Als bibliothecaris moet je doorlopend besluiten om dingen links te laten liggen. Wekelijks komen er immers tientallen nieuwe titels binnen. In jouw bibliotheek, pand. Het gros daarvan doet je niet zo veel, maar altijd zitten er enkele tussen die je eigenlijk zou willen gaan lezen. Of bekijken. Beluisteren. Titels die bovenop de dingen komen die je thuis ook nog moet lezen, bekijken, beluisteren. Kranten, tijdschriften, tv-programma’s, blogs, cd’s. We leven in een overvolle informatie-jungle-wereld. U herkent het waarschijnlijk, maar bibliothecarissen hebben het nog zwaarder. Alhoewel. Tegelijkertijd hebben we een van de leukste banen. We omringen ons beroepshalve met heel veel informatie en proberen daar ‘iets’ mee te doen.

Veel blijft ongelezen
Je maakt dus noodgedwongen in de bibliotheek de keuze om iets niet mee naar huis te nemen (lenen, dus). Lezen doen bibliothecarissen – voor zover u dat niet wist – vooral thuis. In hun eigen ‘vrije tijd’. Toch neem je vol goede moed vaak nieuwe boeken mee naar huis. Die meestal enkele dagen of weken later ongelezen weer terug worden gebracht. Doorbladeren is vaak het enige waar je aan toe komt. Waardoor je globaal wel een beeld hebt van een bepaalde titel. Soms laat je ook een boek links liggen omdat je de schrijver al kent. Ongeveer al weet hoe hij of zij denkt. En soms kom je er (veel) later achter dat je zo’n boek wel had moeten lezen. Of kom je er achter dat in de collectie al jaren lang een bepaald boek zit, dat je nu – zogenaamd – ontdekt. Een journalist stipt het aan. Een kunstenaar noemt het in een interview. Of ontdek je dat er een boek bestaat over een onderwerp waar je nog nooit veel interesse voor hebt gehad, tot nu … en verhip: we hebben in de collectie juist het boek dat je nú nodig hebt. Ook komt het regelmatig voor dat je een iets ouder boek zoekt, maar het zit niet in de collectie. Dan zijn er drie opties: (1) jammer, laat maar zitten, of (2) aanvragen bij een andere bibliotheek (interbibliothecair leenverkeer heet dat) of (3) alsnog aanschaffen en in de collectie opnemen. Oh ja, nog een optie. Sinds kort zou het ook als e-book legaal geleend kunnen worden via bibliotheek.nl (alhoewel de kans dat je juist dát boek daar aantreft nog niet erg groot is).
Over het hoofd gezien
Deze inleidende woorden hebben te maken met een boek van Andrew Keen – een Engelse ondernemer, schrijver – dat eind 2015 verscheen: Internet is niet het antwoord. Had ik links laten liggen. Waarom? Ik dacht dat hij weinig meer toe te voegen had aan zijn eerste twee boeken: De @-cultuur : hoe internet onze beschaving ondermijnt (uit 2008) en De digitale afgrond : hoe de huidige sociale online revolutie ons eenzamer en hulpelozer maakt (uit 2012). Die beiden ook gingen over negatieve aspecten van onze (internet)wereld. Gisteren kwam ik er via een omweg achter dat dit boek juist nu erg relevant is. Nog niet zo zeer door de discussie of ‘het internet’ uiteindelijk zo slecht voor de wereld is. Maar meer door een filmpje (The internet is not the answer) dat ik gisteren zag, waar hij in ruim twintig minuten uitlegt waar zijn boek over gaat en de drie grootste problemen van onze tijd. Die toespraak hield hij in december 2014 en is zeer actueel. Drie grote problemen: Werkloosheid, privacy en ongelijkheid. Deze begrippen betrekt hij in zijn talk en boek natuurlijk op de digitale wereld (‘het internet’), maar zijn feitelijk ook drie grote thema’s in de ‘normale’, analoge wereld. Sterker: dagelijks worden de signalen helderder dat ‘we’ met deze drie thema’s als mensheid een reuzeprobleem hebben.
Wat delen we met elkaar?
Deze talk viel me ook zo op omdat hij impliciet naar het jaarthema Wat delen we met elkaar? verwijst. Anders gezegd: groeiende werkloosheid, schendingen van onze privacy en toenemende ongelijkheid kan alleen aangepakt worden door burgers die begrijpen dat we als mensheid ‘iets’ meer in termen van ‘wij’ en minder in ‘ik’ moeten gaan denken en handelen. Of anders geformuleerd: juist voor deze drie thema’s geldt dat we onszelf wellicht de vraag moeten (gaan) stellen wat we (met elkaar) willen (gaan) delen.
Werkloosheid terugdringen: herverdelen werk en/of invoering basiskinkomen
Schendingen van onze privacy terugdringen: minder informatie over onszelf met anderen delen én wetgeving verscherpen voor bedrijven die momenteel amper worden belemmerd in hun streven om zoveel mogelijk data over ons doen en laten verzamelen
Ongelijkheid terugdringen: tja, de signalen worden steeds pregnanter. Er zit iets goed fout. De Panama Papers zijn de laatste, grote wake-up call.
The internet is not the answer
Enkele quotes uit die speech.
We expected a lot from this thing. It wasn’t just technology. We thought it would be democratizing. We thought that it would bring more opportunity. We thought that it would create jobs. We thought that it would enable freedom on lots of levels: cultural, economic, social, individual, sexual. (4:45)
I’m not a marxist, I don’t believe in conspiracies (8:31)
() In the book I talk about the law of unintended consequences. We wanted it to be right. We wanted the technology to work. We wanted it to make the world a better place. We thought that it would create jobs. We thought that it would create equal opportunity. We thought that it would mean freedom but in the law of unintended consequencies, which was true for the French Revolution, the Russian Revolution as it is for the digital revolution: things have not worked out like that. (8:45)
The problem with the revolution is that we’re idealizing disruption, we’re idealizing a lack of laws (18:16)
The internet has grown up, it’s not a kid anymore. It’s not a playground, we are responsible. (18:59)
What’s going on now is just as profound, just as structurally radical and changing as the original Industrial Revolution. We’re talking now of a new Industrial evolution or a new technological revolution and we need regulation there. Otherwise you’d still have eleven-year olds working in factories (19:57)
We need to realize collectively as a community that things have gone wrong. We need to understand that we are not just enterpreneurs or journalists or people working in these companies. We have a collective responsibility just as the industrialists of the 19th century had to build a better world for everyone. It’s not an ideal world, I’m not trying to create bolsjevism … (20:28)
() The internet will never create perfect equality, will never necissarily ensure that everyone has jobs, will never guarantee our privacy, but at the moment the reverse is true. At the moment it’s triggering massive, almost historically unheard amounts of inequality, it threatens to create the worst unemployment crisis, I think, in all history of the human race and of course it’s destroying privacy.
() The next web is still a possibility but at the moment it’s gone wrong. It’s an epic fucking fail and to make it a better we need to work together. (21:35)
Het kapitalisme redden
Het is (wederom) opmerkelijk hoe een verstandig ma, die inziet dat er momenteel veel ‘dingen’ fundamenteel fout zitten, omstandig uitlegt dat hij geen socialist is. Niet uit is op het ‘opblazen’ van het kapitalistische systeem. Lijkt op een Nick Hanauer, die zijn mede-miljardairs voorhoudt om zich niet te zeer te gaan vervreemden van de normale mensen. Of op de Belgische econoom Paul De Grauwe die ondernemers en collega liberale politici voorhoudt een andere weg in te slaan. Andrew Keen is van huis uit een ondernemer, of iets modieuzer geformuleerd: een entrepreneur. Iemand die geld verdient omdat hij kansen ziet die anderen niet zien. Hij ziet daar terecht niets fout in, maar tegelijkertijd weet hij ook dat ons huidig model tot té veel uitwassen leidt.
Zijn toespraak is ruim vijftien maanden geleden opgenomen en dagelijks kun je twee dingen ervaren. Eén: signalen oppikken dat er nog veel meer niet goed zit. Twee: zie je signalen dat gewone mensen erg boos zijn (geworden) en dat laten merken. Er hangt iets van een kleine revolutie in de lucht. Bezorgde burgers snappen de wereld niet meer en keren zich af van machthebbers. Hebben amper meer vertrouwen in hen.
Internet is niet het antwoord
Andrew Keen hangt zijn boek en toespraak op aan ‘het internet’. Hij heeft het internet zien opkomen en was een van de eersten die zich daar kritisch over uit liet. In potentie zou het internet kunnen zorgen voor meer democratie en vrijheid. Maar hij ziet nu dat het vooral voor meer ongelijkheid heeft gezorgd. Dat grote partijen feitelijk de macht naar zich toe hebben getrokken. Monopolisten die anderen wegdrukken. Uiteenlopende middelen inzetten om ‘alles’ van ons te weten zien te komen; om ons vervolgens met die opgedane kennis met nog meer producten en diensten lastig te vallen. Hij noemt het in zijn boek niet, maar het heeft natuurlijk ook te maken met globalisering, robots, zelflerende systemen en andere trends. Ontwikkelingen die elkaar versterken en er voor zorgen dat de macht té veel naar de kant van de zogenaamde 1 procent (of nog minder) doorhelt; ten koste van de rest, de 99%. Hij bepleit in zijn boek en talk twee zaken: regulering (liefst op mondiale schaal) én zelfregulering. Opdat mensen binnen disruptieve bedrijven zichzelf als het ware inhouden. En dat burgers vaker bij zichzelf te rade gaan. Moeten we sommige dingen (gewoontes, aankopen, beslissingen) niet (meer) of minder gaan doen.
Andrew Keen stelt vervelende vragen. Is zeer kritisch. Bijna boos. Zeker verontwaardigd. Hij voelt zich bij wijze van spreken beledigd. We hebben als mensheid een prachtig vehikel (‘het internet’) in handen, maar maken er een puinhoop van. Te beroerd om de uitwassen aan te pakken. Hij gebruikt af en toe de beeldspraak van pubers en volwassenen. Internet is in zijn ogen nog lang niet volwassen. Het wordt tijd dat wij als ouders (‘de samenleving’) daar iets aan gaan doen.
Signalen dat er een kleine revolutie in de lucht hangt
Sinds enkele dagen worden dagelijks details uit de zogenaamde Panama Papers bekend. Beetje bij beetje wordt daardoor steeds duidelijker dat er twee soorten mensen en bedrijven zijn. Het gros van de mensheid, die zich (noodgedwongen) gewoon aan de wetten houdt. Moet houden. Geen geld heeft om kennis in te kopen om zich daaraan te onttrekken. En een zeer klein deel, die alle middelen (en naar het zich voorlopig laat aanzien: legale) inzet om buiten de radar van vooral ‘de belasting’ te blijven. Deze Panama papers versterken het vage gevoel dat er iets van een revolutie in de lucht hangt. Dat heeft niet alleen te maken met geld en belastingen, maar evenzo met het vorige week gehouden referendum over Oekraïne, de massale steun voor zogenaamde protestpartijen, steun voor Donald Trump et cetera. Hieronder enkele quotes en/of verwijzingen naar artikelen waarin ‘de passie’ wordt gepreekt.
Ewald Engelen over de Panama Papers
Ze bieden ons, brave burgers, een onthutsend kijkje in de verderfelijke belastingmoraal van de rijke, gepriviligeerden en groten. Driewerf lof. Want het zijn dit soort onthullingen die aantonen dat de groeiende populistische afkeer van de elite volkomen terecht is.
Het beeld dat uit deze documenten opdoemt is namelijk een van een wereldomspannende exploitatiemachine die de rijken bevoordeelt en jan modaal het nakijken geeft. Terwijl gewone burgers bij wijze van spreken een halve werkweek ‘in overheidsdienst’ zijn om bij te dragen aan infrastructuur, rechtszekerheid, veiligheid, onderwijs en gezondheidszorg doen de voornaamste profiteurs ervan – het grootbedrijf, zijn bovenbazen en hun diefjesmaten – hun stinkende best om ons met de rekening ervoor op te zadelen. Zij de lusten, wij de lasten. Het is de definitie van parasitisme.
Vindt je het vreemd dat er al anderhalf decennium een electorale revolte sluimert die wacht op ontbranding. (column #panama-papers in De Groene Amsterdammer, 7 april 2016)
Joris Luyendijk over ethiek
Amoreel betekent dat je je niet afvraagt of een voorstel goed of slecht is. Je kijkt of het legaal is, en naar het reputatierisico. En als je grote bedrijven en rijke families hulp aanbiedt bij het ontwijken van hun belastingen, dan noem je dat ‘fiscale optimalisatie’, of ‘belastingvriendelijke arrangementen’. Het vocabulaire waarmee mensen in de financiële wereld over zichzelf en hun werk denken en praten is ontdaan van termen die een ethisch debat kunnen doen ontvlammen. Vandaar dat het grootste compliment in de financiële wereld ‘professioneel’ is. Het wil zeggen dat je geen gevoelens toelaat bij je werk, laat staan morele oordelen – die zijn voor thuis, waar ik sommige geïnterviewden heb leren kennen als diepgelovige mensen. Maar werk is werk, zeiden ze. (opiniestuk: Panama mag, dus wat houdt ze tegen, NRC, zaterdag 9 april 2016)
Christiaan Vos over fiscaal fatsoen
Onder invloed van het neoliberale denken gingen hebzucht en deregulering de laatste decennia hand in hand. Beïnvloed door de Amerikaanse schrijfster Ayn Rand, die egoïsme als hoogste deugd presenteert, is de moraal van zakendoen zichtbaar gewijzigd. Behalve de kredietcrisis van 2008 – die grote economische schade heeft aangericht, waar we nog steeds de prijs voor betalen – heeft dit ook geresulteerd in de meeste miljardairs aller tijden.
Er zijn meer mensen met veel geld. Er zijn meer mogelijkheden om belasting te ontwijken. Er is misschien dan wel niets nieuws onder de zon, maar de schaal is veel groter geworden, en daarmee, zoals de Franse econoom Thomas Piketty onderbouwd laat zien, ook de ongelijkheid in de wereld. De 1 procent superrijken van deze aarde heeft bijna de helft van het wereldvermogen in handen. En dat vermogen willen de superrijken beschermd hebben, het liefst onzichtbaar. (opiniestuk: Pleidooi voor fiscaal fatsoen, in De Volkskrant van zaterdag 9 april 2016)
Bert Wagendorp over de Panama Papers
De Amerikaanse president Obama zei het deze week zo: ‘Het is niet dat deze mensen de wet overtreden, maar dat de wet zo slecht is gemaakt.’ Een relatief kleine groep superrijken is kennelijk machtiger dan de politiek wereldwijd en in staat hervormingen tegen te houden. En er zijn machtige politici die vrolijk meeprofiteren. De neoliberalen winnen. Ze maken slim gebruik van hypocriete belastingparadijzen als Nederland en van brievenbussen op parasitaire kutlandjes als de Bahama’s, Samoa en de Seychellen.
Dat is wat de Panama Papers overduidelijk laten zien en dat is slecht nieuws. Het raakt u en mij persoonlijk, behalve wanneer u ook een NV op Samoa hebt. Jesse Klaver (GL) zei gisteren dat we het probleem binnen twee jaar kunnen aanpakken, als de politieke wil er is. Maar dat is dus de vraag. (column in De Volkskrant, zaterdag 9 april 2016)
The corruption of our democracy
Because at root, the Panama Papers are not about tax. They’re not even about money. What the Panama Papers really depict is the corruption of our democracy.
Following on from LuxLeaks, the Panama Papers confirm that the super-rich have effectively exited the economic system the rest of us have to live in. Thirty years of runaway incomes for those at the top, and the full armoury of expensive financial sophistication, mean they no longer play by the same rules the rest of us have to follow. Tax havens are simply one reflection of that reality. Discussion of offshore centres can get bogged down in technicalities, but the best definition I’ve found comes from expert Nicholas Shaxson who sums them up as: “You take your money elsewhere, to another country, in order to escape the rules and laws of the society in which you operate.” In so doing, you rob your own society of cash for hospitals, schools, roads …
() In my politics lessons, we were taught that Britain was a representative democracy. But what 30 years of plutocracy have brought is an era of un-representative democracy. With a few exceptions, our politicians no longer resemble, nor do they work for us.
Artikel van Aditya Chakrabortty. The 1% hide their money offshore – then use it to corrupt our democracy in The Guardian, zondag 10 april 2016)
Marcel Canoy over nulsomspelen
Daarmee kom ik op het tweede misverstand. Mason verwart kapitalisme met excessen van kapitalisme. Allicht, de nulsomspelen in delen van de financiële wereld, Panama profiteurs en andere vormen van balletje-balletje economie kunnen gemist worden. Een basisinkomen en de deelecononomie zijn uitstekend te verenigen met kapitalistische beginselen, wanneer je kapitalisme breder ziet dan graaien en handelen ten koste van anderen. Ik zie meer in een stevige reset van het kapitalisme dan de wonderlijke heilstaat van Mason waarin iedereen spontaan lief is voor elkaar.
Mason heeft wel een sterk punt dat we actief moeten naar het opruimen van de nulsomspelen in de economie. Nulsomspelen leiden tot acties van mij die goed uitpakken voor mezelf maar onvermijdelijk ten koste gaan van een ander, en vice versa. Ze leiden tot afgunst, chaos, populisme en conflicen, waar uiteindelijk iedereen slechter van wordt.
(Column Heilsoldaat, in het Het Financieele Dagblad van maandag 11 april 2016). Hij heeft het over Paul Mason en diens recent verschenen boek Postkapitalisme : een gids voor de toekomst.
Storm is coming – Elizabeth Warren
Citaat 346 (donderdag 7-maandag 11 april 2016)
Homepage Citaten 2016