Categorieën
Film KUnst Maatschappij Muziek Oude doos TV-series

Zestig uur The Wire

Zestig uur. Bijna drie dagen. Ruim anderhalve werkweek. 3600 minuten. Een zee van tijd. Zoveel kost het om alle afleveringen van de Amerikaanse tv-serie The Wire te bekijken.

En als je de serie écht wilt leren kennen dan dien je de hele reeks twee tot drie keer te ondergaan.

Zoveel kostbare tijd voor een tv-serie?

In september schreef natuurkundige Robbert Dijkgraaf over het fenomeen van de ‘micro-eeuw’. Dat is een periode van ongeveer 52 minuten. Zijn punt is dat een mens in zijn leven gemiddeld 100.000 ‘vrije’ micro-eeuwen heeft. Daar moet je wat hem betreft zorgvuldig mee omgaan; ze niet verspillen. Hij vindt het jammer dat de gemiddelde Nederlander per dag gemiddeld ruim drie uur tv-kijkt. Dat zijn 1.100 uren per jaar. In die optiek is het volstrekt not done om 60 afleveringen van telkens één uur lang tot je te nemen. Laat staan dat twee of drie keer te doen. Maar er zijn uitzonderingen op die regel.

Recensent Dirk Limburg schreef eind augustus 2008 in NRC Handelsblad een meer dan lovende recensie over deze in Nederland onbekende – want niet uitgezonden – serie. In oktober verscheen de complete serie op dvd. En kort na de verkiezing van Barack Obama was ergens te lezen dat The Wire zijn favoriete tv-serie was. Iemand die blijkbaar tijd wilde (en kon) vrijmaken om zestig uren naar “een tv-serie” te kijken! Al met al genoeg redenen om er aan te beginnen.

The Wire is gesitueerd in de jaren 00 in Baltimore. Centraal staan verwikkelingen in het drugscircuit. Vijf seizoenen lang. In diezelfde periode zijn politie én politiek bezig om iets aan de daarmee samenhangende problemen te doen. In elk seizoen wordt ingezoomd op een ander deel van de stad of samenleving, maar altijd komt het schokkende “gedoe” rondom drugscriminaliteit terug. Dirk Limburg: David Simon gebruikt het politieverhaal om te vertellen hoe zijn woonplaats Baltimore verandert en kapotgaat. Hij laat de problemen van de politie zien en hoe de wereld van de drugshandelaren in elkaar zit; hoe daar de gewone kapitalistische marktwetten heersen. Het tweede seizoen van The Wire laat zien hoe de havenwerkers hun banen kwijtraken en in de greep komen van drugsimporteurs. In het derde en vierde seizoen komen onderwijs en gemeentepolitiek aan de beurt. Het slotdeel van dit zestig uur durende epos voegt daar de journalistiek aan toe als belangrijke factor voor een leefbare samenleving. Wie The Wire heeft gezien kent Baltimore beter dan zijn eigen woonplaats.

Maar, eerste punt, het is nadrukkelijk geen politieserie. Ten tweede zijn er in deze serie geen helden. Noch échte bad guys. De bad guys doen veel verkeerde dingen maar ze blijven ondanks hun afstotende daden toch menselijk. Andersom zijn de witte ridders op het paard (de politiemensen) ook echte mensen, met hun goede maar vooral ook hun mindere kanten. Alhoewel senator Davis wel een ontzettend grote smeerlap is. Met een gemeen lachje.  Ten derde is The Wire een serie die meer dan honderden boeken, tijdschriftartikelen, weblogs en andere openbare meningen duidelijk maakt dat de zogenaamde War on drugs tot niets leidt én nooit gewonnen kan worden. Dat ten vierde die War on drugs en alles wat daarmee samenhangt corrumpeert. Op alle niveaus en in alle lagen van de stad. Uiteraard in de achterbuurten van Baltimore, maar ook in het politie-apparaat, bij politici, in het onderwijs en in een sector zoals de haven van Baltimore. The Wire is ten vijfde een documentaire in een speelfilm. Zonder dat je het gevoel hebt dat je naar een documentaire kijkt. Verder is The Wire een serie waar de kwaliteit op alle niveaus van afspat: teksten, casting, acteerspel, gebruik van kleur. 

En tot slot heeft The Wire een grote rust over zich.

De makers van The Wire (Ed Burns en David Simon) nemen de tijd om hun verhalen te vertellen. Het verhaal wordt niet afgejakkerd, versneld door gejaagde montages, effect-verhogende muziek enzovoorts. Dirk Limburg zegt het zo: The Wire wijkt af van traditioneel televisiedrama, al was het maar door het ongelooflijk trage tempo waarin het breed uitwaaierende verhaal wordt verteld. Zelfs in het eerste seizoen duurt het vijf afleveringen voor je begrijpt waar het verhaal heen wil. David Simon laat alles tot in detail en met veel sfeer zien. Na een paar uur ken je tientallen personages die zo echt en overtuigend zijn dat je er als kijker en tv-jaren nog jaren nee vooruit kan. Het is vaker gezegd: The Wire is literatuur in televisievorm.

The Wire werd gemaakt door HBO. Dit zeer succesvolle tv-bedrijf maakt  haar tv-series voor reclame-vrije tv-stations. Er hoeft dus niet continue naar cliffhangers te worden toegewerkt (zoals bijvoorbeeld bij een andere langdurige reeks – 24 – die ook “iets” heeft met tijd). HBO is verantwoordelijk voor o.a. The sopranos, Carnivàle of Six feet under.

Baltimore
Baltimore is een grote stad in de staat Maryland. In de nabijheid liggen de steden Washington, Philadelphia, Indianapolis en New York. Baltimore heeft ruim 600.000 inwoners (vergelijkbaar met Amsterdam). Het is een havenstad. Baltimore heeft alle problemen van de Amerikaanse grote steden. Er zijn rijke buurten én achterbuurten. Het merendeel van de bewoners is black (64%). In de serie wordt Annapolis af en toe genoemd, de hoofdstad van de staat Maryland.

Dirk Limburg: Niet rechercheur McNulty maar de Amerikaanse havenstad Baltimore is dus de hoofdpersoon van deze serie. Die stad staat symbool voor Amerika, waar Simon kinderen in het onderwijs ziet vastlopen, wijken in de greep van armoede en drugshandel raken, politici met projectontwikkelaars onder één hoedje spelen, de politie van de gemeente het geld niet krijgt om de misdaad adequaat te bestrijden en waar de plaatselijke krant dankzij geldbeluste aandeelhouders niet langer functioneert als democratische waakhond. Hoe zijn land kapotgaat, kortom, The Wire is een documentaire, maar gelukkig in de eerste plaats een geniale en spannende dramaserie. Niet spannend met een cliffhangertje hier en een onverwachte ontwikkeling daar. 

Ed Burns & David Simon
De serie is bedacht door twee heren die weten waarmee ze bezig zijn. Ed Burns heeft jarenlang in de police force gezeten en verschillende drugsbaronnen van dichtbij meegemaakt. Later ging hij lesgeven en leerde het middelbare schoolsysteem kennen.

David Simon heeft jarenlang als journalist gewerkt voor de Baltimore sun. Hij heeft ook enkele boeken geschreven over het “leven op de straat”.

Ed Burns en David Simon hebben samen The Wire opgezet. Gebaseerd op de ervaringen die Ed Burns als politieman in het drugsmilieu had opgedaan. Uiteraard was journalist David Simon ook geen onbeschreven blad. Als journalist moet hij een goed beeld gehad hebben van wat zich aan de onderkant én “bovenkant” van de samenleving afspeelde. Deze ervaringen leiden er toe dat de kijker af en toe het idee heeft naar een documentaire te kijken. Gebeurtenissen en ervaringen uit het échte leven. Scènes die je sterk het gevoel geven dat het er in zo’n grote stad inderdaad zo aan toe gaat.

De heren hebben ook een boodschap. Die door de jaren heen steeds duidelijker werd. Ze klagen met hun serie hun stad, hun staat, hun land aan. Hoe is het mogelijk dat in het rijkste land ter wereld zo’n toestanden kunnen bestaan. Op de laatste dvd van de vierde reeks staan twee documentaires. Daarin zegt David Simon op zeker moment:

Ik ben woedend over wat er van nationale prioriteiten is geworden. Wat er over is van de arbeidersklasse en de onderkant van de samenleving. Veel beloftes zijn verbroken.

Hij verwijst uiteraard naar George W. Bush en zijn keuzes om wél Irak binnen te vallen en niet te investeren in de Amerikaanse slums. Keuzes die leiden tot uitzichtloze achterbuurten waar weinig naar behoren functioneert.

Een gemeenteraadslid uit Baltimore zegt: This didn’t happen overnight. This is years of decay and neglect.

Een van de acteurs (die McNulty speelt) zegt: De mensen en de wijken zijn in de steek gelaten. The Wire geeft een schaamteloos beeld van de Amerikaanse onderklasse.

Een andere acteur (‘Bunk’): Hopelijk zie je hoe mensen de onderklasse in stand willen houden. Dat is het echt criminele van de serie.
 
Hamsterdam, Heineken en Aruba
In The Wire staat de War on drugs centraal. En de corrumperende werking daarvan. In Nederland hebben we het heel anders aangepakt. Het centrale begrip is bij ons gedogen. Junks begeleiden. Alleen de grote drugsbazen aanpakken en de gebruikers relatief met rust laten. Op zeker moment probeert commissaris Colvin, die verantwoordelijk is voor een deel van de stad en met resultaten moet komen, iets anders uit om de misdaadcijfers naar beneden te brengen. Hij gaat gedogen. En komt er een tijdje mee weg. Totdat de verontwaardiging in de hogere regionen op hem neerdaalt. Men voor de zoveelste keer politiek correct bezig is, maar ondertussen door en door cynisch denkt en handelt. Vooral bezig is met window-dressing; de pretentie ophouden dat er iets gedaan wordt aan de misdaad. In die scene wordt letterlijk verwezen naar de Griekse tragedies, waarin de goden (hier dus de politiek en de opperste politiebaas) hun wraak laten neerdalen op de kleine man. Of anders gezegd: The Gods may throw a dice/Their minds as cold as ice/And someone way down here/Loses someone dear (Abba – The winner takes it all). Dan moet hij terug in zijn hok en gaat het opjagen van de loopjongens vrolijk verder. Blijven de grote jongens buiten schot. Die wijk in Baltimore wordt gekscherend Hamsterdam genoemd.

Een ander Nederlands trekje is dat politiemannen na en (vaak) tijdens dienst opvallend vaak gesignaleerd worden met een flesje Heineken.  Om frustraties van zich af te zuipen. Onder hen zitten sommige alcoholisten. Cynisch als je jezelf realiseert dat zij de ambtenaren zijn die de strijd tegen drugs voeren. In het laatste seizoen komt nog een Nederlands aspect om de hoek kijken. Aruba als plek waar je geld kunt witwassen.

Tom Waits en Way down in the hole
Een deel van de charme van The Wire is om concsequent vast te houden aan een eenmaal gekozen stramien. Dat is de leader, waarin door de jaren heen flarden uit de film naar voren worden gehaald. Keer op keer worden ze herhaald. Prachtige, kleurrijke flarden. Vooral dat: hoe mooi kleuren kunnen zijn in zo’n shit-wereld. En door de jaren heen, vijf seizoenen lang, daaronder een liedje van Tom Waits. Gezongen door vijf verschillende artiesten. Way down in the hole. Van zijn klassieker Frank’s wild years (uit 1987).

Way down in the hole
When you walk through the garden
you gotta watch your back
well I beg your pardon
walk the straight and narrow track
if you walk with Jesus
he’s gonna save your soul
you gotta keep the devil
way down in the hole
he’s got the fire and the fury
at his command
well you don’t have to worry
if you hold on to Jesus hand
we’ll all be safe from Satan
when the thunder rolls
just gotta help me keep the devil
way down in the hole
All the angels sing about Jesus’ mighty sword
and they’ll shield you with their wings
and keep you close to the lord
don’t pay heed to temptation
for his hands are so cold
you gotta help me keep the devil
way down in the hole

In het laatste seizoen vertolkt Steve Earle deze song. Bijzonder. Steve Earle zal zich in de tekst van Tom Waits herkennen. Hij is zelf een junkie geweest en speelt in de laatste reeks een man die zich inzet voor junkies. Zijn versie staat op zijn Washington square serenade cd (uit 2007). Een andere versie is afkomstig van the Blind boys of Alabama (van hun cd Spirit of the century uit 2001). 


Afro-Americans en slang
Afro-American is een politiek correct woord om negers aan te duiden. Het woord valt te pas en te onpas. Alleen, wordt het woord door de negers op straat (junkie of niet) nooit gebruikt. Negers die het woord uitspreken hebben het gemaakt en bekleden hogere posities binnen het politie-apparaat, politiek of de krant. Op straat gaat het vaak over niggers. En andere benamingen.

Voor taalliefhebbers heeft The Wire ook veel te bieden. De vertalers van de ondertiteling hebben een moeilijke klus geklaard. Veel woorden komen niet voor in de normale Engelse woordenboeken. In de documentaire merkt een acteur op dat dit de eerste klus is waarvan het script vergezeld werd door een woordenlijst.
Verder valt aan The Wire op dat driekwart van de acteurs zwart is; in allerlei kleurschakeringen. Blanken zijn veruit in de minderheid. Verder lopen er vooral in de onderwereld veel verschillende nationaliteiten rond. En het stoort niet. Alhoewel?! Een van de schrijvers merkt op dat er in de Verenigde Staten nog steeds blanken wegzappen als ze in een serie terechtkomen waarin té veel zwarten acteren. Zoals in The Wire. En zichzelf daardoor tekort doen. Kortzichtigheid is nooit goed.

Het bijzondere van The Wire is dat niemand de stelling kan betrekken dat blanken OF zwarten goed of slecht zijn. In beide groepen zitten bad guys én good guys. Sterker. De ene keer is een echte bad guy real bad, en een dag later is hij als het ware poeslief. Of vertoont inderdaad gedrag dat we niet verwachten van zo’n mean guy. En die gedaanteverwisselingen komen bij bijna alle karakters voor. Uitgezonderd wellicht bij detective Freamon. Die de hoofdprijs zou winnen in de contest “Best man”.  Maar die wedstrijd bestaat niet en zelfs Lester Freamon heeft enkele vlekjes.

Kleuren in The Wire
Wellicht is het beleid geweest van de makers, maar de kleuren in The Wire hebben vaak iets hyper-reeël. De episodes spelen zich af in een prachtige omgeving. Tenminste als je alleen naar de kleuren kijkt. De omgeving is daarentegen een zooitje: achterbuurten, slums, mensen vol tattoos, té dik, sloom lopen, slang enzovoorts. Maar de kleuren hebben iets specials. Dat merk je vooral aan het begin van elke aflevering.

Waarin het liedje van Tom Waits over Walking through the garden wordt gezongen en tientallen fragmenten voorbijkomen die later ergens in de serie zullen terugkomen. Het woord GARDEN wordt niet voor niets gebruikt, gezongen. Alle kinderen van Baltimore lopen als het ware in die GARDEN rond. Een garden of Adam en Eve die beautiful is, totdat Satan met zijn verderfelijke werk begint. Hoe symbolisch voor het “gedoe” in Baltimore. Op alle niveaus. Van hoog tot laag. Van de slums tot in het kantoor van de burgemeester.

Fictie?
The Wire is fictie. Overduidelijk. Het is een bedacht verhaal. Met lange verhaallijnen, bijzondere karakters, zich langzaam ontvouwende plots; kortom alles wat een goede tv-serie de moeite waard maakt. Of een boek. Een speelfilm. Maar in The Wire zit ook verdacht veel wat waar gebeurd is. Of had kunnen gebeuren. Het is een documentaire in een film. Of een film in een documentaire. waardoor je als kijker snapt waarom The war on drugs nooit beeindigd kan worden. Dat die oorlog alles en iedereen die ermee te maken krijgt corrumpeert. Van hoog tot laag.

De schrijvers verstaan hun vak en grijpen terug op aloude technieken. Afgekeken van de Grieken. Ver voor de jaarwisseling. Alleen worden hier de goden, die bij de Grieken ingrepen, vervangen door post-industriële en post-moderne instellingen in de VS (een opmerking uit de documentaire), Personen moeten offers brengen, zichzelf aan de haren omhoog trekken of toegeven dat ze tegen wil en dank ook mee moeten in die corrumperende omgeving.

Ergens anders noemt in de documentaire iemand The Wire A tale of two cities. Een verwijzing naar het boek van Charles Dickens. Een Engels schrijver die in de 19e eeuw dikke romans schreef waarin hij sociale misstanden aanklaagde. Ook gebaseerd op de werkelijkheid. The Wire is meer dan Dickensiaans. En de verwijzing naar Dickens is derhalve meer dan terecht.

Tot slot merkt David Simon op: TV is an escapist medium. Maar The Wire dus niet. Het is wel fictie, maar fictie die schrijnt, die aanzet tot nadenken. Geen serie om behaaglijk bij weg te kruipen. Alhoewel je ondanks alles toch mee gaat leven met deze karakters. De goeie en de slechte. Ze leven. The Wire gaat ergens over. En is verre van escapistisch.

Tienduizend uur
De opmerking van Robbert Dijkgraaf over de micro-eeuw kwam medio februari (2009) op een andere manier terug. Dijkgraaf vindt het jammer dat mensen gemiddeld drie uur per dag tv kijken. Als je dat tien jaar vol houdt dan heb je ongeveer 10.000 uur ‘vergooid’. Tijd die je aan iets anders had kunnen besteden. Een Amerikaans journalist, Malcolm Gladwell, zegt in wezen hetzelfde, maar op een andere manier, in een ander verband. In februari 2009 verschenen verschillende artikelen over het derde boek van Gladwell, Uitblinkers : waarom sommige mensen succes hebben en andere nietDaarin legt hij uit dat een van de redenen waarom succesvolle mensen goed worden of zijn in ‘hun ding’ dat werden omdat ze er gedurende tien jaar minstens drie uur per dag mee bezig waren.

Nu is het de vraag of Robbert Dijkgraaf’s ‘zegen’ op deze serie rust?

Progress? Hoop?

Een oud-politiecommissaris (een echte) stelt zichzelf in de documentaire een vraag: Have we made progress? En het niet verrassende antwoord is: Not really.

Hij memoreert dat er al in de jaren tien van de 20e eeuw een War on drugs was. Dat in de jaren vijftig in de staat Maryland ongeveer tweeduizend man in de gevangenis zat wegens drugsdelicten. Een aantal dat in deze jaren is gegroeid tot bijna dertigduizend.

Dirk Limburg: Belangrijker is dat dit thema steeds terugkeert in The Wire: één mens kan het verschil maken, een opvatting die Simon deelt met Aeschylos. Dat moralistische standpunt is een bron van hoop. Hoe slecht de machtspolitiek en baantjesjagerij van de burgemeester en de andere autoriteiten ook zijn voor de gemeenschap, altijd kan er een man of vrouw opstaan die het aan de kaak stelt. Zoals een falende politie door de inzet van één man goed werk kan afleveren, zo krijgen ook politiek, onderwijs en daklozenzorg wel eens iets voor elkaar als iemand zijn nek uitsteekt. Zelfs bij The Baltimore Sun, voor de bezuinigingen een van Amerika’s meest gerespecteerde kranten, zijn er journalisten die als het erop aankomt vasthouden aan hun principes.

Intensieve menshouderij
In maart 2006 hield bedrijfskundige Jaap Peters een lezing onder de titel Verlos ons van de intensieve menshouderij. Een knipoog naar zijn boek Intensieve menshouderij : hoe kwaliteit oplost in rationaliteit.

Hij houdt  een pleidooi om ons te verlossen van de “intensieve menshouderij”, dat wil zeggen van managers, die te veel bezig zijn met het proces en de output en te weinig oog hebben voor de kwaliteit van het product en het welbevinden van de werknemers. Veel werknemers hebben het vertrouwen in hun bazen verloren. De kloof tussen de werkvloer en de managerskaste wordt steeds groter. Op de werkvloer heeft men oog voor het product en de klant; aan de top is men bezig met reorganiseren, outsourcen, protocollen, prestatiecontracte en financiële prikkels. Kern van het betoog van bedrijfskundige Jaap Peters is dat steeds meer bedrijven geleid worden als een modern varkensbedrijf.

The Wire is een serie waarin op allerlei niveaus mensen rondlopen die niet bezig zijn met waar het écht om zou moeten gaan, maar anderen achter hun vodden zitten om aan te tonen dat er productie wordt geleverd. En in de waan leven daarmee kwaliteit te leveren.

Bijzonder is wel dat binnen de drugsscène op zeker moment iemand rondloopt die als “manager” de goede dingen doet. Maar binnen zijn wereld wordt hij als een rare snijboon bekeken. Die, dat moet men wel toegeven, tot op zeker moment succesvol is.

‘The Wire’ kon alleen maar tegenvallen
Onder deze titel verscheen op woensdag 1 april 2009 de Zapkliklees van Hans Beerekamp in NRC handelsblad. In die voormalige tv-recensierubriek bespreekt deze oud-filmjournalist sinds enkele maanden meer dan alleen tv-programma’s. Dit keer gaat de hele column over The Wire. En hij maakt, zonder dat zelf in de gaten te hebben, de uitspraak waar dat veel Amerikaanse tv-recensenten na een keer kijken afhaakten, hun schouders ervoor ophaalden en niet in de gaten hadden wat ze lieten liggen. Deze uitspraak wordt gedaan in een van de twee documentaires over The Wire die op de dvd is toegevoegd van seizoen vier. Maar Beerekamp heeft de dvd niet gezien en baseert zich op het bekijken van enkele afleveringen op BBC-tv. Enkele citaten:

Al een tijdje word ik van meerdere kanten gewezen op The Wire als ‘de beste televisieserie ooit gemaakt’.  Scribenten in The Guardian en Time zijn die mening toegedaan en ook president Obama zou het zijn favoriete serie hebben genoemd. Artikelen in Nederlandse bladen betreurden de lokale onzichtbaarheid van de serie en verschillende mensen vroegen me persoonlijk wat ik toch van The Wire vond.

Niets dus, want waar had ik die dan moeten zien? Op dvd, zoals vele liefhebbers nu naar series kijken, luidt dan het antwoord. Maar ik kijk liever naar een film op dvd, als ik eens iets anders dan gewone televisie wil zien.

Met een half oog hield ik wel bereikbare zenders uit belendende landen in de gaten. Niet goed genoeg, want pas gisteren ontdekte ik dat BBC2 een dag eerder wea sbegonnen met alle afleveringen van de vijf seizoenen (2002-2007). dagelijks na Newsnight uit te zenden. Ik startte dus met aflevering twee, en dat viel niet mee.

The Wire is een realistische politieserie, gesitueerd in Baltimore. Ik kon de personages, onder wie een ruime meerderheid van Afro-Amerikanen, moeilijk uit elkaar houden en ook slecht verstaan. Ze spreken een mengeling van straattaal en politiejargon. Met enige moeite kon ik achterhalen dat de DoB van een CI slaat op de geboortedatum van een informant, maar dat was niet het enige probleem.

Gelukkig stond de eerste aflevering in zes partjes van tien minuten op YouTube, en dat was verhelderend. Het verhaal begint met een rechtszaak die door de mand valt wegens slordig recherchewerk. De toevallig bij het proces aanwezige rechercheur van Ierse afkomst Jimmy McNulty (Dominic West) wordt bij de rechter op het matje geroepen. McNulty ontpopt zich als de hoofdpersoon die, geheel volgens de regels van het genre, lak heeft aan conventies en hiërachie.

Iedereen gedraagt zich cool en macho, maar niet erg competent. Het zou de bedoeling zijn van de geestelijke vader van The Wire, David Simon, om het failliet van de instituties in een stedelijke samenleving te schetsen. Seizoen 1 gaat voornamelijk over de drugshandel, daarna komen de haven, de stadspolitiek, het onderwijs en de media aan de beurt.

De dealers en bendeleiders worden even naturalistisch neergezet als de hanige cops, maar ik had toch een meer documentaire en onconventionele vormgeving verwacht. Bij nader onderzoek bleken ook de Amerikaanse kijkers van de serie niet massaal gecharmeerd, en won The Wire evenmin veel prijzen.

Ik blijf nog wel even doorkijken, maar meer uit plichtsbesef dan uit enthousiasme. Het kon eigenlijk ook alleen maar tegenvallen, na al die lofuitingen.

(donderdag 2 april 2009)

Op dinsdag 21 april 2009 komt Hans Beerekamp als volgt terug op zijn eerste opmerkingen (titel column: Dit is geen recensie, maar een column):

Verontwaardigde fans van de serie The Wire die vonden dat ik me op grond van de eerste twee afleveringen geen eindoordeel mocht aanmatigen over de kwaliteit, hadden dan ook gelijk. Het was nadrukkelijk een eerste indruk, vooral bedoeld om mensen te attenderen op een bereikbaar geworden fenomeen. Een paar afleveringen later was ik al wat meer gewend aan de chaotische structuur. Ondertiteling door de teletekst van de BBC is zeer behulpzaam.

(dinsdag 21 april 2009)

Enkele leerlingen uit seizoen 4 – over het onderwijs

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder