“Er is een hele generatie die zegt: kranten, dat is niks voor mij, die lees ik niet. Maar jongens, dan word je dus dommer dan mensen die kranten wél lezen, en als je solliciteert bij ABN Amro, verlies je. Dus léés.”
Twee zinnen uit een lang interview met Hans Nijenhuis, die onlangs benoemd werd tot directeur van NRC Handelsblad. Nijenhuis is van huis uit een journalist, tijdelijk boekenuitgever geweest en sinds kort is hij verantwoordelijk voor het commerciële reilen en zeilen van NRC Media waar hij vroeger voor schreef.
Het interview verscheen in De Volkskrant van zaterdag 10 juli 2010 onder de kop Talent en lezers moet ik bij elkaar brengen. Uit dit interview enkele citaten:
‘Net onder het hardlopen bedacht ik me dat het eigenlijk heel simpel is. Je bent uitgever om het werk van talentvolle mensen uit te geven. Ze dus toegang te geven tot een publiek, en het publiek tot hen. En ja, dat geeft het gevoel dat je iets bijdraagt. De maatschappij heeft denkende mensen nodig. Dat is wat ik bij de redactie buitenland deed, bij De Bezige bij (kort) en nu weer. En dat is dus misschien wel wat ik gewoon moet doen: talenten en lezers bij elkaar brengen. Klinkt gedragen hè? Toch voelt het zo.’
Zinnen die een bibliothecaris op een bepaalde manier ook had kunnen uitspreken.
Er was thuis niet een klimaat waarin boeken of kranten werden gelezen. Maar ik heb het enorme geluk dat ik altijd mensen tegenkwam die me op sleeptouw namen. Dat begon bij de vader van een vriendinnetje, die me een keer een stuk uit NRC Handelsblad liet lezen; het was het eerste krantenartikel dat ik las. Daarna was er een oom, oom Roel, die mij 25 gulden per maand gaf om boeken te kopen. Ik heb een leraar op school gehad die me verder hielp. Ik heb Marc Chavannes gehad. () Steeds waren er mensen die me in aanraking brachten met kranten, boeken, met laten we zeggen: de elite. Ik weet nog dat ik een keer in Londen bij Marc Chavannes at en zei: ‘Wat een rare ham is dit eigenlijk?’ Dat was dus de eerste keer dat ik gerookte zalm at.
‘Iemand moet jou laten zien hoeveel moois er is. Mijn hele muzieksmaak komt van de broer van mijn vrouw, die zelf muzikant is en die mij een hele wereld van jazzmuziek heeft laten ontdekken. De elite in Nederland is heel open; als je wilt, laten ze je gewoon toe. Je kunt lid worden van het studentencorps, je kunt bij ABN Amro solliciteren. Maar daarvoor heb je wel een soort ontwikkeling nodig, kennis. Ik heb het geluk gehad dat mensen mij dat aanreikten. En dat wil ik zelf ook bij anderen doen. Er is een hele generatie die zegt: kranten, dat is niks voor mij, die lees ik niet. Maar jongens, dan word je dus dommer dan mensen die kranten wél lezen, en als je solliciteert bij ABN Amro, verlies je. Dus léés.
‘De kranten moeten worden gered. Als we niets doen, sterft de krant inderdaad uit met de laatste lezer. Dat zou ik een enorm verlies vinden. Voor mensen die niet alles thuis met de paplepel krijgen ingegoten, maar die voor één of twee euro wel enorm veel kennis kunnen kopen. Stel je eens voor dat je voor je nieuwsvoorziening afhankelijk bent van het Journaal en van Pauw & Witteman? Dat kan toch niet, op grond daarvan kun je toch niet de keuzes maken die je moet maken in het leven? Die kranten zijn echt nodig. Het is een cultuurgoed dat moet worden gered. Als ik dat nu moet doen in deze rol, dan maar in deze rol.’
“Die opmerking over twee euro slaat natuurlijk ook op het contributie bedrag van een Openbare Bibliotheek. Voor dertig euro koop je toegang tot een immense hoeveelheid informatie.
Twee dagen later – maandag 12 juli 2010 (de dag ná de verloren WK-voetbalfinale tegen Spanje) – verscheen in het eerste katern van De Volkskrant op pagina 22 (de eerste twaalf pagina’s gingen over die finale – dat weer wel) een opiniestuk van Brian Lauret onder de kop Nederland vereert de middelmaat en domheid.
Het voormalige Organon in Oss stuurt de helft van zijn werknemers de laan uit. Na jaren in dienst te zijn geweest als onderzoeker worden ze afgedankt door het moederbedrijf in de VS. Dat dit voor de betrokkenen en voor Oss een tragedie is, staat buiten kijf. Wat we ons minder realiseren is dat het ook voor Nederland een tragedie is. En deze tragedie zal een trend inluiden waarbij voornamelijk buitenlandse op kennis gebaseerd bedrijven besluiten dat Nederland toch niet het geschikste land is voor een wetenschappelijk bedrijf.
Nederland probeert zich al jaren halfslachtig te presenteren als kenniseconomie. Dit gaat steeds meer lijken op een running gag. Telkens wanneer we een politicus horen bazelen over Nederland als kenniseconomie gniffelen we om de leegheid of het gebrek aan realisme ervan. Nederland heeft namelijk helemaal geen kenniseconomie of zelfs maar een kenniscultuur. Nederland vereert de middelmaat en de domheid.
Hoe moeten we anders uitleggen dat een land dat zegt kennis te willen stimuleren, uit hoognodige bezuinigingsdrift toch het volgen van een studie duurder moet maken, maar wel een peperduur voetbaltoernooi wil organiseren? In een tijd dat iedereen gevraagd wordt verstandig met zijn geld om te gaan en zich te hoeden voor onnodige uitgaven, doet een berooide overheid haar best een van de duurste evenementen ter wereld binnen te halen.
() Voor de meeste Nederlanders zijn wetenschappers geen mensen die veel aanzien hebben, terwijl we aan deze ‘witte jassen’ wel onze grote technologische verworvenheden te danken hebben. () Het intellectueel stimuleren van de jeugd zou de voornaamste zorg van de overheid moeten zijn wanneer het de bedoeling is om van Nederland een kenniseconomie te maken. Hoe kunnen we ooit een dergelijke economie doen ontstaan wanneer de jeugd niet gestimuleerd wordt om kennis te zien als een groot goed en een groots streven?
Brian Lauret is docent.
(maandag 12 juli 2010)