Categorieën
Boeken Citaten Filosofie Maatschappij

We hebben de verbeelde catastrofe nodig om ons tot nieuwe verhalen en nieuwe daden aan te zetten.

Als bibliothecaris heb ik al jarenlang de gewoonte om wekelijks enkele recent aangeschafte boeken mee naar huis te nemen; sorry: ik leen ze. Meestal blijft het bij doorbladeren, hier en daar wat lezen en dan terugbrengen naar de bibliotheek. Het doel is steeds om ‘wat’ op te steken. Wellicht komt het ooit van pas. Education permanente, zoiets.

“Inleveren!”
Regelmatig komt het echter voor dat het automatiseringssysteem van de bibliotheek me via email een reminder stuurt dat de leentermijn van een bepaalde titel is verlopen, of dat het gereserveerd is. “Inleveren!” Dat gebeurde deze week weer eens.

Het bewuste boek stond al enige weken thuis te wachten. Had het meegenomen omdat ik het idee had dat het om een interessante uitgave ging, maar had er tot dat moment nog geen blik in geworpen. Er is namelijk altijd veel meer dat mijn aandacht trekt. Natuurlijk de ‘eeuwige’ kranten en tijdschriften, digitale bronnen et cetera; en uiteraard is er ook het ‘normale’ sociale leven.

Vrouwe Fortuna
Dus moest De twee gezichten van Vrouwe Fortuna er aan geloven. “Inleveren!” Dat deed ik en kon niet nalaten om er alsnog een blik in te werpen. Om te beginnen is het een prachtige uitgave. Zeer verzorgd. Een dik boek (895 pagina’s), zonder illustraties. Van een gerenommeerde, maar kleine, gespecialiseerde uitgever: Damon uit Eindhoven.

Een duur boek: €59,90. Een kleine oplage, vermoed ik. Voor een relatief klein publiek. Maar wel een unieke uitgave. Voor de tweede keer in het Nederlands verschenen; de eerste keer was in 1606! Een boek dat in 1354 voor de eerste keer in het Latijn verscheen. Geschreven door een zeer beroemde man, Francesco Petrarca. Inderdaad, de grote Italiaanse dichter en schrijver. Hij werd vooral bekend door zijn gedichten over Laura, de grote liefde van zijn leven. Hij is eén van de grote namen die aan het begin staat van de Renaissance en het humanisme. Samen met zijn landgenoot Dante Aleghieri.

Een prachtige uitgave
Dat dikke boek blijkt bij doorbladeren zeer leesbaar te zijn en – voor alle duidelijkheid: een vluchtige conclusie – zeer actueel en nog steeds relevant voor mensen die nadenken over – bijvoorbeeld – de zin van het leven’; en wat een goed leven inhoudt.

Het boek viel open op pagina 552, en ik las een fragment uit het tweede boek, paragraaf 58: Een jaar van droogte. Daarin voeren Verdriet en Ratio een tweegesprek.

Zevenhonderdjaar oud
Het toeval wil dat ik een dag eerder een boek had uitgelezen dat deels aansluit bij het gedachtegoed van een man die ruim zevenhonderd jaar geleden leefde. Addie Schulte heeft een boek geschreven over de grote problemen van onze tijd en waarom velen zich zo’n grote zorgen maken of ‘het’ wel goed met ons zal aflopen.

Het is een van de vele boeken die daarover de laatste jaren zijn verschenen. Grosso modo zijn er twee soorten schrijvers. Aan de ene kant auteurs die met talloze feiten aantonen dat ‘de mens’ het nog nooit zo goed heeft gehad. We leven langer, in relatieve gezondheid, zijn rijker en alles wijst er op dat deze trend nog wel even zal doorgaan en dat vooral mensen in voormalige derde wereldlanden het ook steeds beter zullen gaan krijgen.

Artikel: Het is veel erger dan je denkt, veel erger (mei 2019)

Doemdenkers, optimisten en …
Aan de andere kant zijn er ook veel schrijvers, die met andere feiten en voorspellingen betogen dat ‘de mens’ voor grote uitdagingen staat en dat als we niet oppassen die problemen ons boven het hoofd kunnen groeien. Denk aan ongelijkheid, een haperend economisch systeem, klimaatproblemen en slimme, zelflerende systemen die niet alleen veel taken weg zullen wegvagen maar op termijn ‘de mens’ zouden kunnen gaan overvleugelen.

Er zijn ook schrijvers die een middenpositie innemen. Addie Schulte is er daar eentje van. Hij gaat in De strijd om de toekomst : over doemscenario’s en vooruitgang op vier grote onderwerpen in: migratie, neoliberalisme, robotisering en klimaatverandering. Onder robotisering valt wat hem betreft ook de komst van slimme, zelflerende AI-systemen. Grote onderwerpen waarover veel mensen zich grote zorgen maken. Bedreigen die immers niet onze welvaart, identiteit en zelfs ons voortbestaan?

Addie Schulte
Deze Nederlandse historicus en journalist is geen klimaatontkenner, beweert niet dat ‘we’ niets moeten doen aan de te grote ongelijkheid, noch dat we ons geen zorgen hoeven te maken over grote migratiestromen en ‘onze’ identiteit. Ook ontkent hij niet dat we in een tijd leven waarin wetenschap en technologie bezig zijn met slimme, zelflerende systemen die voor veel disruptie zullen zorgen. Alleen…

Alleen weet hij als historicus en nuchter denkend mens dat ‘de mens’ voor hetere vuren heeft gestaan. Anders gezegd: elke generatie heeft het gevoel dat zij ‘iets’ bijzonders, iets unieks meemaakt. Door het toeval staan juist wij voor grote beproevingen en uitdagingen. En vergeten we dat onze voorouders ook het nodige voor hun kiezen kregen. En weten velen niet dat wij in een tijd leven waarin het gros van de mensen het veel beter heeft dan voorgaande generaties.

Hij schaart zich wat dat laatste betreft aan de zijde van schrijvers als Hans Rosling, Johan Norberg of Steven Pinker. Maar zet bij hun (té?) optimistische toon wel degelijk kanttekeningen.

Zijn boek heeft iets weg van het betoog van de Amerikaanse journalist Charles C. Mann. Deze betoogt in De profeet en de tovenaar : twee grondleggers en hun concurrerende ideeën over een leefbare toekomst op onze planeet dat we in onze tijd behoefte hebben aan wetenschappers die problemen (vaak ietwat technocratisch) gaan oplossen en aanpakken, én aan mensen die ons voorhouden om na te gaan denken over de manier waarop we nu leven en onze samenleving hebben ingericht. De eersten noemt hij tovenaars, de andere profeten.

Addie Schulte neigt iets meer naar de kant van de tovenaars, net als de Belgische wetenschapsfilosoof Maarten Boudry. Deze Boudry moet echter weinig hebben van de profeten en laat dit in zijn Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat ook merken.

Over instincten en onze toekomst
Addie Schulte betoogt dat doemdenkers én optimisten twee kanten van dezelfde medaille zijn. Beiden ‘geloven’ (want niemand kan immers de toekomst voorspellen) dat huidige trends als het ware ‘eeuwig’ door zullen blijven gaan.

Addie Schulte lijkt wat dat betreft ook wat op Hans Rosling, de Zweedse arts, die in zijn boek Feitenkennis tien instincten van de mens beschrijft. Instincten die ons verhinderen clean en rationeel naar de wereld te kijken.

Onze instincten vertroebelen vaak onze blik. Een daarvan is ons natuurlijke neiging om te denken dat bepaalde trends zich als het ware eeuwig zullen doorzetten. In de praktijk blijkt dat er bijna altijd (per definitie, maar niemand weet vooraf wanneer) er een trendbreuk zal plaatsvinden waardoor een vervelende tendens omgeturnd wordt.

We kunnen immers stoppen met nog meer CO2 aan de atmosfeer toe te voegen of maatregelen nemen waardoor ‘het’ Moneyland van Oliver Bullough als het ware ophoudt te bestaan.

Artikel: Moneyland: het zal nooit makkelijker zijn om ertegen op te treden dan nu. (april 2019)

Addie Schulte sluit zijn boek als volgt af:
De angst voor de catastrofe zorgt er soms voor dat deze zich niet voltrekt. Het idee van de komende ramp brengt angst met zich mee. Maar angst hoeft niet te verlammen; ze kan alternatieven bieden. Uit rampen, of die zich nu in de hoofden van mensen of in de werkelijkheid afspelen, komt vaak iets goeds voor. Neergangsgedachten zullen blijven floreren. Want we hebben de verbeelde catastrofe nodig om ons tot nieuwe verhalen en nieuwe daden aan te zetten. We kunnen niet zonder de gevreesde toekomst. (pagina 237)

Fortuna (beeld van Hildo Krop)

Ongelezen
Ongelezen durf ik de stelling te betrekken dat Addie Schulte zich (deels) zal herkennen in het werk van Petrarca. Er zit ruim zevenhonderd jaar tussen, maar toch  …
Dat doe ik louter op basis van dat hoofdstuk over droogte; en wat ik her en der over dit boek en Petrarca lees.

Petrarca leefde ook in tijden vol onrust en grote problemen, sorry: uitdagingen. Vele oorlogen, de pest, grote verschillen in inkomen tussen mensen, onzekerheden over grenzen, (geo)politiek gedoe et cetera.

Petrarca zat er midden in. Ervoer het aan den lijve. Veel doden, geweld, onzekerheid; wel minder gedoe over ‘identiteit’. Je wist toen wie je was, waarom je hier op aarde rondliep, waar je na je dood naar toe ging en naar wie je moest luisteren. Nadenken over vrijheid was voor het gros van de wereldbewoners geen issue.

Vrouwe Fortuna bepaalde voor een groot deel je leven. Maar de opkomende moderne (Renaissance)mens ging daarover nadenken en begon zich te realiseren dat er manieren zijn om je aan je lot te onttrekken.

De remediis utriusque fortunae (Engelse vertaling uit 1579)

Twee gezichten van Vrouwe Fortuna
In De twee gezichten van Vrouwe Fortuna (oorspronkelijke titel: De remediis utriusque fortunae) voert Petrarca in elk hoofdstuk (ruim 250) twee denkbeeldige personen op: Ratio versus Hoop, Verdriet, Vrees of Vreugde.

Die laatste vier kun je (ook) wegzetten als ‘de instincten’ van Hans Rosling. Of Systeem 1 van de Israëlische psycholoog Daniel Kahneman.

Bij Kahneman is Systeem 1 ons gevoel en dat is volgens hem (bekroond met de Nobelprijs voor Economie) in 95% van de tijd actief.

Ratio is bij Kahneman Systeem 2, het ‘ding’ in ons hoofd waarmee we als mens ‘rationeel’ voors en tegens van zaken kunnen afwegen. Zeg maar: nadenken. Doen we weinig (zeg: vijf procent), want kost moeite.

Petrarca grijpt als ‘Renaissance-man’ terug op de oude Grieken en Romeinen en met name die denkers en filosofen die proberen redelijk rationeel naar de wereld te kijken. En vanuit die kijk rationeel handelen. Mensen die zich niet gek laten maken door de waan van de dag, de nieuwste hypes of onheilstijdingen. Stoïcijnen, Epicuristen of hoe je ze ook wilt noemen.

Onderstaand gesprek zou ook vandaag gevoerd kunnen worden:

Deel 2, 58 Een jaar van droogte
Verdriet: Ik ben somber gestemd vanwege de droogte dit jaar.
Ratio: Dan zal een extra vruchtbaar jaar je extra welkom zijn. Iets wordt het best gewaardeerd door vergelijking met zijn tegendeel.
Verdriet: Mijn akker heeft me in mijn verwachting teleurgesteld.
Ratio: Het is niet je akker die je teleurgesteld heeft, maar je ongepaste hebzucht. In jullie hoogmoed beloven jullie jezelf dat alles jullie op een wenk zal toevallen, overtuigd als jullie zijn dat de natuur jullie in alles zal gehoorzamen. Maar als zij aan haar rechten heeft willen vasthouden en één keer de diepe en gebarsten put van jullie begeerte, die nooit volledig vol kan raken, leeg heeft gelaten, vinden jullie haar eigenzinnig, zelfzuchtig en oneerlijk. Deze verwachtingen van jullie zijn echter niet gerechtvaardigd of redelijk, maar verzinsels van een onmatig verlangen. Jullie verbeelden je dat alles wat jullie willen zal uitkomen, en als dat niet helemaal uitkomt vinden jullie dat schadelijk. Je akker heeft niets anders gedaan dan altijd; jijzelf trouwens ook. De aarde is de ene keer vruchtbaar en de andere keer niet, terwijl jullie begeerte permanent is. (pagina 552)

Kortom, een gesprek tussen een ‘kind’ en een ‘volwassene’. Iets verderop:

Verdriet: Er is veel van mijn gebruikelijke overvloed afgegaan.
Ratio: Er wordt slechts weggenomen wat voorgaande jaren royaler dan normaal hadden opgeleverd of komende jaren zullen opleveren. Bescheidenheid neemt genoegen met iedere opbrengst, hoe klein die ook is. Hebzucht neemt toe door winst; hoe groter het bezit, hoe sterker het gevoel van armoede. Overvloed baart ondeugden, voedt ondeugden, moedigt ondeugden aan. Accepteer dat er bij jou iets van dat kwaad wordt weggenomen, hoe minder overvloed, hoe minder verwaandheid, en hoe minder begeerte. (pagina 553)

En Ratio sluit als volgt dit hoofdstuk af:

Overvloed had een verslappende werking op je, laat gebrek je dan harden. Laat je akker je soberheid bijbrengen, laat droge kluiten voor jou doen wat vruchtbare boeken niet konden. Geen enkele leermeester van zinvolle kennis mag worden afgewezen. Leer hoe je goed moet leven; leer dat, ook als je al oud bent; leer dat, ook als je dat niet wilt; leer dat, ook als je ergernis voelt. (pagina 554)

De moraal
Een eeuwenoude tekst met een actuele toon. Moralistisch? Zeker! Urgent? Zeker!

Vooral in een tijd waarin we ons als (verwende) wereldburgers – om allerlei redenen –  in moeten gaan stellen op wendingen die we niet zien zitten, maar die wellicht tóch nodig zijn of domweg op ons pad zullen komen.

Tot slot, een nieuwe ’trend’?
In juni verscheen een boek van de (redelijk) bekende hoogleraar duurzaamheid en milieukunde Klaas van Egmond. Die verwijst in Homo universalis nadrukkelijk naar ‘de’ Renaissance. Niet alleen in de ondertitel (moreel kompas voor een nieuwe Europese Renaissance); het hele boek is ervan doortrokken.

Het Renaissance-gedachtegoed om onze complexe tijd beter te leren doorgronden, én als bron om ‘de problemen’ te gaan oplossen. Wellicht het begin van een nieuw trend-je. Teruggrijpen naar oude bronnen als kompas voor ons doen en laten.

Bladerend door Vrouwe Fortuna kreeg ik ook het gevoel dat dit boek iets wegheeft van de (beroemde) essays van Michel de Montaigne (uit 1580 ); of werk van Seneca en Cicero, twee Romeinse filosofen.

Citaat 597 (woensdag 3 juli 2019)
Homepage Citaten 2019

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder