Categorieën
Tijd voor een nieuwe lente Who's in control?

Tijd voor een nieuwe lente en Egypte

In het voorjaar van 2010 besloot BasisBibliotheek Maasland om Tijd voor een nieuwe lente uit te roepen tot het thema van het seizoen 2010-2011.

De achterliggende gedachte was dat we meenden te bespeuren dat er ‘een lente’ in de lucht hing. Er aan zat te komen. Tegen de zomer van 2010 kregen we regelmatig het gevoel dat ‘die lente’ nog op zich liet wachten. De tijd dat alles (weer) uitschiet, opbloeit was amper zichtbaar. Maar – meenden we – een lente laat zich niet tegenhouden. Moet komen. Na een winterperiode vol kommer en kwel, zwelgen in negativisme, blijven hangen in het verleden. Een seizoen dat gekenmerkt wordt door kilte en het ontbreken van optimisme en vertrouwen dat het ooit weer eens goed zal worden.

Die periode is in ons land en veel westerse landen nog steeds niet voorbij. Maar … de ontwikkelingen in Egypte zouden wel eens dé gebeurtenis kunnen zijn die als een soort aanjager voor  ‘een nieuwe lente’ (“een nieuw geluid”) zou kunnen werken.

Zoals zo vaak (altijd?) zijn er schrijvers (geweest) die op een bepaalde manier beschreven hebben wat er nu is gebeurd. Niet door het exact op te schrijven zoals het is gebeurd, maar meer dat ze als een soort kunstenaars verwoorden wat er aan de hand is in onze samenleving, onze tijd. Hieronder worden drie teksten naar voren gehaald.

Dominique Moïsi
De eerste schrijver is een Fransman. Dominique Moïsi beschrijft in zijn De geopolitiek van emotie : hoe culturen van angst, vernedering en hoop de wereld veranderen dat landen in te delen zijn naar emoties. In het Verre Oosten en andere opkomende voormalige Derdewereldlanden is men gemiddeld genomen optimistisch. In het Westen zijn veel burgers angstig. Bang om verworven rechten te verliezen en bang voor de opkomende landen (BRIC e.d.). Ook wordt in bange, in zichzelf gekeerde landen opvallend vaak gezocht naar zondebokken. Arabische landen worden volgens Moïsi gekenmerkt door wanhoop en vernedering.

De ontwikkelingen in Tunesië en Egypte wijzen er op dat de jongeren in die landen die gevoelens van zich af willen werpen. Ze zijn optimistisch over de toekomst. De reactie van velen in het Westen is dat men bang is voor de onverwachte uitkomst van deze ‘revolutie’ en is (daarmee onbedoeld) een voorbeeld van de emotie die bij ‘ons’ in het Westen heerst: angst (voor de toekomst en een gebrek aan vertrouwen in de toekomst).

Toevoeging op dinsdag 1 maart: in Trouw van zaterdag 26 februari stond een interview van Kleis Jager met Dominique Moïsi. Die reageert op de ontwikkelingen zoals verwacht. De titel van het artikel is Arabische wereld laat vernedering achter zich.

Enkele citaten:

Wat nu gebeurt kan je gerust een Arabisch ‘1789’, het jaar van de Franse revolutie, of ‘1989’ noemen. De cultuur van vernedering wordt vervangen door een cultuur van hoop en dat is een buitengewoon belangwekkend gegeven. Men neemt het lot in eigen handen en dat is eigenlijk in duizend jaar niet gebeurd.

Ik ben verheugd, positief, maar niet naïef. Er zijn risico’s en de situatie is in elk land anders. Hier en daar dreigt chaos, instabiliteit en oliemarkten houden niet van onzekerheid. Maar toch. Op de langere termijn kunnen we optimistisch zijn.

() Ja. Het was een slecht idee om Kadaffi weer legitimiteit te geven, dat heb ik ook gezegd. Ik heb dit allemaal natuurlijk ook niet voorzien, de snelheid van de ontwikkelingen zeker niet. Maar landen als Frankrijk zaten er helemaal naast. Amerika is een heel ander geval. Obama heeft in juni 2009 een rede in Caïro op de Al Azhar universiteit gehouden die achteraf gezien profetisch was. Hij richtte zich over de hoofden van de leiders heen direct tot het volk en benadrukte de universaliteit van democratische principes, beloofde Amerikaanse steun aaan al degenen die mensenrechten nastreven. Het was, kan je nu gerust zeggen, in diplomatieke zin ene historische omwenteling.

Elias Canetti
Al in 1960 beschreef Elias Canetti in zijn Massa en macht dat een massa (zoals in Egypte) altijd wil (blijven) groeien, dat er binnen de groep gelijkheid is, er van houdt dicht op elkaar te staan én een richting nodig heeft. Anderzijds geeft hij (ook) aan dat een massa een tijdelijk iets is, gevaarlijke kanten heeft en iets uitgelatens heeft. Een massa wordt gedreven door hoop. Dat het beter, anders kan worden.

De mening van Moïsi wordt door de opstand in deze Arabische landen – gekenmerkt door de emotie van vernedering-  (en het ontbreken van hoop en vertrouwen) (allesbehalve een ‘lente’-continent) ogenschijnlijk enkele jaren ná verschijnen als onderuit gehaald. Maar dat zal hem koud laten. Binnen enkele dagen zal er zonder enige twijfel ergens van hem een artikel verschijnen waarin hij zijn vertrouwen in deze ‘massa’ zal uitspreken. Hij zal het kenschetsen als een gebeurtenis die moest gebeuren. Pas vanuit zo’n vernedering kan een volk op zeker moment opstaan en proberen er ‘iets’ beters van te maken.

De reactie in het Westen laat zich raden. Een deel van de ‘meningmakers’ verwelkomt de ontwikkeling, is benieuwd of het de goede kant op zal gaan, maar vertrouwt er op dat het goed zal komen. Tegelijkertijd zijn er echter ook velen in de media die zich negatief over dit lentegevoel uitlaten, cynisch zijn en zeker menen te weten dat ‘we’ (niet het Egyptische of Tunesische volk) er niet op vooruit zijn gegaan. Want de Moslimbroederschap zal … , of het leger zal … of …

Abdelkader Benali
Dit laatste gedachtegoed werd al op woensdag 9 februari door Abdelkader Benali in NRC.Next onder de titel Westen gelooft nog steeds in Arabische sprookjes onderuit gehaald. Enkele citaten:

In het baanbrekende werk Oriëntalisten van de Amerikaans-Palestijnse literatuurwetenschapper Edward Said uit 1978 wordt deze blik uiteengezet: westerse koloniale machten ontwikkelden, gesteund door wetenschappers en linguïsten, een verhaal over de Arabische wereld die hun machtsuitoefening in dat gebied legitimeerde. In dit verhaal wordt de Arabier voorgesteld als primitief, traditioneel, religieus, niet in staat om zijn eigen pad uit te stippelen en irrationeel. Dit verhaal werd door antropologen, avonturiers en niet in de laatste plaats schrijvers in beeld gebracht, bevestigd en uitgewerkt.

Met de ontwikkelingen in Kairo en Tunis wordt het oriëntalistische narratief op de schop genomen. De Arabier is niet uit monolithisch hout gesneden. De Egyptische burger heeft verschillende redenen om te gaan demonstreren. Moslims, kopten, vrouwen, mannen, jongeren, ouderen en seculieren vechten zij aan zij voor vrijheid. Er worden eisen geformuleerd die eerder doen denken aan de gebeurtenissen op de Kaatsbaan in 1789 in Parijs, toen de middenklasse de Zonnekoning tot aftreden dwong, dan aan de Iraanse islamitische revolutie van 1979.

Wat is  er toch aan de hand? Is de Arabier veranderd of klopt het oriëntalistische discours niet? Beiden.

() Maar de demonstranten van het Tahrir-plein beantwoorden niet aan het oriëntalistische verwachtingspatroon. Ze roepen op tot een vreedzaam protest, ze communiceren via moderne media en ze kiezen voor een toekomstgerichte blik. De zucht naar vrijheid is een authentieke. Deze revolte maakt niet de agressieve, bebaarde en obscurantistische indruk waarmee Arabieren worden geassocieerd. () Ze zien er niet uit als terroristen. Ze spreken in Engelse volzinnen. Ze representeren alleen zichzelf. Hun roep tot verandering is gericht aan het individu.

() De Arabische wereld staat op het punt vrijheid te omarmen, het Westen moet haar oriëntalistische vooringenomenheid laten varen. Het Arabische sprookje moet maar eens afgelopen zijn.


Tijd voor een nieuwe lente?

De tijd zal uiteraard leren of deze lente doorzet. Libië? Marokko? Iran? Alhoewel het Iraanse regime ogenschijnlijk de revolutie in Egypte ondersteunt zal ze zich grote zorgen maken over haar eigen bevolking. Waarschijnlijk nog hoger opgeleid. Die net zoals die jonge Egyptenaren snakken naar vrijheid en het recht om – om maar iets te noemen – die hoofddoek af te doen.

In Nederland en het Westen zullen ook velen hun stokpaardje kwijt (gaan) raken. In Tunis en Kaïro snakken jonge mensen naar een levensstijl die in gaat tegen het beeld dat zij van ‘de moslim’ hebben.

Who’s in control?
De ontwikkelingen van de afgelopen weken maakt steeds duidelijker dat onduidelijker wordt (of is) wie het ‘nu’ in een bepaald land voor het zeggen heeft? Een vraag die doorgetrokken kan worden naar ander aspecten van onze huidige tijd en cultuur.

In het voorjaar van 2010 vertoonde IKON-tv op de late avond vier afleveringen uit het ‘magazine’ Lux onder de titel Grote denkers over de toekomst. In deze twee uur durende reeks kwamen acht denkers uit verschillende landen, culturen en religies aan het woord. Een inspirerende reeks met een hoge informatiedichtheid. Twee tot drie keer bekijken verdient de aanbeveling. Enkele namen: Charles Taylor, Dominique Moïsi, Ian Buruma en Antjie Krog.

Aflevering 1 Mondialisering – van onderbuikgevoelens naar goed leiderschap
Aflevering 2 Diversiteit – van wij tegen zij naar een nieuw wij
Aflevering 3 Moraal – pleidooi voor volwassen idealisme
Aflevering 4 Verlangen naar verbondheid – voorbij de nostalgie

(vrijdag 11 februari 2011/dinsdag 1 maart 2011)

Homepage Tijd voor een nieuwe lente

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: