Categorieën
Boeken Citaten Duurzaamheid Maatschappij Next

Wat als we deze verstoring zouden gebruiken als een kans om alles los te laten wat niet essentieel is in ons leven, in ons werk en in onze institutionele routines?

Nog maar vijf dagen geleden schreef ik een stukje waarin ik een stuk of zes boek-jes meenam die ik tijdens een zelfgekozen lockdown had gelezen. Als titel voor dit artikel leende ik de titel van een verhalenbundeltje van Tommy Wieringa en plakte daar een woordje voor: Lezen – Totdat het voorbij is.

Uiteraard kun je de komende weken thuis van alles doen, maar ik vermoed dat velen net als ik de komende tijd meer dan gemiddeld zullen gaan lezen. Lezen, totdat het voorbij is.

Meteen nadat Tedros Adhanom, de directeur van de World Health Organisation,  het woord pandemie bezigde moest ik aan Hans Rosling denken. Een Zweedse arts die in Feitenkennis – zijn testament – glashard laat zien dat de wereld er veel beter voor staat dan velen denken. Mensen worden gemiddeld genomen ouder, zijn rijker, hebben meer kansen et cetera. Toch noemt hij zichzelf geen (super) optimist, maar een possibilist. Hij weet dat de mens tot grote, positieve dingen in staat is (optimist + possible), maar hij is niet naïef. 

De bronafbeelding bekijken

Ik ontken niet dat er dringende mondiale gevaren zijn waar we iets aan moeten doen. Ik ben geen optimist die de wereld door een roze bril ziet. Ik word niet rustig door de ander kant op te kijken. De vijf problemen die mij het meest zorgen baren zijn: een wereldwijde pandemie, financiële ineenstorting, wereldoorlog, klimaatverandering en extreme armoede. Waarom ik me juist over deze vijf problemen het meest zorgen maak? Omdat de kans heel groot is dat ze zich voordoen: de eerste drie hebben zich al eerder voorgedaan en de twee andere zijn nu gaande (). Als we hier niets tegen doen, zal niets anders werken. Dit zijn megamoordenaars, die we moeten stoppen, als dat al kan, door er gezamenlijk, stap voor stap, tegen op te treden.

Tja. Daar zitten we nu. Midden in een pandemie. Maar die drie andere door hem aangestipte problemen (financiële ineenstorting, klimaatverandering en extreme armoede) spelen ook nog steeds én zullen – wedje – er de komende maanden en jaren onherroepelijk mee verbonden worden. Laten we hopen dat die wereldoorlog wegblijft omdat enkele grote pubers zich gedeisd houden.

Lezen, herlezen
Naarmate de ernst van het coronagebeuren toenam kwam het idee op om de komende weken (maanden?) vooral ook boeken te gaan (her)lezen die een link hebben met de belangrijke vraag wat deze majeure crisis zal betekenen voor het leven ná corona. Gaan we dan weer door alsof er niets aan de hand was? Of zal deze crisis zó groot zijn dat er domweg geen terugkeer naar onze good old days meer kan zijn. Zal zijn. Ik neig zelf naar het antwoord dat we nooit meer terug kunnen naar zoals het vroeger was; naar wat we normaal vonden. Uiteraard zijn er meer mensen die op hetzelfde standpunt staan en zich al in het publieke gesprek beginnen te mengen. 

Uiteraard was dit gesprek al gaande. Maar ik vermoed dat het nu nog noodzakelijker wordt om na te gaan denken over onze volgende samenleving. Binnen onze regio lieten we daar als bibliothecarissen de laatste jaren uiteenlopende denkers en doeners over aan het woord onder de noemer NEXT.

Organiseerden we zogenaamde Tegenlicht Meet Ups, waarin we met deskundigen en publiek spraken over onderdelen van die aankomende samenleving.

En ons huidige jaarthema is niet toevallig Wees deel van de oplossing

Vandaag werd ik tijdens het herlezen van een negen jaar oud boek ‘overvallen’ door een artikel van Otto Scharmer, een Duitse hoogleraar die verbonden is aan MIT (het Massachusetts Institute of Technology). Otto Scharmer heeft uitgesproken opvattingen over verandering en hoe daar als samenleving, bedrijf en individu mee om te gaan.

In het Nederlands zijn twee boeken van hem beschikbaar. Centraal daarin staat ‘zijn’ Theorie U

Maar ik zat voordat Eight Emerging Lessons: From Coronavirus to Climate Action openbaar werd gemaakt te lezen in Helden uit noodzaak : hoe onze generatie dankzij de ecologische en economische crisis de wereld gaat redden. Van de Australische klimaatactivist, ex-beroepsmilitair en ondernemer Paul Gilding.

In 2011 verscheen dit boek bij uitgever Maurits Groen. Dat boek werd in die tijd door veel recensenten weggezet als onzin, dan wel volstrekt genegeerd.

Helden uit noodzaak
Ik herinnerde me van dit boek vooral hoe Paul Gilding het verhaal van de aanval op Pearl Harbor in zijn betoog meenam. Hoe Amerikaanse politici er binnen enkele dagen na de onverwachte Japanse aanval op deze Hawaiiaanse marinebasis in slaagden om hun samenleving honderdtachtig graden van op- en instelling te laten kantelen.

Tot die tijd (7 december 1941, de oorlog in Europa was al anderhalf jaar aan de gang!) hielden de Verenigde Staten zich afzijdig. Maar deze aanval veranderde alles; en president Roosevelt (die al langer naar een excuus zocht om zich wel in de strijd te gaan mengen) nam meteen zeer drastische maatregelen. Alle fabrieken en bedrijven werden verplicht zich volledig te gaan richten op de productie van goederen en diensten voor de oorlogseconomie. Dat lukte, en mede daardoor was binnen drie jaar WWII voorbij. 

Paul Gilding

Paul Gilding haalde dit voorbeeld aan om te illustreren dat mensen in staat zijn volstrekt ondenkbare dingen te gaan doen, als … Als zich een ramp van zo’n omvang aandient dat (a) iedereen begrijpt dat er actie genomen moet worden en (b) iedereen er zich ook naar gaat gedragen. Hij voorzag dat er een nieuw Pearl Harbor- incident moest komen om ons in gang te zetten. En wellicht is dat moment nu aangebroken.

Paul Gilding geloofde in het begin van de jaren tien (van deze eeuw) dat de tijd voor grootschalige acties was aangebroken. Acties om op een andere manier om te gaan met onze planeet, ons klimaat. Hij schetst omstandig hoe hiervoor al vanaf het begin van de jaren zeventig door velen werd gepleit. Er waren natuurlijk succesjes behaald, maar im Großen Ganzen was er amper iets gebeurd en stonden toen (net als nu) alle signalen nog op rood. Het boek is geschreven kort na de laatste majeure ramp: het bijna in elkaar storten van het financiële systeem in 2007 en 2008.

Paul GildingToch zag hij toen al dat ‘we’ in 2010-2011 terugkeerden naar business as usual. Er kwam geen serieus gesprek op gang over de legitimiteit van ons op groei gebaseerde economische en maatschappelijke model. Integendeel. Binnen no time draaiden alle bedrijven weer op volle toeren en ging ons conusmentenfeestje weer vrolijk verder. Na ons de zondvloed.

Uiteraard stipt hij positieve voorbeelden en signalen aan, maar hij geeft ronduit toe dat we massaal om de hete brei heen zijn blijven draaien. Niemand zet stappen die écht impact hebben. Dat was in 2011.

In de negen jaar daarna is er niet veel veranderd. Natuurlijk werden er aanvullende afspraken gemaakt om de uitstoot van CO2 drastisch te gaan terugdringen. Het Akkoord van Parijs moest in 2015 natuurlijk nog gesloten worden . Alleen weten we anno 2020 dat papier zeer geduldig is. 

Toch is Paul Gilding geen pessimist. Hij weet dat ‘de mens’ tot grote dingen in staat is; alleen moet er wel een moment komen dat we allemaal wakker worden. Het is waarschijnlijk te vroeg om te constateren dat deze corona-crisis als catalysator kan of zal gaan werken. Feitelijk staat deze pandemie er los van, want het gaat ‘slechts’ om een virus waarvoor (nog) geen geneesmiddel is bedacht. Dat geneesmiddel komt er op zeker moment en dan zijn we klaar. Nietwaar?

Tóch durf ik de stelling te poneren dat het coronavirus als aanjager zal fungeren voor een gesprek over tal van zaken die nu (en in wezen al jarenlang) spelen. Klimaatproblemen, ongelijkheid, bullshit banen, wat is een waardevol leven, globalisering, de macht van grote bedrijven, het functioneren van onze democratie et cetera. 

Otto Scharmer realiseert zich dat ook en stipt in dit artikel acht ‘lessen’ aan. Dat is erg vroeg, zullen ongetwijfeld sommigen stellen. Aan de andere kant verwacht ik dat er tijdens onze lockdown nog veel meer geluiden zullen komen. Vooral zijn zevende les wil ik hier naar voren halen én koppelen aan het (her)lezen van boeken van schrijvers die een visie hebben over hoe we onze samenleving op en andere manier zouden kunnen gaan schoeien.

Twee houdingen ten opzichte van veranderingen 7. Het gesprek dat we nu moeten voeren: onze beschaving opnieuw vormgeven
Elke verstoring heeft twee kanten: dingen die we moeten loslaten en dingen die op het punt staan ​​te verschijnen. Wat de dingen betreft, is het interessant om te zien hoe snel we ons als wereldwijde gemeenschap kunnen aanpassen. Plotseling merken we dat meer dan de helft van de vergaderingen waarmee we onze planningen vulden, misschien niet zo noodzakelijk, zo essentieel zijn als we dachten, toch. Dus waarom houden we ons bezig met dingen die niet essentieel zijn? Dat is een geweldige vraag om te stellen. (Scharmer referereert hier aan David Graeber’s boek Bullshit jobs : over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden – hd)

De volgende vraag kan zijn: als we alles loslaten wat niet essentieel is, wat blijft er dan over? Het is een andere geweldige vraag (of ‘mantram’) om over te mediteren. Wat het antwoord ook is dat uit deze contemplatie voor u naar voren komt, bewaar het in uw hart. (ik weet niet wat een ‘mantram’ is; ik vermoed dat hij het over het enkelvoud heeft – hd)

En dan zou een derde vraag kunnen zijn: wat als we deze verstoring zouden gebruiken als een kans om alles los te laten wat niet essentieel is in ons leven, in ons werk en in onze institutionele routines?
Hoe kunnen we ons een voorstelling maken van hoe we samen leven en werken? Hoe kunnen we de basisstructuren van onze beschaving opnieuw bedenken? Wat effectief betekent: hoe kunnen we onze economische, democratische en leersystemen opnieuw vormgeven op manieren die de ecologische, sociale en spirituele scheidslijnen van onze tijd overbruggen?

Dat is het gesprek dat we nu moeten voeren. Met onze vriendenkringen. Met onze families. Met onze organisaties en gemeenschappen. Als ik iets heb geleerd van eerdere verstoringen die ik heb gezien, zoals de financiële crisis van 2008, dan is het deze: dezelfde verstoring heeft de neiging om een ​​dramatisch verschillende impact te hebben op verschillende organisaties, afhankelijk van hoe het leiderschap – en de mensen of veranderaars in het algemeen – reageren op die situatie.

(vertaling van een fragment uit Eight Emerging Lessons: From Coronavirus to Climate Action van Otto Scharmer, Medium, 16 maart 2018)

Vervolgens gaat hij verder in op het plaatje hierboven: twee manieren hoe om te gaan veranderingen die op ons afkomen.

Hij bezigt het (modieuze) woord disruptie, maar los daarvan kun je op dit moment natuurlijk dagelijks ervaren hoe er door mensen op deze onverwachte toestand wordt gereageerd: afwijzend dan wel open. Boos danwel hoopvol. In dat plaatje zit een referentie naar zijn Theorie U, maar dat doet er hier niet zo veel toe.

Zeker is dat we in de komende jaren beide houdingen alom ons heen zullen zien. Scharmer hoopt natuurlijk dat het gros van de mensen opteert voor een optimistische, nieuwsgierige, compassievolle opstelling.

Een bereidheid om open te (gaan) staan voor nieuwe, andere manieren om dingen binnen onze next society, in een post-coronatijdperk te gaan doen. Niemand weet natuurlijk wat dat straks zal betekenen, maar het ligt voor de hand om te proberen de vier door Hans Rosling aangestipte problemen in die nieuwe tijd fundamenteel te gaan tackelen.

Of het nu is door weg te draaien en te bevriezen (d.w.z. opereren vanaf de bovenste helft van figuur 2) of door het draaien naar en openen (d.w.z. opereren vanaf de onderste helft van figuur 2). Ik heb ook ontdekt dat zelfs binnen een enkele organisatie sommige leiders een van deze reacties kunnen vertonen (d.w.z. zich verbergen voor de situatie), terwijl anderen een andere vertonen (d.w.z. verbinding maken met mensen op het moment van kwetsbaarheid). Het verschil in impact is tastbaar en diepgaand: de eerste set teams groeit uit elkaar, terwijl de andere de neiging hebben samen te groeien op niveaus van collectieve resonantie die nog niet eerder zijn gezien.

Enkele citaten uit Helden uit noodzaak van Paul Gilding (zonder toelichting)

We zullen veranderen op een schaal en met een snelheid die nu bijna onvoorstelbaar lijken. En in slechts enkele decennia zullen we onze hele economie transformeren, inclusief de energie- en transportsector. Misschien zal het inzicht dat het leven meer te bieden heeft dan shoppen ons nog het meest verbazen. We zullen afkicken van onze verslaving aan groei, accepteren dat nog meer spullen onze levens niet beter maken en we zullen ons concentreren op de dingen die dat wel doen. (pagina 10)

De meeste toehoorders, of het nu activisten, zakenmensen of ambtenaren waren, waren het met me eens dat de koers die we nu varen in essentie absoluut niet duurzaam is. Maar ook: dat we niet zullen veranderen totdat de crisis voelbaar wordt, en dat het dan een grote, bloederige puinhoop zal worden. (pagina 13)

We stevenen af op een sociale en economische orkaan die grote schade zal aanrichten, een groot deel van onze huidige economie en onze aannames over de toekomst zal wegvagen, een crisis zal veroorzaken die de hele wereld raakt, en waarop een dramatische reactie zal volgen. We weten dat dit waar is. (pagina 14)

Ondanks de bewijzen en de eenvoudige logica dat de crisis nu of anders binnenkort losbarst, is ontkenning nog steeds de meest gangbare reactie. Ik  zeg dit niet uit wanhoop, ik constateer slechts een feit. ()

We zijn een uitzonderlijke soort en we zijn tot grote dingen in staat. De geschiedenis zit vol met voorbeelden van momenten dat we geen kant meer leken op te kunnen, maar waarop alle waardevolle menselijke kwaliteiten, onze compassie, onze gedrevenheid, ons technisch vernuft, en ons vermogen om dingen te realiseren op een gigantische, wereldwijde schaal duidelijk naar voren kwamen. 
  We hebben ook een schaduwzijde, dat is waar: een deel van onze hersenen, waarin we nog iets van de vroegere reptielen meedragen, kan ons leiden naar onaangename plaatsen waar angst en woede huizen. In de omstandigheden die zich nu aandienen, kan een dergelijke reactie leiden tot de ineenstorting van de samenleving. Dus ja, we kunnen inderdaad kiezen voor een ieder-voor-zich-reactie, die leidt tot steeds kleinere rivaliserende groepen van naties, regio’s en gemeenschappen – defensieve en bange mensen die strijden om wat nog resteert, vechtend om fysiek te overleven. In dat scenario zouden we honderdduizenden jaren aan menselijke ontwikkeling verliezen en de facto opnieuw moeten beginnen in de hoop dat de geschiedenis zich niet zal herhalen.
  Ik denk niet dat we dit zullen doen. (pagina 14-15)

De ‘Grote Verstoring’ zal de menselijke beschaving uiteindelijk naar een hoger evolutionair niveau tillen, waar we oplossingen vinden voor eeuwenoude uuitdagingen, voor restanten van onze lagere dierlijke toestand – armoede, consumentisme, conflicten. We hebben de mogelijkheid om een samenleving te creëren, die onze hoogste waarden weerspiegelt, waarin extreme armoede niet meer bestaat. Waarin geweldige technologieën, die met in plaats van tegen de natuur werken, ons voorzien van een overvloed aan energie en bronnen. Met een economie zonder afval op basis van gesloten kringlopen; met vruchtbare gemeenschappen die elkaar ondersteunen; met geluk, tevredenheid en dienstbaarheid als de centrale principes van onze economie en maatschappij, in plaats van onze huidige benadering dat meer geld nog gelukkiger maakt. (pagina 15-16)

We zullen dit alles niet doen omdat we het kunnen, maar omdat we het moeten: de Grote Verstoring maakt van ons ‘Helden uit Noodzaak’. Andere opties zijn er niet. (pagina 16)

Ze blijven steken in een vreemde paradox, met als enig besluit om geen beslissing te nemen, vastberaden om niet standvastig te zijn, hartstochtelijk onverschillig, vast in hun vloeibaarheid, al hun macht aanwendend om machteloos te zijn. … Als gevolg van nalatigheid in het verleden, ondanks overduidelijke waarschuwingen, zijn we een periode van gevaar binnengegaan. Het tijdperk van vooruitschuiven, van halve maatregelen, van geruststellende en verbluffende behendigheid in uitstellen, komt ten einde. In plaats daarvan betreden we een periode van consequenties… We kunnen deze periode niet omzeilen, we zitten er nu middenin. … (Winston Churchill, 12 november 1936) (pagina 39) (klik hier voor dit debat)

So they go on in strange paradox, decided only to be undecided, resolved to be irresolute, adamant for drift, solid for fluidity, all powerful to be impotent. ()
Owing to past neglect, in the face of the plainest warnings, we have now entered upon a period of danger ()
The era of procrastination, of half measures, of soothing and baffling expedients, of delays, is coming to its close. In its place, we are entering a period of consequences.

Zoals Joe Romm van ClimateProgress.com heeft opgemerkt betekent dit dat de wereldeconomie in essentie een reusachtig Ponzi-fraude is. We gebruiken ons kapitaal om rente te betalen aan de investeerders (wij), tot de dag komt dat dit kapitaal op is en deze financiële constructie plotseling ineenstort. (pagina 57)

Deze verstoring zal een transformatie veroorzaken van een buitengewone snelheid en schaal. Alle eerdere historische veranderingen, zoals die veroorzaakt door oorlog en technologie, zullen daarbij in het niet vallen. Het zal een spannende en uiteindelijk positieve transformatie zijn, met grote innovaties en veranderingen in technologie, handel, en economische modellen, met een gelijktijdige verschuiving in de menselijke ontwikkeling. (pagina 106)

Mijn conclusie is dat voor de komende jaren de houding die we aannemen – laten we voor de eenvoud zeggen: hoop of wanhoop – de meest basale vraag is. Ik denk dat ons antwoord op dat punt meer invloed heeft op onze toekomst dan technologie, politiek, of markten. (pagina 108)

Ik noem wat gaat komen ‘het Grote Ontwaken’, een term die ik in deze context voor het eerst hoorde van professor Jørgen Randers. (pagina 115)

Ten tweede kunnen we – als we willen – snel reageren. En dat is maar goed ook, want we hebben de gewoonte laat te reageren. Er zijn veel aanwijzingen () dat we het altijd zo doen: laat en snel. We worden wakker en nemen dan elke beslissing die nodig is om iets te repareren. Als er een grafschrift zou moeten worden geschreven om onze generatie te typeren, dan zou er staan: ‘Ze deden het. Ze waren laat, maar niet gek.’ (pagina 116)

Dit leidt tot de vraag die mij het meest wordt gesteld: wat zal het ’11 september-moment’ worden in de klimaatverandering? Wat zal de aanleiding tot de verschuiving zijn? Een orkaan die Wall Street treft? Een tyfoon in Tokio? Wat is de klimaatvariant van de inval van Hitler in Polen? Het antwoord is onbevredigend. Terwijl ik er zeker van ben dat we zullen reageren, zal het waarschijnlijk niet veroorzaakt worden door een enkele gebeurtenis, al zullen historici er achteraf wel een aanwijzen. pagina 118)

Artikelen waarin nagedacht wordt over post-corona-tijden (en te nemen maatregelen)
‘Deze keer hebben we een Plan B’ – gesprek met Ann Pettifor (De Groene Amsterdammer, 11 maart 2020)
Marcia Luyten. Letten jullie op, sociaaldemocraten: deze drie vrouwen bieden een nieuw verhaal (De Volkskrant, 17 maart 2020)
Mariana Mazzucato. The Covid-19 crisis is a chance to do capitalism differently (The Guardian, 20 maart 2020)
John Vandaele. Dé vraag in deze verwarrende tijd: wat komt er na de neoliberale globalisering? : De contouren van een nieuw politiek-economisch model voor de wereld (MO, 19 maart 2020)

Filmpje – Ascolta (luister) van Darinka Montico (14 maart 2020)

Citaat 639 (dinsdag 17 – donderdag 19 maart 2020)
Homepage Citaten 2020

Één reactie op “Wat als we deze verstoring zouden gebruiken als een kans om alles los te laten wat niet essentieel is in ons leven, in ons werk en in onze institutionele routines?”

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder