In het septembernummer van Ode 2011 staat onder deze kop een artikel waarin beweerd wordt dat we om de grote problemen van onze tijd te kunnen we oplossen we onze focus van IK naar WIJ zouden moeten verleggen.

Iedereen die Ode enigszins kent moet op zijn hoede zijn. Regelmatig worden onderwerpen aangekaart die gebouwd zijn op kwestieuze aannames. Dat lijkt hier ook het geval. Op zeker moment wordt in het artikel ingezoomd op onderzoek dat aangeduid wordt als biofotonemissie. Het is maar zeer de vraag of daar enige kern van waarheid in schuilt, maar het begin van het artikel is waard om te citeren. Het is een andere manier om te verwoorden dat we als mensheid in een transitiefase zitten. In dezelfde week sloten uitspraken en teksten van twee andere, vooraanstaande personen daar bij aan.
Ode
We voelen allemaal dat we aan het eind van ‘iets’ zijn gekomen. Sinds de overgang naar het nieuwe millennium hebben allerlei commentatoren geprobeerd greep te krijgen op de collectieve betekenis van de over elkaar heen buitelende crises die ons in ons tijdsgewricht overspoelen: bankencrisis, terrorismecrisis, schuldencrisis, voedselschaarste, buitenlandse schuldencrisis en natuurlijke of door de mens teweeggebrachte ecologische crises.
Maar de crises waarmee we ons op vele fronten geconfronteerd zien, zijn slechts symptomatisch voor een veel dieper zetelend probleem, met meer potentiële, ernstige repercussies dan die van ongeacht welk cataclysme. Het zijn eenvoudigweg graadmeters voor de enorme kloof tussen ons huidige zelfbeeld en onze ware essentie, ja onze ware essentie. Wij handelen al honderden jaren in strijd met de natuur door onze essentiële verbondenheid met alles te negeren en onszelf te zien als individuen die losstaan van al het overige. Nu hebben we het punt bereikt waarop we niet langer volgens dit valse zelfbeeld kunnen blijven leven. Er komt een eind aan het verhaal dat ons tot nu toe is voorgehouden over wie we zijn en hoe we geacht worden te leven – en in dit eind ligt de enige weg naar een betere toekomst besloten.
Het leitmotiv van dit verhaal is dat van de held die het moet opnemen tegen iedereen. Wij nemen als vanzelfsprekend aan dat ons leven een worsteling zal zijn. Daarom blijven we altijd waakzaam, klaar om – thuis, op ons werk, onder kennissen en vrienden – te vechten tegen iedere behemoth die ons pad kruist.
De Revolutie van irreële verwachtingen
Onder deze titel verscheen op donderdag 17 augustus in de NRC een column van hoogleraar Louise Fresco. Daarin blikt ze terug op de ‘hete zomer’ van 2011 en probeert die te duiden. Ze rondt als volgt af:
Het gevaar schuilt niet in de verwachtingen op zich, maar in het feit dat ze per definitie niet vervuld kunnen worden. Als de kloof tussen wat men eist – zeg maar: gratis televisies of genoeg geld om per omgaande te kopen – en de realiteit groot genoeg is, dan slaat de vlam in de pan en is iedere aanleiding tot plundering voldoende.
Dat er ook jonge mensen betrokken waren uit de middenklasse, past in een vergelijkbaar patroon. Voor velen draait alles om het financieren van een levensstijl van vanzelfsprekende vakanties, uitgaan, kleren en gadgets. Daarom hebben studenten bijvoorbeeld bijbanen, niet om werkervaring op te doen. Het gevolg is dat zij minder hard studeren, minder ervaring opdoen en minder kans hebben op die prestigieuze eerste baan – waarvan ze verwachten dat ze de toegangspoort is tot een glansrijke, goedbetaalde carrière. Het resultaat is teleurstelling en, als het tegenzit, rancune tegen de gevestigde orde.
Er is geen enkele rechtvaardiging voor het afschuwelijke geweld dat we in Engeland tegen onschuldige medeburgers of de politie zagen. Maar als collectief zijn wij allemaal betrokken, door een consumptiemaatschappij te bevorderen, waar op de pof leven normaal is, en sparen en inspanning “belachelijk” zijn. Regeringen moeten zich realiseren dat wie consumptie zaait, frustratie of erger oogst.
Alleen vergelijkbare beschavingsgeschiedenis en filosofie kunnen ons nog helpen bij onze wanhopige pogingen tot een geest van synthese te komen
Deze uitspraak komt uit een interview in Elsevier van Hugo Camps met de Belgische oud-premier Mark Eyskens (een Christen-democraat). Een man die uitgesproken meningen heeft over het belang van de Europse Gemeenschap, populistische politieke bewegingen en de manier waarop we uit onze crises kunnen komen. Uit dat (zoals altijd bij Hugo Camps) lezenswaardige artikel enkele citaten:
Liever raspt hij als moderne mysticus het tijdsbeeld, met daarin de tragiek van de afnemende relatieve kennis. ‘Wij weten meer dan onze ouders, en onze kinderen weten meer dan wij. Maar ten opzichte van het totale kennisvolume neemt onze kennis af. Erasmus kende waarschijnlijk 80 procent van het kenbare. De grootste geleerde komt vandaag niet verder dan een half procent.
‘We weten niets. Meer dan 90 procent van het heelal is donkere materie. In de samenleving is het niet anders. Alleen vergelijkbare beschavingsgeschiedenis en filosofie kunnen ons nog helpen bij onze wanhopige pogingen tot een geest van synthese te komen. Beide menswetenschappen zijn essentieel voor de ethiek van verandering.
() Het is weer oorlog in Europa, maar nu op de financiële markten. Het ontbreekt aan een economische wereldregering. De monetaire unie is niet gevolgd door een politieke, en dat wordt nu afgestraft.Zonder politieke eenwording is de monetaire unie ten dode geschreven. Geen enkele nationale regering is in staat het kapitalisme te controleren.
() Mijn grootste verdriet is dat de mensen niet begrijpen dat de belangrijkste uitdaging een ethische is. We hebben een ethiek van verandering nodig. Hoe kunnen we de veranderingen die op komst zijn, omzetten in menselijke vooruitgang? Essentieel daarbij is dat multiculturaliteit wordt omgezet in interculturaliteit. Of je het een mislukking of een succes noemt, de multiculturaliteit is een onomkeerbaar feit.
Het identiteitsdebat is een soufflé waarin het aan intellectuele eerlijkheid ontbreekt. ()
Nationalisme is een begrip uit de negentiende eeuw. Het volk bestaat niet meer, het is nu een bevolking. Over dertig jaar is Europa nog goed voor 5 procent van de wereldbevolking. Oftewel: we leven op een minuscuul schiereilandje. Op een verfomfaaide handschoen. Bart de Wever, de kampioen van het Vlaams nationalisme, wil de Belgische staat vervangen door een ministaatje Dat ministaatje is natuurlijk tot nul te reduceren. Er wordt niet uitgelegd dat meer autonomie en meer onafhankelijkheid een irreëel toekomstbeeld is, het tegenovergestelde van wat er gaat gebeuren. ()
Anders Breivik in Noorwegen. Kennelijk bestond er koudwatervrees om te zeggen waarover de Noorse tragedie gaat. Die gaat over vreemdelingenhaat. Over het idee dat wij beter zijn dan de anderen. () Er wordt niet meer uitgelegd dat geen immigratie een nog groter probleem zou zijn dan immigratie. ()
We hebben onze evangelische boodschap onder de mat gevreesd uit electorale paniek. ()
Het leven zelf staat op de helling. () In een laboratorium van Harvard University is men er waarschijnlijk in geslaagd een eerste levende cel aan te maken. De mens wordt dus god. () We staan voor een ongelooflijke omslag: de combinatie tussen levende en aangemaakte wezens. En hoe ingrijpend dat voor de mensheid zal zijn, is vandaag nog niet te zien.
De toepassing van de kwantumtheorie op de computer wordt ook een wereldrevolutie. Computers krijgen een capaciteit die miljoenen malen groter is dan hun huidige potentieel. En dat terwijl ze nog veel kleiner worden. Straks loopt een meisje op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking met een speldenknop in haar piercing: de simultane vertaalcomputer. () De laatste barrière van de intermenselijke communicatie, het taalverschil, wordt opgegeven. De taalproblemen in België zijn dan ook meteen opgelost. Niet door politici, maar door technici en wetenschappers.
() Nog een detail: waar gaat het kunsterfgoed naartoe als het land splitst? Het grootste deel bevindt zich in Brussel. Ook daarom zeg ik dat Brussel belangrijker is dan België en al helemaal dan de Vlaamse en Waalse gewesten. Brussel is het culturele mekka voor concerten, tentoonstellingen en andere balsem voor de ziel. Wie dat opgeeft, kiest voor barbarij.
Afrondend
Onze problemen zijn dermate groot dat het een illusie is om te denken dat we ‘het’ alleen kunnen oplossen. Het artikel uit de Ode heeft op de cover een omslag met de kop IK ben JIJ, met als ondertitel: Waarom iedereen onderling verbonden is en wat dat betekent voor de wetenschap, de samenleving en onszelf. Mark Eyskens zegt hetzelfde, maar haalt vooral naar voren dat kleine landjes, kleine regeringen niet de illusie moeten hebben dat ze ‘de problemen’ op kunnen lossen los van omringende landen. Louise Fresco roept haar studenten op om hun streven naar een beter leven voor zichzelf (het consumentendenken) op te geven en zich meer te focussen op hard werken om later voor zichzelf en hun omgeving het beste te kunnen betekenen.
(maandag 22 augustus 2011)