Op donderdag 5 februari 2009 verscheen in de NRC een recensie van het in het najaar van 2008 verschenen boek Econochock : hoe zes economische schokken uw leven fundamenteel zullen veranderen van de jonge Belgische econoom Geert Noels (Houtekiet, Business contact, 380 pagina’s)

Hieronder enkele citaten uit die recensie.
Het is prikkelend en uitdagend als een econoom zich ontpopt als een seismoloog. “Aardbevingen hebben altijd bestaan, ze zijn niet te voorkomen”, schrijft Geert Noels, hoofdeconoom van vermogensbeheerder Petercam in Econoshock. “Des te merkwaardiger is het dat de mens de economische schokken wél de hele tijd probeert te ontlopen. Alsof zoiets mogelijk zou zijn.”
De kredietcrisis is niet de enige schok die de mondiale economie op dit ogenblik teistert. In zijn boek verdedigt Noels de these dat er een megabeving aan de gang is, “een schok van 10 op de economische schaal van Richter” die de combinatie is van zes afzonderlijke bevingen: de demografische, de Aziatische, de technologische, de fossiele, de kapitalistische en de groene schok. Deze zogeheten econoshock is onze planeet, onze bedrijven en ons leven geleidelijk, maar drastisch aan het veranderen.
In een glasheldere analyse, doorspekt met tal van inzetjes, grafieken en tabellen, lezen we hoe we ons aan die megaschok moeten aanpassen. Noels probeert ons niet met het vingertje in de lucht een sensationeel rampenscenario aan te praten. Zijn boodschap is optimistisch.
Dat de milieuschok en de energieschok samenvallen, noemt hij zelfs een ‘goddelijk toeval’. Dit maakt de wil en de druk om iets aan de ecologische kwestie te doen “des te sterker”. Van ‘groeipessimisme’ kan de auteur niet verdacht worden: economische vooruitgang is volgens hem “de oplossing, niet het probleem”. Maar die groei zal wel anders moeten: meer energie-efficiënt en transparant op het vlak van milieu- en transportkosten.
Het boek wil ons de ogen openen. Leer uit de dynamiek van verdwenen beschavingen als de Maya’s en de bewoners van Paaseiland, schrijft Noels. “Ze tonen aan dat een bevolkingspyramidespel onhoudbaar is.” Een Britse onheilsprofeet als Malthus wordt niet zomaar aan de kant geschoven: de door hem voorspelde bevolkingsexplosie is een van de markantste feiten van de afgelopen dertig jaar. In de komende drie decennia zal “de regionale verschuiving van de populatie” naar het oosten de grootste verandering teweegbrengen.
Onze politici zijn struisvogels, vindt Noels. Zij blijven ons voorhouden hoe rijk we wel zijn, “terwijl de economische verarming over een paar generaties een zware tol zal eisen”. Vooral hun blind geloof in de sterkte van een consumptiegedreven economie noemt hij “welvaartsvernietigend”.
Econoshock wil een lans breken voor de noodzaak van een ‘creërende economie’ in plaats van een ‘spenderende economie’. Interessant zijn de bedenkingen over de zogeheten ‘new economy’. “De economische parameters van de ICT-revolutie werden niet overschat, maar sterk onderschat”, stelt Noels. Deregulering, lage intreedrempels, de genetwerkte economie en een topinfrastructuur van mobiele netten, glasvezel, routers en switches zijn het tastbare resultaat.
Er is ook ruimte voor zelfkritiek. De onethische kantjes van het kapitalisme – het systeem waarin zijn vermogensbank functioneerde – waren volgens Noels aan een correctie toe. “Weg met het oneigenlijke gebruik van financiële markten, de overdreven hedgeposities en de piraten van de financiële snelwegen”, schrijft hij. Door de econoshock zal het kapitalisme weer afslanken, stabieler en nederiger worden. “Ten dienste van de economie, en niet omgekeerd.”
Maar de meest ingrijpende schok zal volgens hem de groene revolutie worden. In tegenstelling tot Thomas Friedman (The World is Flat) stelt hij vast: “De ecologische factor maakt de aarde minder vlak, omdat de kostprijs van het wereldwijde logistieke systeem tot nu toe geen rol speelde.”
Duurzaamheid wordt het mantra van een ‘Nieuwe Economische Orde’, voorspelt Noels. De rol van de staat daarbij is minder duidelijk. Het is een lacune waarvoor je gemakkelijk de ogen sluit. Want dit boek bulkt van de verhelderende inzichten.
In de F E M van 22 november 2008 verscheen een recensie door Edin Mujagic.
Eén blik op de inhoudsopgave van Econoshock leert dat de auteur Geert Noels, de Belgische hoofdeconoom van zakenbank Petercam, veel hooi op zijn vork heeft genomen. Van demografie via ICT tot het einde van de fossiele brandstoffen – met ondertussen een omweg naar de groene economie en het nieuwe kapitalisme – Noels behandelt een breed scala aan economische onderwerpen en de gevolgen ervan.
Een economisch schoolboek voor ‘leerlingen’ van alle leeftijden.
In zo’n opzet schuilt het grote gevaar dat het boek over alles, en dus over niets, gaat. Gelukkig weet Noels die val te ontlopen. Ondanks de zeer uiteenlopende onderwerpen, is het bijna 400 pagina tellende werk, dat het meest op een schoolboek lijkt, bijzonder toegankelijk.
Doorgewinterde economen zullen overigens wél het gevoel kunnen krijgen dat ze hun tijd verdoen. Een groot deel van de tekst zal voor hen niets nieuws bevatten, iets waar de auteur overigens voor waarschuwt. Dat gevoel is echter onterecht. Het zijn bouwstenen die cruciaal zijn voor Noels’ analyse; zonder bekende teksten zou het onleesbaar zijn.
De rode draad is dat de wereldeconomie een megaschok krijgt, vergelijkbaar met de industriële revolutie. De gevolgen zijn niet de minste: nieuwe economische orde, nieuwe spelers én nieuwe spelregels en machtsverschuivingen. De wereldeconomie wordt hard door elkaar geschud. Zes harde schokken zorgen ervoor dat het leven van iedereen fundamenteel zal veranderen. Slachtoffers zullen er op alle niveaus zijn: personen, bedrijven, zelfs landen.
Het boek wemelt van de grafieken. Vaak is dat een domper voor de lezer, maar dit boek vormt een uitzondering op die regel. Wél storend is het veelvuldige kleurgebruik in de tekst. Diegene die daarvoor verantwoordelijk is, kon zich blijkbaar niet inhouden. Op alle bladzijde zijn woorden, zinnen of soms zelfs hele paragrafen blauw gedrukt. Soms donkerblauw, soms lichtblauw en soms ook nog schuingedrukt. Vaak zijn het sleutelwoorden of belangrijke stukken in de tekst, maar lang niet altijd. Met grote regelmaat zijn, om een of andere reden, ook namen en titels van bladen blauw gedrukt, waardoor iemand die een hoofdstuk wil scannen en alleen de blauwgedrukte woorden wil lezen, de draad al snel kwijt is.
Dit minpuntje neemt echter niet weg dat het boek zeker in de categorie ‘aanraders’ valt. Zeker nu, wanneer economie niet meer alleen hét gespreksonderwerp is onder economen zelf, maar ook aan de keukentafel, in de trein en op straat, zal dit boek nuttige informatie en analyses verschaffen om beter geïnformeerd over de economie te kunnen praten.
(woensdag 11 februari 2009)