Categorieën
Klimaatprobleem Ontnuchteringsjaren

Ontnuchteringsjaren – Salomon Kroonenberg

In de zomer van 2004 verscheen in Nederland de vertaling van “A short history of everything” van Bill Bryson onder de titel Een kleine geschiedenis van bijna alles.

Dat boek is inmiddels uitgegroeid tot één van de boeken die je als redelijk ontwikkeld persoon gelezen moet hebben. Het is niet alleen goed geschreven maar is vooral  een perfecte introductie tot uiteenlopende wetenschapsgebieden. Onlangs verscheen een boek dat het ook in zich heeft uit te groeien tot een boek dat elk redelijk ontwikkeld mens gelezen zou moeten hebben. Dit keer is het een boek dat geschreven is door een Nederlander.

bol.com | De menselijke maat (ebook), Salomon Kroonenberg | 9789045032276 |  Boeken

Geoloog Salomon Kroonenberg heeft een jaar verlof genomen om het boek te schrijven dat naar zijn eigen zeggen al tien jaar in zijn kop zat. Dat boek kwam in het voorjaar van 2006 uit, is al diverse keren herdrukt en heeft inmiddels Bryson verdrongen van de top-tien lijst. De titel: “De menselijke maat : de aarde over tienduizend jaar“. Als geoloog geeft hij in vijftien hoofdstukken de lezer niet alleen inzicht in het fenomeen tijd en hoe die op de lange termijn veel dingen radicaal verandert maar ook een ontnuchterende kijk op de klimaatdiscussie die al jaren wordt gevoerd. Zijn stelling is dat het CO2 gehalte in de atmosfeer weliswaar verandert door menselijk ingrijpen, dat daardoor o.a. de zeespiegel zal gaan stijgen maar … dat dat dit niets is vergeleken bij zaken die de aarde in de loop van de tijd over zich heen heeft gekregen en zal krijgen. Er zijn op onze aarde krachten en vooral cyclische bewegingen aan het werk die al het menselijk ingrijpen in natuur en klimaat terugbrengen tot bijna niets. Kroonenberg moet trouwens niets hebben van de zogenaamde klimaatsceptici die menen dat de mensheid niets hoeft te doen aan het broeikaseffect.

CV
Salomon Kroonenberg werd op 17 maart 1947 in Leiden geboren. Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij echter in Zeeland door, waar zijn vader als oogarts Noord- en Zuid-Beveland bediende. Als kind was hij altijd al geïnteresseerd in ‘de wijde wereld’. Hij verzamelde kristallen en fossielen. En zijn oom uit Leiden, een bioloog die overal ter wereld kreeften en krabben verzamelde, zeurde hij de oren van het hoofd om alsjeblieft eens een keer mee te kunnen naar de landen die hij bezocht. Van hem kreeg hij een boek over de geologie, de basis voor zijn latere keuze om fysische geografie in Amsterdam te studeren. Na zijn afstuderen vertrok hij voor vier jaar naar Suriname voor een promotiestudie, daarna doceerde hij een aantal jaren geologie in Zuid-Afrika en Colombia en werd in 1982 hoogleraar geologie aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. In 1996 verliet hij Wageningen om hoogleraar te worden aan de Universiteit van Delft. Kroonenberg is getrouwd, heeft twee kinderen en sinds december 2005 een kleinkind. Van 2000 tot 2004 was hij columnist voor Intermediair.

Salomon Kroonenberg is eind 2006 lid geworden van een select groepje wetenschappers die het initiatief hebben genomen een zogenaamde betacanon samen te stellen. Deze canon wordt in vijftig opeenvolgende weken in De Volkskrant gepubliceerd.

 Met spaarlampen en bomen het klimaat dienen

De nuchterheid van de wetenschap klonk onlangs duidelijk door tijdens een avond over klimaatverandering in Tilburg. “We denken dat we door koolzuurgas te reduceren het klimaat weer terug in z’n hok kunnen stoppen”, sprak hoogleraar geologie Salomon Kroonenberg. Hij schudde z’n hoofd nog net niet, maar dat kon je er gemakkelijk bij denken.

Nog zo’n uitspraak: “Wie zegt dat we de aarde kapot maken, praat eigenlijk onzin. Spaarlampen kopen is prima, maar doe dat dan niet om de aarde te redden. Doe het om zuinig te zijn met energie. Minder auto rijden heeft trouwens veel meer effect.”
Klimaatverandering is van alle tijden. Maar ondanks die kanttekening bekende Kroonenberg dat ook hij toch aan de spaarlampen is gegaan. De verwachte zeespiegelstijging is ook niet niks, zei hij. “Waarom zou je je daar dan niet een beetje druk over maken?”
Veel burgers doen dat, is de overtuiging bij De Kleine Aarde in Boxtel. Het centrum voor milieu-educatie verwacht morgen op z’n minst duizend bezoekers tijdens een open dag die gewijd is aan wat consumenten zelf kunnen doen.

Amazon.com: An Inconvenient Truth: The Crisis of Global Warming  (9780670062720): Gore, Al: Books

“Beter hadden we dat evenement niet kunnen timen”, zegt marketingman Gürtan Ercan. Hij doelt op de klimaathype die is ontstaan in het kielzog van Al Gore’s Oscarwinnende documentaire ‘Een ongemakkelijke waarheid’. “Maar de mensen zien ook in hun eigen achtertuin wat er aan de hand is. De knopjes gaan wel erg vroeg open, en hooikoorts-patiënten hebben in maart al last.”
De belangstelling voor het onderwerp blijkt ook uit de aantallen toeschouwers voor de film van Gore. Die draait sinds 10 maart eenmaal daags opnieuw, maar nu gratis, in bioscopen in onder meer Den Bosch, Breda en Eindhoven. “Overal is het vol of nagenoeg vol”, meldt Roger Cox van de stichting Planet Prosperity die het initiatief nam. Een woordvoerder van de Verkadefabriek in Den Bosch bevestigt dat: meer dan 1600 mensen kwamen al kijken.
De actie die Greenpeace lanceerde om via grootwinkelbedrijven in heel Nederland een miljoen spaarlampen aan de man te brengen, is aardig op stoom. Behalve particulieren nemen veel organisaties en gemeenten deel. Verzorgingscentrum De Bijsterstede in Tilburg, de gemeente Boxtel en de JH Dunantschool in Wijk en Aalburg deden dat al.
De energiebesparing door de lampen beperkt de productie van kooldioxide (CO2). De uitstoot van dat broeikasgas is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde. Bomen helpen bij het binden van CO2.
In het kader van de klimaatcampagne Hier willen de provinciale landschappen in Nederland op aansprekende plekken 600 klimaatbosjes planten. Het gaat steeds slechts om drie, zes of negen walnotenbomen, die vooral moeten aanzetten tot nadenken over de klimaatproblematiek. Brabants Landschap wil in deze provincie eind dit jaar vijftig bosjes hebben geplant. In Woudrichem en Boxtel staan ze sinds kort al.

Artikel: Met spaarlampen en bomen het klimaat dienen
Bron: Brabants Dagblad van zaterdag 31 maart 2007
Auteur: Ben Ackermans

‘Klimaatpessimisten creëren schijnzekerheden’

Is de mens verantwoordelijk voor de versnelde opwarming van de aarde? Geoloog Salomon Kroonenberg heeft zo zijn twijfels. Het is een illusie dat wij het klimaat kunnen reguleren door minder CO2 te produceren, zegt de hoogleraar aan de TU delft.

In zijn spraakmakende klimaatfilm An inconvenient truth gunt de voormalige Amerikaansevice-president Al Gore ons een kijkje in de nabije toekomst. Door de razendsnelle opwarming van de aarde smelten de poolkappen, waardoor de zeespiegel stijgt en dichtbevolkte kustgebieden onbewoonbaar worden.

Eigen schuld, zegt Gore, want de opwarming van het klimaat wordt veroorzaakt door de enorme hoeveelheden broeikasgas die wij produceren, het roemruchte CO2. Geoloog Salomon Kroonenberg (59) spreekt met onverhulde bewondering over de manier waarop de film is gemaakt. “het is een prachtig college. Als je een boodschap wilt overbrengen is dit de manier. Daar kunnen hoogleraren nog iets van leren.” Het enige probleem met de film is volgens Kroonenberg dat de boodschap niet klopt. “Gore beweert dat ons klimaat de afgelopen 11.000 jaar constant is geweest en dat het nu ineens verandert, maar dat is onzin. Het klimaat verandert voortdurend. Zijn verhaal is opgedikt, demagogisch.”

“Hij rekt de waarheid op, gebruikt oneigenlijke argumenten. De bewering dat de opwarming nog nooit zo snel is gegaan als nu? Onjuist. De afgelopen eeuw is de zeespiegel 13 centimeter gestegen, maar in het verdere verleden is dat wel eens 4 meter geweest in één eeuw. Het kan dus veel sneller, op een natuurlijke manier, zonder invloed van de mens.”

Cyclus

De bodemvorser uit Delft ontkent niet dat het klimaat warmer wordt, maar als geoloog denkt hij in perioden van honderdduizenden en zelfs miljoenen jaren. Op zo’n tijdschaal stelt de huidige opwarming van de aarde weinig voor.

“Eens in de honderdduizend jaar hebben we een ijstijd. Als je naar die cyclus kijkt, zijn we nu al weer over het warmste punt heen. Over 10.000 jaar zitten we in de herfst, over 40.000 jaar zitten we middenin de volgende ijstijd.”

“Binnen die lange perioden treden schommelingen op die we minder goed kunnen voorspellen. In de Middeleeuwen hebben we een warme periode gehad, daarna kwam er een kleien ijstijd die geduurd heeft tot de negentiende eeuw. Of we op de drempel staan van een nieuwe kleine ijstijd? Dat zou zomaar kunnen. Dan praat je over enkele tientallen tot honderden jaren.”

Kilimanjaro

Toch is hij géén klimaatscepticus, beweert hij zelf. Hij wil best aannemen dat de mens een zekere rol speelt in de opwarming van het klimaat. Alleen, wat doe je met die kennis? “Minder energie verbruiken zodat we minder broeikasgas produceren? Het broeikasgas ondergronds opslaan? Als we morgen CO2 onder de grond stoppen gaat het overmorgen echt niet sneeuwen op de Kilimanjaro.”

“Het klimaatsysteem is zó complex. Honderdduizend jaar geleden, in de warme periode tussen de laatste twee ijstijden, steeg de zeespiegel 6 meter terwijl er geen sprake was van abnormale CO2-gehaltes. De mensen zien slechts één scenario: het wordt warmer, dat komt door de CO2 en dus moeten we minder stoken.”

“Wat zouden we dan moeten doen als het de komende 35 jaar kouder wordt? Wat is dan de discussie? Zo was het ook in de jaren zeventig. Toen geloofde iedereen dat er een nieuwe ijstijd aankwam, want tussen 1940 en 1970 daalde de temperatuur. Als dat straks opnieuw gebeurt, moeten we dan meer gaan stoken, meer CO2 produceren om de kou tegen te gaan?””

“Dat kan niet, want we weten dat de olievoorraden eindig zijn. Kou nemen we op de koop toe. Ik vind ook dat we energie moeten besparen en alternatieve energiebronnen moeten ontwikkelen, maar dat heeft niets te maken met de klimaatdiscussie. Het is een illusie te denken dat wij het klimaat kunnen reguleren.”

“Zelfs als we dat wél zouden kunnen, welk klimaat wil je dan hebben?  Leg die vraag maar eens voor aan de Verenigde Naties. Daar worden de landen het niet over eens. Wat goed is voor de een, is slecht voor de ander. Ik zeg: ga er  u maar vanuit dat het klimaat sowieso verandert, door de mens of vanzelf.”

“Pas je dan maar aan. Investeer niet in de ondergrondse opslag van CO2, want dan geef je geweldig veel geld uit aan iets dat wellicht geen effect heeft. Gebruik dat geld liever voor de bouw van dijken. Maak jezelf niet zo afhankelijk van het welslagen van die ene theorie.”

Klimatologen die Kroonenbergs verhaal bestrijden, zeggen er direct bij dat ze hem respecteren als wetenschapper. Alleen, hij is geen klimaatdeskundige maar een geoloog. Schoenmaker  houd je bij je leest? Hij lacht. “Klimatologen kijken per minuut. Ze zijn al blij als ze het weer tien dagen vooruit kunnen voorspellen. Je kunt ook op een grotere schaal naar het weer kijken. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: na de zomer komt de herfst. Ook: om de honderdduizend jaar hebben we een ijstijd.”

“Klimatologen durven niet ver genoeg in de toekomst te kijken. Ze moeten leren denken in trendbreuken. Laat die kleine details even los! Klimaatpessimisten creëren schijnzekerheid. Waarom zou het van nu af aan maar één kant op gaan? Hun modellen gaan alleen maar omhoog. Dat vind ik bezwaarlijk.

Mammoeten

De opwarming zal nog wel een tijdje doorgaan, maar uiteindelijk wint de kou het volgens de hoogleraar toch weer van de warmte. Als ons land niet wordt bedolven onder dikke gletsjers, krijgen we hier op z’n minst een toendra die zo koud is dat er geen boom meer groeit.

Tijdens de vorige ijstijd leefden hier mammoeten en sabeltandtijgers. Geen eekhoorntjes, die zaten rond de Middellandse Zee, het hele ecosysteem migreert naar het zuiden. Dat heeft het al twintig keer gedaan, want zo vaak heeft de aarde een ijstijd gekend.Wij bestaan 200.000 jaar, dus wij hebben er twee meegemaakt. Dit is niet nieuw.”

Artikel: ‘Klimaatpessimisten creëren schijnzekerheid’
Bron: Brabants Dagblad van zaterdag 3 februari 2007
Auteur: Michel Brandsma

Salomon Kroonenberg: ‘Het klimaat is niet te redden’

Interview door Astrid Smit in Intermediair van 23 februari 2006

Volgens Salomon Kroonenberg kan Greenpeace zichzelf binnenkort wel opdoeken en is het hele Kyoto-verdrag pure geldverspilling. Het klimaat verandert altijd, en daar kunnen wij niet zoveel aan doen. ‘Wij hebben een soort vals schuldgevoel.’

Salomon Kroonenberg houdt van plagen. Vertel hem dat je de uiterwaarden in zijn ‘achtertuin’ zo mooi vindt – zijn huis staat onder aan de dijk in Wageningen – doordat ‘men de natuur er zijn gang laat gaan’ en hij zegt: ‘Hoezo natuurontwikkeling? Tuinieren bedoel je. De wilgenbossen worden weer netjes gekortwiekt. Rijkswaterstaat vond dat ze de doorstroming in de Neder-Rijn belemmerden.’ En wacht maar. Over vijftig jaar willen we in die uiterwaarden weer totaal iets anders, stelt hij. Onze visie op natuur kan diametraal veranderen.

Als kind maakt hij de Watersnoodramp van 1953 van nabij mee. Het ouderlijk huis stond in Goes. Toen hij zes jaar was en naar school ging, kreeg hij te horen dat de hele kust – van de Wadden tot aan Zeeuws-Vlaanderen – één ononderbroken lijn van dijken zou worden. Dat het IJsselmeer zou worden ingepolderd, de Waddenzee, alles. ‘En dat vond iedereen toen volstrekt normaal!’ Met zijn vader ging hij in 1963 kijken hoe de betonnen zinkbakken, de caissons, in het Veerse Gat waren afgezonken, en Noord-Beveland aan Zuid-Beveland werd geklonken. Zijn vader was apetrots. ‘En onlangs, in 2004, is er weer een gat in de Deltawerken gemaakt, omdat het water in het Veerse Meer stagneerde. Zoiets vervult mij met leedvermaak.’ We hebben ontzettend de neiging om dingen als vaststaand te beschouwen, zegt Kroonenberg. En te denken dat alles zich één kant op ontwikkelt. We denken: als iets toeneemt, zal het wel blijven toenemen, en als iets afneemt, zal het altijd afnemen. ‘Als je in de jaren zeventig zou vertellen dat Polen en Tsjechië ooit lid van de Europese Unie zouden zijn, zou je voor gek worden versleten.’

Ons denken is er niet op ingesteld om te verwachten dat de dingen wel eens een andere kant op kunnen gaan, stelt Kroonenberg. ‘Begin jaren negentig riep een medewerkster van de Russische Rijkswaterstaat de hulp van de Nederlanders in. De Kaspische Zee steeg. En niet zo’n klein beetje. Vijftien centimeter per jaar. ‘Rusland liet zich totaal verrassen, terwijl die Kaspische Zee al eeuwen op en neer gaat.’ Zo raken we ook in paniek over de schommelingen in het klimaat, vindt Kroonenberg. ‘We denken dat de temperatuur alleen nog maar toeneemt. En kunnen ons niet voorstellen dat hij ooit weer afneemt en we wellicht een ijstijd tegemoet gaan’.

Een jaar geleden nam de Delftse hoogleraar een sabbatical. Samen met zijn vrouw verbleef hij in het Italiaanse Bologna, de stad met de oudste universiteit van de wereld, om de merkwaardige verhouding die wij hebben met de tijd, vooral met de geologische tijd, eens op papier te zetten. Het is een prachtig boek geworden, een aangenaam en persoonlijk college over de geologische geschiedenis en de lessen die we daaruit kunnen trekken. En het is niet alleen bedoeld voor leken. Ook klimatologen kunnen er iets van opsteken.

Wij mensen hebben ons ontwikkeld tot een succesvol maar zorgelijk type, stelt u in uw boek ‘De menselijke maat’. Het klimaat is vrijwel constant en toch maken we ons druk over het feit dat het over een eeuw een graadje warmer wordt of de zeespiegel een paar meter stijgt. Wij zijn maar tobbers?

‘Ja, dat vind ik wel. En dat komt voort uit het feit dat we heel kortzichtig zijn. We kijken slechts om het hoekje, denken niet verder dan een paar honderd jaar. En worden dan bang van wat ons te wachten staat. De temperatuur stijgt. Oh, oh waar gaat dat heen! Maar als je verder kijkt, dan zie je die kortetermijn-angsten opeens in een ander perspectief. Ik vergelijk het wel eens met de slogan die ontwikkelingsorganisaties hanteren. Die zeggen over macro-economische processen: think globally, act locally. Zo moet je voor mijn gevoel ook omgaan met de tijd. Je moet in grote tijdschalen denken. Als je de processen kent over de lange termijn, dan vallen de beslissingen voor de korte termijn ook anders uit. Als we ons zorgen moeten maken over het klimaat, dan lijkt het me zinvoller dat we ons druk maken over de aankomende ijstijd.’

Zijn alle wetenschappers het erover eens dat er een nieuwe ijstijd aankomt?

‘Ja, vrijwel. En dat is ook logisch, want het komen en gaan van ijstijden is net zo’n astronomisch gestuurde cyclus als de afwisseling van dag en nacht of van de seizoenen. Een nieuwe ijstijd behoort ook tot dat rijtje, alleen op een andere tijdschaal. Over 23 duizend jaar zitten we er middenin. Dan ligt er een ijskap over heel Scandinavië, Siberië en Canada met daar omheen een toendrasteppe, daar ligt Nederland dan in. De zeespiegel is dan meters gedaald en de Noordzee ligt vrijwel droog.’

Maar dat er over een paar duizend jaar een ijstijd voor de deur staat, is voor ons toch van geen enkele betekenis?

‘We weten wanneer we er middenin zitten, maar we weten niet wanneer die ijstijd precies begint. Dat is de grote vraag. Is dat over 100, 1.000 of 10.000 jaar? Dat weet niemand.’

Als het komen en gaan van ijstijden net zo’n astronomisch gestuurde cyclus is als de seizoenen, waarom weten we dan niet wanneer er een nieuwe komt?

‘Er zijn diverse cycli van ijstijden. De aarde doorloopt een volledige cyclus in honderdduizend jaar, de zogenoemde Milankovic-cyclus. Dat is al vierenhalf miljard jaar aan de gang. Daarnaast heb je een cyclus van 43.000 jaar, twee cycli van 24.000 en 19.000 jaar en nog een hele reeks kleinere cycli die vermoedelijk aan zonnevlekken gerelateerd zijn. Zolang we niet weten hoe al die cycli met elkaar interfereren, kunnen we heel moeilijk zeggen: dit is het punt waarop we een nieuwe ijstijd ingaan. De warme tijden eindigden in het verleden ook niet met een alsmaar dalende temperatuur. De temperatuur daalde en steeg, in een soort neergaande zaagtandstructuur. Misschien dat de volgende ijstijd door de mens wat minder koud wordt, een kwakkelijstijd zeg maar, maar hij komt wel.’

U verbaast zich erover dat klimatologen zich hier niet mee bezighouden. Zijn ze zo dom?

‘Ze zijn niet dom, maar ze rekenen niet ver genoeg door in de tijd. De Club van Rome, de Intergovern-mental Panel on Climate Change, het KNMI; niemand kijkt of rekent verder dan het jaar 2100. Ik heb dit ook besproken met wetenschappers van het KNMI. Laat je modellen eens doorrekenen tot het jaar tienduizend. Waar kom je dan uit? Wat voor trend zie je dan? Hun antwoord is: dat is onmogelijk. Dan moeten we dertig jaar lang rekenen.’

Duizenden jaren vooruit rekenen is onhaalbaar?

‘Wel als je met zulke verfijnde modellen werkt. Het is net als met het weer. Erwin Krol kan maar tien dagen vooruit voorspellen, maar je kunt best iets zeggen over het weer in de verdere toekomst, dat het in de zomer warmer wordt bijvoorbeeld. Ze moeten dus grovere modellen gaan maken.

Waarom kijkt men dat niet verder?

‘Dat weet ik niet. Dat is nou precies mijn vraag. Hoe komt dat toch? Men zegt: we weten nog zo weinig. De wolken hebben we er nog steeds niet goed in zitten. De kennisvermeerdering gaat zitten in de verfijning van de modellen en niet in de grotere tijdsperiodes. Het idee leeft gewoon niet. Dat is ook de reden dat ik dit boek ben gaan schrijven. Om dit perspectief eens duidelijk te maken. Er zijn hulpverleners die mensen die de loterij hebben gewonnen moeten leren met dat geld om te gaan. Ik voel me eigenlijk ook zo’n hulpverlener, maar dan op het vlak dat ik mensen de omvang van de tijd moet leren, de diepe tijd. We zitten in een klein bootje boven op een enorme warmtegolf. En wij kijken niet naar wat er achter ons of voor ons ligt.’

Volgens u ontberen we een collectief geheugen.

‘Een van de dingen die ik zo frappant vind, is dat we in de jaren zeventig dachten dat er een nieuwe ijstijd aankwam. Dat was voor iedereen op dezelfde manier gemeengoed als nu de opwarming van de aarde dat is. De gemiddelde temperatuur ging toen alsmaar omlaag. Er waren zelfs mensen die hebben voorgesteld om maar wat extra brandstof te verstoken om zo de trend misschien te keren. Ha. Ha. Dat hebben we dus uiteindelijk – onbedoeld – gedaan. ‘Die nieuwe ijstijd is zelfs tot op het hoogste niveau besproken. De Amerikaanse president Nixon zou in gesprek zijn geweest met Rusland – let wel: we zaten toen middenin de Koude Oorlog. Ze wilden de gevolgen van de naderende ijstijd tegengaan door de Beringstraat tussen Siberië en Alaska af te sluiten. Maar dit zijn we allemaal allang weer vergeten.’

Twintig jaar later laten we ons aanpraten dat de aarde opwarmt.

‘Ik heb hier in Wageningen in de jaren tachtig de rise and fall van de zure regen meegemaakt. Men was serieus bezorgd over das Große Waldsterben. Uiteindelijk is het een regionaal verschijnsel gebleken dat zich beperkte tot de driehoek tussen Duitsland, Tsjechië en Polen, en geen wereldwijd probleem. We hebben natuurlijk ook de uitstoot van zwavelgassen verminderd, dat heeft de bossen ook goed gedaan. Maar die hele hype van “jongens, het is afgelopen met het bos” was gewoon zwaar overdreven. Als je dat zo een paar keer meemaakt, kijk je toch anders naar al die zogenaamde dreigingen.’

Het broeikaseffect is toch van een andere orde? Dat is toch een serieus probleem?

Als je kijkt naar het jaar 2100, dan lijkt het van een andere orde. Maar als je naar de grotere schalen kijkt niet. Het klimaat verandert altijd. Het klimaat veranderde veel sterker aan het einde van de vorige ijstijd dan het nu zou veranderen. Toen steeg het kooldioxidegehalte zeker twee tot drie keer zo hard als nu, zo ook de zeespiegel. Dat soort verschuivingen zijn normaal in de natuur. Wij zitten alleen op de top van zo’n warmtegolf en zien niet dat het klimaat redelijk stabiel is ten aanzien van het verleden. We moeten ons gewoon leren aanpassen, in plaats dat we proberen het klimaat te beïnvloeden. Als de zeespiegel stijgt, maak je hogere dijken en als die daalt, bagger je de zeehavens weer verder uit. Als het koud is, trekken we ons berenvel aan. Als het warm wordt, doen we hem weer uit. We hebben het toch allemaal al een keer meegemaakt? De mens leeft tweehonderdduizend jaar. Daarin hebben al twee ijstijden plaatsgevonden.’

Maar nu zijn wij mensen de veroorzaker van die kooldioxidetoename. Dat lijkt me een essentieel verschil.

‘Ja, wij zijn zonder meer de veroorzaker. Maar een tegenvraag: als de vulkanen het gedaan zouden hebben, zouden we de kooldioxide dan ook onder de grond stoppen? Nee, toch? Dan zouden we ons gewoon aanpassen. Wij hebben een soort vals schuldgevoel. Wij hebben het gedaan, en dus moeten we boeten. Het past bij onze calvinistische instelling.’

Dus het Kyoto-verdrag, waarin we proberen de uitstoot van kooldioxide in te dammen, vindt u onzin?

‘Ja. De tovenaarsleerling heeft de kurk uit de koolzuurfles gehaald, maar je moet hem niet vragen het gas weer terug in de fles te doen. Zijn tovermiddel is waarschijnlijk erger dan de kwaal en in elk gevaar duurder. Laat het liever aan de natuur over. Die heeft dit eerder gedaan. ‘Oké, je moet zuinig zijn met grondstoffen, puur omdat volgende generaties ook nog prettig willen leven, maar daar heb je die klimaathype niet voor nodig. Ik vind het Kyoto-verdrag verspilling van ons geld. Er gaan miljarden op aan internationaal overleg om uiteindelijk een twijfelachtige reductie te bewerkstelligen. Laten we dat geld uitgeven aan zinvollere dingen. In Afrika kunnen ze dat geld goed gebruiken voor de bestrijding van de armoede. Daar hebben ze ook hun bedenkingen over Kyoto. Ze zien Kyoto als een hobby van de westerse landen waar zij zo nodig aan mee moeten doen.’

Dit is koren op de molen van Bush.

‘Het kan me niet schelen wie er met mijn ideeën aan de haal gaan. Ik vind dat Bush ontzettend dom bezig is omdat hij zonder enige beperking de mensen toestaat grote hoeveelheden grondstof op te maken. En ik vind Amerika op dit moment gevaarlijk door de bijna fascistische wijze waarop het land zijn morele visie aan anderen probeert op te leggen. Maar ik ga mijn ideeën over de klimaathype daarvoor niet aanpassen.’

Greenpeace verspreidt met ‘Red ons klimaat’ een verkeerde boodschap?

‘Ja, want welk klimaat moet dan worden gered? Dat van 1940? Van 1975? Er is toch geen nulpunt. Het klimaat verandert altijd en is niet te redden. Dit is een leugenachtige slogan die ook nog eens heel zelfzuchtig is want de klimaatverandering valt voor een aantal landen misschien wel gunstig uit. ‘Ik vind Greenpeace vergelijkbaar met de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming in de jaren zestig, zeventig. Speerpunt van deze organisatie was seks in het huwelijk, buiten het huwelijk, voorbehoedsmiddelen, wel of geen abortus. De NVSH heeft onderwerpen bespreekbaar gemaakt, die toen volstrekt onbespreekbaar waren. Met Greenpeace is het precies zo. Die heeft een enorme boost gegeven aan het zichtbaar maken van het milieuprobleem. Maar nu is het milieu gewoon hetzelfde als de afwas. Als het vies is, maak je het weer schoon. Daar heb je Greenpeace niet meer voor nodig. Het moment is naderbij dat ze zichzelf overbodig hebben gemaakt en daar mogen ze trots op zijn.’

Werkt het niet verlammend om in geologische tijdschalen te denken?

‘Nee, absoluut niet. Ik vind het juist inspirerend. Het heeft uiteindelijk te maken met wat voor beeld je van de mensheid hebt. Voor mij is de mens een ongelofelijk klein radartje in een hele grote cyclus. Het niet in grote tijdschalen denken, is juist verlammend. Hoeveel geld wordt er niet uitgegeven aan dingen die achteraf totaal zinloos bleken zoals zure regen. Kijk, voor de wetenschap is de hype natuurlijk uitstekend geweest. Net zoals de tsunami goed is voor de seismologen en de oceanografen, zo is het broeikaseffect goed voor de klimatologen. Er is de afgelopen jaren ontzettend veel geld gevloeid naar klimaatonderzoek. En dankzij dat onderzoek weten we nu waar we ons de komende jaren op voor moeten bereiden en hoe we ons moeten aanpassen. Dat is pure winst.

Boeken blijft

In de VPRO gids van week 37 (van 16 september t/m 22 september 2006) blikt presentator Wim Brands terug op het Boeken@cetera. 

Naar de uitzending met Salomon Kroonenberg, een geoloog, keken heel veel mensen en dat was toevallig ook een ontzettend leuke uitzending. Hij legde uit dat wij ons ten onrechte druk maken over klimaatsveranderingen omdat ons tijdsbesef niet klopt. Wij denken namelijk op heel korte termijn, maar als je die geologische tijdsindelingen hanteert, maak je je niet zo druk. We zijn nu op weg richting geologische herfst en daarna krijgen we een nieuwe ijstijd, en dan zijn  we er gewoon niet meer. En dat  vertelde hij heel blijmoedig.  Ik vond het leuk dat er veel mensen naar keken, want het is geen eenvoudig onderwerp.

Naar De Avonden (het radioprogramma waarvan Brands eindredacteur is) luisteren 20.000 mensen en daar is niks mis mee, maar ik heb wel vaak gedacht: als je hetzelfde doet op een andere plek dan bereik je veel meer mensen. En dat blijkt, want op televisie bereik je ineens 180.000 mesnen. Dat vind ik leuk, want zo’n man als Kroonenberg is iemand die je bijna nooit op televisie ziet. Niet dat ik daar overigens altijd op let, want vorige week hadden we Midas Dekkers en die zie je wel overal, maar dat kan me ook helemaal niks schelen, want ik ga hem toch iets vragen wat anderen hem niet vragen.

John Cleese heeft ooit de vraag opgeworpen of televisie wel het podium is voor, laten we zeggen, intellectuele kwesties. Dat kun je inderdaad afvragen. Dat wil overigens niet zeggen dat je de middelbare school moet hebben afgemaakt om daarover te kunnen praten. Die kwesties kun je zo brengen dat iemand die al te stom is het gewoon kan volgen en erover kan nadenken. Maar zelfs dan is nog de vraag of de televisie daar wel het medium voor is. Misschien is de televisie wel een permanente kermis waarin cultuurverslaggeving ongeveer hetzelfde is als met een bus door Parijs rijden, één minuut bij elke bezienswaardigheid blijven staan en na afloop zeggen: dit was een culturele reis door Parijs. Ik heb daar niets op tegen hoor, maar dan hebben wij er niks meer te zoeken.

Ik denk trouwens dat we ook de hand in eigen boezem moeten steken. Het komt van twee kanten. Aan de ene kant is televisie in handen van kermisexploitanten gekomen, maar dan van de slechte soort wat ik vind kermisexploitanten over het algemeen leuke mensen. Aan de andere kant is het ook zo dat de mensen die eerder dit soort programma’s gemaakt hebben – niet allemaal, maar een deel ervan – er voor hebben gezorgd dat als je het woord ‘boeken’ laat vallen, je al denkt aan een strafexercitie. Terwijl dat niet zo hoeft te zijn, het kan ook op een heel plezierige manier, op een manier die niet buitensluit 

Artikel geschreven door Katja de Bruin (VPRO gids, week 37, 2006) 

Klik hier voor de uitzending met Salomon Kroonenberg (19 februari 2006)

Het klimaat hoeft niet gered te worden

Geoloog Salomon Kroonenberg is zondagmiddag 15 april de spreker tijdens de vijfde en laatste lezing in de Blikopener Speciaal serie “Ontnuchteringsjaren” van dit seizoen, die georganiseerd wordt door de Basisbibliotheek Maasland, Brabants Dagblad en Groene Engel. Zijn lezing met als titel “Het klimaat hoeft niet gered te worden”, vindt plaats in de Groene Engel, van twee tot vier uur. Aansluitend is er in het café of in de brasserie gelegenheid tot napraten.

Kaarten kosten 8 euro en zijn verkrijgbaar bij Groene Engel, boekhandel Derijks en alle vestigingen van Basisbibliotheek Maasland. 

Kroonenberg is hoogleraar geologie aan de TU Delft. Hij studeerde en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam, werkte tien jaar in het buitenland en veertien jaar als hoogleraar geologie aan de Landbouwuniversiteit Wageningen, tot hij in 1996 de overstap naar Delft maakte. Hij was columnist van o.a. Intermediair en Natuur en Techniek. In 2006 verscheen zijn boek “De menselijke maat; de aarde over tienduizend jaar”. Het trok belangstelling in brede kring en wist, als populairwetenschappelijk werk, zelfs door te dringen tot de bestsellerslijst.

In tegenstelling tot de vele alarmerende berichten, die recentelijk in de media over het klimaat verschenen, o.a. the Inconvenient Truth van Al Gore, beziet de spreker de klimaatproblematiek meer relatief. Niet, dat hij niet bezorgd is over een aantal zaken, maar hij geeft de mens daarbij een bescheidener rol: “We kunnen verstandig of onverstandig met de risico’s omspringen, ons tegen het gevaar wapenen. Maar aan de oorzaken is in feite weinig te doen.”

Kroonenberg is als geoloog gewend om naar langetermijnprocessen te kijken. Daarbij blijkt dat de aarde sinds haar ontstaan de astronomisch gestuurde Milankovic-cyclus doorloopt, een cirkelgang van honderdduizend jaar. De mens heeft daar in verhouding ontzettend weinig invloed op. Het klimaat is voor de mensheid “een maat te groot”. We moeten daarom niet het klimaat willen redden, maar de mensen. Dit kan door als mens flexibel in te spelen op het veranderende klimaat. De geoloog vindt symptoombestrijding, zoals dijkverhoging in de delta’s, daarom beter dan genezing. De kwaal gaat het menselijk begrip immers te boven.

Salomon Kroonenberg en Robert Fripp

Dit voorjaar werd de cd Exposure uit 1981 van de Engelse gitarist Robert Fripp op cd heruitgebracht. Op die cd staat het korte nummer Water music I. Onder een geluidscollage is de stem van de Engelse wiskundige J.G. Bennett  gemonteerd die een opmerkelijke tekst uitspreekt over de komende IJstijd.

Het is niet bekend wanneer Bennett de tekst heeft uitgesproken.

Klik hier voor een artikel in de Engelse Wikipedia over deze J.G. Bennett

Hieronder staat een recensie van de bewuste cd van Erik Voermans uit Het Parool van 13 juni 2006

Robert Fripp had aan het einde van de jaren zeventig een trilogie in zijn hoofd, die zou bestaan uit de eerste soloplaat van Daryl Hall, Sacred songs, de tweede soloplaat van Peter Gabriel en zijn eigen solodebuut Exposure. Op alle platen zou hij te horen zijn als gitarist en producer en zowel Hall als Gabriel zouden ook weer meedoen op Exposure.

Maar RCA, Halls platenmaatschappij, vond Sacred songs te weird en daarmee schadelijk voor het imago van de zanger die met Hall & Oates immens succesvol was. De plaat verdween jaren in de kast en ook aan Halls bijdragen op Exposure werd een limiet gesteld, waardoor Fripp de al voltooide nummers door andere vocalisten (Peter Hammill en Terre Roche) opnieuw moest laten inzingen. Treurig.

Na meer dan 25 jaar kan Exposure dan worden beluisterd zoals Fripp de plaat ooit heeft bedoeld: alle zeven tracks met Daryl Hall zijn aanwezig, plus, de alternatieve tracks met Hammill en Roche.

Het resultaat van Fripps New Yorkse, stilistisch zeer bontgekleurde dagboek is indrukwekkend. De muziek is vaak op het ongemakkelijke af intens, soms ook uiterst poëtisch, maar heeft door de absolute eigengereidheid in elk geval na 25 jaar nauwelijks aan kracht ingeboet.

(maandag 18 december 2006)

Homepage Ontnuchteringsjaren

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: