Enkele dagen voordat ik tijdens onze lockdown The Letter for the King zag, herlas ik in één (relatief korte) ruk De Brief voor de Koning van Tonke Dragt. Daartoe aangespoord door alle artikelen die ik van tevoren over deze Netflix-serie las. De kern daarvan was dat er van het boek weinig overbleef. Binnen het genre Fantasy niet slecht was, maar er ook niet boven uit sprong.

Verbazing
Na vijf avonden kijken (aflevering 5 en 6 op één avond; om er vanaf te zijn) blijf ik verbaasd achter. Vraag me serieus af waarom zoveel mensen zwelgen in dit soort fantasy-achtige tv-series. Bijvoorbeeld Game of Thrones, waar The Letter for the King zo vaak mee wordt vergeleken.
Onbegrijpelijk dat mensen naar dit soort onzin kunnen kijken. Een wereld waarin om de haverklap dingen gebeuren die domweg niet kunnen. Series waarin op kritieke momenten helden (en ‘boeven’) dingen doen die – nogmaals – níet kunnen. Over krachten beschikken die domweg niet bestaan. Over vaardigheden beschikken die onmenselijk zijn.
‘Maar’, zullen fantasy-liefhebbers uitroepen, ‘het zijn in dit soort series ook geen normale mensen’. En binnen een verhaal moet je mee kunnen gaan in het … tja, verhaal.
Daar valt iets voor te zegegn. Binnen een verhaal, film, boek of strip kan écht alles. Mensen geloven alles als het in een verhaal zit. Mits …

Geloofwaardig?
In het boek De Brief voor de Koning is Tiuri, de hoofdpersoon, volstrekt geloofwaardig. Ook als hij dingen doet die je een gemiddelde jongeman van zestien niet ziet doen. Maar binnen het boek geloof je als lezer dat het kan. En is het geloofwaardig dat zijn opdracht goed afloopt. Hij is een normale jongen, die iets bijzonders tot stand brengt.
Binnen de tv-verfilming is dat in het geheel niet het geval. Niet alleen hebben bijna alle firguren die binnen het boek figureren een heel andere rol, positie, ‘karakter’ en gedrevenheid gekregen.
Maar van Tiuri blijft in wezen ook niet veel overeind. Uiteindelijk bezorgt hij de bewuste brief wel bij de koning, maar bijna alle uitdagingen die hij moest overwinnen zijn in de film heel anders geworden. Hij rijdt nog wel steeds op een magisch paard rond (Ardanwen); maar dat beest wordt steeds onwaarschijnlijker naarmate zijn reis vordert.
Platte karakters
De grootste fout die de filmmakers volgens mij gemaakt hebben is dat alle karakters zo plat als een dubbeltje zijn. In het boek kun je als lezer je inleven in wat Tiuri allemaal op zijn bord krijgt, en begrijp je dat de jongen in de loop van de tijd als het ware groeit. Zich ontwikkelt. Snap je dat hij voorbestemd was om een échte ridder te worden. In de speelfilm zit qua karakterontwikkeling niets. Van het ene op het andere moment komt er een meisje voorbij dat zomaar over magische krachten beschikt. Onduidelijk blijft waarom dat zo is.

The Lord of the Rings
Natuurlijk wordt in de artikelen die ik las ook verwezen naar In de Ban van de Ring. Terecht, denk ik. Dat boek en die film behoren ook tot het fantasy-genre. Sterker: zijn klassiekers. Die velen hebben geïnspireerd.
Beiden heb ik meerdere keren gelezen én gezien. Maar hier ben je als nuchter mens wel geneigd mee te gaan in het verhaal. Ook als er dingen gebeuren die niet kunnen, er wezens voorbij komen die niet bestaan et cetera.
In Tolkiens boek én ‘zijn’ verfilmingen leef je met echte ‘mensen’ mee. En neem je alle humbo jumbo, poespas of hoe je wilt noemen, voor lief. Erger je niet aan alle Deus ex machina die voorbijkomt. En doe je dat wel als die platte karakters uit The Letter for the King dingen doen die niet kunnen. Zomaar uit de lucht komen vallen. Ongeloofwaardig zijn binnen het verhaal dat zich tot dan toe afspeelt. Om de haverklap magische dingen om deze of gene te helpen, dan wel Tiuri te dwarsbomen. Natuurlijk doen de filmmakers pogingen om hun helden geloofwaardiger te maken, maar iedereen ziet dat het er bijgesleept is.
Uiteraard zit er een cliffhanger in de Netflixserie. Ik vermoed dat ze het vervolg Geheimen van het Wilde Woud ook nog willen gaan verfilmen. Prima; moeten ze vooral doen. Maar ook die serie zal niets met het klassieke boek van Tonke Dragt uit 1965 te maken hebben.
Mijn advies zou zijn om die boeken te lezen, en de film(s) te skippen. Of andersom. Kijk naar deze Netflix-serie als een van de vele fantasy-films die er zijn; en ontdek zelf waarom het binnen het genre geen toppertje is.

Verstoppertje spelen
Op zeker moment is Tiuri in het boek aan zijn queeste begonnen. Begrijpt de lezer inmiddels dat er niets anders opzit. Hij móet die brief naar de koning gaan brengen. Die onbekende ridder is daarvoor niet voor niets vermoord. Tiuri begrijpt als zestienjarige knul (ridder in wording) dat de tijd van spelen voorbij is. Hij moet nu écht aan de bak, en alert zijn op boze krachten; die vermaledijde Rode Ridders. Dus gaat hij op weg en mijdt de normale wegen.
En dan keert hij als het ware terug naar zijn jeugd, waarin hij zoals iedereen wel eens verstoppertje speelde. Zich in bosjes aan de zijkant van de weg verborgen hield voor degene die hem moest zoeken. Een heerlijk gevoel, dat iedereen herkent. “Achtennegentig, negenennegetig, honderd, ik kom” En dan de sport om zo lang mogelijk ongezien te blijven, en op zeker moment je zelf vrij te buuten.
Enkele ogenblikken later was hij weer overeind en zette zijn tocht voort. Het water en brood hadden hem goed gedaan, al zou hij best nog wat lusten. Een tijd lang ging hij evenwijdig aan de weg, soms rijdend, soms lopend, al naar gelang van het terrein. Soms was hij vlakbij de weg en dan keek hij er verlangend naar. ‘Daar zou ik veel vlugger vooruit komen!’ Het leek hem echter onverstandig dat te doen, vooral toen hij later op de dag verschillende mensen langs zag komen, houthakkers met bijlen en ook ruiters te paard. Er waren geen mensen bij die vijanden schenen, maar ze zouden hem kunnen zien en het aan vijanden vertellen. (pagina 40 in de dertiende druk uit 1994)
Die scène zit dus niet in de verfilming. Eeuwig zonde.
Citaat 642 (donderdag 26 maart 2020)
Homepage Citaten 2020