Kort nadat een nieuwe collega in de Bibliotheek Oss in oktober was begonnen, informeerde hij naar door de bibliotheek georganiseerde muziekmiddagen. Na wat heen- en weer vragen kwam ik er achter dat hij This magic moment bedoelde.

Een idee uit 2013. Toen ik op zeker moment bedacht dat de bibliotheek een aantal muziekfanaten aan het woord zou kunnen laten over hun muzieksmaak. Laat ze vertellen over muziek die ze om wat voor reden dan ook leuk, interessant, mooi en belangrijk vinden. Muziek is erg breed, dus kunnen er veel verhalen over uiteenlopende genres, stijlen, soorten muziek verteld worden. Laat vooral mensen aan het woord die veel naar muziek hebben geluisterd en daarover ook kunnen én willen vertellen. Een mix van kennis en duiding.
Dat idee groeide uit tot de This magic moment-bijeenkomsten. Op een zondagmiddag in de winter, als de bibliotheek open is van een tot vier uur. Dat eerste seizoen traden vier personen aan. In het tweede seizoen (2014-2015) lukte het me niet om nieuwe kandidaten te vinden. Jammer, maar geen halszaak. Toen trad die nieuwe collega aan; een muziekliefhebber. En vroeg of hij een poging mocht wagen nieuwe kandidaten te strikken. “Ga je gang!” En wat schetste mijn verbazing: van de acht personen die hij had bedacht zegden er zeven zonder veel omwegen en gedoe toe. Muziekliefhebbers met zeer verschillende achtergronden. Inmiddels zijn er alweer vier bijeenkomsten voorbij. Eind januari treedt oud-wethouder Jan van Loon aan (om te vertellen over zijn passie voor Bruce Springsteen). Daarna komen nog Tim van Noort (rapper en woordkunstenaar) en Jan Zuidema (Americana-kenner).

Wat delen we met elkaar?
Als initiator van deze bijeenkomsten nam ik in het eerste seizoen ook een middag voor mijn rekening. Klik hier voor een artikel waarin ik alle gedraaide nummers als het ware toelicht. Gisteren nam ik de vierde middag van het tweede/derde seizoen voor mijn rekening. Ik had in de aanloop daarnaar toe op zeker moment uitgeroepen om een middag lang te gaan vertellen over een meesterlijke plaat: The Rose of Roscrae van Tom Russell. Maar naarmate zondag 3 januari 2016 dichterbij kwam nam ik daarvan afstand. Toch too much: twee uur vertellen over een leuke, interessante, mooie en belangrijke plaat. Dus dacht ik kort voor de Kerstdagen dat alle te draaien nummers iets te maken moesten hebben met het nieuwe jaarthema: Wat delen we met elkaar? Of ik daarin geslaagd ben kan ik zelf moeilijk beoordelen. Zeker is dat ik tijdens deze middag zelf amper mondeling toelichtte waarom dit of dat nummer daarmee te maken had. Hieronder doe ik een poging om alle gepresenteerde nummers te noemen, te plaatsen en te vertellen wat deze of gene song met dat jaarthema te maken heeft. Uiteindelijk liet ik op zondag 3 januari 2016 ruim twintig songs horen; korte en langere. De middag duurde van twee tot iets na vieren.

Wat delen we met elkaar? De liefde voor muziek
Dat sowieso. Alle deelnemers die tot nu zijn aangetreden hebben meer dan iets met muziek. Sommige zijn er zelfs professioneel mee bezig; vaker zijn het – ietwat gekscherend geformuleerd – serieuze luisteraars. Allen maken veel draaiuren. Alhoewel die term redelijk passé is; wie zet er nog een plaat op? Alhoewel er een kentering gaande is. De meeste deelnemers hebben – om een andere beeldspraak te gebruiken – hun tienduizend uren wel gemaakt of gehaald. Ook valt me op dat iedereen andere namen, liedjes, genres, stijlen laat horen. Ieder van hen heeft andere magic moments in de muziek ontdekt.
Het jaarthema van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken
Sinds 2004 bestaat dit fenomeen. Een zin of woord dat we als bibliotheek een jaar lang op verschillende manieren naar voren halen. Het jaarthema is een poging de tijdgeest op haar staart te trappen en daaromheen uiteenlopende activiteiten te organiseren. Het jaarthema zegt iets over wat in onze maatschappij gaande is. We zijn geen trendwatchers, maar hebben wel het idee dat we middels ons jaarthema aangeven wat er ongeveer speelt; gaat spelen. En omdat het te maken heeft met veranderingen in de tijdgeest wordt er natuurlijk over geschreven. Geblogd. Gefilmd. Waardoor het mogelijk is om op verschillende manieren dit thema nader uit te werken. Een lezing. Tentoonstelling. Debat. Workshop et cetera. De laatste jaren organiseren we steeds vaker bepaalde bijeenkomsten met andere partijen, organisaties, instellingen of bedrijven.

De kunst is natuurlijk een thema te kiezen én benoemen dat vragen oproept. Het heeft weinig zin met een thema aan te komen waar de hele ‘wereld’ al mee bezig is. Aan de andere kant: we zijn ook geen uitvinders van een bepaalde trend, maar zijn zo eigenwijs om te denken dat we ergens vooraan in die bekende golf (van innovators, early adopters et cetera) zitten. Hoe dan ook, elk jaar is het een hele opgave (maar wel leuk!) om een nieuw thema te bedenken. De input daarvoor bouwt zich tijdens zo’n jaar op. Dat gaat vanzelf. Iedereen die ‘een beetje’ volgt wat er zich in de samenleving afspeelt, kan meedoen.
Je snuift het hele jaar kortom krantenartikelen op, teksten uit tijdschriften, van blogs, op tv en radio, tentoonstellingen die je bezoekt, films die je bekijkt, opmerkingen om je heen, een cartoon … Alles is bruikbaar. De kunst is om er ‘iets’ uit te halen dat een langere adem heeft. Vaak is de aanleiding voor het thema een flard. Het thema van 2016 (‘Wat delen we met elkaar?’) diende zich ergens in juni van vorig jaar aan. Toen ik het ‘liedje’ ‘The Last running’ van Tom Russell (van zijn cd The Rose of Roscrae) voor de zoveelste keer had gehoord. Toen kwam het woord ‘commons’ bij me op. Achteraf, maanden later weet ik weer waar ik over dat redelijk onbekende woord had gelezen. Maar toen, in de vroege zomer kwam het woord bovendrijven: commons. En wist dat ik iets met dat woord moest gaan doen; richting het nieuwe jaarthema. De formulering daarvan was nog een hele bevalling; pas begin december kwam een collega er mee aan zetten.

Van Oefenen in een andere tijd naar Wat delen we met elkaar?
Een nieuwe thema dient zich per definitie aan terwijl het oude thema nog bij ons is. Zo ook vorig jaar. In het najaar zaten we nog ‘opgescheept’ met ‘Oefenen in een andere tijd‘. Een thema dat we feitelijk ruim twee jaar met ons allen hebben meegedragen. ‘Oefenen in een andere tijd’ was de opvolger van ‘Oefenen voor een andere tijd‘. Het voorzetsel ‘voor’ werd in 2014-2015 ingeruild voor ‘in’. Waarom? Omdat we ons in oktober 2014 realiseerden dat we toen niet aan het oefenen waren VOOR een andere tijd, maar dat we aan het oefenen waren IN een andere tijd. Het was geen experiment, waar we later wellicht de vruchten van zouden kunnen plukken. Integendeel zelfs: alles wat we toen deden en nu nog doen is voor écht. We zijn als samenleving overal bezig om te bezien hoe het anders moet, kan. Niet beter, anders! Overal zag je toen en zie je nu de signalen. Eigenlijk hadden we het thema “oefenen in een andere tijd’ nog enkele jaren kunnen aanhouden, want de stroom anders-denkers én – doeners zwelt nog steeds dagelijks aan. Maar ja, dat is ook zo saai. Dus op zoek naar een nieuw thema. En het moest iets te maken hebben met die ‘commons’.

Meant to be shared
Op The Rose of Roscrae, het meesterwerk van Tom Russell (ik schreef er een lang artikel over: Gesamtkunstwerk – Teeny Tiny Tony, the world’s smallest pony) gaat het om ene Johnny Dutton, Een verzonnen, Ierse jongen. Geboren rond 1880 in Ierland. Daar wordt hij als zestienjarige knaap verliefd op Rose (van ‘The Rose of Roscrae’). Uit het plaatsje Roscrea (dat bestaat echt; alleen is Johnny dyslectisch en draait de twee laatste letters van Roscrea om). De pa van Rose is niet van hem gediend en slaat hem in zijn stal bont en blauw.
Johnny vertrekt vervolgens naar de States en maakt daar de tijd mee dat de laatste open terreinen in het Westen van de States door de blanken worden ‘ontwikkeld’. The Frontier. Een tijd waarin indianen werden verjaagd en uitgemoord, bisons massaal afgeslacht en outlaws het leven lastig maakten. Denk aan Rawhide, Bonanza, cowboys, goudzoekers et cetera.
In die tijd plaatst Tom Russell zijn Johnny Dutton. En laat hem in zijn lange leven (want hij wordt negentig jaar oud) vele rollen spelen: cowboy, gokker, circusartiest, bokser, weldoener, echtgenoot, ex-echtgenoot en oude man. Op de cd The Rose of Roscrae staan 52 tracks. Veel artiesten doen in enkele nummers mee. Hij hanteert verschillende genres (tex-mex, Americana, blues, folk, c&W), komt met korte en lange nummers, vaak gezongen maar ook gesproken, mixt er historische opnamen doorheen. De cd bevat veel songs, die behoren tot de beste die Tom Russell in zijn lange carrière heeft geschreven.

The Last running
Track 10 van de eerste cd is ‘The last running’. Daarin voert hij Johnny Dutton op als oude man, die op zijn leven terugkijkt en terugdenkt aan een gebeurtenis toen hij als erg jonge man – net over uit Ierland – getuige was van een bijzondere gebeurtenis. Hij is op dat moment als cowboy werkzaam voor ene Charles Goodnight (die écht heeft geleefd), een grote koeienboer in West Texas. Daar komt op zekere dag een stam Comanche-indianen langs. De leider, Old Iron Head, vervoegt zich bij Charlie Goodnight en vraagt hem om een van zijn buffels af te staan. Om – zoals in de old days – op te mogen jagen. Hem neer te schieten en op te eten. Charlie Goodnight geeft toe en ziet hoe de indianen zijn lievelingsbuffel (Old Shakespeare) opjagen, doden en op de ‘barbecue’ leggen. Hij realiseert zich dat hiermee een bepaald tijdperk op haar einde loopt en is er erg weemoedig om. Johnny Dutton begrijpt pas veel later, nu hij zelf zo oud is geworden, waarom Charlie Goodnight toen zo geëmotioneerd was.
De cruciale regel uit dit liedje is: Old Iron Head, the leader, warbled-on about a time when the land and the buffalo was everyone’s – meant to be shared.
MEANT TO BE SHARED. Dat is de flard die leidde tot het nieuwe jaarthema. Bedoeld om te delen. Er was een tijd in het Wilde Westen dat sommige dingen bedoeld waren om te delen. De Comanche hoofdman refereert daar aan. Het land en de daarop rondlopende buffels waren van niemand; dus van iedereen. Maar met de komst van de blanken verdween dat langzaam uit beeld. Die blanken namen niet alleen pokken, syfillis en alcohol mee, maar ook het idee dat mensen iets konden bezitten. Die ‘trend’ zag je natuurlijk overal in het Westen.

Commons
Kort na de zomer probeerde ik mijn collega’s duidelijk te maken wat commons ongeveer inhield. Dan vertelde ik over de Middeleeeuwen. Toen de hogere adel en de sloebers naast elkaar leefden. Rijk en erg arm. Zeg maar de 1-99 procent van die dagen. In die tijd was er in de buurt van het landoed een stuk land dat van niemand was; niet van ‘de baron’, noch van de horigen. Op dat land mochten de armen hun vee gratis laten grazen. En omdat ze op elkaar letten, voorkwamen ze dat een van hen té veel profiteerde van het gras of zijn of haar vee het gras vvoor de anderen vertrapten. Vele maanden later kwam ik een citaat tegen in een boekje dat ik enkele jaren daarvoor al had gelezen: In ons belang : pleidiooi voor publieke waarden van Albert Jan Kruiter en Eelke Blokker. In dat pamflet hebben ze het over de commons. Ze verwoorden het zo:
Enkele eeuwen geleden lieten boeren hun vee grazen op openbare weiden (de zogenaamde commons). Iedere boer had er dus belang bij om die weiden niet te overgrazen en te onderhouden. Als de weiden teloor zouden gaan, zou het vee immers geen eten meer hebben en de boer geen inkomen verwerven. De boeren hadden aldus een gemeenschappelijk belang om de weiden duurzaam te laten voortbestaan. Tegelijkertijd had iedere boer een individueel belang om zo veel mogelijk koeien en schapen te laten grazen. Het punt is natuurlijk dat als iedere boer alleen zou redeneren vanuit zijn eigenbelang, het grasland gezwind zou veranderen in een modderpoel. In sommige gevallen maakten boeren daarom onderling afspraken over de hoeveelheid vee die er op de weiden kon grazen. Sociale controle zorgde er vervolgens voor dat de weiden bleven bestaan. In andere gevallen bleek de financiële prikkel, het eigenbelang van de boer, te groot – met alle tragische gevolgen van dien. Deze boeren wendden de negatieve consequenties van hun handelen af op elkaar. Dat ondermijnt hun gemeenschappelijk belang: de weide.
This magic moment – zondag 3 januari 2016
Ik begon de middag natuurlijk met This magic moment van The Drifters. Een opname uit december 1959 met leadzanger Ben E. King; in april 2015 overleden. Overduidelijk een liefdesliedje. Maar toch zit in dat liedje de titel voor de reeks muziekbijeenkomsten: And then it happened, it took me by surprise. I knew that you felt it too. Kan net zo goed slaan op iemand die gegrepen wordt door een liedje, stuk muziek. En weten dat iemand nabij hetzelfde magische gevoel krijgt of heeft. Ik constateerde dat deze evergreen en prachtig gezongen track niet meer voorkomt in de Top 2000, editie 2015. Verdreven door de zoveelste Nederpop-achtige track, slechtgezongen én met kromme beeldspraak. Tja.
De tweede track was natuurlijk The Last running van Tom Russell. Daarna liet ik een écht liedje van deze cd horen. Een liedje dat op deze dubbelcd twee keer wordt uitgevoerd. Ik koos voor de tweede versie, gezongen door de Ierse Maura O’Connell. Die in rol van Rose kruipt. De ex-vrouw van Johnny Dutton. Die bang is voor Johnny, een opstandige lompe kerel waarvoor ze nog steeds bang is. In I talk to God roept ze God aan, beklaagt zich over het gedrag van Johnny maar pleit in the end toch voor hem. Ze sluit als volgt af met de mooi gekozen woorden: The road from anger to forgiveness / Is a long and brutal journey / But I shall pray to find forgiveness / With all the love inside
Wat delen we met elkaar? Dat we zelfs ná een echtscheiding nog ‘iets’ met elkaar te maken hebben. Zoiets.

The storyteller
Na Tom Russell was het de beurt aan Ray Davies, inderdaad de frontman van The Kinks. Die in 1994 een autobiografie schreef en drie jaar later met dat boek de Engelse theaters afging. Als een storyteller vertelde over zijn jonge jaren en beginjaren van deze band. Vijf kwartier energie op een in 1998 verschenen cd: The storyteller. Ik liet twee fragmenten horen (My big sister, That old black magic), waarin het vooral ging over de tijd dat hij nog thuis woonde, met zijn ouders, vijf zussen en jongste broertje David. Een warm bed herinneringen. Mooie jaren. In the frontoom. Waar zich alles afspeelde. Feesten werden gevierd, geoefend op de gitaar, geflirt en zelfs een dode (zus) opgebaard (a wake). ‘That old black magic‘ is inderdaad een klassiek liedje (van Harold Arlen & Johnny Mercer), dat Ray Davies energiek, hartverwarmend en sexy (!) brengt.
Wat delen we met elkaar? Herinneringen aan onze (warme) jeugd.
Laurie Anderson
Onlangs kwam ik er achter gekomen dat een dame die ik redelijk hoog heb zitten – Laurie Anderson – een nieuwe cd had uitgebracht. Ik heb er tot nu nog niets over in ‘de bladen’ gelezen. Weet inmiddels wel dat die cd de soundtrack is van een documentaire’ die ze heeft gemaakt. In september in première ging. En nog niet is verschenen op dvd, of in de Nederlandse bioscopen heeft gedraaid. Ook kan ik nog geen illegale download van die film vinden. Heart of a dog (Nonesuch 2015) gaat over dood. Drie doden om precies te zijn. Een goede vriend, haar moeder en Lolabelle; het hondje van Laurie Anderson. De cd gaat niet over een vierde dode, Lou Reed. Met wie zij de laatste jaren van zijn leven (want gestorven in 2013) was getrouwd. Wel sluit ome Lou de cd met een liedje af over het voorbijgaan van tijd.
Ze heeft het op ‘Heart of a dog’ over onze pilgrimage door de tijd.

Voordat ik drie tracks van ‘Heart of a dog’ liet horen moest ik een van mijn favoriete Laurie Anderson-tracks ‘opzetten’. Uit 1994 van de cd Bright red. In World without end mijmert ze over waar we vandaan komen en waar we naartoe (zullen) gaan. Ik geloof niet dat Laurie Anderson gelovig is in religieuze zin, maar weet wel dat ze nadenkt over grote thema’s als leven en dood. En weet dat pregnant, zeer pregnant onder woorden te brengen. Ze schrijft regels waar je een leven lang op kunt kauwen. Een soort aforisme. In ‘World without’ end gaat het om twee regels.
De eerste MOET elke bibliothecaris aanspreken:
When my father died we put him in the ground / When my father died it was like a whole library / burned down.
De tweede zin heeft een link met ‘Heart of a dog’:
East. / The edge of the world. / West. / Those who came before me.
Laurie Anderson vertelt op Heart of a dog over haar leven; en lepelt anekdotes op die ze met de drie genoemde doden heeft meegemaakt. Kleine ‘dingen’ die (in mijn ogen) een universeel karakter krijgen. Als eerste liet ik anderhalf minuut horen van track 4 (From the air) waarin ze verhaalt over een trip met haar hond Lolabelle, naar het hoogbebergte in het Westen van de States en hoe de New Yorkers omgingen met hun angst kort na 9/11. Maar dat ‘nummer’ begint met een zin, die in mijn ogen aansluit bij die zin over het Oosten en Westen; er als het ware een soort vervolg op is. Een zin waarover ze jarenlang heeft kunnen nadenken. Op kunnen kauwen. Hem aanscherpen. Een zin over waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. Het antwoord is redelijk eenvouding, simpel: we komen uit een grote leegte en gaan er later weer naar terug. Ze noemt Spinoza niet, maar het had gekund. De zinnen die ik bedoel gaan zo:
What are days for? / To wake us up. / To put between the endless nights. /
What are nights for? /To fall through time / Into another world.

Daarna kwam How to feel sad without being sad. Waarin ze verhaalt over haar hondje Lolabelle. Waar zij vandaan komt. Lolabelle is een terriër die gekocht werd door een echtpaar, dat op het punt van scheiden stond. Dus nam de man haar op zekere dag mee naar Canada. Op vakantie, in een kajak. Om na te denken over zijn leven. En dan komt de zin: And I think that’s where she learned the great skill of empathy.
Die zin bracht mij er mede toe om een avond lang met de Lezers van Stavast te praten over empathie. Klik hier voor dit (erg lang) artikel (Je kunt niet leven in de illusie dat we niet diep met elkaar verbonden zijn.). Empathie heeft ‘natuurlijk’ ook alles met het jaarthema te maken.
Tot slot van dit Laurie-rondje liet ik haar in A story about a story vertellen over een vervelend ongeluk uit haar jeugd en hoe ze dat pas veel later weer herbeleefde. En zich toen realiseerde dat ieder van ons weliswaar verhalen vertelt, maar telkens als je zo’n verhaal vertelt er toch iets verloren gaat of raakt. En juist de elementen die pijnlijk of beschamend zijn.
Wat delen we met elkaar? Wel: het feit dat we als mensen allemaal passanten zijn in dit theater. We komen ergens vandaan, en gaan later ergens anders naartoe.

Een rode draad?
Veel nummers die ik deze middag liet horen hebben met de dood te maken. Deze zomer reikte een vriend me een juweeltje aan. Geschreven door een zingende huisarts. Opgenomen in 2013 op zijn vijfde cd. Een onbekende artiest, maar hij heeft in zijn leven veel mooie songs geschreven. Check it out! Ben Bullington is de naam. In I’ve got to leave you now zingt hij over het feit dat hij dit leven binnenkort zal moeten verlaten. En hij hoopt in het vier keer gezongen refrein dat zijn zonen hem af en toe nog eens tegen zullen komen. Hem herinneren. Hij voert het beeld op van vier vrienden die op een mooie zomeravond op een veranda samen een sigaretje opsteken.
Our souls might mingle in the aftertorch / Like four friends smoking on a midnight porch /I’ve always loved you the best, I knew how / I’ve got to leave you now
Ook geeft hij zijn drie zoons wijze raad mee. Waardevol advies. Vooral dit couplet sprak me aan:
I hope you have real love, in your future
I hope you dance each month of may away
And also put your shoulder to a purpose
And leave this world a slighty better place
Zet je ergens voor in. Voor wat er toe doet en leave this world a slightly better place.
Wat delen we met elkaar? Nou, het feit dat we deel uitmaken van een familie en we allemaal op onze manier moeten proberen er het beste van te maken.

Schaamte
David Forman is al jarenlang een van mijn favoriete one hit-wonders. Alhoewel: hit? Zijn titelloze plaat uit 1976 is zeker geen verkoopsucces geweest. Voor zover mij bekend heeft hij daarna nooit meer een normale plaat uitgebracht. Maar die plaat uit 1976 is bijzonder. Alhoewel niet iedereen van zijn stem is gecharmeerd. Hij zingt af en toe als dat hoog zingende Gibb-broertje. Moet je van houden. Van die cd liet ik het topnummer horen: Winnsboro, Louisiana. Een trage piano ballad. Bewust traag, want hij herinnert zich een vakantie bij zijn ouders in Louisiana. Waar I remember how I wondered / Why the people talked so slow. De frase ‘I remember’ komt continue terug. Hij somt verschillende dingen uit die lange zomervakantie op het platteland op. Realiseert zich dat hij nooit meer terug kan: Thinking about Winnsboro / I know everything has changed / You know I miss that summer so / And I can’t go back again. Maar aan het eind komt de aap uit de mouw. Hij weet nu als redelijk oude man (zo rond de vijfentwintig, schat ik) dat er iets fout zat in die tijd. In die omgeving. But now that I’ve lived a longer time / I can see Winnsboro’s crimes / I remember, I was so young / It was easy to be blind. En wat waren die misdaden: racisme, slaafs behandelen van zwarte ondergeschikten. Die zich zeer nederig tegenover hem – die snotaap – opstelden, omdat hij de kleinzoon was van zijn grootouders.
Wat delen we met elkaar? Dat we ons als mens af en toe (moeten) schamen. Tegenover anderen.

Twee keer Wilhelmina
In Winnsboro, Louisiana zingt David Forman over Wilhelmina (who would mind the kitchen stove – het zwarte keukensloofje). Peter Hammill, een Engelse artiest die in zijn lange carrière tientallen platen heeft opgenomen (solo en met zijn groep Van der Graaf generator), zingt in 1974 in Wilhelmina een pasgeboren dochter van vrienden toe. Wilhelimina is overduidelijk een van haar doopnamen, want hij zingt haar toe als Willie. Willie what can I say to you. () You’ve come in a cruel world () I hope you’ll be allright. Een lange piano ballad voor en over een baby. Vele jaren later zal hij voor een van zijn eigen dochters nog zo’n soort nummer schrijven: ‘Sleep now’ op de cd And close as this (uit 1987). Wederom wijze raad. Alleen merk je in 1987 dat Hammill ouder en wijzer is geworden.
Sleep now: Another day in your young lives is done, Go to sleep now.
Tomorrow brave new worlds will surely come, And trouble deep;
You’re such a wonder, such a mystery to me.
Wat delen we met elkaar: We worden allemaal geboren en gaan een leven in waarin van alles kan gebeuren.

Een Nederlands liedje
Het gros van de liedjes was deze middag Engelstalig. Toeval. Lieven Tavernier leverde vorig jaar zijn beste song ooit geschreven af. Daarover kun je lekker steggelen: beste? Hoezo, hij heeft toch ook ‘De fanfare van honger en dorst’, ‘De Cuba’ of ‘Niet voorbij’ geschreven. Waar. Maar op dit moment denk ik dat zijn In Toscane zijn beste lied is. Lieven Tavernier is een in Nederland schromelijk onderkende singer-songwriter. Je kunt aan dit lied weer merken dat hij oud en wijs is geworden. Hoe hij in dit liedje een vrouw neerzet, die ooit bij hem wegliep. Naar het prachtige Toscane. Om daar ‘vrij’ te worden.
Denk jij in je hotel, aan je kamer in de Burgstraat,
aan de muur je tekeningen, de rode lakens op jouw bed?
En zeg mij hoe dat gaat, dat je niets hoeft uit te leggen,
dat je zomaar kan vertrekken, dat je niemand nodig hebt?
Hoe stel je ‘t daar nu in Toscane?
Voel jij je daar nu eindelijk vrij?
Ik kan het beter maar niet vragen:
‘Gaat het nu beter zonder mij?’
Wat delen we met elkaar? Als mens ben je ertoe veroordeeld om samen met anderen samen te leven. Laat de illusie los dat je ‘vrij’ kunt zijn. Aan de anderen (l’enfer c’est les autres) kunt ontsnappen.

Gretchen Peters
Twee jaar geleden liet ik ook al een nummer van deze Amerikaanse songwriter horen. Die pas op latere leeftijd haar songs zelf ging opnemen. Haar in 2012 verschenen Hello cruel world is haar absolute meesterwerk. Daarvan draaide ik in november 2013 ‘Idlewild’. Met daarin de vraag wie de baas is. Over zichzelf? Een lied dat in die tijd mede leidde tot het jaarthema van toen (Who’s in control?). En alhoewel haar vorig jaar verschenen Blackbirds ook niet verkeerd is, koos ik deze middag voor Five minutes. In exact vijf minuten zet ze een vrouw neer die het in het leven niet meezit. Haar dagen slijt in een luncheonette, als serveerster. Haar eerste liefde (een one night stand, blijkt iets verderop) heeft haar verlaten. Woont samen met haar zeventienjarige dochter Jessie. Die waarschijnlijk hetzelfde lot zal treffen. Een kleinood, in vijf minuten. Sterke regels. Geen woord te veel. Triest en op een wonderlijke manier troostrijk.
Wat delen we met elkaar? We maken allemaal onze fouten en moeten er mee leren wheelen en dealen. Er het beste van zien te maken. Ons leven bevat niet louter highlights. Berusten in je lot is ook een kunst.
Berusting, liefde
Een jaar eerder had diezelfde vriend een ander kleinood aangereikt. Van ene Daniel C. Boling. Op zijn ‘Sleeping dogs’ staan meer bijzondere songs, maar It’s his voice she hears is de ‘beste’. Hierin verhaalt hij over een vrouw die veertig jaar getrouwd is geweest. Een kinderloos echtpaar. En zij moet voortleven nu hij is gestorven en door zijn vrienden het huis is uitgedragen. It’s his voice she hears.
He’s still alive in her heart
Where he’s been all of these years
In her mind, every time there’s a sound
It’s his voice she hears
Wat delen we met elkaar? Liefde!

Een cryptisch lied
Diana Jones is in Nederland geen grote naam. Jammer, want ze is in mijn ogen een groot artiest. Songwriter én performer. Het lukt weinig singer-songwriters om solo een avond boeiend te houden. Diana Jones dweept een beetje met de sfeer van de Appalachen en the Carter family. Niet verkeerd. Op haar laatste cd (‘Museum of Appalachia recordings’) staan twee absolute topsongs: ‘Gold mine’ en Ohio. ‘Ohio’ is na tientallen luisterbeurten nog steeds een raadsel. Waar gaat deze song over? Overduidelijk over uithuwelijken. Ierland, Ohio en iemand die ongelukkig is. Maar is de hoofdpersoon een man; of vrouw. Pleegt iemand zelfmoord. En zo ja, wie en waarom. Diana Jones heeft er een zeer strakke ballad van gemaakt. Om onverklaarbare redenen vind ik dit de meest opmerkelijke regels. Doe er mee wat u wilt. Deze middagen zijn vooral bedoeld om u nieuwsgierig te maken naar nieuwe, andere namen. Het is zo jammer als u in de veronderstelling blijft leven dat de mooiste muziek in de Top 2000 staat!
Arrived in Dublin in the morning
I met a girl I did not know
She said you loved me more than all the world
And sorry to tell this sad news so

Een smartlap
George Jones is een van de beste zangers uit de country & western hoek. Een van zijn grootste hits is Walk through this world with me. Maar onlangs verscheen een versie die dat ‘origineel’ (niet echt, want George Jones zong nummers van anderen) verre overstijgt. Gespeeld en gezongen door een clubje oude mannen. Die al tientallen jaren rondlopen in de bluegrass scene. Virtuouze muzikanten; en sommigen gezegend met een goddelijke stem. The Seldom scene namen op ‘Long time’ veel classics opnieuw op. Het speelplezier spat er van af, maar als u wars bent van smartlappen (cliché teksten) en dit soort ‘banjo-muziek’ dan moet u dit nummer negeren. Maar anderzijds zit in juist dit nummer het antwoord op het jaarthema opgesloten. Wat delen we met elkaar? Wel: Walk through this world with me.

Natalie Merchant
Op mijn bucket list ontbreekt zij nog. Artiesten die ik ooit gezien wil hebben. Onlangs viste ik weer achter het net. Haar meesterwerk is wat mij betreft haar Leave your sleep uit 2010. Anderen noemen haar Tigerlily uit 1994. Onlangs door haar opnieuw opgenomen, met andere arrangementen en uitgebracht onder de titel ‘Paradise is there : the new Tigerlily recordings‘. Op ‘Leave your sleep’ hoor je een artiest die de kunst van het arrangeren verstaat. Ze heefrt voor deze plaat zesentwintig gedichten van redelijk onbekende dichters op muziek gezet. En voor elk nummer een arrangement gemaakt dat – in mijn oren – perfect aansluit bij de ‘toon’ van het gedicht.
Het hoogtepunt van deze cd is het eerste nummer Nursery rhyme of experience and innocence. Waarin de dichter een jongetje opvoert die in een havenstad een matroos vraagt van over zee voor hem geschenken (presents) mee te nemen. Hij wil daarvoor in ruil een penny en een abrikozenboom geven. Hij vraagt om een fez, een zwaard, parakiet en een trommel. De zeeman belooft dat te doen; hij hoeft er niets voor te hebben. Vervolgens vaart het schip weg. Drie jaar later komt een majestueus schip de haven ingevaren. De jongen staat klaar op de witte kade. Dan komt er iemand aanlopen en vraagt of hij het jongetje is dat bij de kade zou wachten? Ik heb voor jou die presents meegenomen. In het laatste couplet is de jongen verontwaardigd, boos. Waarom heb je voor mij kinderspeelgoed (toys) meegenomen; ik had om geschenken (presents) gevraagd. Een echte fez, zwaard, parakiet en trommel.
Een eenvoudig verhaal maar met een diepe boodschap. Natalie Merchant zegt het in het cd-boekje als volgt: “He believed that a poem didn’t need to be complicated or abstract in order to be complex”. Bull’s eye. In goede liedjes zitten meerdere lagen. Mijn analyse is dat de jongen groter is geworden. Er achter komt dat de wereld en andere mensen hem (soms) voor de gek zullen houden. Allemaal part of wat het betekent mens te zijn.
Op een nog abstracter niveau zou je de stelling kunnen verdedigen dat de mens(heid) nog in de fase van de presents zit. We ‘dromen’ als dat jongetje dat onze aarde ons continue ‘geschenken’ kan/zal blijven aandienen. Maar op zeker moment zullen we evenals dat jongetje ouder worden en wijzer (moeten) worden. Ervaring opdoen, onwetendheid,onnozelheid achter ons laten.

Twee liedjes van Townes – ‘… a nice little song’
Townes van Zandt mag niet ontbreken. Reken hem tot de grootste artisten die ooit heeft geleefd. Is bij het grote publiek niet bekend. Staat uiteraard niet in de Top 2000. Heeft tientallen prachtige liedjes geschreven (qua melodie en tekst). Kort na zijn dood (op 1-1-1997) verscheen een tribute cd met de (ere)titel: Poet. Dichter. De laatste jaren zie ik dat zijn nummers door steeds meer artiesten worden gecoverd.
Rumer, de Brits-Pakistaanse zangeres, nam op haar cover album Boys don’t cry een nummer van Townes op: Flyin’ shoes. Hij schreef het nummer in 1978 voor de gelijknamige plaat. Het is een nummer over vliegschoenen. Schoenen waarmee je weg kunt vliegen. Ontsnappen aan de ellende om je heen. Hij kreeg de inspiratie voor dit nummer toen hij zich realiseerde dat bij de Battle of Franklin (1864, Amerikaanse Burgeroorlog) veel soldaten na de slag op het veld gewond achter bleven. Left to die. En wat er door die mannen moet zijn heengegaan. Geef me een stel schoenen om aan deze ellende te ontsnappen! Townes overstijgt dit verhaal en maakt er iets universeels van. Bij Rumer wordt het een piano ballad. Prachtig gezongen, à la Karen Carpenter.
Daarna liet ik Tower song horen. Van zijn bekendste en beroemdste plaat: Live at the Old Quarter, Houston, Texas. Uitgebracht in 1977. Opnames gemaakt in 1973, in een klein zaaltje waar buiten de vrachtwagens voorbij denderen. Hij schreef het liedje al in 1968. Een van zijn eerste songs. Een lied over dood en jezelf realiseren dat we hier slechts tijdelijk zijn. En het zo over kan zijn. Kernzin: You build your tower strong and tall, can’t you see it’s got to fall someday.
Ik koos voor deze opname omdat je daardoor een perfect beeld krijgt van hoe Townes als performer was. Enkele inleidende woorden, een flauwe mop en dan een zingende man met gitaar. Nog steeds verbaas ik me over de meest eufemistische woorden die ik een artiest ooit heb horen uitspreken over zijn of haar eigen werk. In zijn inleiding merkt hij op dat hij “… a nice little song” gaat zingen.

We trokken samen op
Allan Taylor is in Nederland slechts bij een handjevol folkfanaten bekend. Deze Engelse folkartiest is in Duitsland wel een grote naam. Zijn cd’s worden op het Duitse kwaliteitslabel Stockfisch uitgebracht. Zo ook ‘All is one’ uit 2012. Van die cd liet ik de track We stood as one horen. Niet alleen omdat het perfect bij het jaarthema past, maar ook omdat het een van zijn beste tracks is. Met een universele uitstraling. Alhoewel ik me in de verzuchting dat het toch wel erg ‘zoet’ en ‘gelikt’ klinkt kan vinden. Het refrein is alleszeggend; stel je voor dat je dit op zeker moment kunt, mag, moet, durft uit te spreken:
When our time is come around,
And all is passed and gone
Let us hope that we can say
We stood as one
Bob Dylan
Voor de tweede jaargang van ‘This magic moment’ benaderde ik de eigenaar van de enig overgebleven muziekzaak in Oss. Toen ik in zijn kiosk binnenstapte herkende hij me meteen, en merkte op dat ik die meneer was van de bieb en Bob Dylan. Hij had enige jaren daarvoor meegedaan aan enkele door de bibliotheek georganiseerde muziekquizzen. En daaraan de indruk overgehouden dat ‘alle’ vragen over Dylan gingen. Uiteraard heb ik ‘iets’ met Bob Dylan. Wie niet? Hij is een van de grootste nog levende muzieklegendes. Die nog steeds relevant is. Vorig jaar verscheen het meesterlijke Shadows in the night. Maar deze middag wilde ik (weer eens) een van zijn meest onderschatte nummers naar voren halen. Een nummer dat in mijn persoonlijke top vijf van beste Dylan-songs thuishoort: ‘Cross the Green Mountain. Een song die hij op verzoek van mediamagnaat Ted Turner schreef. Die een speelfilm liet maken over de Amerikaanse Burgeroorlog: Gods and generals. Dylan schreef daarvoor een lang nummer (twaalf coupletten, geen refrein, acht minuten), dat uiteindelijk terecht kwam aan het eind van die film. Tijdens de aftiteling werd ongeveer de helft gebruikt.
Hij nam dit nummer in 2002 op. In juli. Op één dag. Het is een mars; iemand wordt naar zijn graf gedragen. Zo’n ritme. Naast een trommel hoor je een gitaar en viool. En Dylan die zeer helder zingt. Ergens aan het eind van dit ‘liedje’ zet de gitarist een akkoord extra aan; het moment dat de kogel inslaat. Bij de hoofdpersoon van de film, generaal Thomas Jonathan ‘Stonewall’ Jackson. Die vocht voor de zuidelijke troepen, die opkwamen voor hun recht om zelf te bepalen wat ze in hun staat wilden doen. Een rechtschapen man. Diep gelovig. Die keihard was in zijn werk. Geen onderscheid maakte. Hard optrad als het moest, maar tegelijkertijd veel compassie voelde voor zijn manschappen en eigenlijk ook voor zijn tegenstander. Een man die leefde naar hoogstaande waarden.

‘Cross the Green Mountain is kortom een lied over waarden (en deugden). Hoe je in het leven zou kunnen staan. En daarnaar te handelen. In het liedje gaat het amper over deze Stonewall Jackson. Er wordt wel iemand doodgeschoten (door zijn eigen troepen, zoals bij Stonewall), maar dit incident maakt deel uit van een veel groter verhaal. Waarin Dylan het heeft over rechtschapen mannen die weten dat ze op bepaalde momenten op moeten staan of opkomen voor bepaalde values. Die zichzelf op zo’n moment als het ware wegcijferen, opofferen voor a greater good. In de film wordt geweld en oorlog en ellende niet verheerlijkt, maar wel het feit dat je soms op moet staan.
Enter Barack Obama
In de tijd dat ik dit liedje leerde kennen kwam Barack Obama op. Hij won de voorverkiezingen en later de landelijke presidentsverkieizingen. En toen hij op dinsdag 20 januari 2009 zijn inauguratietoepsraak uitsprak, maakte ik direct een klik met dit – toen al door mij grijs’gedraaide’ – liedje. Nu zeven jaar later is er weinig terecht gekomen van die mooie woorden die hij toen uitsprak. Ik vermoed dat dit niet zo zeer aan hem lag, maar meer aan de omstandigheden. Maar los daarvan blijven die woorden staan.
Our challenges may be new. The instruments with which we meet them may be new. But those values upon which our success depends — hard work and honesty, courage and fair play, tolerance and curiosity, loyalty and patriotism — these things are old. These things are true. They have been the quiet force of progress throughout our history. What is demanded then is a return to these truths. What is required of us now is a new era of responsibility — a recognition, on the part of every American, that we have duties to ourselves, our nation, and the world, duties that we do not grudgingly accept but rather seize gladly, firm in the knowledge that there is nothing so satisfying to the spirit, so defining of our character, than giving our all to a difficult task.
This is the price and the promise of citizenship.

‘Cross the Green Mountain
Enkele regels die hierbij aansluiten:
The world is old, the world is great
Lessons of life, can’t be learned in a day
I watch and I wait and I listen while I stand
To the music that comes from a far better land ()
It’s the last day’s last hour of the last happy year
I feel that the unknown, the world is so dear
Pride will vanish and glory will rot
But virtue lives and cannot be forgot ()
The bells of evening have rung
There’s blasphemy on the end of the tongue
Let them say that I walked in fair nature’s light
And that I was loyal to truth and to right
Wat delen we met elkaar? Wel: Let them say that I walked in fair nature’s light, and that I was loyal to truth and to right

Allen Toussaint
Helaas kwamen we hier niet meer aan toe. Een van de meest door mij betreurde muzikale doden van 2015. Ik had hem in het voorjaar van 2014 nog gezien. Met zijn kleurige jas. In Paradiso. Een man en een piano. En een hele lange reeks bekende nummers. Jammer was alleen dat hij toen niet deed, wat hij drie jaar eerder wel had gedaan: een lange versie ten beste geven van zijn mooiste liedje. Op ‘Songbook’ stond een lange live versie van Southern nights. Een liedje van zijn beste, gelijknamige plaat uit 1975. In de live versie speelt hij dit liedje en vertelt er uitvoerig omheen en ondertussen tovert hij allerlei sferen uit zijn piano. Die daar natuurlijk perfect bij passen. Die lange versie had ik willen laten horen. Waarom? Omdat in mijn ogen een belangrijk aspect van ons jaarthema in dit ‘Southern nights’ ligt opgesloten.
Ons realiseren waar we vandaan komen (een gezin, familie) en waar we ondanks alles altijd mee verbonden blijven. Dat er voor ieder van ons meestal warme herinneringen zijn. Episodes, anekdotes uit je kinderjaren die later nog steeds betekenis hebben of weer krijgen.
Alle tracks met verwijzingen naar andere bronnen
The Drifters. This magic moment (1959). slideshare
Cd: All time greatest hits & more : 1959-1965 (1988)
Tom Russell. The last running & I talk to God (2015) slideshare
Cd: The Rose of Roscrae (2015)
Artikel: Gesamtkunstwerk – Teeny Tiny Tony, the world’s smallest pony (september 2015)
Ray Davies. That old black magic (1997) slideshare
Cd: The storyteller (1998)
Laurie Anderson. World without end (1994) slideshare
Cd: Bright red (1994)
Laurie Anderson. From the air & How to feel sad without being sad & A story about a story (2015)
Artikel: Empathie – Je kunt niet leven in de illusie dat we niet diep met elkaar verbonden zijn (december 2015)
Cd: Heart of a dog (2015)
Ben Bullington. I’ve got to leave you now (2013) slideshare
Cd: Ben Bullington (2013)
Artikel: Begrafenisliedje – I’ve got to leave you now (juli 2015)
David Forman. Winnsboro, Louisiana (1976) slideshare
Cd: David Forman (1976)
Artikel: Empathie in drie liedjes (juli 2013)
Peter Hammill. Wilhelmina (1974) slideshare
Cd: The silent corner & the empty stage (1974)
Lieven Tavernier. In Toscane (2014) slideshare
Cd: Wintergras (2014)
Artikel: Lieven Tavernier: We kunnen u niet beloven dat het elke dag feest zal zijn (december 2014)
Gretchen Peters. Five minutes (2012) slideshare
Cd: Hello cruel world (2012)
Daniel C. Boling. It’s his voice she hears (2013) slideshare
Cd: Sleeping dogs (2013)
Artikel: Begrafenisliedje – I’ve got to leave you now (juli 2015)
Diana Jones. Ohio (2014) slideshare
Cd: Museum of Appalachia recordings (2014)
Seldom scene. Walk through this world with me (2014) slideshare
Cd: Long time (2014)
Natalie Merchant. Nursery rhyme of experince and innocence (2010) slideshare
Cd: Leave your sleep (2010)
Artikel: Leave your sleep (juni 2010)
Rumer. Flyin’ shoes (2013) slideshare
Cd: Boys don’t cry (2013)
Artikel: M, N, O of P (juli 2012)
Townes van Zandt. Tower song (1973)
Cd: Live at the Old Quarter, Houston, Texas (1977)
Artikel: Begrafenisliedje – You built your tower strong and tall / Can’t you see it’s got to fall some day (augustus 2013)
Allan Taylor. We stood as one (2013) slideshare
Cd: All is one (2013)
Artikel: Troostrijk? – All I ask of you / is forever to remember me / as loving you (mei 2014)
Bob Dylan. ‘Cross the Green Mountain (2002) slideshare
Cd: Tell tale signs (the bootleg series : volume 8) (2008) en Saw the changing of his world (februari 2014)
Artikel: Tell tale signs (november 2008)
Allen Toussaint. Southern nights (2013) slideshare
Cd: Songbook (2013)
Artikel: Southern nights – It was wonderful because I knew that everything that was important in the whole world was on this porch. (mei 2014)
Meer informatie
Here we are now, entertain us (zestig jaar muziek) (juli 2015)
Begrafenismuziek (oktober 2006 – …)
Citaat 321 (maandag 4 januari 2016)
Homepage Citaten 2016