Categorieën
Boeken Citaten Filosofie Maatschappij

We moeten rust en werk juist integreren, dat is de grote opgave waarvoor we staan.

De Nijmeegse hoogleraar wijsgerige ethiek Paul van Tongeren kreeg dit voorjaar de zogenaamde Socratesbeker voor het beste filosofieboek van 2013 voor zijn Leven is een kunst : over morele ervaring, deugdethiek en levenskunst.

Op zaterdag 16 november 2013 werd hij in de rubriek Brandende kwestie in het Financieel Dagblad aan het woord gelaten. De kop van het artikel: ‘De versnelling van ons bestaan moet een tegenpool krijgen in passiviteit’. Dit artikel sluit aan bij een trend dat steeds meer mensen vraagtekens zetten bij ons huidig economisch model. En of we van al dit jakkeren en jagen wel zo gelukkig worden. Verder staan we aan de vooravond van een groot debat over een basisinkomen en herverdeling van betaald werk. Uit dit artikel enkele citaten:

We realiseren ons onvoldoende dat we voortdurend bezig zijn om ons leven te versnellen. We willen steeds sneller reizen, communiceren en werken. We verliezen daarbij de waarde van geduld of passiviteit, het omgaan met en aanvaarden van de wereld zoals die is, uit het oog.

() Je ziet het ook bij de enorme versnelling van ons dagelijks leven. E-mails stromen binnen en moeten snel worden beantwoord. Want anders belt er iemand die vraagt of je de mail wel hebt gekregen. We komen in een soort spoor terecht dat zichzelf versterkt, we nemen een houding aan die versnelling bestendigt.
We vormen zo niet alleen onszelf, maar ook de mensen om ons heen en zijn collectief bijna alleen nog geïnteresseerd in een verdere versnelling van ons leven. Als onze computer ’s morgens moet opstarten, zitten we vol ongeduld te wachten tot we aan de slag kunnen. Ook geduld moet je oefenen.

Ik ben niet tegen versnelling: die is grotendeels onvermijdelijk in een moderne samenleving. Maar we zullen er wel veel meer van doordrongen moeten raken dat de tijd in zijn eigen tempo verstrijkt. Daar kan je wel tegen vechten, maar het is beter om ook de deugd van de passiviteit te cultiveren.

We kunnen niet creatief zijn op ons werk als we de hele dag handelen. Er moet ruimte zijn voor wat de filosoof Cornelis Verhoeven “suffen” noemde. Het belang van werkelijk niets doen, op de fiets of onder de douche, is groot. Ideeën krijg je: je moet zorgen dat er ruimte is om ze binnen te laten komen.

Het succes van activistisch handelen is meestal veel gemakkelijker te meten dan dat van passiviteit. Een nieuw geneesmiddel is zichtbaarder succesvol dan een betere omgang van de patiënt met ziekte of dood. Dat laatste moet via continue aandacht gecultiveerd worden en is niet gemakkelijk in cijfers uit te drukken. Maar is daarom niet minder waardevol.

Er is de laatste tijd wel meer aandacht voor het belang van passiviteit. Er zijn overal “mindfullness”-trainingen en lezingen over levensvragen. Daar is niets tegen, maar zij zijn niet de oplossing van het probleem. Die bijeenkomsten worden veel bezocht door mensen die tegen hun pensioen aan zitten of al met pensioen zijn, maar nauwelijks door mensen die nu de cultuur bepalen.

We moeten rust en werk juist integreren, dat is de grote opgave waarvoor we staan. Nu werken mensen tussen de 25 en 50 zich een slag in de rondte en hebben ze vaak ook nog de verantwoordelijkheid voor een gezin. Aan de andere kant hebben we een rigide regeling die bepaalt dat je op een zekere leeftijd met pensioen moet, terwijl er vaak geen enkele reden is om helemaal met werken te stoppen.
We moeten via allerlei vormen van deeltijdwerk en verlofregelingen zorgen voor meer balans in het werkende leven. Nu zie je mensen keihard werken en veel korte vakanties nemen om weer bij te komen. We moeten toe naar een situatie waarin de rust een integraal onderdeel is van het werk.

Het is daarom ook zo belangrijk dat mensen zich breed ontwikkelen, bijvoorbeeld via een tweede studie, en meer nadenken over levensvragen. “Filosoferen is leren sterven”, zei Socrates. Als we ons dat realiseren, en onszelf minder verliezen in activisme, maken we betere keuzes in het leven.

Aanvulling: ‘Het ontbijt is de motor van de dag’
In Trouw heeft filosoof Coen Simon op zaterdag een column onder de kop Filosoferen is makkelijker dan je denkt. Op zaterdag 16 november was de titel ‘Het ontbijt is de motor van de dag’. Hij kaartte aan dat op het schoolplein moeders het hadden over ‘de drukke tijd’ die er weer aan zit te komen. Alle feestdagen en het gedoe dat dit met zich meebrengt. Hij weerlegt die houding en stelt nuchter dat het in deze maanden druk is door de drukte die we er zelf van maken. Uit die column onderstaand citaat:

Nou ja, dat wás natuurlijk ook de gedachte van de uitvinder van het koffiezetapparaat. Het gezellige gepruttel van zo’n apparaat roept eigenlijk ten onrechte weemoed op naar de tijd dat we nog de tijd hadden, want feitelijk staan deze apparaten aan de wieg van een samenleving die zo geobsedeerd is door energie en efficiëntie dat ze er overmoeid van raakt. Een gedachte die prachtig is verwoord in het essay De vermoeide samenleving van de Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han: “De mens als geheel verwordt tot niets meer dan een prestatiemachine die storingsvrij dient te functioneren.”  Met een “excessieve vermoeidheid en uitputting” als averechts resultaat.

Meer lezen (een kleine selectie)
Michael Foley. Absurde overvloed : waarom het zo moeilijk is gelukkig te worden (2012)
Koen Haegens. Neem de tijd : overleven in de to-go maatschappij (2012)
Joke J. Hermsen. Stil de tijd : pleidooi voor een langzame toekomst (2009)
Marli Huijer. Discipline : overleven in overvloed (2013)
Marli Huijer. Ritme : op zoek naar een terugkerende tijd (2011)
Henk van der Waal. Denken op de plaats rust (2012)

Citaat 084 (maandag 18 november 2013)
Homepage Citaten 2013

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder