In de week dat Barack Obama president werd van de Verenigde Staten had een collega in Lux een film gezien die er écht toe deed. Om meerdere redenen. Hij had gelijk. In die film wordt een liedje gezongen van Allen Toussaint. De songwriter, arrangeur, pianist en zanger uit New Orleans. Die enkele jaren geleden iets bekender werd bij het Nederlandse publiek toen hij ná Katrina een cd opnam met Elvis Costello.

Het nummer Yes we can werd opgenomen en bekend in de versie van Lee Dorsey. In de film is dit nummer een soort running gag. Het zangkoor probeert het nummer onder de knie te krijgen. Dat valt niet mee omdat er ongeveer eenenzeventig keer het woord can in voorkomt, al dan niet vooraf gegaan door de woorden Yes we. En af en toe een No er tussendoor. Piece of cake. Ware het niet dat de gemiddelde leeftijd van het koor rond de tachtig jaar ligt. Tijdens de apotheose van de documentaire lukt het uiteraard wel.

De film heet Young@heart en kreeg dit voorjaar op het filmfestival van Vlissingen de publieksprijs. Om diverse redenen, maar vooral omdat de film ontroert.
Het Young@heart koor is in 1982 in Northampton (Massachusetts, USA) opgericht. Een koor van oude mensen die zeer verrassende nummers zingen. Songs die ze in veel gevallen nog niet kenden toen hun dirigent ermee aan kwam zetten. In de documentaire geven enkele leden aan thuis naar klassiek, opera en musical te luisteren. On stage zingen ze werk van groepen als de Clash, Sonic youth of de Talking heads en artiesten als James Brown, Bob Dylan of Lou Reed.
De film maakt vooral duidelijk dat je nooit te oud bent om “iets” te doen. Achter de geraniums zitten is ook niet alles en op zeker moment spreekt een dame van 92 uit dat het goed voor je hersens is om mee te blijven doen. Ze zegt letterlijk Use it or lose it.
Ontroering is alom aanwezig in deze tijdloze film. Tijdens de opnames sterven kort voor de première van een nieuwe show twee belangrijke leden. Leden die een solo moesten zingen. Maar het leven gaat door, er zijn al eerder leden weggevallen en men gaat redelijk laconiek verder. Men snapt dat degenen die zijn weggevallen dat ook zouden hebben gewild. Zoals ze dat van de anderen verlangen mochten ze zelf omvallen.
Het ontroerendste moment is als het zangkoor in de aanloopfase naar de première in een gevangenis op een omheind veld een concert mag verzorgen voor gevangenen en hun bewaarders. Het contrast tussen een geslaagd en een niet geslaagd leven kan niet duidelijker in beeld worden gebracht als hier. Zonder ondertiteling of nadere uitleg. Tijdens Forever young van Bob Dylan spat het van de gezichten van de inmates af. Waarom zit ik hier? Waarom staan zij daar? Zij zo breekbaar en ik zo sterk, maar zij zijn sterker en wat ben ik toch een sul. Of zoiets. Look for yourself. En tijdens die beelden de redelijk goede stemmen van de zangers.
May you grow up to be righteous
May you grow up to be true
May you always know the truth
And see the lights surrounding you
May you always be courageous
Stand upright and be strong
May you stay forever young
Forever young, forever young
May you stay forever young

Want dat moge duidelijk zijn. Het is een redelijk koor maar verwacht geen wonderen. Maar dat doet er ook niet toe. Zoals aan het eind tijdens het première concert blijkt. De zaal is dolenthousiast. In de zaal de echtgenote van een ontzettend dikke man (die aan de zuurstoffles hangt) en zittend in staat is één nummer te zingen (Fix it van Coldplay). En dan bekaf is. Fred die zich realiseert dat dit zijn allerlaatste publieke optreden zal zijn. De dokter dacht dat hij al vier maanden dood had moeten zijn. De glimlach van de vrouw in de zaal waarmee hij al 54 jaar getrouwd is zegt alles.
In de film zitten ook enkele “clips”. Filmpjes waarin ze als een soort acteurs een nummer playbacken als Golden years van David Bowie. Prachtig, om zoiets op die leeftijd te mogen meemaken. Tijdens de opnamesessies van de film sterven twee mannen. Beiden erg fragiel en ziekenhuisklanten. Ze willen kost wat kost bij de repetities zijn. Tegen de nadrukkelijke wil van hun kinderen in. Maar niets kan ze tegenhouden. Beiden sterven kort na elkaar voor de première.
Hieronder enkele songs die ze tijdens de film zingen of die ze eerder op hun repertoire hadden staan. Sommige titels hebben iets komisch, laconieks, melancholieks over zich.
Forever young van Bob Dylan (luister ook eens naar de versie van Trevor Lucas op de Sandy Denny-cd The attic tracks).
Road to nowhere van de Talking heads
I feel good van James Brown
Fix you van Coldplay
Golden years van David Bowie
Schizophrenia van Sonic youth
Should I stay or should I go? van de Clash
Stayin’ alive van de Bee gees

Yes we can – Allen Toussaint
Now is the time for all good men
To get together with one another
Iron out our problems
And iron out our quarrels
And try to live as brothers
And try to find a piece within
Without stepping on one another
And do respect the women of the world
Just remember you all have mothers
Make this land a better land
Than the world in which we live
And help each man be a better man
With the kindness that you give
I know we can make it
I know darn well we can work it out
Oh yes we can, I know we can can
Yes we can can, why can’t we
If we wanna get yes we can can
I know we can make it a world
I know we can make it if we try
Oh yes we can, I know we can can
Yes we can can, great, got your money
Yes we can, I know we can can
Take care of the children
The children of the world
They’re our strongest hope for the future
The little bitty boys and girls
Make this land a better land
Than the world in which we live
And help each man be a better man
With the kindness that you give
I know we can make it (I know that we can)
I know darn well we can work it out
Oh yes we can, I know we can can
Yes we can can, why can’t we
If we wanna get yes we can can
I know we can make it a world
I know we can make it if we try
Oh yes we can, I know we can can
Yes we can can, great, got your money
Yes we can, I know we can can

Het tribute-album Our New Orleans : a benefit album (Nonesuch 2005) opent met een versie waarop Allen Toussaint de lead vocals voor zijn rekening neemt.
(zondag 9 november 2008)