Vanochtend vielen enkele puzzelstukjes op z’n plek.
Via een tweet van Tom Kniesmeijer.

De trendpsycholoog die in 2010 het initiatief nam voor de TrendRede. Een tekst die jaarlijks aan het Nederlandse volk wordt aangeboden. Een cadeautje van een tiental mensen die professioneel de tijd(geest) volgen en bedrijven, instellingen en organisaties adviseren hoe daar mee om te gaan. Dit clubje ‘trendwatchers’ komt één keer per jaar (op ‘de hei’) samen. Dan bespreken ze de ontwikkelingen zoals zij die zien. Proberen er een rode draad in te ontdekken. En na afloop schrijft Tom Kniesmeijer die gedachtes op. Het is een mix van analyse en verwachtingen. Vervolgens wordt die tekst op een bepaalde dag voorgelezen en gratis beschikbaar gesteld. Dit jaar was het op woensdag 11 januari, in Pakhuis De Zwijger.
Gisteren (zondag 5 februari 2017) citeerde Tom Kniesmeijer in een tweet een regel uit de TrendRede van/voor 2017. Als reactie op de zaterdagcolumn van Bas Heijne (Natte dweil). Ik zag die tweet pas vanochtend en constateer dat die tweet ook aansluit bij de Tegenlicht-uitzending van gisteravond (Uitdagers van de democratie) én het nieuwste boek-je van Bas Heijne (Staat van Nederland : een pleidooi).

Ingewikkeld?
Valt wel mee. Tom Kniesmeijer probeert – evenals Bas Heijne – te volgen wat er in de samenleving gaande is. En verstaat – evenals Bas Heijne – de kunst daar ‘verslag’ van te doen. Incidenten te bezien in een groter verband. Tegenlicht, het VPRO-tv-programma dat de laatste jaren op zondagavond wordt uitgezonden, doet hetzelfde. Verslag doen van een wereld die op uiteenlopende terreinen dramatisch verandert.
De zin
Wat we nodig hebben is een Buitenveld. Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein.
Onbehagen
Bas Heijne heeft in de tweede helft van 2016 een time-out genomen. Heeft zijn wekelijkse column in NRC Handelsblad zes maanden aan de wilgen gehangen. Die ‘rust’-periode heeft nu al drie boeken opgeleverd. Een bundel columns (Een waanzinnig gaaf land : opmerkingen over Nederland), een pamflet (Onbehagen: nieuw licht op de beschaafde mens) en vorige week Staat van Nederland : een pleidooi.
In deze boeken kun je hem als het ware volgen; hoe hij de waan van de dag tot zich neemt en probeert er de grote lijnen in te ontdekken. In Onbehagen zit de kern van zijn analyse. Een ‘verhaal’ dat door velen wordt gedeeld. Dat wil zeggen: veel mensen hebben dit pamflet de laatste maanden gekocht. Ik vermoed door mond-op-mond reclame. En ik denk dat zijn analyse van onze huidige tijd(geest) door velen wordt onderschreven. Ze zien het dagelijks in hun omgeving, in de media. Helpt hen te begrijpen wat er gaande is.
Bas Heijne ziet om zich heen overal mensen die zich grote zorgen maken over onze maatschappij. Mensen die boos zijn. Zich niet gehoord voelen. Die het gevoel hebben dat (door ‘de elite’) op hen wordt neergekeken.
Aan de andere kant ziet hij andere mensen die juist vaak op die angstige, bezorgde en boze mensen neerkijken. Die zelf menen dat zij het gelijk aan hun zijde hebben en zich amper kunnen voorstellen waarom die anderen zich zo druk maken. Want.
Want het gaat toch goed in ons land. Met ‘de wereld’. Bijna alle signalen staan op groen. We leven in een wereld vol mogelijkheden. Pluk ze! Blijf niet hangen in daarop afgeven. “Laten we het nóg een keer uitleggen, dan snappen ‘zij’ het wel”.

Helaas, pindakaas
Helaas, constateert Bas Heijne (en anderen, er zijn veel andere denkers/schrijvers die ongeveer hetzelfde betogen) zal dat niet werken. Bange, angstige en boze mensen worden niet overtuigd door nog een keer iets uitleggen. Een rapport, boek of doorwrocht artikel of een Tegenlicht-uitzending.
Tegelijkertijd houdt Bas Heijne ‘de elite’ evenzo een spiegel voor. Een deel van ‘het probleem’ ligt evenzeer aan hen. De afgelopen jaren is (een groot deel van) die elite doorgegaan op een (neoliberale) weg die ons gebracht heeft waar we nu zijn/staan: een samenleving die niet meer functioneert. Een economisch systeem (dat ondanks alle hoera-verhalen) op imploderen staat.
Alom angstige, bezorgde en boze mensen die radeloos op zoek zijn naar houvast. Het gevoel dat ze weer in control kunnen zijn over hun eigen leven. Waar té velen het gevoel hebben dat ‘het’ niet goed gaat, of goed is. “Tijd voor iets anders!” Desnoods, radicaal! Tegen mijn eigen belang in.
Lust versus realiteit
Onbehagen heeft Bas Heijne in opdracht geschreven. Daartoe uitgedaagd door twee filosofen, Frank Meester en Coen Simon. Die dit seizoen onder de noemer ‘Nieuw licht‘ Nederlandse denkers/schrijvers vragen een klassiek werk te (her)lezen en de inhoud daarvan te betrekken op onze huidige tijd en wat daarin gaande is. Bas Heijne was de eerste in rij.
Hij herlas ‘Het onbehagen in de cultuur’ van Sigmund Freud. Die het daarin over het lust- en het realiteitsprincipe heeft. Twee ‘zielen’ die in elk mens huizen. Aan de ene kant zijn we allen geneigd te gaan voor onze genoegens, iets wat lekker en leuk is. Maar tegelijkertijd zit er altijd een ander duiveltje op onze schouder. Die in ons oor fluistert dat we na moeten denken. Dat we niet achter elk ‘leuk ding’ aan kunnen gaan.
De zin ‘grab ’em by the pussy‘ van Donald Trump is een manier om dit uit te leggen. ‘Elke’ man heeft ‘immers’ van nature de neiging om elke vrouw te ‘bespringen’, maar doet dat niet want (om met Elsschot te spreken) tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (Het huwelijk).

Systeem 1 en 2
Je kunt dit onderscheid ook uitleggen met een recentere beeldspraak. Geponeerd door de Israëlische psycholoog Daniel Kahneman. Die in zijn Ons feilbare brein stelt dat in ons hoofd twee systemen doorlopend actief zijn. Systeem 1 (zoals hij het noemt) heeft veruit de overhand, 95% van de tijd. Systeem 1, of ‘ons gevoel’, heeft ‘het’ in ons hoofd (brein) voor het zeggen. Da’s prima, Systeem 1 voorkomt dat we door de dag heen dingen fout doen. We moeten ons er wel bewust van zijn dat het moeite kost ons zelf te dwingen bewust na te denken. Systeem 2 (onze ‘ratio’) is ‘slechts’ vijf procent van de tijd actief. Systeem 2 (‘ons verstand’) kan voor en tegens afwegen; én pas daarna gaan we handelen. Voilá: het lust- en realiteitsprincipe.
Staat van Nederland : een pleidooi
Vorige week verscheen dit nieuwe boek-je van Bas Heijne; 83 pagina’s, inclusief een eerder (in De Volkskrant verschenen) interview met Frank van Zijl (We moeten ons engageren met mensen met wie we het níet eens zijn) (12 pagina’s).
In dit pleidooi borduurt hij verder op het in september 2016 verschenen Onbehagen. Kern van zijn betoog is dat we in Nederland ook twee soorten mensen hebben die elkaar amper meer kunnen verdragen én elkaar bijna nooit meer tegenkomen. Niet met elkaar in gesprek gaan over wat hen scheidt, hoe zij naar de werkelijkheid kijken, welke oplossingen zij zien voor ‘de’ problemen. Binnen ons democratisch bestel lukt het ook niet meer.
In de TrendRede 2016 staat onder het kopje ‘Het debat is dood’ deze zin: Het huidige debat is een eindeloze herhaling van meningen en gemeenplaatsen, waarin deelnemers geen centimeter bewegen. Veel media laten het ook afwegen en over het onderwijs laat Bas Heijne zich in dit pamflet amper uit, maar laat wel doorschemeren dat die ‘het’ ook niet gaan oplossen.
CITATEN UIT ‘STAAT VAN NEDERLAND’
Hieronder enkele iets langere citaten uit dit pamflet.
Daarna een poging te verwoorden welke rol een openbare bibliotheek zou kunnen (gaan) spelen.

Sylvana Simons
Zoals ik een gewone, boze witte Nederlander in een voxpop in de media hoorde zeggen, toen hem gevraagd werd waarom Sylvana Simons hem zo kwaad maakte: ‘Als Sylvana zegt, in Nederland worden mensen op basis van hun huidskleur gediscrimineerd, dan heeft ze heus een punt. Maar als ze zegt dat Sinterklaas afgeschaft moet worden, dan zeg ik, je bent verkeerd bezig.’ (p. 18)
Polariteiten
Het gaat om een harde clash tussen verschillende manieren van naar de wereld kijken, verschillende opvattingen over wat een goede samenleving is. En hoewel per land en gebied de uitingen van het conflict verschillen, een conflict dat meestal in sociaaleconomische termen wordt geschetst – met voorlopers en achterblijvers, winnaars en verliezers -, draait het toch steeds om dezelfde polariteiten. Die kun je wellicht verklaren in sociaaleconomische termen, maar de grondtoon is wat mij betreft inmiddels ideologisch: universalisme tegenover nationalisme, gelijkheidsdenken tegenover groepsdenken, het streven naar gezamenlijkheid tegenover identitaire eigenheid. (p. 20)

Gebrek aan debat
Waarom gaat het in Nederland vrijwel iedere dag over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, over wat je mag zeggen en waarom je het mag zeggen – en vrijwel nooit over het gebrek aan een echt publiek debat. Want hoewel de ideologische tegenstellingen in de samenleving steeds scherper gemarkeerd worden, blijft het maatschappelijke debat daarover uit.
Wat hier debat genoemd wordt is vooral een eindeloze reeks zelfuitingen, in naam van de narcistische overtuiging dat het er slechts om gaat gehoord te worden. (p. 23)
Ethische en spirituele vragen
De populaire Amerikaanse politiek filosoof Michael Sandel , die aan Harvard doceert, heeft dat min of meer tot zijn roeping gemaakt: het terugbrengen van een zinnig debat in de publieke ruimte. In zijn onlangs verschenen bundel Politiek en moraal schrijft hij: ‘We moeten de gewoonte afleren om terug te deinzen voor politiek debat over ethische en zelfs spirituele vraagstukken waarover burgers van democratische samenlevingen het oneens zijn. We moeten een weg vinden die leidt naar een ethisch krachtiger vorm van openbaar debat dan waaraan wij gewend zijn.‘ (p. 24)
Gebruikmaken van instituties
Dat klinkt mooi, wie is er niet voor – maar hoe doe je dat? Sandel geeft toe dat het een hele opgave is: ‘Dat is niet gemakkelijk, omdat politieke partijen die debatten niet erg goed organiseren. Dus moeten we gebruikmaken van de instituties binnen de maatschappij om vorm te geven aan een onderbouwend publiek debat over grote vragen.’ (p. 24)
Wel voor studenten, maar voor wie bekommert zich om de rest
Maar dan richt Sandel zich tot universiteiten en studenten, waardoor de beperkingen van zijn blikveld zichtbaar worden. Het is prachtig wanneer studenten leren om inhoudelijk te debatteren, leren te staan voor hun mening en de consequenties ervan, maar beteugel je daarmee de golven van woede in de samenleving?

Praatje voor de bühne
Ook roept Sandel de media op meer verantwoordelijkheid te tonen en echt debat mogelijk te maken over grote, ethische vragen. Dit klinkt eveneens fraai, maar hoe vaak heeft men de media niet opgeroepen meer verantwoordelijkheid en terughoudendheid te tonen? In een tijd waarin ook serieuze media de verleiding van de clickbait niet of nauwelijks kunnen weerstaan.
In een tijd waarin nepnieuws, bewust verzonnen nieuwsverhalen die in de mediastroom worden gebracht om de stemming te beïnvloeden of domweg om geld te verdienen, een groeiend deel vormen van het nieuwsaanbod klinken zulke oproepen als die van Sandel een beetje als praatje voor de bühne. (p. 24-25)

Marktwerking als sta-in-de-weg
Overtuigender is Sandel als hij de oorzaken van het falen van het publieke debat aanwijst. Hij noemt twee oorzaken. Als eerste signaleert hij het ook gedurende de afgelopen decennia in Nederland breedgedragen geloof in de markt – ‘het geloof dat markten en marktwerking de voornaamste instrumenten zijn voor het definiëren van het algemeen belang. […] Het gaat erom dat het marktdenken en marktmechanismen ons beloven dat we niet hoeven te debatteren over de waarde van het maatschappelijke leven. (pagina 25)
Vloeken in de kerk: morele termen?
() Het heeft ons, zo leek het tenminste een lange tijd, van de verplichting ontslagen in morele termen over onze samenleving na te denken. En dan bedoel ik niet alleen over de toenemende ongelijkheid, maar ook over tal van andere morele kwesties. Het is immers zoveel gemakkelijker om een dicussie in cijfers en grafieken te voeren, dan om met elkaar in een taal van waarden te debatteren. (pagina 26)
Angst en politieke correctheid
De tweede oorzaak van de teloorgang van het publieke debat die Sandel in Politiek en moraal geeft, is angst. Angst? Waarvoor? Het is, zegt Sandel, ‘de angst dat we het met elkaar oneens zijn over vragen over het goede leven, de betekenis van rechtvaardigheid en hoe we goederen moeten waarderen. We zijn het met elkaar oneens en daarom wordt er soms beweerd dat als we enige mate van wederzijds respect willen bereiken, we het in ieder geval eens moeten worden over het feit dat we van mening verschillen.
We vragen daarom aan burgers om hun ethische en spirituele overtuigingen achter zich te laten wanneer ze de politieke arena betreden. We denken dat dit zal zorgen voor een publiek debat zonder al te veel risico’s, want het debat is dan niet zo beladen met meningsverschillen, waarvan we weten dat ze er zijn.’ (p. 26-27)
Sandel beschrijft hier het fenomeen van de politieke correctheid, het vermijden van debat over waarden uit naam van wederzijds respect. (p. 27)

Verlangen naar gemeenschap
De afgelopen vijftien jaar is door de achterdeur het verlangen naar bedding en eigenheid weer terug in de politiek gekomen. Dat verlangen wordt voornamelijk vertolkt door partijen die populistisch worden genoemd, en die in meer of mindere mate ideologisch gedreven worden. Het gaat hen om een meer of minder radicale terugkeer naar een idee van gemeenschap, een gemeenschap die volgens hen bedreigd wordt door elementen die niet in ‘onze’ cultuur passen en door een bestuurlijke elite die deze op een fatale manier laat ondermijnen door een grotendeels hypocriet of verdwaald geloof in de idealen van de Verlichting.
Dat vertoog heeft zich de afgelopen jaren diep in de Nederlandse samenleving kunnen nestelen. Het vormt de motor achter vrijwel alles wat zich in ons land als debat aandient. (p. 46-47)
Wie willen we zijn?
Richten we onze samenleving in naar de idealen van de Verlichting, waarbij gelijkheid of individuele vrijheid voorop staat en waarin de verbondenheid van een individu met de gehele mensheid wordt onderstreept? Of vallen we terug op de verhalen van eigenheid die de zogenaamde Contraverlichting ons voorhoudt, waarbij de nadruk op eigenheid wordt gelegd – culturele en historische eigenheid?
De vraag is niet: wie zijn wij?
De vraag is: wie willen we zijn? (p. 47)
Fakenieuws, fact-checken, internethysterie
Wanneer het gaat om de kwaliteit van het debat in Nederland wordt vaak gepleit voor feitelijkheid – weg met de natte vinger, de impressionistische verklaringen van alles en nog wat – laten we goed kijken naar wat de statistieken ons vertellen, dan krijgen we pas een goed beeld van hoe we ervoor staan. Weg met de feitenvrije politiek, kappen met fake news en internethysterie.
Dat zou allemaal mooi zijn, maar ik denk niet dat het genoeg is. Er staat veel meer op het spel. (p. 59)

Terugveroveren op het geschreeuw
Maar om werkelijk over die posities te kunnen debatteren, moeten we het publieke debat terugveroveren op het geschreeuw, op het gesjoemel met woorden, op de gemakzuchtige paaipolitiek die haar eigen beloften niet nakomt, op de spin, op de intimidatie, op de kinderachtigheid. Anders krijgen de pubers, de haters, de wraakzuchtigen het voor het zeggen, anders laten ze het debat geheel en al aan hen over. (p. 62)
Het publieke debat terugveroveren
Het is een opgave in deze gepolariseerde tijd. Maar voordat we kunnen debatteren als vrije burgers in een democratie, moeten we eerst de ruimte voor het debat weer opeisen.
Zodat wij, Nederlandse burgers ongeacht onze afkomst, die ruimte zonder angst, weer met open vizier kunnen betreden. Zodat we het weer echt ergens over kunnen hebben. (p. 62)
De vraag is niet: wie zijn wij?
De vraag is: wie willen we zijn?
Voor de rest gaat het om, zoals Huizinga schreef, ‘behoud van moed en het vertrouwen en het vervullen van de eigen plicht’. Dat is geen praktisch tienpuntenplan, en ook allesbehalve een ‘oplossing’.
Maar het is wel een verantwoordelijke houding.
Op die houding komt het aan. (p. 67)
De tweet van Tom Kniesmeijer
De zin (Wat we nodig hebben is een Buitenveld. Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein.) is volgens mij een appel aan de Nederlandse openbare bibliotheeksector. Zie de bibliotheek als die ontmoetingsplek, dat Buitenveld.
Bibliotheek als Buitenveld
Ik vermoed dat Tom Kniesmeijer niet meteen aan de bibliotheek heeft gedacht. Alhoewel, hij heeft de afgelopen jaren op meerdere momenten kunnen ervaren waar we in onze regio zoal mee bezig zijn. Anderzijds vermoed ik ook dat Tom Kniesmeijer zo een, twee, drie geen andere instelling of organisatie kan noemen die die rol wel op zich zou kunnen nemen.
Hij weet – net als ik – dat het gros van de media haar rol zwaar verwaarloost. Dat het onderwijs is vastgelopen in rendementsdenken, en het zo efficiënt mogelijk afleveren van studenten. Met een diploma. Of ze ‘klaar’ zijn voor onze complexe wereld – of ze daarvoor genoeg bagage hebben opgedaan – is in dat denkkader niet echt relevant. En de politici vinden het ook wel goed.

Gelukkig zijn er wel in steeds meer (grotere) plaatsen debatcentra waar over lastige thema’s wordt gesproken. Helaas zullen zij – samen met mij – moeten concluderen dat ze vooral ‘the happy few’ aantrekken. Burgers die redelijk hoog opgeleid zijn en vaak tot het kamp behoren dat neerkijkt op de ‘losers’ van de samenleving.
Uiteraard zijn er wel op talloze plekken lokale ‘start-ups’, waar (veelal) vrijwilligers activiteiten organiseren die lijken op wat Bas Heijne bedoelt. Maar er moet nog veel meer gebeuren.
De bibliotheek is in mijn ogen de ideale club om lokaal dit soort bijeenkomsten te gaan organiseren. Samen met anderen. Instellingen, organisaties, bedrijven en individuen. Noem het bouwgesprek, debat of Buitenveld.
Kern is om mensen met uiteenlopende visies op de samenleving rondom bepaalde thema’s samen te brengen. Waar ze elkaar de ruimte geven om argumenten te wisselen. Elkaar informeren; kennis delen. Waar we elkaar laten uitspreken. Begrip voor elkaars standpunten proberen te laten krijgen. Met Bas Heijne ben ik het eens dat het doel van zo’n bijeenkomst niet is dat we aan het eind elkaar snikkend in de armen vallen. Dat we het volledig eens zijn geworden over dit of dat. Wel hoop ik dat er ietsje meer begrip ontstaat voor de standpunten van de ander. Dan is er al een wereld gewonnen. Komt ons nationale humeur zeer ten goede en helpt ons om andere wegen in te slaan.
Ons jaarthema (van 2016 én 2017: Wat delen we met elkaar?) doet ook hier opgeld. Als samenleving komen we niet veel verder als we blijven hangen in ons eigen, heilige gelijk. Het is redelijk puberaal of kinderachtig om te menen dat JIJ het gelijk aan je zijde hebt, en de ander per definitie niets zinnigs heeft in te brengen. De uitdagingen van onze tijd zijn niet alleen van ‘hen’, maar evenzo van ‘ons’.

Tot slot: neutraal
Tom Kniesmeijer wil dat we elkaar op neutraal terrein tegemoet gaan treden. Op zich prima, alleen ligt dat woord heel dicht bij een ander woord: objectief. Maar dat kan niet. Iedereen die een stuk schrijft, een lezing of een debat organiseert weet het. Moet dit weten. Zich realiseren dat elk artikel, lezing of debat een keuze is. Je had ook een ander onderwerp kunnen nemen.
Op 24 januari 2017 schreef Rob Wijnberg, hoofdredacteur van De Correspondent én filosoof, over dit begrip (objectiviteit) een belangwekkend stuk. Dat deels aansluit bij het onderwerp waarover Bas Heijne ook schrijft.
Artikel: Waarom objectieve journalistiek een misleidende en gevaarlijke illusie is (24 januari 2017).
En in dit artikel (Zo verslaan we Donald Trumps aanval op de democratie) geeft Rob Wijnberg aan hoe in zijn ogen de media zich zouden kunnen herpakken.
Bibliotheek wordt Buitenveld
Een bibliotheek is – voor alle duidelijkheid: neutraal. En derhalve een prima plek om als Buitenveld te kunnen functioneren. Maar ze is niet objectief.

Meer lezen?
Artikel over de TrendRede 2017: Nationale veerkracht () vraagt om welwillendheid, inschikkelijkheid en flexibiliteit. (januari 2017)
Artikel over vragen stellen: Kevin Kelly: Vragen stellen is gewoonweg krachtiger dan antwoorden geven (augustus 2016)
Een boek? Susan Neiman. Waarom zou je volwassen worden? (2014)
Citaat 433 (maandag 6 februari 2017)
Homepage Citaten 2017
4 reacties op “Buitenveld – Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein”
[…] ik de boot (nu of in de toekomst) als ik me niet met social media bezig hou? (januari 2017)Buitenveld – Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein (februari 2017)Derde plek – We hebben niet door dat de twintigste eeuw moe en versleten is en […]
[…] Buitenveld – Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein (februari 2017)We moeten manieren vinden om het politieke gesprek en de politieke meningsvorming […]
[…] Buitenveld – Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein (februari 2017)Het probleem is niet de toon van het debat. Het probleem is dat er alleen nog maar toon is, en geen debat. (februari 2017)Die ontevredenheid over het bestaan zouden we moeten ombuigen in een kracht om de wereld te verbeteren en niet laten uitmonden in verzuring en verbitterdheid waar niemand baat bij heeft. (maart 2017)We stand little chance of writing a new () story that is fit for our times if we keep falling back on last-century’s () storybooks. (april 2017) over het herlezen van ‘Onbehagen’Mens: Hij is allang niet meer van zichzelf, hij is geen subject meer – hij is object geworden. En prooi. (april 2018) verslag Abraham KuyperlezingPossibilist Hans Rosling: we moeten ook nieuwsgierig blijven en alert op nieuwe gevaren, zodat we daarop een antwoord hebben. (mei 2018) o.a. over de tv-serie ‘Onbehagen’Vrijheid als mythe: wij ontstaan door onze relaties met anderen. (oktober 2019)Onze eigen levens zullen dan even comfortabel als nietszeggend zijn. (februari 2020) […]
[…] werd gedaan. Een oproep om als mensen samen te komen. Op plekken in het publieke domein. Het Buitenveld. Third places. Om elkaar lijfelijk te ontmoeten. Bij voorkeur mensen van buiten je eigen […]