Een weg door de muziekwildernis
In 2011 zijn ondanks de crisis in de muziekbranche toch weer duizenden cd’s uitgebracht. Het is onmogelijk om alles te volgen, beluisteren. Muziekbladen doen hun best om de muziekliefhebbers attent te maken op relevante platen. Muzieklijstjes die aan het eind van het jaar verschijnen zijn een manier om als muziekliefhebber een ‘objectief’ beeld te krijgen van wat volgens ‘de kenners’ belangrijke cd’s waren. Dan mogen die deskundigen slechts een beperkt aantal cd’s noemen die er écht toe doen. Klik hier voor een ander artikel waarin ‘de beste’ 34 cd’s van 2011 (volgens de kenners uit tien muziektijdschriften) op een rijtje worden gezet.
Hieronder treft u een ‘lijstje’ aan van degene die dat overzicht heeft samengesteld, in zijn vrije uren (erg) veel naar muziek luistert en verantwoordelijk is voor de muziekafdeling van BasisBibliotheek Maasland.
De top drie – drie dames
In 2011 overheersen dames de muzieklijstjes van het jaar. Althans, op deze plek.
De volgorde is niet al te belangrijk of relevant. Uitzondering vormen de eerste drie cd’s, de rest staat binnen elke subgroep alfabetisch op (achter)naam.
![]() | ||
1 | Gillian Welch. The harrow & the harvest (Acony) The harrow & the harvest bevat immers een tiental onberispelijke uitgevoerde luisterliedjes van ronduit grandioze kwaliteit, die zich veelal afspelen in het donkere Zuiden, waar het noodlot zo vaak toeslaat dat het geen toeval meer mag heten. Americana-album van het jaar? Geert Henderickx in Oor (7/augustus 2011) Het vraagteken kon Geert toen al achterwege laten. Deze plaat is door iedereen die er verstand van heeft uitgeroepen tot hét Americana-album van 2011. 10 songs of love and trangression, hard times, darkness, betrayal and no going back; even the sprightly The way it goes (traditionalist melody, contemporary tale) features a hypodermic and a nurial. Sparely and intuitively performed, it’simply excellent. Sylvie Simmons in Mojo (213, august 2011) ***** (een ‘Instant Mojo classic’) |
![]() | ||
2 | Rachel Portman. Filmmuziek voor Never let me go (Varèse sarabande) In het voorjaar van 2011 ging Never let me go in Nederland in première. Een dystopische film uit 2010 met zwaar romantische muziek van Rachel Portman. Muziek die – zoals dat hoort – precies aan wist te sluiten bij de gemoedsstemmingen van de drie hoofdpersonen. Zwaar verslavende muziek. Die op een bepaalde manier doet denken aan The Hours, muziek van Philp Glass voor de gelijknamige speelfilm uit 2002. Klik hier voor een ander artikel over deze speelfilm. |
![]() | ||
3 | Alison Krauss & Union station. Paper airplane (Rounder) Deze cd komt niet voor in de eindlijstjes van 2011. Terwijl alle recensies lovend tot zeer lovend waren. Zoals de meeste albums van deze Amerikaanse meestal goed worden besproken. Maar ze worden amper genoemd als het er aan het eind van het jaar op aan komt. De uitzondering is Raising sand uit 2007, die ze samen met Robert Plant maakte. Een plaat die inmiddels tot de canon van de muziek behoort. Paper airplane zal waarschijnlijk de boeken ingaan als de mooiste cd die Alison Krauss samen met de mannen van Union station ooit heeft gemaakt. Maar de erkenning daarvoor bleek dit jaar niet uit de muzieklijstjes. De reden ligt voor de hand: het is allemaal té goed (gespeeld, gezongen), té clean (opgenomen) en daardoor voor veel critici té zielloos. Alison Krauss beweegt zich op een bepaalde manier in dezelfde wereld als Gillian Welch. Dat veel meer muziekkenners voor Gillian vallen is te snappen, maar Alison (en zanger/muzikant Dan Tyminski) verdienen meer lof. Ruud Meijer zei er in april van dit jaar in HP/De Tijd o.a. het volgende over: Vraag niet hoe ze het doet, maar na het met zes Grammy’s overladen Raising sand heeft Alison Krauss weer een album gemaakt waar je alleen maar met open mond naar kunt luisteren. En wie dan toch wil weten hoe zij dat doet, krijgt als antwoord dat voor Krauss alleen het allerbeste goed genoeg is. () Dit is grensoverstijgende country van het allerhoogste niveau. Wát een band, en met wát een stemmen! Stemmen in het meervoud, want naast Krauss zelf zingt ook Dan Tyminski vanachter zijn gitaar of mandoline het hart van de luisteraar volkomen aan flarden. ***** Luisteren naar Paper airplane laat zich eigenlijk nog het beste vergelijken met het oppeuzelen van ene doosje handgemaakte bonbons (Geert Henderickx in Oor 6 juli 2011) |
Acht andere dames
![]() | ||
4 | Maggie Björklund. Coming home (Bloodshot) Cd die alom genegeerd werd. Kreeg (voor zover bekend) alleen in de Mojo een korte recensie (David Sheppard in de rubriek Underground, #210 mei 2011). Danish pedal steel player Björklund is a sometime member of The Darleens and an in-demand session player. Assisted by Mark Lanegan and members of Calexico, her debut solo album weaves dusty-booted, pedal steel instrumentals, with delightfully lovelorn ‘psychedelic desert pop songs’, that belie Björklund’s Scandinavian roots. Het laatste nummer (Finale) zal de komende jaren in veel documentaires ‘voorbij’ komen. Ennio Morricone meets Calexico!! Let vooral op de trompetten! | |
![]() | ||
5 | Anna Calvi. Anna Calvi (Domino) At every turn, there are subtleties (harmonium, scatty percussion), whispers, shadowy impulses, counterbalancing unbridled orchestral passages and the tumult of that vocie. Yes, there’s Siouxsie, Polly and Patti in there, and echoes of The Smiths, and, for borderline-operatic melodrama, Scott Walker. () What a cocktail! Andrew Perry in februari 2011 in de Mojo (#207) | |
![]() | ||
6 | PJ Harvey. Let England shake (Island) Muziekweb Centrale Diskotheek: De Britse singer/songwriter Polly Jean Harvey is een artieste die gedurende haar carrière voor doorlopende verandering kiest. Zo transformeerde het ruige, in mini gestoken loeder van Uh Huh Her (2004) moeiteloos in de serene, spookachtige dame van White Chalk (2007). Bij haar achtste album lijkt geen nieuwe look te horen, of het moet die zijn van een serieuze singer/songwriter van een twaalftal excentrieke Britse folksongs. Hiermee schurkt zij (geholpen door vaste krachten John Parish en Mick Harvey) tegen de freakfolk aan. Zo lijkt zij soms bewust te kiezen voor een bijna kinderlijke en kromme benadering van haar zang. Ook de invulling van de primaire, akoestische songs klinkt verre van traditioneel door gebruik van blazers (de ‘ten aanval’-trompet in The Glorious Land) en zelfs een reggae-sample in Written On The Forehead. Opnieuw een wonderlijk album van de ondoorgrondelijke Harvey met als thema haar onvoorwaardelijke liefde voor haar vaderland, in voor en tegenspoed. (MR) | |
![]() | ||
7 | Marketa Irglova. Ánár (Anti-) Irglova maakt vrij breekbare en emotionele singer-songwriter-liedjes met een afwisselend folky en jazzy inslag. haar stemgeluid is iel maar overtuigend en haar pianospel krachtig. () Maar bovenal klinkt Marketa Irglova als zichzelf: muzikaal een groot talent, maar verder gewoon een jonge vrouw die melancholisch zingt over haar dromen, verwachtingen en ervaringen in het leven. En over de hobbels die ze onderweg tegenkomt. John Denekamp in Oor (nummer 10, november 2011) | |
![]() | ||
8 | Shelby Lynne. Revelation road (Everso) But there’s no stress in her voice, a soft, soulful instrument that draws the listener in with seemingly minimum effort, then delivers whatever message she wishes to impart to willing ears. This time around, Lynne admits that she has misery amid I don’t need a reason to cry and Toss it all aside, in which all that remains of a lost love is a sink full of unwashed dishes. Fred Dellar in Mojo **** (217, december 2011) Voor de rest draait het op deze nooit pathetisch klinkende plaat veelal om langzaam doodgebloede liefde, wat met I want to go back en I don’t need a reason to cry twee van de mooiste droevige liedjes van dit regenjaar heeft opgeleverd. Geert Henderickx in Oor (11, december 2011) | |
![]() | ||
9 | June Tabor & Oysterband. Ragged kingdom (Westpark) June Tabor is een artiest die vooral songs van anderen uitvoert. Op deze cd staan vooral traditionals en liedjes van Bob Dylan, Chips Moman/Dan Penn (Dark end of the street) en Joy division. Dat nummer – Love will tear us apart – is het hoogtepunt van de plaat. Mede door de gevarieerde arrangementen, in combinatie met het sterke spel en het diverse songmateriaal () kan Ragged kingdom met schijnbaar speels gemak uitgroeien tot misschien wel het beste Engelse folkrockalbum van de laatste tien jaar.Eric van Domburg Scipio in Heaven 6 van 2011Harry de Jonge in Lust for life (17 – jan/feb 2012): En verdorie, de magie is er nog steeds. Opnieuw is gekozen voor een voortreffelijke mix van traditionals en de betere pop. () Ook Ragged kingdom is over tien jaar gegarandeerd een klassieker. | |
10 | Lucy Wainwright Roche. Lucy (Strike) Is de dochter van Loudon Wainwright III & Suzzy Roche (van The Roches). Niet voor niets stond ze jarenlang voor de klas om pas halverwege het vorige decennium als achtergrondzangeres met halfbroer Rufus op tournee te gaan. () Zo doen haar kristalheldere stemgeluid en precieuze voordracht, onwillekeurig denken aan Patty Griffin, terwijl haar liedjes over rusteloze zoekers zich onderscheiden door een soort filmische verbeeldingskracht. Geert Henderickx in Oor (7/augustus 2011) | |
![]() | ||
11 | Alexa Woodward. It’s a good life, honey, if you don’t grow weary (Cd baby) Ook zo aan het genieten van Gillian Welch’ nieuwe cd? Dan raden we u dringend aan uw oor eens te luisteren leggen bij de derde cd van de in Greenville, South Carolina woonachtige Alexa Woodward. () Zichzelf ondersteunend op banjo of ukelele schrijft Woodward liedjes die rechtstreeks ergens uit het oeroude Appalachen-landschap ontsproten lijken, liedjes die ze dan ook nog zingt met een prachtige authentieke sem waar veel meer levenswijsheid uit spreekt dan je op grond van haar jonge uiterlijk zou verwachten. Pieter Wijnstekers in nummer 6 van Heaven |
Dertien mannen
![]() | ||
12 | The Bony King of Nowhere. Eleonore (PIAS) Wat direct opvalt aan de tweede cd van The Bony King of Nowhere is het zwaar aangezette melancholieke stemgeluid van zanger (en songschrijver/arrangeur) Bram Vanparys. Alsof al het leed van de wereld op zijn schouders rust, strooit hij ijn klaaglijke keelklanken over de prachtig garrangeerde liedjes op Eleonore. Hans van der Maas in Oor (3/april 2011) | |
![]() | ||
13 | Richard Buckner. Our blood (Decor) Wat een vergissing zou zijn. Inderdaad, toetseninstrumenten prevaleren op Our blood, maar wel antieke toetseninstrumenten die Buckners vroegoude geluid niet in de weg staan maar versterken, vooral doordat ze zijn als vanouds intens weemoedige liedjes voorzien van een zelden gehoorde klankleur. Pieter Wijnstekers in Heaven (6/2011). Hij noemt terecht ook nog Bloomed uit 1994. | |
![]() | ||
14 | Ry Cooder. Pull up some dust and sit down (Nonesuch) Deze tijd vraagt om protestmuziek, vindt Ry Cooder. In de jaren zestig kwamen popmuzikanten weg met het milde protest van liedjes als Where have all the flowers gone, maar nu niet meer. ()Op zijn nieuwe album hekelt hij alles wat hem niet zint aan de Amerikaanse samenleving: de bankiers die de economische crisis veroorzaakten, de grenspolitie die illegale immigranten liever neerschiet dan oppakt het leger dat piepjonge soldaten werft in achterstandswijken en de rechtse politici die zich beroepen op God en Vaderland. Jan Vollaard in NRC Handelsblad | |
![]() | ||
15 | Nils Frahm. Felt (Erased tapes) Jongeman die geschoold is als klassiek pianist probeert op deze plaat zijn Music for airports van Brian Eno te maken. Vergelijkingen met Steve Rich én Canto ostinato van Simeon ten Holt kunnen ook gemaakt worden. Alhoewel deze Duitse jongeman (1982) zijn eigen geluid en stijl heeft. In december 2011 schreef David Sheppard in de Mojo over deze plaat: Felt, however, finds Frahm savouring intimate solitude. Captured late at night in his Berlin apartment, the piano keys damped by the titualr fabric, the nine discreet essays revolve around lulling arpeggios, occasionally fed by through subtle, in-time delay effects, haloed with woody creaks and groans from the piano, Frahm’s breathing and the odd overdubbed marimba or xylophone. **** | |
![]() | ||
16 | Bill Frisell. All we are saying … (Savoy jazz) Bill Frisell is een productief man die een eigen stijl heeft en als geen ander weet hoe je eer betoont aan andere (grote) muzikanten. Hij heeft talloos veel nummers van anders gecoverd. Naar zich toegetrokken. Op deze cd staat een man centraal: John Lennon. Zestien liedjes. Sommigen behoren inmiddels (bijna) tot het publieke domein. Ruud Meijer was er in december in HP/De Tijd zeer lovend over, maar noemde de cd uiteindelijk toch niet in zijn jaarlijstje !!? Je hebt gitaristen die gitaar spelen en je hebt gitaristen die muziek maken. Dit subtiele verschil scheidt het kaf van het koren. Bij velen is de gitaar een duivel die verleidt tot de meest excessieve uitspattingen. Bill Frisell beheerst echter zijn instrument, en niet andersom. Dat maakt hem tot een van de meest vernieuwende en invloedrijke gitaristen van de afgelopen dertig jaar. () Hier worden geen liedjes gespeeld, maar muziek gemaakt. En de liefde voor Lennon druipt ervan af. ***** | |
![]() | ||
17 | Raymond van het Groenewoud. De laatste rit (EMI) Muziekweb: De titel van Raymond van het Groenewouds studioalbum De Laatste Rit suggereert dat het zijn laatste is, maar de zestiger zit hopelijk nog vol levenslust en energie om vele jaren door te gaan. Producer Tom Van Laere aka Admiral Freebee haalde de singer/songwriter in de Vlaming naar boven en creëerde een ‘kamerpop’-setting waarin Van het Groenewoud het mooist tot zijn recht komt. Onder een sobere maar rijkgeschakeerde begeleiding – pop met een vleugje rock, latin en jazz – zingt hij met zijn breekbare rauwe stem veelal kwetsbare ingetogen liedjes; over de vergankelijkheid van het leven, over ouder worden, illusies kwijtraken en over de liefde. Hij weet zijn luisteraars te raken met zijn onmiskenbare milde zelfpot, droge humor en melancholiek-filosofische levensinstelling; hij maakt je aan het lachen en ontroert je. Hoogtepunten zijn het bewogen Aan De Meet en het grappige eigenzinnige liefdesliedje Jouw Liefde, dat in twee versies te horen is. (SvdP) | |
![]() | ||
18 | Nick Lowe. The old magic (Proper) De toonzetting is hartstikke retro, met de radiopop uit de late jaren vijftig en Americana als belangrijkste muzikale referentiepunten. Een uitstekende begeleidingsband en gastbijdragen van Paul Carrack, Ron Sexsmith en Jimmie Vaughan maken van The old magic een grensverleggend maar ook zeer aangenaam album. Jan van der Plas (Oor, 9 oktober 2011) | |
19 | Christy Moore. Folk tale (Columbia) Een album dat té laat uitkwam om mee te lopen in de muzieklijstjes-parade van 2011. Opvallend is dit keer dat Christy Moore relatief veel nummers zelf heeft geschreven. | |
![]() | ||
20 | Tom Russell. Mesabi (Shout! Factory) Tom Russell vervolgt zijn pad waarop hij zich keer op keer manifesteert als dé verhalenverteller uit de (pop)muziek. Hij heeft een uitgesproken visie op onze huidige tijdgeest. Voorzag op zijn manier al weer jaren geleden de crises van onze tijd. Hij heeft het vooral over zijn homeland, de USA. Muzikaal gaat hij alle kanten op. Americana vermengd met andere stijlen en genres. Maar altijd dient het om zijn verhaal te vertellen. Uiteraard is er dit keer weer een Dylan-cover (ruim 10 minuten!) This cinemascopic history-fantasia-travelogue of America runs through a parade of heroes, from musical legends and film stars to less fêted names. () As songs move – from Minnesota to Mexico and back via Dixie, Disneyland and Duluth – the music mixes Mexican and Salvation army horns, sentimental country, vaudeville, and ends with a Dylan cover (A hard rain). Sylvie Simmons in de Mojo (december 2011) *** Roeland Smits in Heaven (1/2012): Tom Russell is een verhalenverteller pur sang, hij sleept je met zijn rauwe doordringende bas mee naar zijn wereld: een wereld van filmsterren, cowboys, indianen, ‘bordertowns’ en illegale immigranten. | |
![]() | ||
21 | Ron Sexsmith. Long player late bloomer (Cooking vinyl) Ron is – en dat wordt in alle artikelen over hem beweerd – nooit écht doorgebroken naar een groter publiek. En dat is vooral jammer voor dat grote publiek. Deze cd (zijn 12e) kreeg wederom prachtige kritieken, maar werd uiteindelijk vergeten toen dé jaarlijstjes opgemaakt moesten worden. Critici zijn niet consequent. Maar ja? Moet dat?! Anyway, in april van dit jaar schreef Gijsbert van der Wal in de NRC het volgende over Ron Sexsmith: Sexsmith bakt popliedjes volgens traditioneel recept, gewoon met coupletten, refreinen, een brug en eventueel een solootje, en toch zit er in elk nummer ook iets onverwachts – een vreemd akkoord, een subtiele wending – waardoor het even duurt voordat je het onthoudt. Je zingt zijn liedjes onmiddellijk mee, maar omdat ze net iets vernuftiger in elkaar zitten dan doorsnee catchy popliedjes blijven ze vervolgens langer houdbaar. Ze zijn catchy in etappes. | |
![]() | ||
22 | Spinvis. Tot ziens, Justine Keller (Excelsior) Uiteraard komt Spinvis niet voor in de overkoepelende lijst, want té Nederlands en onbekend in de UK en de USA. In Oor werd door Willem Jongeneelen het volgende geschreven: Het is fantastisch gearrangeerd, bevat veel prettig klinkende toeters, bellen en achtergrondgeluiden en zou in gene enkele Disney-film of musical uit de sixties hebben misstaan. Spinvis als de Nederlandse Van Dyke Parks, dat we dat nog mogen meemaken. ‘Dit moet hem wel zijn, de mooiste avond ooit.’ | |
![]() | ||
23 | Ad Verbrugge. Nightplane (Coast to Coast) Filosoof Ad Verbrugge (Terneuzen/Leiden) blijft verrassen. In 2011 verscheen wederom zijn nieuwste boek niet. Maar was hij in de zomer wel samen met Clairy Polak prominent aanwezig in een reeks programma’s van het Humanistisch verbond. In de herfst kwam deze cd uit. Die tot nu toe niet is besproken in een van de serieuze muziekbladen of kranten. Is men niet op de hoogte van het verschijnen van deze cd? Niet benieuwd naar een cd van een filosoof? Wil men er zijn of haar handen niet aan branden? Ad Verbrugge heeft een zwaar romantische plaat gemaakt. Muzikaal en qua tekst. Er worden geen zware filosofische vragen gesteld en/of opgelost. Wat een curiositeit had kunnen zijn (een cd van een filosoof!) blijkt uiteindelijk een zeer draaibare cd. Die een groter publiek verdient. | |
![]() | ||
24 | Jonathan Wilson. Gentle spirit (Bella union) Wilson werkte de afgelopen jaren vooral aan zijn plaat Gentle spirit, die eerder dit jaar verscheen, en lovende kritieken kreeg. Met hese, ingehouden stem die wijlen Elliott Smith in herinnering roept, zingt hij zijn liedjes. De plaat ontstijgt het singer-songwritergenre door de psychedelische arrangementen en wendingen in elk nummer. Wilson: ‘Ik had een plaat als Astral weeks van Van Morrison voor ogen. Met nummers die een meer jazz-achtige structuur kennen, waarin de band de ruimte krijgt om zeven, acht minuten te improviseren, zonder echt uit het liedje te stappen.’ Gijsbert Kamer in De Volkskrant |
Twaalf groepen en/of andere vormen van samenwerking
![]() | ||
25 | Beach boys. The smile sessions (Capitol) This release is a major event: Brian Wilson, Van Dyke Parks, the Beach boys and the many session musicians created something unique – a psychedelic peak, the origins of Americana, a pop future that never quite happened. Even though it’ll never be fully completed. Smile is a welcome time capsule from an unrepeatable moment in popular culture. Jon Savage in Mojo (december 2011) ***** | |
![]() | ||
26 | Black keys. El camino (Nonesuch) The Black keys blijven albums uitbrengen alsof de duivel ze op de hielen zit. De band bestaat tien jaar, maar met El Camino komen de Amerikanen toch alweer met hun zevende langspeler op de proppen. Bewonderenswaardig, aangezien voorganger Brothers uit 2010 de definitieve doorbraak betekende voor het duo () en dus verleidelijk moet zijn geweest om dat succes tot in den treure uit te melken. De formule van met soul overgoten bluesrock wordt op El Camino voortgezet, hoewel er wel degelijk een aantal veranderingen en aanpassingen zijn te bespeuren. Jelle Jansen in Lust for Life (nummer 17 jan/feb 2012) Erik van den Berg in Oor: Maar wat dondert het, El camino is één groot feest. En wees gerust: dat ie geen glansrol speelt in onze jaarlijstjesparade van 2011 komt louter en alleen door de onhandige releasedatum (nr. 1 dec/jan 11/12) | |
![]() | ||
27 | Danger Mouse & Daniele Luppi. Rome Parlophone) Danger Mouse deelt een hevige liefde ervoor met de Italiaanse componist/arrangeur Daniele Luppi (met wie hij al eerder werkte op het Broken bells-album en die zelf ook al eens een eerbetoon aan Italiaanse soundtracks uitbracht), reden waarom de heren besloten ene plaat te maken die kon doorgaan voor zowel tribute, pastiche als bloedserieuze soundtrack bij een niet bestaande film. Voor wat extra sjeu strikten ze Jack White, Norah Jones en enkele Italiaanse musici en vocalisten die nog met de enige grootmeester in het genre, Ennio Morricone, hebben gewerkt. Het resultaat klinkt precies zoals je verwacht: smaakvol, zwierig, romantisch, zinnenprikkelend, authentiek ene een tikkie vrijblijvend. Erik van den Berg in Oor (6/juli 2011) | |
![]() | ||
28 | Decemberists. The king is dead (Capitol) Het geeft The king is dead een heel eigen, nieuw karakter. De hoogstaande liedjes zijn onmiskenbaar van de hand van Colin Meloy en verschillen niet zo veel van de nummers die hij schreef voor Picaresque en Castaways and cutouts, maar ze klinken in deze Americana-setting anders en beslist niet minder. Pieter Wijnstekers in Heaven, nr. 2 2011 | |
![]() | ||
29 | King Creosote & Jon Hopkins. Diamond mine (Domino) Samen bewerkten ze een aantal songs uit Andersons back catalogue. Andersons melancholieke akoestische liedjes en zijn hoge, onvaste stemgeluid werden door Hopkins voorzien van ingetogen pianopartijen en een ragfijn laagje ambient. Het resultaat is bij tijd en wijle van ene verbluffende schoonheid en doet Anderson gloriëren in zijn rol van volbloed Schotse romanticus. Matthijs Linnemann in Oor (5/jun 2011) | |
| ||
30 | Kate & Anna McGarrigle. Tell my sister (Nonesuch) Als deze Tell my sister één ding opnieuw duidelijk maakt, ruim vijfendertig jaar nadat Kate & Anna voor het eerst in folkkringen en daarbuiten furore maakten met hun knappe liedjes en emotioneel indringende (samen)zang, dan is het dat hun stijl in al die jaren eigenlijk ongeëvenaard is gebleven: in kwaliteit en in het eigen karakter. Meer dan een ‘reguliere’ boxset zou doen, beperkt Tell my sister zich tot de hoogtijdagen van de samenwerking van deze zusters waaraan de dood van Kate begin vorig jaar zo’n wreed einde maakte. Pieter Wijnstekers in Heaven, nummer 5 (2011) Bevat de eerste twee albums: Kate & Anna McGarrigle (1975) en Dancer with bruised knees (1977). Twee klassiekers op het prestigieuze Nonesuch-label. | |
![]() | ||
31 | Other lives. Other lives (TBD) Groep die dit jaar opzien baarde op Lowlands. Daardoor kwam er belangstelling voor deze plaat uit 2009 op gang. Terecht. De opvolger – Tamer animals – valt tegen. Deze niet. | |
![]() | ||
32 | Real estate. Days (Domino) Melodieuze gitaarpop/rock. Hebben ongetwijfeld ooit naar the Feelies geluisterd. The band play simple structured, spacious pop music with a seductive, psychedelic edge, but the instrumental lines are far from simplistic. The bass is supple and melodic and the dual guitar parts are subtly dovetailed and rhythmically fluid, criss-crossing at times in an intricate lattice. The instrumental Kinder Blumen comes across like East coast surf rock when the sun breaking through cloud and a hint of autumn in the air. Maike Barnes in november in de MOjo **** | |
![]() | ||
33 | Richmond Fontaine. The high country (Decor) Willy Vlautin is niet de enige muzikant met literaire ambities. Maar de veertiger uit Portland, Oregon is wel een van de interessantste. () Zelf noemt hij The high country een song-novel. () Met hulp van producer John Askew komt Richmond Fontaine met ballades, singer-songwriterswerk, garagerock, gesproken woord, country, radiofragmenten, hoorspellen en zelfs een brokje symfopop. René Megens in Oor (oktober 2011) | |
![]() | ||
34 | 17 Hippies. Phantom songs (Hipster) 17 Hippies presenteert opnieuw een handvol 24-karaatsliedjes gevat in stijlgebieden als cabaret, Franse chanson, jazz, Balkanswing en Americana. () Als opvolger van El Dorado slaagt dit album Phantom songs cum laude. 17 Hippies mag als groepsnama altmodisch klinken, neem van mij aan dat dit collectief een van de meest inventieve en originele groepen van het moment is. Koos Gijsman in Heaven 5 (sept/okt 2011) | |
![]() | ||
35 | Meindert Talma & Tryntsje Nauta. De zee roept (Excelsior) Wat is dat toch steeds dat ik iedere keer opnieuw verrast en/of geraakt wordt door weer een ander project van die rare Friese Groninger Meindert Talma? … is er nu een in een fotoboek verpakte cd over de zeevaart. () Met popmuziek heeft het ontroerende relaas van Evert Hoedemaker die voor zijn dood op verzoek van zijn zoon op cassettes zijn levensverhaal insprak, weinig te maken. Talma heeft er een neus voor en Excelsior Recordings blijft dit Friese orakel trouw steunen. Het gezegde Dat is een kolfje naar zijn hand (dat doet hij graag) is op Meindert Talma van toepassing. Momenteel is de cd niet meer leverbaar, aangezien sommige ‘stemmen’ geld willen zien voor de oorspronkelijke stemmen/opnames die Talma in zijn nummers verwerkt. | |
![]() | ||
36 | Wilco. The whole love (DPBM) Het twaalf minuten durende One sunday morning is een prachtig verstild sluitstuk van deze weer zeer gevarieerde plaat. De productie is uitgebalanceerd met vooral de gitaarpartijen soms wat naar achteren gemixt. () een album dat vol staat met heerlijke popliedjes. Jos Schuring in nummer 6 van Heaven (nov/dec 2011) |
(zaterdag 24 december 2011)
Hans van Duijnhoven