Categorieën
Boeken

De droom van de rode kamer

Zaterdag voor Sint werden door redacteuren en recensenten van De Volkskrant ‘de beste’ boeken van 2021 gepresenteerd. Niets bijzonders; elke zichzelf serieus nemende krant of tijdschrift doet dat in deze tijd van het jaar. Een poging om uit de duizenden boeken die alleen al in 2021 – in het Nederlandse taalgebied – zijn verschenen er ‘enkele’ kort en bondig (nogmaals) naar voren te halen. Voor films, muziek, tv-series, podcasts en andere mediavormen worden ook lijstjes aangemaakt en gepubliceerd. Dit jaar koos De Volkskrant voor de 51 beste boeken van 2021.

Mijn oog viel op nummer drie; die titel kende ik niet: De droom van de rode kmer, of: Het verhaal van de steen van ene Cao Xueqin. Had blijkbaar gemist dat dit boek medio november was verschenen. Opmerkelijk, achteraf, want rond die tijd had er in diezelfde Volkskrant een lang, hartverwarmend artikel gestaan van Henk Pröpper. Artikel: De vertaling van deze fascinerende Chinese klassieker exploreert het Nederlands tot in de diepste dimensies (11–11-21). Kan gebeuren; je kunt niet alles lezen. Moet in een zee aan geschreven bronnen (kranten, tijdschriften, artikelen op het net) skippen.

Literaire gebeurtenis van het jaar. Ja, deze roman van Cao Xueqin speelt in het China van de 18e eeuw en telt ruim 2100 pagina’s, bevolkt door 300 personages. Het boek lezen is beslist een project. Zeer op onze tijd van toepassing biedt de roman echter, even onnadrukkelijk als onvergetelijk, inzicht in de grote levensvragen, ontmantelt hij de schijn en de illusies en toont ons wat er echt toe doet. Aards en bevlogen tegelijk, een meesterstuk. (HP)

Die warme woorden van HP (= Henk Pröpper) zaten in mijn hoofd toen ik ruim tien dagen later bij boekhandel Van Piere in Eindhoven binnenliep, en het ‘wonder’ kon aanschouwen en kopen. Waarschijnlijk viel ik voor de woorden meesterstuk én project.

File:Long Corridor-Jia Baoyu and Lin Daiyu.jpg - Wikimedia Commons
Jia Baoyu en Lin Daiyu

Een project
Inderdaad. Waarom niet? Ik ben inmiddels alweer driekwart jaar met pensioen, we zitten midden in de winter, én lockdown. Én na tientallen non-fictie boeken gelezen te hebben, werd het tijd om weer eens een roman ter hand te nemen. En waarom dan niet een uit een wereld die ver van mij af staat.

Voordat ik begon te lezen ging ik op zoek naar aanvullende informatie; en vond die. Zoals meestal het geval is als je iets ‘nieuws’ denkt te hebben gevonden.

Bijna overal wordt het centrale personage Baoyu genoemd (een jongeman, die opgroeit in een rijke omgeving, maar die gaandeweg zichzelf leert kennen én aan ‘lager’ wal terecht zal komen), dat er honderdtwintig hoofdstukken zijn (uitgesmeerd over vier banden), er onvoorstelbaar veel personages zijn, dienstmeiden en knechten allemaal een bijnaam hebben (Abrikoos, Bekoring, Karmijntje, Stavast – !!! – of Verbeelding), het werk ‘vergeven’ is van gedichten, raadsels én je vooral veel kunt opsteken van de culturele geschiedenis en wereld van het achttiende eeuwse China.

Kortom: een mer à boire (lire). Een ideaal project voor de winter van 2022!

Kort na de sobere Kerstbijeenkomsten (beter: één) begon ik in de eerste band te lezen. En liep niet vast. Maar moest wel moeite doen om te begrijpen wat vooral in de eerste vijf hoofdstukken zoal werd aangesneden. Inmiddels – vandaag 16 januari 2022 – heb ik band 1 uit, en heb die eerste hoofdstukken minstens vijf keer gelezen. Verder las ik de hoofdstukken zes tot en met dertig minimaal twee keer. Heb een excel-bestand aangemaakt voor alle namen, begrippen en titels (van boeken, opera’s). Ik zit er, kortom, helemaal ‘in’.

The day a blockbuster was born | Life & Art | China Daily
Uit een relatief recente verfilming: links Jia Baoyu, rechts Lin Daiyu

De belangrijkste reden voor dat dubbellezen is dat ik erg moet wennen aan die Chinese namen. Het duurt even voordat je bijvoorbeeld door hebt wie Jia Zhen én Jia Zheng zijn. De tweede is de vader van Baoyu; vaak meneer Zheng (met een g op het eind) genoemd. Jia is, voor alle duidelijkheid, geen voornaam maar een geslachtsnaam. De andere Zhen (zonder g) is getrouwd met één van de twaalf meisjes/vrouwen, die in dit werk een belangrijke plek innemen.

In het beroemde vijfde hoofdstuk heeft Baoyu een droom waarin hij door de fee Ontnuchtering rondgeleid wordt in een soort paleis, waarin gedichten over die twaalf meisjes/vrouwen worden bewaard. Baoyu kan ze tijdens die droomachtige scène als het ware lezen, maar het is zeer de vraag of hij begrijpt wat in die gedichten over die twaalf karakters wordt gezegd. De lezer begrijpt echter dat wat daar – kort, poëtisch, omfloerst – gezegd wordt, later in het werk terug zal komen.

Op zeker moment kwam ik er er achter dat al op 2 december een bijeenkomst was geweest waarin de vertalers van De droom van de rode kamer anderhalf uur lang ondervraagd werden door Margot Dijkgraaf. Drie vertalers maar liefst: Mark Leenhouts, Anne Sytske Keijser en Silvia Marijnissen. Een zeer informatief programma. Waarin terecht deze drie vertalers naar voren werden geschoven. Ze hebben pakweg vijftien jaar aan dit project gewerkt; en leggen uit hoe ze dat ongeveer hebben gedaan. Ik vermoed dat de Martinus Nijhoff Vertaalprijs hen in 2022 niet kan ontgaan.

In diezelfde tijd kwam ik er achter dat op zondag 5 december in Brommer op zee door Wilfried de Jong kort reclame gemaakt werd voor dit boek. Hij gaf ruiterlijk toe het nog niet gelezen te hebben.

Chinese letterkunde
Op internet kun je – zoals gezegd – veel vinden over dit meesterwerk. Maar een écht boek, waarin iets meer over dit boek wordt verteld, stond – niet toevallig – in het magazijn van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Terecht, want zoveel boeken zijn er in ons taalgebied niet (verschenen) over ‘de Chinese letterkunde en literatuur’. Het bewuste boek verscheen in 1985 in de Prismareeks. Geschreven door twee deskundigen, verbonden aan (wat toen nog heette) het Sinologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Leiden. De bekendste van die twee sinologen is Wilt L. Idema (1944); die door de drie vertalers wordt genoemd en bedankt. De andere is Lloyd Haft (1946).

Chinese letterkunde - Wilt Idema, Lloyd Haft - (ISBN: 8710952417024) | De  Slegte

In hoofdstuk 27 (van de 33) gaat het in paragraaf 3 over De Honglou meng. Dat is een van de (vele) titels die van en voor dit werk bekend zijn. In hoofdstuk 1 van De droom van de rode kamer wordt ook ingegaan over de ontstaansgeschiedenis van dit boek; en meerdere titels genoemd.

Hieronder staat de tekst uit Chinese letterkunde : inleiding, historisch overzicht en bibliografieën van Wilt Idema en Lloyd Haft (Het Spectrum 1985, 474 pagina’s – Prisma-boeken nr. 2559).
LET OP: spoiler alert

27.1.3 De Honglou meng
De Honglou meng (Droom in de rode kamer), in 120 hoofdstukken, is geschreven door Cao Xueqin (1715-1764). Cao Xuegin was de kleinzoon van Cao Yin (1658-1712), een gunsteling van de Kangsi Keizer, en, als directeur van de Keizerlijke weverijen in Nanking, een uiterst rijk man. Cao Yin had ook een grote literaire belangstelling: onder zijn supervisie kwam de uitgave van de Quan Tang shi tot stand. In 1735 werd Cao Xueqins vader door de Yongzheng Keizer ontslagen als directeur van de Keizerlijke weverijen. Daarna keerde de familie terug naar Peking, waar Cao Xueqin de rest van zijn leven sleet, onder relatief steeds bescheidener omstandigheden. De beschrijving van Jia Baoyu, de hoofdfiguur uit de Honglou meng, bevat ongetwijfeld vele autobiografische elementen.

Statue of Cao Xueqin in Beijing
Beeld van Cao Xueqin in Beijing

De Honglou meng beschrijft zeer gedetailleerd het leven van de puissant rijke familie Jia en haar talrijke personeelsleden. Een van de hoofdtegenstellingen in de roman wordt gevormd door het feit dat het gelukkige leven van de jonge Jia Baoyu en twaalf even oude halfzusjes en nichtjes in de Daguanyuan (Tuin van het grote schouwen) gesteld wordt tegenover de vele kuiperijen en machinaties elders in het geweldige complex. Een van de hoofdlijnen van de plot vormt de verhouding tussen Jia Baoyu en zijn twee vrijwel in alle opzichten tegengestelde nichtjes: de ziekelijke Lin Daiyu, altijd vol zelfbeklag, en de gezonde en opgewekte Xue Baochai. Wanneer Jia Baoyu na allerlei verwikkelingen zal trouwen, meent hij dat Lin Daiyu de bruid zal zijn, maar in het bruidsvertrek ontdekt hij dat hij met Xue Baochai is getrouwd. Lin Daiyu sterft kort daarop. Nadat Jia Baoyu een zoon heeft verwekt en geslaagd is voor de examens, zegt hij de wereld vaarwel om de discipel te worden van een taoïstische meester en een boeddhistische monnik. Een andere hoofdlijn van de plot wordt gevormd door de activiteiten van Wang Xifeng, een van de schoondochters van de familie Jia, die geleidelijk het beheer van de financiën geheel tot haar domein weet te maken, met verschrikkelijke gevolgen.

金陵十二钗正册 07.jpg
Een van de twaalf dames (anoniem uit de Qing-dynastie)

Het hoofdthema van de roman is de verhouding tussen schijn en werkelijkheid. ‘Schijn’ (se) is de wereld zoals ze zich aan ons voordoet, en aan deze schijn hechten we ons door onze gevoelens (qing); schijn is de fenomenale werkelijkheid in haar verleidelijke aspect – vandaar dat het woord se ook seks betekent, en qing ook: gevoelens voor de andere kunne, liefde, begeerte. De hoogste waarheid is het besef van de uiteindelijke ‘leegte’ (kong) van de fenomenale werkelijkheid, het besef dat al het bestaande onbestendig is, zodat gehechtheid daaraan moet uitlopen op lijden. Wie gehecht is aan de schijn, beschouwt de waarheid als nonsens; wie de waarheid beseft, verwerpt de wereld als vals (jia, niet toevallig een homofoon van Jia). De Honglou meng volgt Jia Baoyu vanaf het moment dat zijn gevoelens zich beginnen te roeren (in de droom in de rode kamer), via alle daaruit voortvloeiende verwikkelingen en zorgen, tot het moment dat hij zich van de gevoelens bevrijdt door de wereld te verlaten. Jia Baoyu is exemplarisch voor de koppige domme mens (een ‘kei’), die eerst door lijden wordt gelouterd en tot inzicht komt. Een andere titel voor de roman luidt dan ook Shitou ji (Verhaal van een kei).

金陵十二钗正册 03.jpg
Een van de twaalf dames (anoniem uit de Qing-dynastie)

De Honglou meng is geschreven in een levendige stijl. De taal in de beschrijvingen en dialogen is gebaseerd op het taalgebruik van Peking in de 18e eeuw en staat dicht bij de moderne spreektaal. De roman bestrijkt vrijwel alle deelgebieden van de traditionele Chinese cultuur en bevat talloze gedichten, brieven, raadsels enz. in de verschillende registers van het wenyan.

Tijdens het leven van de auteur circuleerde de roman slechts in manuscriptvorm. De eerste gedrukte uitgaven dateren van 1791. De tekst voor deze uitgave was gereedgemaakt door een zeker Gao E. Omdat de manuscripten die tot in de jaren ’50 van de 20e eeuw bekend waren ondanks hun onderlinge verschillen alle slechts tachtig hoofdstukken telden, heeft men lange tijd aangenomen dat de laatste veertig hoofdstukken door Gao E op basis van indicaties uit de eerste tachtig en naar een ontwerp van Cao. Over de vraag hoe groot de inbreng van Gao dan wel geweest zou zijn en of hij al dan niet de oorspronkelijke strekking van de roman geweld aangedaan zou hebben, hebben tal van geleerden elkaar lang en fel bestreden. Inmiddels is in de jaren ’60 een manuscript ontdekt dat ook al een ruwe versie van de laatste veertig hoofdstukken bevat, zodat we mogen aannemen dat Gao’s rol bij het totstandkomen van de tekst van de gedrukte uitgave zee beperkt is geweest.

金陵十二钗正册 05.jpg
Een van de twaalf dames (anoniem uit de Qing-dynastie)

De Honglou meng heeft vanaf 1791 voortdurend een bijzonder grote populariteit genoten. De roman is op de meest uiteenlopende en bizarre manieren geïnterpreteerd. In de Volksrepubliek wordt de roman voornamelijk geduid als een pleidooi voor vrij huwelijkskeuze en als een felle aanklacht tegen de corruptie van de traditionele (‘feodale’) maatschappij, waarvoor de roman inderdaad de nodige aanknopingspunten biedt. (pagina 275-277)

Chinese literatuur van nu (ebook), Mark Leenhouts | 9789044535044 | Boeken  | bol.com
Kan als e-book geleend worden via bibliotheek.nl

Aards maar bevlogen
Al googelend kwam ik een ander boek tegen waarin de lezer bijgepraat wordt over de Chinese literatuur. Geschreven door Mark Leenhouts! Dát boek ontbreekt echter in de collectie van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Maar kan via het interbibliothecaire leenverkeer aangevraagd worden. Of tweedehands gekocht. Het kan ook als ebook via bibliotheek.nl gelezen worden.

De ondertitel van Chinese literatuur van nu is wat mij betreft to the point. Zijn boek gaat waarschijnlijk amper over De droom van de rode kamer, maar zeker is dat de ondertitel (aards maar bevlogen) óók op het meesterwerk van Cao Xueqin slaat. Ben benieuwd wat hij te melden heeft.

én naar wat me in de volgende banden staat te wachten


(zondag 16 januari 2022)

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “De droom van de rode kamer”

Bevlogen betoog voor deze kanjer! Zowel voor de omvang als voor de inhoud voor deze klassieke roman. Ik ben nu nog een andere kanjer aan het lezen Het achtste leven (voor Brilka) van Nino Haratischwili, qua omvang en inhoud ook zeker de moeite waard!. Gaat over een Georgische familie, hun dramatische geschiedenis in de twintigste eeuw! Het is al uitgegeven in 2017, dus veel mensen zullen het al hebben gelezen. Ga nu beginnen aan het derde boek, Kostja. Tot nu toe vind ik het een práchtige roman. En dan denk ik dat ik hierna ook deze roman ga lezen, Mooie uitdaging!!

Laat een reactie achter bij Marijon Wiggers-VorsterReactie annuleren

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder