In de laatste januariweek van 2009 keek columnist Michaël Zeeman onder de kop Onbeschaamd moralistisch nog een keer terug op de inauguratie van Barack Obama. In datzelfde weekend verschenen in uiteenlopende kranten artikelen die ogenschijnlijk niets, maar eigenlijk toch allen met elkaar samenhangen. Hieronder een aantal citaten.
Michaël Zeeman
In NRC Handelsblad legde commentator Marc Chavannes zaterdag een eerste lijstje aan van wat er nu al van de nieuwe Amerikaanse president geleerd kan worden. Het was een sympathiek stuk, waarin naast de bekende thema’s van helderheid in de bestuurlijke besluitvorming en de noodzaak zich te verantwoorden voor de aard van dat bestuur, de aanbevelingen opvielen het folkloristisch mopperen te vervangen door welsprekendheid en opnieuw vast te stellen wat publieke taken zijn.
‘Het legitieme doel van iedere regering is voor een gemeenschap van mensen die dingen te doen die gedaan moeten worden en die door de individuen waaruit zij bestaat niet, of niet zo goed, kunnen worden gedaan.’ Die woorden zijn van Abraham Lincoln; in een van de talrijke interviews die Obama gaf, kwamen zij nagenoeg letterlijk terug. Het erin ontvouwde inzicht is het begin van alle politieke reflectie – en het is het bizarre gevolg van twee decennia mismoedig uithollen van het openbaar bestuur dat het opnieuw onder de aandacht moet worden gebracht.
Behalve bezorgd en fit, was Obama’s inaugurale toespraak ook danig moralistisch. Dat kwam hem op reprimandes te staan van Nederlandse commentatoren, die hun eigen gerieflijke tevredenheid steevast verkiezen boven benul. () Op mij kwamen hele alinea’s over als citaten om op het bureaublad van je computer te kopiëren. Want morele strengheid is het onontkoombare uitgangspunt van helder en verantwoordelijk bestuur. Daarmee sjoemelen is ‘kinderachtig’ – en wat is het laf om de zedelijke moed dat zo te benoemen af te doen als een kwestie van geld of het ontbreken van echobare kreten.
Bron: De Volkskrant van zaterdag 29 januari 2009 (auteur: Michaël Zeeman)
Einde van het Gucci-kapitalisme
Op zaterdag 31 januari plaatste NRC Handelsblad een interview met econoom Noreena Hertz. De inleiding van auteur Roel Janssen was als volgt:
De wereld is getuige van een crisis zonder weerga. Maar het wordt nog erger. Want de crisis met de consumentenkredieten moet nog beginnen en zal dramatische gevolgen hebben.
Had u dit in uw somberste scenario voorzien?
Ik had een geleidelijke verschuiving verwacht, in plaats van deze ‘schoktherapie’. We maken nu het einde mee van het ‘Gucci-kapitalisme’. Een periode waarin de markt, zelfregulering, eigenbelang, hebzucht en consumentisme de boventoon voerden. Dit is de eerste grote crisis van de globalisering.
Wat bedoelt u daarmee?
De onderlinge verwevenheid van de wereld is in volle hevigheid zichtbaar geworden. Voor het eerst is sprake van een crisis waarbij we allemaal verliezen. Daarom moeten we er bij de oplossing rekening mee houden dat we er samen uitkomen of samen ten onder gaan. Er zijn wereldwijde oplossingen nodig. Ik verwacht ook dat de wereld er straks fundamenteel anders zal uitzien.
Hoezo? Er is toch geen discussie over de inrichting van de economische toekomst op gang gekomen?
De mensen zijn boos op de bankiers. Ze ergeren zich aan de exorbitant hoge salarissen van bestuurders. De toegenomen ongelijkheid van het systeem is zichtbaar geworden, mensen zijn er slechter aan toe dan ze waren en daar zijn ze boos over. Deze woede richt zich tegen alle bestuurders die niet handelen in het belang van de bevolking. En ook tegen overheden of politieke partijen die er voor kiezen het bedrijfsleven te steunen in plaats van het publiek. De mensen willen dat de overheid hun kant kiest, niet die van big business.
() Dus mensen moeten meer kopen? (om uit de problemen te komen)
Er zit een tegenstrijdigheid tussen enerzijds de aanmoediging om mensen meer te laten besteden en anderzijds het gevaar dat mensen zich hierdoor dieper in de schulden steken. Mensen kunnen niet op hetzelfde niveau blijven consumeren als in het verleden. De platte nadruk op ‘uitgeven, uitgeven. uitgeven’ is onverantwoordelijk. Je moet zorgen voor een verschuiving van wegwerpconsumentisme naar de aanschaf van duurzame groene producten.
Dat vraagt om meer overheidssturing
Mensen luisteren niet als de overheid zegt wat ze moeten kopen, maar de overheid kan wel iets doen door met belastingen het consumentengedrag te beïnvloeden. Bijvoorbeeld door de prijs van benzineslurpende auto’s hoger te maken dan van energie-efficiënte auto’s. Aan de andere kant ben ik beducht voor protectionistische campagnes als Buy British of Buy American van overheden.
Kritiek op internationale handel is toch een speerpunt van de andersglobalisten? (tot welk kamp Noreena Hertz wordt gerekend)
Ik beschouw mijzelf als een wereldburger. Ik heb begrip voor de wens van mensen om elkaar te helpen, maar ik ben bang dat het kopen van voedsel van lokale boeren ten koste gaat van de boeren in Kenia. Emotioneel begrijp ik het wel, maar het afschermen van de markt is niet goed als het ten koste gaat van de Kenianen.
Bron: NRC Handelsblad van zaterdag 31 januari 2009
Verplicht vak gelukskunde
Op het Eijkenhagencollege in Landgraaf (1800 leerlingen) is gelukskunde een verplicht vak. In de rubriek Het verhaal van laten Santje Kramer en Jacqueline Hoefnagels docent Theo Wismans aan het woord. Uit dat artikel enkele citaten:
Ook in Londen en Heidelberg worden lessen in geluk gegeven op middelbare scholen. Wij krijgen enthousiaste mails van scholen uit het hele land die zeer geïnteresseerd zijn in onze lesmethode. De docenten staan te trappelen om ook geluksdocent te worden. Nu deze week bij Malmberg een lesboek is verschenen, is de methode beschikbaar voor iedereen. En dat is fijn in economisch slechte tijden.
Een van de lessen bestaat eruit dat de leerlingen op zoek gaan naar hun eigen X-factor. Wat is hun talent, wat zijn hun goede eigenschappen, wat maakt hen aantrekkelijk? Hoe zien ze zichzelf het liefst? De afspraak is dat iedereen elkaar respecteert, er worden geen flauwe opmerkingen gemaakt, terwijl complimentjes uitdelen wordt toegejuicht. Als iedereen zich verkleed en opgemaakt heeft, lopen we het bos in en maak ik foto’s voor op de website van de school. Zo ontdekken ze dat er over iedereen iets leuks te melden is.
De foto’s bieden aanknopingspunten voor gesprekken over dromen, schaamte, onzekerheid, pesten en spanning. Pubers zijn bij uitstek gevoelig voor groepsdruk en verliezen hun eigen ‘ik’ nogal eens onderweg. Intussen worden we overspoeld door beelden van mooie, succesvolle mensen met goed gevulde portemonnees en dat leidt tot jaloezie, onzekerheid en een slecht zelfbeeld.
De crux van gelukskunde is dat als een leerling lekker in zijn vel zit, hij ook beter presteert op school. ()
Onderschat niet de belasting die de crisis de mensen geeft. Vroeger gingen ze naar de priester om te praten over hun angsten, daar moet iets voor in de plaats komen. De crisis kan mij niet in een neerwaartse spiraal brengen, ik hoef heus niet met een nieuwe auto naar Eurodisney voor mijn geluk. Ik vind geluk om de hoek, in simpele dingen, een goed gesprek, een wandeling met de honden.
() Samen met collega Sabine Scholtes en schrijfster/psycholoog Pieternel Dijkstra hebben Thijs Seeverens en ik het lesboek Gelukskunde gemaakt in opdracht van uitgeverij Malmberg.
Bron: NRC Handelblad van zaterdag 31 januari 2009 (artikel: Zie mij gerust als een moderne pastoor: het verhaal van docent Theo Wismans over het nut van het verplichte vak gelukskunde)
Klik hier voor meer informatie over het vak gelukskunde
Wat zijn de klimaatactivisten goed geluimd
Op zaterdag 31 januari stond in De Volkskrant in de rubriek Het debat in: de wereld onder de kop wat zijn de klimaatactivisten goed geluimd een artikel over “de stand van zaken rond het mondiale klimaatprobleem”. Daaruit een citaat:
Schoon is groeisector
Maar nog belangrijker is dat het besef doordringt in het bedrijfsleven dat er ongekende mogelijkheden liggen in de beheersing van de klimaatverandering, zei Pachauri. Het is de groeisector voor de wereldeconomie.
Het klimaatbeleid moet gericht zijn op mitigation (beperking van de opwarming) en adaptation (aanpassing, omdat verandering niet meer is tegen te houden). Dat betekent: dijken bouwen, afwateringkanalen aanleggen, waterreservoirs inrichten, schone technologie produceren, noem maar op.
Wie dat niet beseft, zal kopje onder gaan, zei Pachauri. Kijk naar General Motors, zuiniger auto’s vonden ze Europese onzin.
Worldwatch had ook een industrieel zakenman uitgenodigd als spreker, ter onderstreping van dit cruciale punt: Marcel Brenninkmeijer, directeur van het Zwitserse Good Energies. Hij rekende voor hoe dure duurzame energie snel goedkoper wordt ten opzichte van de bestaande. Op een gegeven moment wordt het nieuwe product aantrekkelijker voor massaproductie.
Voor zonne-energie is dat punt zeer nabij, zei hij. Nu al verdient hij goed geld met schone technologie, maar hij verwacht snel de doorbraak van niche naar hoofdmoot.
Wonderlijke omslag
Het is een wonderlijke omslag. In deze tijd komt de doem uit de economie, niet zozeer uit de milieuhoek.
Tot voor kort werd in het gevestigde bedrijfsleven het aandringen op klimaatmaatregelen vooral gezien als gevaar voor de groei en domper op de mondialisering. Of op zijn best als een speeltje voor de vernieuwingsafdeling.
Nu lijkt schone technologie opeens het wondermiddel tegen de recessie. De beheersing van de klimaatverandering als nieuwe groeimogelijkheid. Opeens lijkt alles mogelijk.
Bron: De Volkskrant van zaterdag 31 januari (auteur: Wim Bossema)
(woensdag 4 februari 2009)