Categorieën
Boeken Citaten Filosofie

We moeten het met elkaar uithouden. Dat vind ik troostrijk.

Jaarlijks kun je er de klok gelijk op zetten. Tegen de kerstdagen komen tijdschriften en kranten met bijzondere edities. Vol lange verhalen, interviews over of met mensen die in het bijna afgelopen jaar op de een of andere manier nadrukkelijk op de voorgrond traden.

Zo verscheen op zaterdag 20 december 2014 in ‘de glossy’ van De Volkskrant een interview met de Denker des vaderlands. René Gude. Die zoals wellicht bekend niet lang meer te leven heeft. “Is opgegeven”. Maar dat belet hem niet zich nog steeds in het openbaar te uiten. En alle gelegenheden aan te grijpen om ons – achterblijvers – nog van goede raad te voorzien. Zo kwam hij aan het woord in het EO-programma De Kist. Waarin hij in een door presentator Kefah Allush meegebrachte kist plaatsnam. Een bijzondere kist: voor een man met slechts één been. Zijn andere is al jaren geleden geamputeerd.

Tien ‘levenslessen’
In het interview formuleert hij tien ‘lessen’. In het eerste heeft hij het over een verandering in de tijdgeest, die zich naar zich laat aanzien langzaam aan het voltrekken is. Het heeft iets te maken met de notie dat je als een volwassene gedragen niet zo veel te maken heeft met een té ik-gecentreerd leven. Het besef dat wij mensen sociale dieren zijn en ons ‘ietsje’ meer zouden moeten realiseren dat geluk, een goed leven vooral te maken heeft met anderen. Dat we samen in ‘de boot’ zitten. 

Ga vooral te rade bij anderen
Maar ik zou mezelf wel iets toewensen. Namelijk dat ik efficiënter gebruik had kunnen maken van de ervaring van anderen in het uitvinden van mijn eigen, hoogstpersoonlijke weg door het leven. Ik heb te vaak gedacht dat ik het zelf moest uitzoeken. Voor een deel is dat ook de geest van de tijd: we hebben een individualistische sfeer opgetrokken waarin mensen het idee hebben dat ze het allemaal zelf moeten doen, daar is de nadruk ook erg op komen te liggen: op zelf, op origineel, op creatief, op nieuw, op persoonlijke excellentie. Je moet zelf uitzoeken hoe je na je opleiding een zelfstandig bestaan opbouwt en een eigen gezin; als er in dat eigen gezin iets misgaat, moet je zelf bedenken hoe je die echtscheiding doorleeft; je moet flink zijn als je door een recessie uit je baan getikt wordt; je moet na je pensionering zelf maar bedenken wat je gaat doen, zonder het vangnet van je werk, met de erkenning en het inkomen dat daarbij hoort. Je moet alles maar een beetje  zelf uitzoeken, lijkt het. Maar dat is natuurlijk onzin. Het is onzin want alles is al uitgezocht, door iedereen die dat ook weer hoogst individueel en strikt persoonlijk heeft gedaan. Les een ga vooral te rade bij anderen.

Negen andere ‘lessen’
2. Niet meer twijfelen, dan nodig is, je leert er verder niets van
3. Ouders: blijf in de buurt van je kinderen
4. Streef naar ruimdenkendheid. Daar kun je jezelf in trainen
5. Maak ruzie!
6. Wees trouw
7. Het heeft niet zo veel zin om uit pure trouwigheid je hele leven bij iemand te blijven die niet bij je past
8. Mensen die te kritisch zijn op zichzelf, moeten milder worden
9. Als je aan het doodgaan bent: denk niet dat je alle beslommeringen achter je kunt of moet laten; integendeel
10. Neem de tijd om terug te kijken op wat je hebt gedaan, en doe dat met een zekere mildheid

Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het
Enkele maanden geleden verscheen onder deze opmerkelijke titel dit bundeltje. De neerslag van gesprekken van René Gude met Wim Brands, van het boekenprogramma van de VPRO (radio én tv). Ze spraken in juli 2014 met elkaar. Het interview in De Volkskrant werd gehouden op 15 november van dit jaar.
Uit dit dunne boekje (57 pagina’s) enkele citaten

Boffen
Misschien bof ik een beetje, maar ik ben écht niet bang voor de dood. Ik heb dat gewoon niet. Dus die emotie die je net beschrijft, die heb ik niet. En sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het. (p. 16-17)

Vroeg mondig, laat volwassen
Ik stelde het uit. Christien Brinkgreve, de sociologe, heeft een boek geschreven dat Vroeg mondig, laat volwassen heet. Dat vind ik een prachtige titel. Ik was al vanaf mijn veertiende, vijftiende stronteigenwijs en ik had overal een heel eigen opinie over. (p. 23)


Over Peter Westbroek en zijn boek De ontdekking van de aarde (2012)
In 2012 verscheen van de geoloog Peter Westbroek een boek over de manier waarop de mensheid naar de aarde zou moeten of kunnnen kijken. Bedoeld om ons allen er van te doordringen dat we slechts één aarde hebben. Hij haalt een beroemde foto aan om dit punt naar voren te halen. De foto die een astronaut van een Apollo-missie in 1968 van de aarde nam. Met op de voorgrond de dorre, doodse Maan en op de voorgrond een kleine, blauwe, mooie en kwetsbare aarde. Earthrise. Zo wordt deze unieke foto genoemd. En heeft veel mensen geïnspireerd om anders naar onze planeet te kijken. En hoe we om zouden moeten gaan met onze ‘woonplaats’. Gude heeft het er met Wim Brands uitvoerig over. En verwijst naar zijn vriend, de Duitse filosoof Peter Sloterdijk. Die op hetzelfde standpunt staat (dat we ons meer realiseren dat er maar één aarde is, en het niet écht zinvol is die kapot te maken). Sloterdijk heeft het over ‘oefenen’. Dat is wat dé mens moet doen. Du mußt dein Leben ändern

Daar komt niemand levend vanaf!
Hannah Arendt, Heidegger en Lévinas hebben erover geschreven maar wat ik het mooiste vind is wat Sloterdijk erover schreef, namelijk dat we pas op het moment dat we dat kleine balletje op een afstand in die grote lege ruimte zagen hangen konden denken: daar komt niemand levend vanaf! Ik heb me helemaal kapot gelachen. Dan zie je hoe belangrijk een wereldbeeld kan zijn, ook als het op wetenschappelijke inzichten gebaseerd is. Daarvoor moeten we dénken dat we een mensheid waren op een klein aardklootje, en na zágen we dat.
 Dat zou een opstap kunnen zijn: misschien gaan mensen nu ernstiger om met het feit dat we met zijn zeven en straks acht, negen miljarden, op een klein aardklootje zitten.
(p. 42)

Dat vind ik troostrijk
Laat me eerst één belangrijk idee van Sloterdijk zeggen. Het klinkt een beetje mal als je zegt dat je er getroost door wordt als je naar een klein bolletje kijkt dat daar zweeft en zegt ‘daar komt niemand levend vanaf’, want waarom is dat troostend? Omdat, zo legt hij uit, er een Gesetz der gegenseitigen Behinderung begint op te treden. Dat klinkt het mooist in het Duits: de wet dat we elkaar onderling in de weg zitten. Het interessante is nu dat dit het kwaad in de wereld weleens zou kunnen verminderen. Toen wij nog het idee hadden dat de wereld eindeloos groot was, veroverden we hele continenten en schoven we de bevolkingen die daar waren met vijfendertig miljoen aan de kant. We konden alleen maar zo tekeergaan, omdat we het idee hadden dat de wereld eindeloos groot was. Als je hier mislukte, dan trok je gewoon een nieuwe werelddeel in en ging je het daar beter regelen. Maar nu hebben we door dat we het het met zijn allen op de hele wereld moeten regelen. Alle grondgebieden zijn bekend en iedereen is bekend. De speelruimte is verdwenen: je kunt niet meer daarheen als je het hier verziekt. Dat kan niet meer. Het is voor het echie geworden. We zitten op een aardklootje, en we zitten allemaal ook op onze plek op dat aardklootje. We zitten elkaar een beetje in de weg en omdat we elkaar in de weg zitten, hebben we niet de vrijheid om te doen wat we willen. We moeten rekening houden met elkaar en dat maakt dat de moraal niet alleen een hooggestemdheid krijgt, maar ook een bepaalde natuurnoodzakelijkheid. We moeten het met elkaar uithouden. Dat vind ik troostrijk. (p. 45-46)


Zoek niet naar iets nieuws
Nee, ik zou eigenlijk willen zeggen: zoek, als je naar een nieuw beschavingsmodel zoekt, niet naar iets nieuws, maar neem serieus dat de mensheid in enkele duizenden jaren van nogal agressief naar minder agressief is gegaan; kijk naar het feit dat dat met meer mensen gepaard gegaan is. En zie dan dat we op de een of andere manier iets te pakken hebben in onze cultuur dat werkt. Kijk juist naar de dingen die tot nu toe gewerkt hebben. En dat zijn dan inderdaad filosofie, kunst, sport en religie. Die vier trainingsprogramma’s, met hun prachtige gebouwen, hebben wij verzonnen om een proces dat toch al loopt in de economie, de politiek, de maatschappij en in allerlei gezinnen, gestalte te geven in de samenleving. (p. 52)

Onze stemming zit ons in de weg
Als ik om me heen kijk, dan zie ik een nog steeds groeiende mensensoort van zeven miljard mensen. We maken er af en toe een klerezooi van, maar we zijn objectief nog niet aan onze neergang bezig. Peter Sloterdijk noemt zichzelf sinds een paar jaar een ‘gescheiterte Pessimist’, iemand die wil somberen, maar het gewoon niet vol kan houden. Dat wil ik ook: mezelf betrappen op gekunstelde somberheid, zodat je ineens met belangrijke grootschalige processen kunt instemmen. Dan zijn er ineens veel ontwikkelingen die je met rust kunt laten. Je verlamming verdwijnt en je hebt aandacht en energie over om iets aan de soms akelige rafelranden van het leven te doen. Dit is wat ik bedoel met humeurmanagement en stemmingmakerij. Pas kritisch naar de wereld kijken als je je eigen rothumeur in bedwang kunt houden. Het is allereerst een stemmingskwestie. We weten eerlijk gezegd allang wat we aan de wereld zouden kunnen veranderen. Het is allemaal niet zoveel en we weten eigenlijk ook wel hoe dat moet. Het enige wat er in de weg zit is onze stemming. (p. 56-57)

Enkele boeken waarnaar (soms impliciet) verwezen wordt of die er een relatie mee hebben
René Gude. Stand-up filosoof : de antwoorden van René Gude (2013)  
# – … En denken : Bildung voor leraren (2012) (bevat interview met Peter Sloterdijk)  
Steven Pinker. Ons betere ik : waarom de mens steeds minder geweld gebruikt (2011)  
Rutger Bregman. De geschiedenis van de vooruitgang (2013)  
Peter Westboek. De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet (2012)  
Peter Sloterdijk. Je moet je leven veranderen : over antropotechniek (2011)  

Artikel: Een verkeerd logo? over Peter Westbroek en ‘oefenen voor een andere tijd’

Verwante artikelen
Ik geloof niet dat mensen de capaciteit hebben om engelen te zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat ze minder egoïstisch kunnen zijn. (The Good Country Party)
Een beetje goedbedoeld aanmodderen is niet genoeg. (Rob Mutsaers)
We groeien en ontwikkelen niet in goede tijden, we groeien en ontwikkelen in moeilijke tijden.  (Het boek der waarden)
De sluier van onwetendheid (John Rawls)
Wij kunnen u niet beloven dat het alle dagen feest zal zijn (Lieven Tavernier)
Twenty years ago, writers wrote and readers read. The web lets readers respond, and increasingly they do (Graham’s Hierarchy of Disagreement)
We moeten het met elkaar uithouden. Dat vind ik troostrijk. (René Gude)
Wat me bij veel leeftijdgenoten opvalt is hun gebrek aan engagement (Jort Kelder) (Nelleke Noordervliet & Louise Korthals)
Foto van het jaar? (een hek in de Spaanse enclave Melilla)
Downton abbey (waarom spreekt deze serie zoveel mensen aan)
Wim de Ridder (creëer een cultuur van verandering en aanpassing)

Citaat 207 (zaterdag 20 december 2014)
Homepage Citaten 2014

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “We moeten het met elkaar uithouden. Dat vind ik troostrijk.”

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder