Een trend die hiermee samenhangt is dat ik in onze regio constateer dat boekhandels het steeds moeilijker hebben om overeind te blijven. Dit jaar sloot een beroemde boekwinkel in Veghel.

Ook constateer ik dat de resterende boekhandels weliswaar hun best blijven doen, maar wel interen op hun voorraad én soms vakmensen ingeruild worden voor goedkopere krachten met aanmerkelijk minder titelkennis. Deze door veel boekliefhebbers betreurde trend, wordt echter vaak door henzelf veroorzaakt, dan wel versterkt. Té vaak kiezen boekkopers voor het gemak van bestellen via het net. Prima, handig, maar op termijn dodelijk voor boekwinkels. Ik zie op dit moment een spiraal naar beneden. Omdat er minder wordt omgezet in fysieke boekwinkels, worden er minder titels op voorraad gehouden, waardoor het voor bezoekers van die fysieke winkels minder aantrekkelijk wordt, want er is minder aanbod, waardoor er vaker uitgeweken wordt naar online bestellen …

Boeken zijn trouwens ook schrikbarend duur geworden. Steeds vaker zie ik dat nieuwe boeken meer dan twintig euro per stuk kosten. En relatief dunne boekjes tikken rond de vijftien euro aan.

Een leesoffensief
Prachtig dat de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad een oproep tot een leesoffensief plaatsen. En prachtig dat onze ministers van onderwijs dit offensief onderschrijven. Maar …

Maar ik heb sterk het vermoeden dat er de komende jaren amper iets zal gebeuren. Her en der zullen zonder enige twijfel enkele potjes worden gecreëerd, dan wel gevonden. Om een projectje hier of daar tijdelijk van de grond te trekken. Maar dat er in 2020 en de jaren daarna écht een leesoffensief zal komen waag ik te betwijfelen. De belangrijkste reden daarvoor lijkt me dat de analyse van deze twee organen lang niet door iedereen wordt gedeeld. De meeste burgers zullen – als een Jos Kessels – hun schouders ophalen en constateren dat de tijden nu eenmaal veranderen.

Aan de andere kant zullen weinig instellingen, instellingen en beleidsmakers heel veel geld vrij willen, dan wel kunnen spelen om kansrijke plannen en initiatieven een kans te geven. Dat is logisch. In het rapport wordt niet becijferd wat dit leesoffensief moet gaan kosten. Laat staan dat wordt aangegeven wie wat waar waarom zou moeten gaan doen. Hoe lang dit leesoffensief moet gaan duren? Welke einddoelen we nastreven? Et cetera.

Het lijkt verdacht veel op het door veel burgers gedeelde besef dat er ‘iets’ gedaan moet worden om het opwarmen van de atmosfeer tot stand te brengen. We begrijpen dat er ‘iets’ moet gebeuren, maar kom alsjeblieft niet met concrete maatregelen want dan zal blijken dat ook íkzelf aan de bak moet.

Een leesoffensief?
Uiteraard onderschrijf ik de oproep tot een leesoffensief. Wie niet? Bibliothecarissen weten als geen ander hoe belangrijk lezen is. En staan in de startblokken om aan dit offensief mee te werken. Alleen is volstrekt onduidelijk wat er van ons verlangd wordt. Door wie? Waarom? Wat? Hoe? Wanneer?

Beter lijkt me om het eerste jaar van de jaren twintig uit te trekken om ‘het probleem’ veel beter in kaart te brengen. Om iedereen in het gesprek te betrekken die ook het gevoel heeft dat we in een samenleving terecht zijn gekomen waarin veel mensen niet (meer) goed kunnen lezen. Bezorgde burgers die weten hoe nadelig dit uitpakt voor de samenleving.

Betrokken burgers die om zich heen té veel mensen zien die op hun gevoel ‘beslissingen’ nemen; die amper begrijpen wat er gaande is, niet doorzien dat er overal rattenvangers van Hamelen zijn die hen dingen laten doen die vaak haaks op hun eigen belangen staan.

In dat gesprek moeten natuurlijk ook suggesties naar voren gebracht worden. Hieronder noem ik er enkele.

Bibliotheek gratis maken
Ik constateer dat het er steeds vaker toe doet in welke plaats je woont. Heb je geluk, dan ziet de gemeenteraad in dat ‘de bieb’ belangrijk werk doet en blijft die financieel ondersteunen. Zit het tegen dan wordt er drastisch bezuinigd en blijft er weinig over. Dan leef je in een dorp of stad waar de bieb gerund wordt door vrijwilligers, er amper budget voor boeken of tijdschriften is en komen jeugdbibliothecarissen amper de school binnen. Heb je pech dan betaal je als volwassene voor een bibliotheek abonnement jaarlijks vijftig euro of meer.

Mijn pleidooi zou zijn om op landelijk niveau de beurs te trekken; opdat er in alle gemeentes eenzelfde financiële bodem ligt. Om een evenwichtige collectie in stad te houden. Geld voor voldoende deskundig personeel. Money om uiteenlopende (leesbevorderings)activiteiten te kunnen organiseren. De bibliotheek als hart van het publieke domein. In elke kern, dorp en stad. Een instelling die voldoende slagkracht heeft om met uiteenlopende partners de meest uiteenlopende activiteiten te kunnen organiseren. Een instelling en een plek die inspireert, informeert en het gesprek over verschillende onderwerpen kan én wil organiseren. En iedere burger die zich dieper wil informeren kan gratis boeken of andere media lenen. Met je mobieltje kan binnenkort iedereen lenen. Gebruik maken van de met publiek geld opgebouwde collectie.

Wellicht kunnen er tegelijkertijd ook concrete stappen gezet worden om boekhandels bij of naast de bibliotheek te laten intrekken. Wellicht kunnen in kleinere kernen medewerkers van de bieb de boekhandel in hun werk meenemen.

(Jeugd)bibliothecarissen
Om te beginnen zouden jongelui die erg leesminded zijn verleid moeten worden zich tot (jeugd)bibliothecaris te laten omscholen. Dat zullen we als sector zelf moeten doen, want formeel bestaat er geen opleiding mee.

Wellicht is het slim om in deze op te trekken met de PABO. Daar worden aankomende leerkrachten voor de basisschool opgeleid. Daar ligt de nadruk nu volgens mij té veel op het persoonlijke ontwikkeltraject. Een focus die ten koste gaat van kennisoverdracht. De meeste PABO-leerlingen leren op school weinig kinderboeken kennen. Als we aankomende bibliothecarissen voor een groot deel laten optrekken met aankomende leerkrachten kunnen we vele vliegen in een klap slaan. Er wordt een nieuwe generatie leesminded bibliothecarissen en leerkrachten opgeleid. Enthousiaste jongelui die de wijde wereld intrekken om te voorkomen dat er een nieuwe generatie van school komt die niet alleen amper kan lezen, er geen plezier in heeft en vooral niet in staat is zich als kritisch burger in de samenleving staande te houden. Jongelui die niet in control zijn, en door de meest uiteenlopende bedrijven, instellingen, organisaties en personen bespeeld worden.

Artikelen
Identiteit kan gebruikt worden om verdeeldheid te zaaien, maar het kan tevens gebruikt worden om mensen te verenigen (maart 2019)

Citaat 623 (woensdag 11 – dinsdag 31 december 2019)
Homepage Citaten 2019

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “Nederlandse volwassenen lezen steeds minder vaak en met steeds minder plezier.”

Ik zeg steeds vaker dat lezen een lifestyle moet worden. Het is net zo goed voor je hersenen als gezond eten en sporten voor je lichaam is. Ik denk dat het van groot belang is dat je dagelijks leest of een luisterboek luistert (luisteren is namelijk net zo goed voor je hersenen als het lezen van papieren boeken).

Wat betreft de boekverkoop: er zijn websites die je in de gelegenheid stellen om bij je lokale boekwinkel te kopen en het dan thuisbezorgd te krijgen.

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder