Categorieën
Boeken De latten verleggen Filosofie Literatuur Maatschappij

Een formidabele godheid

Het leveren van inspanningen werd van oudsher beschouwd als een bijdrage aan de verruiming van de menselijke mogelijkheden, maar in de vorige eeuw hebben we een formidabele godheid in huis gehaald die ons dwingt tot stilzitten en staren, omdat hij de inspanning ziet als een vijandige daad.

Deze zin komt uit het nieuwste boek van Guus Kuijer – Hoe word ik gelukkig? : een zelfhulpboek.

Tekst achterflap
Een boek dat op de achterflap als volgt wordt toegelicht:

In Hoe word ik gelukkig? geeft Guus Kuijer een simpel antwoord op de vraag die in de titel wordt gesteld: wie leert van een ander, over een ander of met een ander, heeft een rijk leven. Wie zoekt naar de ziel van onze fascinerende wereld en niet al te zeer naar zijn eigen ik, heeft een goede kans op geluk. God is daarbij niet nodig. De sleutelwoorden zijn interesse en passie. Het is van geen belang of die hartstocht Goya en Van Gogh geldt, een zeldzame paddensoort of voetbal, als zij maar welgemeend is. En wie zich werkelijk verdiept in een ander is niet langer vatbaar voor xenofobie, waardoor ook de wereld wat gelukkiger wordt.

Elitair

Het citaat van Kuijer over de alom aanwezige beeldschermen gaat als volgt verder:

Wij kijken hem dus onafgebroken aan om hem in staat te stellen ons met vermakelijke beelden te ontspannen. Het is deze overdonderende en invloedrijke godheid die de mensheid bombardeert met een arrogant en stuitend anti-intellectualisme, waardoor ik zelfs tamelijk verstandige mensen hoor monkelen over de onbekoorlijkheid van ‘elitaire’ kunst. Het is een term die iets lijkt te zeggen, maar niets zegt. Alles is elitair wanneer je weigert leerling te zijn. Zodra je leerling bent is niets meer elitair, maar is het elitaire een instrument dat jij nog niet kunt laten klinken. Om dat  vermogen te verwerven ben je in de leer. Het feit dat de leraar wel iets kan laten horen en jij niet, maakt zijn kunst niet elitair, want die is in principe beschikbaar. Zijn kunst zou elitair zijn wanneer jou de mogelijkheid werd onthouden je die kunst eigen te maken. Het beluisteren van muziek met een hogere moeilijkheidsgraad dan die van Marco Borsato is niet voorbehouden aan een elite, maar aan mensen die bereid zijn een inspanning te leveren, mensen die leerling durven te zijn.

Guus Kuijer. Hoe word ik gelukkig? : een zelfhulpboek (Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2009, pagina 40-41)

Lezen

Het leren lezen zal veel mensen niet zijn meegevallen, want lezen is een hele kunst. Het ontcijferen van woorden en zinnen valt nog wel mee, maar het vermogen om in die taalflarden een verhaal of een betoog te herkennen is een heksentoer. En dan ben je er nog niet, want je wordt verondersteld dat verhaal of dat betoog ook nog eens te begrijpen. Maar wanneer je die kunst meester bent, leer je niet meer alleen door het imiteren van mensen uit je omgeving. Je leert van mensen die je niet ziet, die misschien al lang dood zijn of die je door standsverschil nooit te spreken zou hebben gekregen. Je leert van mensen die afkomstig zijn uit andere delen van de wereld, waar andere gewoonten en gebruiken heersen, of waar mensen een ander geloof aanhangen dan jij. Je leert dat er mensen zijn die er een andere levensstijl op nahouden dan in jouw milieu gebruikelijk is. Je leert daardoor vragen te stellen over de waarde en het nut van het gebruikelijke. Je wordt, kortom, verstandiger. (pagina 33)

Prestatiedrang (geen dwang)

Een aantal jaren geleden bedacht iemand een definitie voor televisiekijken: wachten tot het beter wordt. Stel je voor dat je je leven op die manier doorbrengt. Volgens mij is het onmogelijk om geestdriftig te wachten. Het leven uitstellen tot na het pensioen is al verdrietig, het leven uitstellen tot na de dood is geen leven. ()

Als het leven wordt opgevat als betrekkelijk waardeloos kan de reactie er juist uitzien als ‘lol’: het rennen van kick naar kick om er nog iets van te maken. De kick is de vervanging van de geestdrift, niet de geestdrift zelf. Het leven als een pretpark: je komt er even leeg uit als je erin gekomen bent.

Geestdrift ontstaat alleen door inspanning. Wanneer je het leven interessant vindt, lever je die inspanning als vanzelf. Stel u voor: u bent uitdeuker in een garage. Is het niet geweldig dat een auto die er verfomfaait uitzag als nieuw onder uw handen vandaan komt? Wilt u niet graag het ongelovige gezicht van de eigenaar zien? Geeft u dat geen voldoening? Is het niet een stimulans om een volgende auto onder handen te nemen?

Sommige mensen vinden dat ze alleen in hun vrije tijd leven, werken doen ze voor het geld. Wat doen ze met hun geld in hun vrije tijd? Daar betalen ze hun kicks van. Het leven is toch waardeloos, dan kun je je tijd maar beter verdoen, zoals je in een wachtkamer domme blaadjes doorbladert.

Op leraren en werkgevers rust een zware taak omdat zij iedereen de kans moeten bieden te voelen dat het bevredigend is om iets te presteren. Stress wordt niet veroorzaakt door prestatiedrang, maar door prestatiedwang. Prestatiedrang geeft spirit, dat wil zeggen geest. De geest waarmee je het leven omarmt. (pagina 68-69)

Vakantie
Het idee dat de mens afleiding moet zoeken om gelukkig te zijn lijkt me een misverstand. Het is wellicht de oorzaak dat veel mensen teleurgesteld van vakantie terugkomen. Wanneer je naar een ver land reist uitsluitend om daar op je rug in de zon te liggen, is er niets veranderd wanneer je terugkomt. je bent als het ware niet weg geweest. Pas wanneer je jezelf inleidt in het land waar je bent, heb je de kans dat je na terugkomst met andere ogen naar je leven kijkt en conclusies kunt trekken.

Ja maar, dat weet toch iedereen? Nee hoor. De reisindustrie leeft van het idee dat je opknapt van ‘lekker’ niks doen in een paradijselijke omgeving. De reisbazen weten natuurlijk best dat ze de zaak belazeren: uit het aantal klachten en vooral uit de aard van de klachten kunnen ze opmaken dat hun clientèle overspannen en zenuwziek uit hun paradijzen huiswaarts keert.

Dat komt omdat de hersenen het concept vakantie niet snappen. Ze willen iets te doen hebben, ergens op gericht zijn. De mens die afleiding zoekt verwacht dat hij door iets of iemand wordt geamuseerd en geeft daarmee zijn lot uit handen. Hij wil zonder eigen inspanning gelukkig zijn. Hij wil zijn hersenen op non-actief stellen, maar dat kunnen ze niet. Vandaar dat er in die verre paradijzen zo ontzaglijk wordt gezopen. De boog wil gespannen staan. (pagina 135-136)

Hebben of toch Zijn
Het is bijna asociaal geworden om matig te consumeren, dat wil zeggen, weinig te willen hebben. Economische groei is afhankelijk van onze begeerte. Ik ken geen enkele politiek partij die protesteert tegen het aanwakkeren van die begeerte. De politieke propaganda toetert ons onafgebroken in de oren dat hebben aanzienlijk belangrijker is dan zijn. Die propaganda is zo oorverdovend dat er nauwelijks tegenin te schreeuwen valt. De moderne mens is iemand die wil hebben. Of andersom: wie heeft ís iemand. ()

We worden dik en ongelukkig, maar de economie wil dat we vreten. De aarde gaat naar de kloten, maar het ‘consumentenvertrouwen’ mag niet worden geschokt. Je gaat niet naar school om je ergens voor te leren interesseren, maar om later een goede baan te krijgen, die je evenmin interesseert.

Elke politieke partij die vindt dat de economie moet groeien en tegelijkertijd moppert op het materialisme is  hypocriet. Het is vrome praat, want in werkelijkheid willen ze dat wij onze vrije tijd doorbrengen in meubelboulevards en automobielpaleizen. Is het een wonder dat mensen être en avoir door elkaar halen?
Waarom werk je? Dit is het antwoord van de staat, de school, het bedrijfsleven, de reclamebureaus: je werkt voor de koopgoot. (pagina 141)

Slotsom

Hoe word ik gelukkig? is een boek waaruit veel geciteerd kan worden.

Een boek dat aansluit op het jaarthema De latten verleggen van BasisBibliotheek Maasland (van 2008-2009). Én het nieuwe thema (voor 2009-2010) dat alles te maken heeft met herlevend burgerschap. De notie dat de wereld niet om jou draait, maar om ons allemaal.

De behoefte die de samenleving heeft aan volwassenen die zich niet louter als consumenten door het leven bewegen. Volwassenen die als burger snappen dat onze levensstijl de komende jaren – of we het nu “leuk” vinden of niet – aangepast zal moeten worden. Een aanpassing die af en toe tegen het eigen individuele belang in kan, zal ja zelfs in moet gaan. Volwassenen die ook snappen dat geluk niet komt aanwaaien; niet gekocht kan worden, maar je af en toe overvalt. Op de meest onverwachte momenten. En nooit op diezelfde manier herhaald kan worden.

Het boek van Guus Kuijer is een schitterend geschreven pleidooi om jezelf (meer) als burger te gedragen. En – surprise – dat “afzien” levert veel op. Je wordt er wellicht gelukkig van of door. Maar anders als in die honderden andere boeken en tijdschriften waarin tips worden aangereikt om gelukkig te zijn of worden.

Tegeltje aan onze wand
Tot slot een tegeltjeswijsheid van Guus Kuijer die perfect aansluit bij onze rol als bibliotheek.
Een tegeltjeswijsheid die afkomstig is uit een bijgeleverd boekje.
Wij proberen voedsel aan te reiken om “te groeien”.
Of om met Eric Clapton te spreken: Let it grow, let it blossom, let it flow.


Het boek is besteld en kan binnenkort geleend worden!
Kopen kan uiteraard ook. (€17,95)
Bij een échte boekhandel.

Die een voorraad aanhoudt, deskundig personeel heeft en daardoor écht iets toevoegt aan de omgeving. Een oud, volwassen burger-businessmodel.

Enkele andere titels van Guus Kuijer
Het boek van alle dingen (2004)
Het doden van een mens (2007)
Hoe een klein rotgodje God vermoordde  (2006)
Waarom kinderen wel cowboytje, maar nooit jezusje of mohammedje spelen (2008)

Hoe word ik gelukkig? (2009)


(woensdag 17 juni 2009)

Homepage De latten verleggen

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: