Categorieën
Citaten Maatschappij Muziek

De Cuba – Wat is dat toch dat we dan massaal troost zoeken in muziek?

De Goede Week van 2016 (van Palmzondag 20 t/m Pasen 27 maart) zal door velen herinnerd worden: bloedige aanslagen in Brussel, het toch nog onverwachte sterven van Johan Cruijff en het bezoek van de president van de Verenigde Staten aan Cuba. Ik vermoed dat over enkele jaren zal blijken dat het bezoek van Barack Obama aan Cuba de meeste impact heeft gehad.

foto: Stephan Vanfleteren

Troostmuziek
Op Stille zaterdag ging het tijdens de Nieuwsshow op Radio 1 (sorry: NPO Radio 1) over België, terroristen, vluchtelingen, de nieuwe schijf van vijf, boeken en … het troostlied. Johan Cruijff kwam amper aan bod. Wel werd met journalist Rob van Scheers (auteur van: Drie akkoorden en de waarheid : muzikale levenslessengesproken over de functie van muziek (vooral liedjes) in lastige tijden. Het werd zo omschreven: Wat is dat toch dat we dan massaal troost zoeken in muziek? 

Goed gezien van de redactie om dit item in deze week en op deze dag – enkele uren nadat Jezus zoals het verhaal gaat voor ons aan het kruis was gestorven én alle vervelende zaken van de bijna voorbije week – op de agenda te zetten. Muziek die mensen als het ware helpt om te gaan met ongemakkelijke zaken in het leven. Zo liet Rob van Schreers een fragment horen uit It was a very good year van Frank Sinatra. Van de – in mijn ogen – beste plaat van Ol’ blue eyesSeptember of my years (uit 1965). In vijf coupletten wordt het leven van een man neergezet. Vijf fases in een ‘normaal’ leven, van sterke kerel tot oude man. En hoe vlug alles voorbijgaat én tegelijkertijd hoe volstrekt normaal onze opkomst en relatieve afgang is. Ieder mens maakt het mee; het hoort bij het leven. Geniet er van zo lang het kan en leg je niet té tegenstribbelend neer bij het onvermijdelijke einde. 

Lieven Tavernier
Op Goede Vrijdag was ik aanwezig bij een concert van Gerard van Maasakkers (en gitarist Harry Hendriks) en Lieven Tavernier in de Tiliander in Oisterwijk. Een redelijk uniek programma: twee grote, relatief oude zangers spelen/zingen over ‘de kleine dingen’ des levens. Beide heren grote namen in hun eigen land, hun eigen regio. Opmerkelijk: de zaal was niet uitverkocht! Terwijl als Gerard iets dichterbij zijn geboortehuis optreedt – in bijvoorbeeld Nuenen, Eindhoven, Gemert of Uden – de zaal steevast bomvol zit. En sommige liedjes uit volle borst worden meegezongen. Dat Lieven Tavernier er ook niet in slaagt een provinciezaal (met circa 300 plaatsen) uit te verkopen is logisch. Hij is in Nederland een zeer onbekende naam. Jammer. Voor Nederland. In mijn ogen behoort hij tot de beste Nederlandstalige tekstschrijvers.

Ik zal hier geen pleidooi houden voor het feit of hij wellicht niet de beste is. Duidelijk is wel dat hij, evenals Gerard van Maasakkers vaak ‘het kleine’ als uitgangspunt neemt. Waardoor hun liedjes gek genoeg een universele zeggingskracht hebben of krijgen. Beiden hebben talloze troostliedjes gemaakt. Waarin de hoofdpersoon en de luisteraar zich als het ware neer (kunnen) leggen bij ‘iets’ wat hen overkomt, hen raakt. Liedjes die – om het anders te verwoorden – het empathisch vermogen van de luisteraar vergroten. Je jezelf voor kunt stellen dat deze of gene in die situatie dit of dat heeft gedaan; of nagelaten. Het was kortom een mooie, troostvolle avond daar in Oisterwijk. Waar in het publiek een relatief oude en bijna blinde jongeman in een rolstoel regelmatig hardop meezong. Gerard, Lieven en het publiek begrepen het en lieten hem zijn gang gaan.

Tijden van de angst
Lieven begon zijn concert natuurlijk met zijn Tijden van de angst van zijn eind 2014 verschenen cd Wintergras

Dit zijn de tijden van de angst.
Elke deur gaat op slot.
Laat niemand binnen die je niet kent,
wordt het nieuwe gebod.
Maar als er aan je deur wordt geklopt,
wees niet bang, wees niet bevreesd.
Het zal iemand zijn die jij niet kent,
Iemand die jou nodig heeft.

() 

Het is een Serf, het is een Kroaat,
een Turk, een Algerijn.
Het is een zigeuner, een paria,
een Jood, een Palestijn.
Het is Jezus, het is Boeddha,
het is iedereen.
Je zuster, je broeder, je kind.
Het is Jezus, het is Boeddha,
het is iedereen,
je zuster, je broeder, je kind.

Twee sets
Gerard van Maasakkers en Lieven Tavernier speelden elk een set. Niet samen. Dat had gekund, al was het maar in één nummer. Het bekendste lied van Lieven: De fanfare van honger en dorst. Die Van Maasakkers op zijn cd Pas op de plaats al in 2000 coverde. Gerard bleef wel tot het eind zitten. In de zaal. Ik vermoed dat hij zijn denkbeeldige hoed voor Lieven heeft afgezet. Hij zal met de andere bezoekers moeten toegeven dat de schuchtere Lieven samen met zijn maten – pianist Yves Meersschaert en gitarist Bruno DeNeckere – een prachtig concert had gegeven. Lieven Tavernier speelde vooral liedjes van zijn laatste album – Wintergras – dat eind 2014 verscheen. En in mijn ogen zijn beste is. Op die cd staat een liedje waarin hij een (beroemde) regel van Vasalis meeneemt (Uit: Sub finem). Sterker: het liedje is naar die fameuze regel vernoemd: Het werd, het was, het is gedaan. Dit kleinood gaat overduidelijk over de dood van iemand die nabij is of was (je moeder, je liefste). Het derde en laatste couplet gaat als volgt:

Niet geloven, toch vertrouwen.
Gaan waar niemand is gegaan.
Zien wat niemand wou aanschouwen.
Drijven, maar niet ondergaan.
Vragen en niet smeken.
De liefste laten gaan.
Zwijgen en weer leren spreken.
Het werd, het was, het is gedaan.

In Toscane
Het beste nummer van deze cd, en wellicht zijn beste song ooit geschreven is In Toscane. Waarin hij een verloren geliefde neerzet. Niet om haar te kwetsen. Hij is niet boos op het feit dat ze hem heeft verlaten. Alleen zit er een heel licht verwijt in zijn woorden. Het niet kunnen of willen begrijpen dat mensen geloven dat achter de volgende heuvel het gras nog groener is. En dat om die reden iemand redelijk lichtvaardig een relatie kan of wil verbreken (… dat je zomaar kunt vertrekken). Terwijl hij – die oude man – inmiddels weet dat dit onzin is. Jezelf voor de gek houden is. Aan iedere geliefde ontbreekt wel iets. Hij of zij heeft trekjes waaraan je nooit zult kunnen wennen. Maar is dat een reden om zomaar weg te lopen? Op weg naar die andere heuvel? Met dat jonge, groene gras?

Lieven vervangt dat groene gras hier door Toscane. Die magische plek in Italië. Hart van de Renaissance. Met die mooie bomen, heuvels, cultuur, eten. Toscane als het vermeende paradijs op aarde, waar je zomaar een ander, nieuwer, beter leven kunt beginnen. Je vrij kunt worden! Door je ouwe leventje achter je te laten. Ga er naar toe, en het komt goed. O illusie. Jezelf voor de gek houden. Deze analyse zit niet in de woorden van Lieven. Hij is zeer terughoudend in zijn kritiek op haar, degene die hem verliet. Maar het zit er allemaal in. En nog meer. In mijn ogen is dit liedje het voorbeeld van een song die alleen door een volwassene geschreven kon worden. Iemand die veel heeft meegemaakt, zich geen illusies meer maakt maar tegelijkertijd niet cynisch noch rancuneus verder gaat. Hij beklaagt haar, maar verwijt haar uiteindelijk niets. Ziet haar eerder als ‘slachtoffer’ van de wereld waarin we terecht zijn gekomen. De wereld die – hoe toevallig – door een Belgische schrijver in 2012 zo treffend in zijn Identiteit is beschreven. We leven volgens de Belgische psycholoog en cultuurcriticus Paul Verhaeghe allemaal in een wereld waarin het vooral draait om het project IK. Dat moet kost wat kost succesvol worden of zijn. En lukt het niet, dan verbrandt je alle schepen en ga je weer verder. Opdat je uiteindelijk succes hebt. Of wat daarvoor doorgaat. Dat zo’n ik-houding in the end juist tot het tegendeel leidt, ontgaat veel zoekers. Een andere Belgische schrijver – psychiater Dirk De Wachter – omschrijft het in zijn in 2014 verschenen Liefde : een onmogelijk verlangen? anders, maar het komt ongeveer op hetzelfde neer.

Denk jij in je hotel, aan de kamer in de Burgstraat.
Aan de muur je tekeningen, de rode lakens op je bed?
Zeg mij hoe dat gaat, dat je niets hoeft uit te leggen.
Dat je zomaar kunt vertrekken, dat je niemand nodig hebt?
Hoe stel je ‘t daar nu in Toscane?
Voel jij je daar nu eindelijk vrij?
Ik kan het beter maar niet vragen:
“Gaat het nu beter zonder mij?”

Bis
Gerard en Lieven gaven elk een toegift. Een bis, zoals Lieven dat noemde. Terwijl hij op zijn onbeholpen manier daarover aan het nadenken was, kwam uit de zaal het verzoek voor De Cuba. Na wat heen en weer praten met zijn maten stemde hij daarmee in. En begon omstandig uit te leggen waar die titel op sloeg. Maar voordat hij daarin te ver doorschoot werd hij door de ‘aanvrager’ uit de zaal onderbroken. Die ‘rare’ titel wordt vanzelf duidelijk als je het liedje aanhoort.

Dus volgde het relaas van de jonge Lieven. Hoe hij door zijn nonkel op een zondagmiddag in een Mercedes meegenomen werd naar een mythische plek, in de buurt van zijn geboortegrond. Een stuk grasland aan het water, met koeien en overvliegende reigers. Magisch. Hij, een jongen uit de stad. Samen met zijn oom in een majestueuze auto. Zomaar op zo’n verstilde, saaie zondagmiddag. Mocht fier op de voorbank zitten. En daarna urenlang langs of aan het water hangen. De Cuba! Niets moest. De tijd leek eindeloos. Zo’n herinnering.

Universele woorden, herinneringen. Ieder van ons heeft ze. Ervaringen die bij ons blijven. Totdat we oud en versleten zijn. Herinneringen die vele malen waardevoller zijn dan ‘dingen’ die we op latere leeftijd (met veel geld) hebben gedaan. Vaak omdat we dachten dat dit belangrijk was. Spullen kopen, ervaringen kopen. En ondertussen vergeten dat geluk (daar heb je het woord) onverwacht langskomt. Niet gepland kan worden. Je zomaar als achtjarig jongetje kan overkomen. Zomaar een middagje aan het water hangen. Heel groot en fier naast hem.

Een troostrijk liedje. Dat alles in een ander perspectief plaatst. Relativeert. Geniet er van als je het meemaakt. Stop met het idee dat je ‘het’ kunt plannen of afdwingen. 

De Cuba
Ik neem je mee, zei nonkel Walter
Ik denk ik was een jaar of acht
Mijn nonkel woonde op de buiten
Mijn ouders in de stad
In zijn Mercedes
Reden wij naar Zevergem
Het zonlicht danste op het dashbord
Ik zat heel groot en fier naast hem

Hij reed de auto naar de graskant
Dicht bij de oude Schelde-arm
En nonkel zei: hier is de Cuba
En ik zag koeien overal,
een blauwe reiger vloog stil over
Over de oude Schelde-arm
Ik zat met nonkel in de grasberm
Een hele middag lang

En ik heb overal gezworven
En nergens vond ik echt mijn stek
En waar de wegen mij ook brachten
De Cuba was nooit ver weg
Oh in mijn dromen
Zag ik de Cuba telkens weer
De wereld is veel minder
De Cuba is veel meer

Ik wil nog één keer naar De Cuba
met nonkel Walter aan mijn zij
Kijken naar de koeien
De tijd gaat nooit voorbij
Voor nonkel Walter en voor mij.

Albert-Willem
Een liedje van de cd Ilja over een jongen die voorbestemd was om niet oud te worden. Hoe laconiek zegt Lieven het:
Kinderen worden geboren en soms gaat er eentje dood
Albert-Willems moeder zit vaak nachtenlang aan de stroom.
Albert-Willems moeder huilt niet, zij vindt water altijd mooi.

Acht cd’s van Lieven Tavernier
1. Doe het licht (1995)
2. Ilja (2002) – met als troostliedjes o.a. Albert-Willem en De deken
3. Niet voorbij (2004) – troostnummers bij de vleet
4. Wind & rook (2008)- hierop staat De Cuba  
5. Witzand (2011)
6. De fanfare van honger en dorst (2013) – oude liedjes worden gespeeld door en met een fanfare
7. Wintergras (2014) – begin hier als je hem nog niet kent.
8. Geen kwaje vrienden (2016) – Lieven gecoverd door o.a. Raymond van het Groenewoud, de Bony King, Gabriel Rios én (!) Remco Campert.

Opmerking: door de vooruitgang kopen we als samenwerkende bibliotheken in Noord Oost Brabant niet langer alle belangrijke muziek meer aan. 

Verslag concert op FolkforumGentenaren overtuigen met prachtige luisterliedjes 

Ik schreef eerder over Lieven en zijn werk
Muziekjaar 2014 – Het werd, het was, het is gedaan (december 2014)
Lieven Tavernier – Wij kunnen u niet beloven dat het alle dagen feest zal zijn (december 2014)
Lieven Tavernier. Niet voorbij (2005)

Klik hier voor een lang artikel met een zestigtal begrafenisliedjes

Citaat 342 (Stille zaterdag 26 maart 2016) Wir setzen uns mit Tränen nieder
Homepage Citaten 2016

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: