Aan deze kant van de zee is vrij vertaald de titel van de zesde cd van de Italiaanse stationschef annex singer-songwriter Gianmaria Testa. In februari 2008 toerde hij twee weken door Nederland en België. Na een optreden in het programma Vrije geluiden van (de ook om zijn kleding bekend staande) Hans Flupsen stroomden de zalen vol. Zijn doorbraak is inmiddels een feit.
De questa parte del mare
Tijdens het concert op zondagmiddag 24 februari (2008) in de “middelste” zaal van Chassé in Breda werd duidelijk dat er een link is met twee cd’s die op deze plek eerder naar voren werden gehaald. Op de hoes van Da questa parte del mare (uit 2006) zien we een stel reizigers, bepakt en gezakt op weg, langs een water. Reizigers die staan voor emigranten die hun land om wat voor reden dan ook hebben verlaten. In Breda noemde hij Noord-Afrika en Koerdistan maar de lijst is veel langer. Gianmaria realiseerde zich als Italiaan én als stationschef (die vele culturen aan zich voorbij zag komen) én als mens dat dit drama niet alleen van deze, onze tijd is maar van alle tijden. Hij denkt als Italiaan terug aan de miljoenen landgenoten die de afgelopen lange eeuw Italië hebben verlaten en als economisch vluchteling zijn vertrokken. Vaak was de Verenigde Staten van Amerika de eindbestemming. Een land dat nog steeds een goede naam heeft als het gaat om het opvangen van berooide mensen uit andere landen. Hij schaamt zich voor zijn land dat zich momenteel racistisch en afwerend opstelt richting economische en andere vluchtelingen. Een situatie die leidt tot ongelukken zoals hij in Una barca scura bezingt. Een schaamte die zeer herkenbaar is voor een publiek vol goed doorvoede en welgestelde mensen uit Breda en de rest van Nederland.
In de collectie van BasisBibliotheek Maasland zijn vier van zijn (zes) cd’s opgenomen. De beste introductie blijft zijn Il valzer di un giorno of La valse d’un jour (op z’n Frans). Eind 2007 werd ook zijn Lampo uit 1998 opnieuw uitgebracht.
In Elsevier van 23 februari 2008 staat een artikel van Sjaak Roodenburg onder de kop Ik schrik nu van Italië. De inleiding gaat als volgt: Na een kwarteeuw werk als stationschef ontpopt Gianmaria Testa zich met zijn stem van schuurpapier als opvolger van Paolo Conte.In dit lezenswaardige artikel verwijst de schrijver, zeer verrassend/maar terecht, naar Jimmi Rodgers. Eén van de grondleggers van de country & Western (én folk) die veel zong over mensen die op en om het spoor werken. The singing brakeman was diens bijnaam. Klik hier voor meer infomatie over Jimmie Rodgers.
Io parto per l’America
Het verhaal rondom deze plaat begint begin jaren tachtig in Oostelbeers (in de Kempen, ver onder Eindhoven). Daar woonde Sjef. Sjef had een goede baan bij Philips (iets creatiefs met beurzen). Hij verdiende zo goed dat hij twee dagen per week tijd en geld overhield voor zijn echte hobby: muziek en poëzie. Hij huldigde de mening dat auto’s zijn gebouwd om buiten te wonen. Daarom kon hij zijn grote garage inrichten als platenuitleenzaak. ‘s Avonds en in de weekenden kon je daar voor een habbekrats langspeelplaten lenen.
Er was echter één bezwaar aan zijn zaak. Maar elk nadeel hep zijn voordeel. Sjef zette in zijn platenuitleenzaak alleen platen neer waar hij iets mee had. De waan-van-de- dag- muziek (zeg maar de top 100) ontbrak in zijn collectie. Sterker. Veel platen zeiden ons niets. Maar dat was ook zijn bedoeling. Hij wilde “goede” muziek onder de mensen brengen. Je ging dus niet naar Sjef toe om een bepaalde lp te lenen. Nee, je ging naar Sjef om een lp te zoeken die je wilde leren kennen.
Op zekere dag nam ik Les chants des émigrants Italiens mee naar huis. Een onbekend label, onbekende namen en onzeker wat er voor soort muziek op zou staan. Toch maar eens uitproberen. Liederen van Italianen die in het verleden hun land moesten verlaten (armoede – economische vluchtelingen avant la lettre). Weemoedige liedjes over het verlaten van la bella Italia, aankomst in Amerika, heimwee en dat soort dingen. Het bijzondere zat hem slechts in een vijftal liedjes. Daniella Fava (proef die naam) zong ze. En dat gaf de doorslag. Een meisje met een onschuldige stem (pas 18 jaar oud). Eind 1998 stond op de nieuwslijst van de Centrale diskotheek Rotterdam een titel die leek op die toenmalige lp. Bestellen en hopen dat het die lp zou zijn. Inderdaad. Luister vooral naar Io parto per l ‘America en Quando l’alber comincia a fiorire. (wat zoiets betekent als Als de bomen gaan bloeien).
Sjef kun je in het wild op zaterdag in de binnenstad van Eindhoven op de markt ontmoeten: hij staat er met een bus vol poëzie en 2e hands langspeelplaten.

Ein stolzes Schiff
Op de cd Volkslieder III van de Duitse folkgroep Zupfgeigenhansel uit 1978 staat een nummer dat over hetzelfde thema gaat. Maar hier zijn het arme Duitsers die de Heimat verlaten en per schip naar Amerika vertrekken. Om daar het geluk te vinden dat ze in het berooide vaderland niet konden vinden. Het lied heet Ein stolzes Schiff, en dat trotse schip is een prima meezinger. Dat fier en met de borst vooruit door de twee mannen van Zupfgeigenhansel (Thomas Friz & Erich Schmeckenbecher) wordt gezongen.
De plaat heeft als ondertitel Im Krug zum grünen Kranze en dateert uit 1978. Een periode in de (muziek)geschiedenis toen veel linkse Nederlanders het idee of vooroordeel koesterden dat alle Duitsers na de oorlog nog steeds fout waren. Dat er geen maatschappijkritische liedjes werden opgenomen en er in Duitsland alleen Schlagers werden gezongen. In de collectie van BasisBibliotheek Maasland zijn zeven cd’s van deze groep opgenomen. De groep viel in het midden van de jaren tachtig uit elkaar. Hun oeuvre heeft iets tijdloos en blijft een prima introductie tot maatschappijkritische liedjes. Ze hebben een soort Woody Guthrie-achtige allure, maar dan Duitstalig.
Volkslieder III : Im Krug zum grünen Kranze (1978)
Op deze plaat sluit Eein stolzes Schiff naadloos aan bij Gianmaria Testa en de hierboven aangestipte liedjes van de Italiaanse emigranten (economisch vluchtelingen avant la lettre).
Ein stolzes Schiff streicht einsam durch die Wellen
und führt uns unsre deutschen Brüder fort.
Die Fahne weht, die weißen Segel schwellen –
Amerika ist ihr Bestimmungsort.
Seht, auf dem Verdeck sie stehen.
sich noch einmal umzusehen,
ins Vaterland, ins heimatliche Grün,
seht, wie sie übers große Weltmeer ziehen.

Volkslieder I (1976)

Volkslieder II (1977)
Tip: Mein Vater wird gesucht én Mein Michel

Jiddische Lieder (1979)
Duitsers zingen Joodse liedjes ruim dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog. Mag dat zo maar? Ja, mits integer. Bevat eigenlijk alleen maar hoogtepunten.

Miteinander (1982)
Een zeer toegankelijke plaat met leuke “deunen”. Gerard van Maasakkers kende en volgde deze groep ook. Tip: Wann in mein grünes Haus ich wiederkehr, Woher soll das Brot für Morgen kommen én Herbstlied/Bunt sind schon die Wälder.

Andre, die das Land so sehr nicht liebten (1985)
Centraal staat hier de dichter Theodor Kramer. De titel komt uit een gedicht waarin hij zijn medeburgers verwijt achter Hitler te zijn aangelopen. Hitler vernietigde Duitsers die anders dachten. Theodor Kramer is een patriot die juist de aanhangers van het nazi-regime verwijt dat zij géén Duitsers zijn. Kramer vluchtte naar Engeland en overleefde de oorlog.Keine Nacht hab ich seither geschlafenund es ist mir mehr als weh zu Mut
(zaterdag 25 februari 2006)