Ik durf de stelling aan dat televisiemakers geen idee hebben wat ze doen, dat televisiekijkers geen idee hebben waar ze naar kijken, en degenen die beroepshalve op de televisie moeten verschijnen niet goed weten hoe ze dat moeten doen. Met andere woorden, dat de samenleving nog behoorlijk worstelt met de betekenis van beeld en het effect ervan op het menselijk gedrag en dat van politieke leiders.

Deze uitspraak is van Hans Dijkstal, de onlangs overleden politicus die minister van Binnenlandse Zaken was in het eerste kabinet Kok en fractievoorzitter van de Tweede Kamerfractie van de VVD. Hij deed deze uitspraak twee maanden voor zijn dood. Hij sprak toen met Maarten van Rossem en Bas Kromhout. Het volledige interview staat in het juni/juli nummer van Maarten.
De vraag was: Vindt u dat de media tekort zijn geschoten?
Ja, dat vind ik. Wat ons op dit moment nog steeds bedreigt is de discrepantie tussen werkelijkheid en beeldvorming. De ontwikkeling van televisie en internet is een van die technologische veranderingen met grote sociaal-culturele gevolgen. Ik durf de stelling aan dat televisiemakers geen idee hebben wat ze doen, dat televisiekijkers geen idee hebben waar ze naar kijken, en degenen die beroepshalve op de televisie moeten verschijnen niet goed weten hoe ze dat moeten doen. Met andere woorden, dat de samenleving nog behoorlijk worstelt met de betekenis van beeld en het effect ervan op het menselijk gedrag en dat van politieke leiders.
Vraag: Hoe moeilijk is het voor een politicus om met televisie om te gaan?
Ik zal drie voorbeelden geven. In maart 2002 was er het lijsttrekkersdebat in de Erasmus Universiteit. Daar was ik voor uitgenodigd, maar ik had een spreekbeurt in Luxemburg. Toen heeft de NOS gedreigd een lege stoel te laten zien en mij zo gedwongen te komen, terwijl de setting mij totaal niet beviel. Het werd ook een vreselijk debat, waarin de inhoud helemaal niet aan de orde kon komen. De bijeenkomst leverde een berucht televisiemoment op, toen Fortuyn na een opmerking van Paul Rosenmöller (GroenLinks) boos wegliep. Maar dat was ná de uitzending.
Het tweede voorbeeld was de verkiezingsuitzending van Hennie Huismans Soundmixshow. Ik weigerde daaraan mee te doen, maar ik liet me overhalen toen de zender beloofde aan al mijn voorwaarden te voldoen. Daar heeft RTL zich niet aan gehouden. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het publiek zou stemmen. Halverwege heb ik overwogen om weg te lopen, maar dat keert zich altijd tegen je.
En dan was er nog die show na de gemeenteraadsverkiezingen op 6 maart. Ik vind dat Paul Witteman daar schandalig heeft gehandeld tegenover Ad Melkert.
Vraag: Op welke manier?
De lijsttrekkers waren om half elf besteld. Ik was op tijd. Thom de Graaf (D66), Balkenende en Rosenmöller ook. Het duurde maar en het duurde maar voordat Fortuyn en Melkert kwamen. Op een gegeven moment heb ik gezegd: als ze er om twaalf uur nog niet zijn, ga ik weg. De regie werd zenuwachtig. Toen het tegen twaalven liep, werden de aanwezigen alvast aan de tafel gezet, met nog twee stoelen leeg. Eerst kwam Fortuyn binnen. Allemaal zijn we opgestaan om hem te feliciteren met zijn overwinning in Rotterdam. Met tegenzin, maar toch.
Intussen was Melkert er nog steeds niet, want die moest van ver komen. Toen hij uiteindelijk aankwam, werd hij direct naar zijn stoel gedirigeerd en begon de camera te lopen. Onmiddellijk vroeg Witteman aan Melkert waarom hij niet de ridderlijkheid had opgebracht om Fortuyn te feliciteren. Terwijl Melkert daar nog helemaal de kans niet toe had gekregen! Maar Witteman zag dat en dacht: dit is mooie televisie, weet je wat, laat ik dit oppakken. Melkert is daarvan het slachtoffer geworden. Zelfs zodanig dat hij tot op de dag van vandaag in Nederland niet gewoon kan functioneren.
(woensdag 2 juni 2010)