Op woensdag 16 april 2014 stond in het Brabants Dagblad een interview met filosoof Pieter Lemmens. De aanleiding was de Maand van de Filosofie, het thema (Mens en Techniek) en een lezing die meneer Lemmens op dezelfde dag in de bibliotheek van Veghel zou houden. Pieter Lemmens spreekt ook als afronding van een filosofiecursus van Bart Petersen in dezelfde Veghelse bibliotheek. Drie bijeenkomsten onder de titel Techniek als hulpmiddel. Een thema dat aansluit bij het thema van de Maand van de Filosofie 2014 (Zie de mens, hij is niet meer) én het jaarthema Oefenen voor een andere tijd van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Hieronder de tekst van het interview.
Moeilijke boodschap in Veghel
De mens wil de nieuwe crisis niet zien. Filosoof Pieter Lemmens legt het vanavond uit in de bibliotheek van Veghel.

Het is geen prettig verhaal, zegt hij, de mensen willen het liever niet horen. Hij haalt de Duitse filosoof Peter Sloterdijk aan. Het kan zo niet doorgaan, zegt die, maar we gaan wél door. “Sloterdijk ziet ons als een groep mensen die van een hoog gebouw vallen. Ze zullen te pletter vallen, maar ze zeggen tegen elkaar: ach, er zal beneden heus wel iemand staan om ons op te vangen.”
Nee, hij is beslist geen doemdenker, zegt de Nijmeegse filosoof Pieter Lemmens. Maar een rasoptimist zou hij zichzelf ook niet willen noemen. Hij komt vanavond naar Veghel, voor een lezing over techniek en filosofie (in de bibliotheek, aanvang 20 uur).
Zijn boodschap is dat wij mensen, net bekomen van een grote economische crisis, aan de vooravond staan van een crisis die, écht, nog vele malen groter is. En we hebben het niet in de gaten, we zien het niet. Nee, erger: we wíllen het niet zien.
“We leven het leven van een koning”, zegt Lemmens. “Van alle gemakken voorzien. Hoeven maar op een knopje te drukken en alles wordt geleverd. De supermarkten liggen elke dag vol, ik verbaas me daar iedere keer weer over.”
Maar dit verhaal is eindig, is het inzicht dat bij Lemmens aan het groeien is. Hij is de laatste jaren in de boeken gedoken van filosofen en ecologen die voorzien dat het misschien wel eens snel kan zijn afgelopen met onze hoogtechnologische samenleving. “Ik lees weinig kranten, volg het nieuws niet echt, ben ervan overtuigd dat dat niet de meest betrouwbare bronnen zijn. Ik zoek mijn eigen bronnen.”
Als techniekfilosoof is hij bezig met vragen als “wat doen de technologische vernieuwingen met de mens en de maatschappij. Zijn aandacht verplaatst zich meer en meer richting ecologie.

Hij stuitte op de Amerikaanse geofysicus Hubbert en zijn theorie dat de productie van olie een piek bereikt (of al bereikt heeft) en dat dat aanleiding is voor economische terugval. Het einde van de groeimodellen.
“Heel even”, zegt Lemmens, “is er het besef geweest dat we het anders moeten gaan doen, dat was na het rapport van de Club van Rome. Maar al snel ging het gas er weer op. Ecologie, het milieu, het is niet belangrijk, produceren en consumeren. Nu hebben we de aarde zo ernstig beschadigd dat veel mensen zeggen dat het niet meer te repareren is.”
Dan komt er een trits filosofen langs die Lemmens’ wereldbeeld danig beïnvloeden. Guy McPherson, een Amerikaanse gepensioneerde hoogleraar ecologie en evolutionaire biologie, is de somberste van allen. Hij geeft de aarde en haar bewoners nog een paar decennia. Lemmens heeft recent een boek vertaald van de Franse techniekfilosoof Bernard Stiegler. “Die zegt: techniek is een geneesmiddel maar tegelijkertijd ook een gif. Techniek helpt ons vooruit, maar kan ook onze ondergang betekenen.”
Lemmens: “Ik vind dat de stemmen die erover spreken serieus moeten worden genomen. Het zijn denkers en deskundigen van naam. Wat ze zeggen, kunnen we wel afdoen als onzin, maar dat lijkt me niet verstandig.”
Met deze eufemistische, licht ironisch/cynische slotzin eindigt dit interview.
Citaat 125 (woensdag 16 april 2014)
Homepage Citaten 2014