Categorieën
Boeken Citaten Maatschappij Media Next

Experiment – … waarna de politicus er een ideologisch en daarmee mediageniek behapbaar sausje overheen mag gooien.

Iedereen die ‘lekker bezig’ is met een project, weet hoe moeilijk het is daar mee te stoppen. Je weet dat je er nog enige tijd mee bezig kunt zijn, maar ergens van binnen weet je ook al dat je jezelf aan het herhalen bent. Dat je bepaalde aspecten nog verder zou kunnen uitdiepen. Er nog enkele weken aan vastknopen. Maar, ergens weet je dat het ‘op’ is. Je moet je ‘kindje’ loslaten. Iets anders gaan doen.

Zoiets moet Joris Luyendijk ook hebben gedacht. Dit voorjaar. Toen hij inging op de vraag van Rob Wijnberg of hij ‘mee wilde doen’ met ‘zijn’ De Correspondent. Die morgen, maandag 30 september 2013, van start gaat. 


Het projet van Joris Luyendijk
Hij werd door de redactie van de Engelse The Guardian in de City of London, het bankdistrict geplaatst. Met de opdracht om als antropoloog én (kritisch) journalist de mores van die (toentertijd al omstreden) elite te leren kennen. Hij begon met zijn veldwerk in september 2011 en heeft het twee jaar volgehouden. In Nederland publiceerden NRC en NRC Next een keer per week zijn column. Voor dit project heeft hij met vele tientallen mensen gesproken. Die meestal – op hun verzoek – anoniem in de verhalen werden opgevoerd. Terecht. Mensen die uit de school klappen zijn zelden populair. En zeker niet als zij inzicht bieden in de naar corruptie neigende praktijken, die in de bankwereld (nog steeds) gebruikelijk zijn. Joris Luyendijk en de redactie van The Guardian hadden natuurlijk al een flauw vermoeden dat er veel fout zat in deze sector. Hij werd daar niet zomaar neergezet. Iedereen die de afgelopen twee jaren af en toe de stukken van Luyendijk heeft gelezen, weet dat het nog veel erger is. 
De banksector is volstrekt losgezongen van de rest van de wereld. Heeft amper geleerd van haar fouten. En de meeste maatregelen die ‘de’ politiek de afgelopen jaren heeft genomen om de sector een beetje in te tomen, stellen niet veel voor en verhinderen niet dat de bankiers vrolijk verder gaan om met fictief geld proberen nog meer (echt) geld te verdienen.


Het zeeppompje
Zoals gezegd heeft Joris Luyendijk naar schatting met een honderdtal ingewijden gesproken en ze meestal anoniem opgevoerd. Om diverse aspecten van het werk in The City te kunnen belichten. Iedere lezer zal een voorkeur hebben. Wellicht is de man van ‘de zeeppompjes’ illustratief voor de gehele stam. Joris voert deze man onder zijn echte naam op. Dat kan, omdat hij eruit is gestapt. Er niet langer mee kon leven. Zich feitelijk schaamde voor het werk dat hij daarvoor had gedaan. Hij was geen bankier, werkte bij een multinational die o.a. zeep verkocht. Handzeep in een flacon met een pompje. Hygiënisch, handig. Maar hoe kun je als groot bedrijf het financiële rendement verhogen (wat altijd moet; meer, hoger), als alle mensen al zeep hebben. Op een slinkse manier. Hoe? Door de opening waar de zeep uitkomt een fractie groter te maken. Zonder dat het iemand merkt wordt bij elke druk op de pomp ietsje meer zeep afgegeven als daarvoor. Geen enkele consument zal het merken, maar op grote schaal is het easy money.
Joris heeft tientallen mensen gesproken die op hun manier redelijk slinks bezig waren het getal onder de streep nog groter te maken.

De laatste column: Voor post en water bestaat geen markt
Het grote voordeel van Joris Luyendijk is dat hij zonder meel in de mond schrijft. Hij is volstrekt ongebonden. Hoeft niemand naar de mond te praten. Heeft geen verborgen agenda’s. Hij begon redelijk open aan het project, maar je zag als trouw lezer dat hij door de tijd heen steeds harder werd in zijn kwalificaties. De manier waarop hij omging met ontdekkingen van naar corruptie neigende praktijken. Luyendijk vraagt zich inmiddels met anderen af, waarom sommigen uit deze wereld niet voor het gerecht zijn gedaagd. Hij begint zijn laatste column als volgt:

In deze laatste column heb ik in de aanbieding twee ontdekkingen, een vraag en een hartenkreet. Die betreffen allemaal de misschien wel belangrijkste trend van onze tijd: de privatisering en neoliberalisering van steeds meer delen van onze samenleving, zoals deze wordt doorgevoerd in Europa, zowel door ‘liberalen’ als door figuren die zich ‘sociaal-‘ of ‘christen-democraat’ noemen.

We horen voortdurend dat zulke privatiseringen gebeuren vanuit een ‘geloof dat de markt het beter kan’. maar zelfs als je denkt dat zorg of onderwijs ‘producten’ zijn die kunnen worden verhandeld, is de realiteit dat de meeste privatiseringen helemaal niet kunnen leiden tot marktwerking. Dat is mijn  eerste ontdekking hier in Londen: veel van de voorgestelde voordelen van privatisering (lagere prijzen en betere service dankzij concurrentie) zijn een fictie.

En toch gaan de privatiseringen maar door. In Griekenland recentelijk waterbedrijven. In Nederland gevangenissen, in Groot-Brittannië deze maand Royal Mail en als de conservatieven hun zin krijgen de gezondheidszorg en de BBC.
Wat ik tot dit onderzoek nooit had beseft – en hier komt de tweede ontdekking – is hoeveel banken aan privatiseringen verdienen. Je hebt het over tientallen miljoenen, soms honderden miljoenen euro’s per deal. Financiële dienstverleners als advocatenkantoren, de ‘grote vier’ – accountantsfirma’s en financiële pr-bedrijven delen mee. 
Ook na de beursgang hebben geprivatiseerde bedrijven veel financiële dienstverlening nodig, terwijl hun aandelen en obligaties weer verhandeld worden – meer spek in het bekkie van de haute finance.

Vraag: is het niet logischer om het geloof bij politici dat ‘de markt het beter kan’ vooralsnog als een gelegenheidsargument te beschouwen? Dat politiek primair koehandel is tussen coalities van belanghebbenden, al dan niet achter de schermen? Die coalities streven kortetermijnbelangen na, waarna de politicus er een ideologisch en daarmee mediageniek behapbaar sausje overheen mag gooien.


Want dat ‘de markt’ het beter kan klopt in theorie, maar de ‘markt’ voor water, post of gevangenissen is in de praktijk helemaal geen markt. Door de hoge barrières voor nieuwkomers – begin maar eens een waterbedrijf – krijg je een handvol aanbieders dat de markt verdeelt. Daarna stijgt de druk op de top  om de rechten van laagbetaalde werknemers te slopen. Het eigen salaris wordt intussen wel vermenigvuldigd met een factor waarvan de ingehuurde ‘compensatie-consultant’ zegt dat die ‘marktconform’ is. 

Wie door een haute finance-bril de wereld in kijkt, ziet andere dingen: na de val van de Muur moet de golf van privatiseringen en beursgangen in Centraal- en Oost-Europa immens lucratief zijn geweest voor de grote banken en financiële dienstverleners. Die zullen hard gelobbyd hebben in Brussel en West-Europese hoofdsteden om zoveel mogelijk landen bij de EU te halen en om die EU op neoliberale leest te schoeien. En uiteraard is dat bepleit met andere argumenten dan ‘hier gaan we vet aan verdienen’. Nog zo’n eyeopener: wie gevangenissen privatiseert, schept een sector die baat heeft bij hogere criminaliteit en langere straffen.
Zo’n sector huurt een lobbykantoor in en een pr-bureau om de politieke en publieke opinie in die richting te duwen.

Ten slotte mijn hartenkreet aan politieke verslaggevers: moeten jullie het niet nog vaker over lobbyen achter de schermen hebben, en wat minder over de laatste opiniepeilingen voor de schermen?


Een man zonder illusies
Eén ding is zeker: Joris Luyendijk is de laatste twee jaar, samen met zijn lezers, van veel illusies beroofd. Hij is niet cynisch geworden, wel bozer. De toon is vergeleken met de eerste maanden van zijn project veel harder geworden. Hij weet inmiddels dat de banksector een ongeleid projectiel is. Dat dankzij veel contacten in ‘Den Haag’, ‘Londen’ of ‘Berlijn’ niet veel te vrezen heeft van de politiek. Tóch stopt hij met zijn column. Er zal ongetwijfeld een boek verschijnen. Een bundeling van die columns. Hopelijk vergezeld van een overkoepelend, nieuw artikel waarin hij met meer conclusies en wellicht aanbevelingen komt. Maar ….

Maar  ….
Het kan ook zijn dat hij zijn werk als correspondent voortzet bij De Correspondent en verder inzoomt op het conglomeraat achter de schermen. Het zou perfect passen bij de visie en missie die Rob Wijnberg in maart van dit jaar heeft uitgedragen. De Correspondent wordt geen krant vol nieuwtjes en enkele achtergrondartikelen. Nee, Rob en zijn ploeg blijven ver weg van de nieuws-waan van de dag en proberen achtergronden te geven van zaken die (veel) meer impact hebben op het reilen en zeilen van de samenleving. Bijvoorbeeld door proberen uit te leggen hoe de banken er, ondanks alles wat ze hebben gedaan, toch in slagen voor hen lastige wetgeving tegen te houden.


Nick Davies en Glenn Greenwald
Het was niet toevallig dat Joris Luyendijk door The Guardian in The City werd geplaatst. Het is een Engelse links-liberale krant die zich zeer kritisch opstelt. Momenteel geleid wordt door Alan Rusbridger en betrokken bij allerlei internationaal opzienbarende ‘zaken’ als Wikileaks, het ontmaskeren van de methodes van The News of the World en recent de onthullingen van Edward Snowden (PRISM en de rol van de NSA in de VS). Al in 2010 verscheen in Nederland de vertaling van een boek van een andere Guardian-medewerker (Nick DaviesGebakken lucht) over de mediawereld. Iedereen die dat boek heeft gelezen weet dat het gros van de kranten, tijdschriften of televisiestations ingekapseld zitten in ‘het systeem’ en amper (meer) in staat zijn hun kritische rol als (mede)behoeder van onze democratie waar te maken. Toevallig stond op zaterdag 28 september in de NRC een interview met een andere Guardian-medewerker, Glenn Greenwald. Die samen met anderen bezig is de documenten, die Edward Snowden over de inlichtingendienst NSA heeft ‘vrijgegeven’, te bestuderen en klaar te maken voor zijn krant.

Alle goede journalistiek is activisme
Onder deze opvallende kop wordt het interview met Greenwald in de NRC gebracht. Enkele citaten:
Mijn taak is om de wereld te vertellen wat de Amerikaanse overheid doet, zodat mensen hun eigen, geïnformeerde keuze kunnen maken of ze dat willen toestaan of ertegen willen vechten. ()
Vraag: Moet een journalist de feiten niet veel neutraler presenteren?
Greenwald: Nee. Alle journalistiek is activisme. Ik neem met opzet een andere rol aan, omdat ik niet geloof in die zogenaamde objectieve vorm van journalistiek. De belangrijkste rol van een journalist is ervan uit te gaan dat wat machthebbers zeggen niet waar is. Mensen liegen. Om hun eigenbelang te promoten, om andere mensen te beschermen. Dat is de kern van de politie, zo lang als die bestaat. () Het idee van een vrije pers is dat die kan opereren als tegenmacht, om te voorkomen dat macht systematisch wordt misbruikt. 

() Internet droeg de belofte in zich een revolutionaire kracht te worden: een kracht van democratisering die menselijk gedrag zou kunnen liberaliseren en machtsverschillen zou elimineren. Dat kan nog steeds, maar het lijkt erop dat precies het tegenovergestelde gebeurt: internet wordt het meest verderfelijke controle-instrument van de geschiedenis. Als we niet oppassen wordt internet het gereedschap waarmee niet alleen communicatie, maar ook keuzes, gedachtes en gedragspatronen van mensen worden opgeslagen door degenen die macht over ons uitoefenen. Willen we dat? Dat is waar dit debat uiteindelijk over gaat. Wat gaat deze enorme, levensveranderende uitvinding echt betekenen voor de mensheid? Bevrijding of repressie?

Yoeri Albrecht
Een dag eerder, op vrijdag 27 september 2013, stond in De Volkskrant een artikel van Yoeri Albrecht, de directeur van debatcentrum De Balie in Amsterdam. Hij was de elfde in de reeks ‘Mijn idee voor Nederland’. Hij maakt zich daarin grote zorgen over het verval van vier ‘instituties’, de kunsten, wetenschap, politiek en de pers. 

Waar het in feite om gaat is dat wij, de elite die de staat draagt, de kiezers, de journalisten en de wetenschappers, onze plicht verzaken. De fatsoensrakkers en de machtigen zijn misschien de varkens, maar wij zijn de struisvogels. Wij spreken met meel in de mond, we draaien om de brij heen, we vergoelijken en bagatelliseren, we doen kortom onze plicht niet. Want wij pennenlikkers zijn degenen die het moeten doen. ()


De maatschappij heeft maar een paar plaatsen waar nieuwe ontwikkelingen gedacht en gevormd kunnen worden. Dat zijn er eigenlijk maar vier, de kunsten, de wetenschap, de politiek en de pers. En als je zo opsomt, zie je meteen het probleem. Allemaal bevinden ze zich meer of minder in een identiteitscrisis.
Maar als deze fatsoenlijke Grote Vier vaker, overtuigender en oprechter de vrije gedachten, het tegengeluid, de tegenkracht zouden laten horen, belonen en vertolken, zouden we niet in deze crisis verkeren.

Algemene beschouwingen
In dezelfde week werd in Den Haag over van alles gesproken, maar niet over hierboven aangestipte onderwerpen. In de Nederlandse kranten werden ook vele pagina’s gevuld over die beraadslagingen. Maar gelukkig weten redacties nog steeds dat er belangrijker zaken zijn en brengen ze het interview met zo’n kritisch man als Glenn Greenwald als ‘Het Grote Interview’. Tegelijkertijd berijdt in dezelfde NRC economisch medewerker Marike Stellinga weer haar aloude ‘neoliberale’ stokpaard, om nu eindelijk eens mensen die werkeloos zijn geworden nog sneller door te verwijzen naar de bijstand. Heeft geen idee dat het oude model op is, dat we binnenkort moeten gaan praten over de komst van zelflerende robots, een basisinkomen, het zinvol vullen van je tijd als je geen baan meer hebt enzovoorts. 


En ondertussen
Heeft de club rondom Rob Wijnberg zich dit weekend opgesloten om de laatste hand te leggen aan hun eerste ‘product’ op maandag 30 september. Benieuwd wat het wordt, hoe de andere, ‘oude’ kranten er op zullen reageren en ook interessant of De Correspondent ‘iets’ wegheeft van andere, al langer bestaande Amerikaanse (kritische) tegenhangers: Truthdig en Truthout. Een ding is zeker: Joris Luyendijk, Rob Wijnberg en een Rutger Bregman gaan experimenteren. Oefenen voor een andere tijd.

Klik hier voor een ander artikel waarin Joris Luyendijk zich over de banken uitlaat.

Citaat 070 (zondag 29 september 2013)
Homepage Citaten 2013

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “Experiment – … waarna de politicus er een ideologisch en daarmee mediageniek behapbaar sausje overheen mag gooien.”

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: