
In de maand waarin het Nederlandse voetbalelftal in Zuid Afrika wereldkampioen probeerde te worden kwam het Brabants Dagblad op woensdag 30 juni 2010 met een alarmerende boodschap: duizenden ontslagen bij Organon in Oss.
Op woensdag 30 juni opende het Brabants Dagblad met de kop Duizenden ontslagen Organon. Twee journalisten wisten uit betrouwbare bron te melden dat de directie van het Amerikaanse Merck binnenkort zou aankondigen dat er bij Organon in Oss veel mensen worden ontslagen. Meer dan de helft van de 4.500 banen zou op het spel staan. Tevens wordt de onderzoeksafdeling opgeheven en blijft alleen de productieafdeling in Oss achter. Een klap voor Oss en de verre regio.

Hoe zes economische schokken uw leven fundamenteel zullen veranderen
In 2008 publiceerde de jonge Belgische econoom Geert Noels Econoshock : hoe zes economische schokken uw leven fundamenteel zullen veranderen. Oss en de regio Noord Oost Brabant ervaren nu dat hetgeen door deze auteur wordt beweerd niet langer een ver van ons bed show is. Integendeel. Hieronder een poging te omschrijven waar het om gaat. En we maken u attent op een aantal boeken die meer inzicht bieden. Klik hier voor het weblog van Geert Noels.
Een willige prooi?
Organon is in het eerste decennium van deze eeuw twee keer van eigenaar veranderd. In 2007 verkocht het Nederlandse AkzoNobel-concern Organon aan het Amerikaanse Schering-Plough (voor 11 miljard). Bij AkzoNobel was op dat moment oud minister en D66-prominent Hans Weijers de – zoals dat tegenwoordig heet – CEO. Twee jaar later nam het Amerikaanse Merck Schering-Plough over. In 2010 heeft de directie besloten om flink te gaan snijden in de kosten. Nu dreigt massaontslag. En zal gepoogd worden het restant van Organon aan een andere partij “over te doen”. Genoemd worden het Israëlische bedijf Teva Pharma of het Nederlandse bedrijf Jansen Farmaceutica (onderdeel van het Amerikaanse Johnson & Johnson).

In 2008 beschreef Jeroen Smit in De prooi hoe in 2006-2007 de ABN Amro-bank een prooi werd voor Belgische, Schotse en Spaanse bankiers. Zijn boek is gebaseerd op gesprekken met veel hoofdrolspelers en geeft een treffend beeld hoe in de top(pen) van het grote bedrijfsleven wordt gedacht en gehandeld. Het is niet duidelijkof dat beeld exemplarisch is voor de top van AkzoNobel, Schering-Ploug en/of Merck. Duidelijk wordt in het boek van Jeroen Smit wel dat het verkopen van grote bedrijven vaak lucratief is voor de CEO’s en anderen in de top. Waardoor de schijn gewekt wordt dat dit soort processen niet louter in gang wordt gezet ter meerdere eer en glorie van het bedrijf.

Een typisch voorbeeld
De ‘zaak Organon’ is een voorbeeld van ontwikkelingen die zich op wereldschaal in de economie afspelen. Ontwikkelingen waar we in de krant of op tv vaak schouderophalend aan voorbij gaan. Massaontslagen zijn dagelijkse kost. Het verschil is dat het nu echt dichtbij komt en daardoor de aandacht trekt. Er is over deze ontwikkelingen veel geschreven. En – dat is zeker – er zal de komende jaren (decennia?) veel over worden geschreven. Organon zal velen in Nederland aan het denken zetten.
Waarom is Organon exemplarisch?
Sinds het omvallen van het communistische systeem in 1989 lijkt het alsof er wereldwijd een (Anglo-Amerikaans) businessmodel voor grote bedrijven is ontstaan waar meer als daarvoor de nadruk ligt op rendement. Voor de aandeelhouders. Zijn die tevreden, dan floreert het bedrijf. Is dat niet het geval dan zoekt de top naar mogelijkheden om het resultaat positiever te maken. Middelen om dat te doen zijn overnames, snijden in de kosten, outsourcen van niet-cruciale bedrijfsonderdelen, kartelvorming e.d. De aanleiding hoeft niet altijd te zijn dat het slecht gaat met het bedrijf. Vaker is de aanleiding om het rendement van bijvoorbeeld 18 naar twintig procent op te trekken.
Deze opstelling leidt er (vaak) toe dat de top van zo’n bedrijf minder belang hecht aan de omgeving waarin het bedrijf is ontstaan en bestaat. CEO’s en anderen zien in dit model medewerkers in eerste instantie als kostenpost en minder als het kapitaal van het bedrijf, dat er voor zorgt dat er iets geproduceerd en ontwikkeld wordt. Ook zien zij zich zelf als koningen en laten zich dusdanig ook uitbetalen. Het verschil met medewerkers op de werkvloer wordt groter en groter.

Ook wordt de laatste jaren meer en meer duidelijk dat voormalige Derde wereldlanden in een zeer hoog tempo ‘ons” aan het inhalen zijn. Tot voor kort zagen velen in het Westen dit soort landen louter als plaatsen waar goedkope en/of eenvoudige producten konden worden gemaakt. Zoals de vuvuzela. Maar dat is niet langer het geval. Meer en meer landen zijn in staat hoogwaardig onderzoek te verrichten en producten op de markt te brengen die meer dan concurrerend zijn met producten en diensten uit het Westen. Dit verschijnsel wordt door de Amerikaanse journalist Thomas L. Friedman ‘de platte aarde’ genoemd. En hij betoogt in zijn – op zich optimistische boek – dat wij daar in het Westen maar aan zullen moeten wennen. Organon is ook hier exemplarisch want als het hoogwaardige onderzoek uit Oss wordt weggehaald, dan ligt het voor de hand dat dit soort onderzoek overgeheveld wordt naar bijvoorbeeld India of China. Dezelfde kwaliteit voor minder kosten.
Al jarenlang worden door uiteenlopende mensen vraagtekens gezet bij deze trend. Zij nemen vaak ook mee of de aarde het kan trekken. Zij doelen op het opraken van sommige grondstoffen, de toename van CO2 in de atmosfeer, het al dan niet veranderen van het klimaat, het achterblijven van veel mensen in Derde wereld landen, de toename van obesitas en andere welvaartsziekten in het Westen. Zij zetten kortom vraagtekens of dit economische systeem op de lange termijn gehandhaafd kan worden. In dit verband wordt vaak ‘het Rijnlandse model’ naar voren gehaald. Als alternatief voor het in hun ogen doorgeslagen Amerikaanse neoliberale model waarin het volstrekt normaal is om een op zich florerend bedrijf als Organon op te doeken.
Een ander aspect is dat pensioenfondsen (die in wezen voor de meeste burgers handelen) steeds vaker degenen zijn die bedrijven aansporen om hun rendementscijfers op te krikken. Waardoor de spiraal naar boven (of beneden?) in gang wordt gezet.

Filosofisch ingestelde schrijvers voegen hieraan nog toe of een dergelijk model uiteindelijk bijdraagt aan het geluksgevoel van mensen. Een model waarin burgers moeten blijven consumeren. Terwijl meer en meer duidelijk wordt dat meer niet altijd tot meer welbehagen en geluk leidt. Wellicht in sommige gevallen daar haaks op staat. Lees in dat verband vooral het boek van Richard Layard (Waarom zijn we niet gelukkig?)

Lezingen, debat
BasisBibliotheek Maasland heeft sinds 2004 verschillende sprekers naar Oss gehaald om zich over (aspecten van) dit brede onderwerp uit te spreken. Sprekers vanuit verschillende disciplines en met uiteenlopende visies op zaken die spelen. De onderwerpen die worden aangesneden zijn controversieel in die zin dat er nog geen overeenstemming is bereikt over “dé” oplossing. Vaak worden onderwerpen op de agenda geplaatst die nog niet door iedereen als een probleem of discussie-onderwerp worden gezien.
Titels van enkele lezingen: Verlos ons van het economische denken (Arjo Klamer in 2005), Verlos ons van de intensieve menshouderij (Jaap Peters 2006), Onmetelijke kwaliteit in de echte economie (Arnold Heertje 2007), Ontnuchteringsjaren – wat bepaalt het geluk van de mens? (Ad Vingerhoets 2007) of De latten verleggen (Jan Juffermans 2008).
Het komend seizoen zullen onder de noemer Tijd voor een nieuwe lente verschillende sprekers in gaan op dit thema. En een antwoord proberen te geven of er (al) een nieuwe lente is aangebroken, zal aanbreken of zou moeten aanbreken. Kijk je sec naar de vervelende ontwikkelingen bij Organon dan moet je toegeven dat dit weinig lente gevoelens opwekt. Eerder het tegendeel. Maar dit soort negatieve voorbeelden kunnen (wellicht) het begin zijn van een proces waarin de samenleving zich gaat uitspreken over ons huidige economische model.

Een boek waarnaar de komende maanden (jaren?) veelvuldig zal worden verwezen is het boek dat onlangs door de uitgever aan alle Tweede Kamerleden is aangeboden. Tony Judt, een Amerikaans historicus, positioneert zich in dit boek (Het land is moe : verhandeling over onze ontevredenheid) nadrukkelijk als een sociaaldemocraat die zich zorgen maakt over onze tijd waarin veel zekerheden op losse schroeven staan. Hij is bang dat in de 21e eeuw als het ware de 19e eeuw terugkeert. Hij bedoelt daarmee dat in veel landen een weg wordt ingeslagen om de verworvenheden van de (in de 20e eeuw opgebouwde) welvaartsstaat te ontmantelen.

Het Rijnlandse model als alternatief?
En willen we dat niet, dan zullen we op zoek moeten naar een alternatief. De mening van hoogleraar bedrijfskunde Rien T. Segers is duidelijk: hij opteert voor een terugkeer naar het Rijnlandse model, waarin de belangen van iedereen die bij een bedrijf is betrokken in de overwegingen worden meegenomen. Gezien zijn kennis van het Verre Oosten ziet hij elementen van daar die wellicht opgenomen kunnen worden in een aangepaste versie van het Rijnlandse model. Rien T. Segers spreekt op zondag 21 november als tweede in de reeks Tijd voor een nieuwe lente. Hij ziet die lente zitten mits Nederland kiest voor de Rijnlandse variant en écht werk gaat maken van beter onderwijs en meer onderzoek. Wellicht een schrale troost voor ex-Organon medewerkers, de regio Noord Oost Brabant en Nederland (want het hoofdkantoor van Merck zal er waarschijnlijk toch de stekker uit trekken), maar het kan het begin zijn van een soort Renaissance. Een nieuwe lente.
Een ander essentieel kenmerk van het Rijnlandse model is de overtuiging dat het bedrijf er niet alleen is om winst te maken, maar ook bestaat voor de werknemers en de omgeving waar het gevestigd is. Bovendien impliceert dit model dat het bedrijf de belangen van het land waar mogelijk zal respecteren en dienen (pagina 18).
Het primaire doel van het Anglo-Amerikaanse bedrijfsmodel is niet louter het genereren van winst; dat is als basisvoorwaarde wat al te triviaal want al te evident. Nee, het gaat om systematische winstvergroting. Als er rode cijfers op de balans staan, dan dienen die niet over drie of vier jaar weer zwart te zijn, maar liefst volgend kwartaal. En als er zwarte cijfers verschijnen, dan moeten die op korte termijn nog zwarter en van extra nullen voorzien worden (pagina 20).
Literatuur – enkele boeken die in meer of mindere mate inzicht (kunnen) geven in ‘wat er speelt’
Tv-uitzendingen
Op internet kunt u uitzendingen van Tegenlicht (van de VPRO) en Lux (IKON) bekijken. Tegenlicht schenkt sinds 2003 relatief vaak aandacht aan aspecten van alles wat hierboven kort is aangesneden. Lux is een rubriek waarin onderwerpen aan bod komen die liggen op het raakvlak van geloof en maatschappij. In dit verband verdienen de vier afleveringen die in februari van 2010 onder de noemer Grote denkers werden gebracht aanbeveling.
De ondertitel van Tegenlicht is al jaren zeer treffend: Welcome to the real world. Of anders geformuleerd: schuilen helpt niet, de wereld is echt mondiaal geworden, je moet er mee leren omgaan, doe er je voordeel mee.Kennis als de oplossing voor alle problemen?
Het begrip kenniseconomie is een stoplap geworden. Komt keer op keer naar voren als auteurs willen aangeven waar onze kansen – als westerse landen – liggen in een geglobaliseerde wereld. Anderzijds wordt ook steeds duidelijker dat vaak iets zeggen nog niet betekent dat de werkelijkheid daarmee overeen komt. Hoogleraar Rien T. Segers maakt er op pagina 62 van zijn Nederland na de crisis de volgende dodelijke opmerking over:
Wil Nederland daar op korte termijn toe in staat zijn, dan moeten onderwijs en onderzoek prioriteit nummer één worden. Dat vergt een grondige beleidsomslag omdat het Nederlandse onderwijs in de afgelopen twintig jaar alleen een met de mond beleden prioriteit kende. In de praktijk was het altijd het eerste slachtoffer van onophoudelijke bezuinigingsronden, met als gevolg dat de kwaliteit van het onderwijs in een paar decennia in recordtempo is geërodeerd.
De tijd zal leren of het niveau van onderwijs en onderzoek de komende jaren zal worden opgetild. Ondertussen zou iedereen die geen onderwijs volgt en/of betrokken is bij onderzoek voor zichzelf na moeten gaan of en hoe het ‘eigen niveau’ opgetild kan worden. ‘Werken aan je zelf’ zal de komende decennia steeds belangrijker worden. De wereld verandert steeds sneller, niets blijft hetzelfde en werknemers die ‘iets’ extra te bieden hebben maken meer kans in die wereld.
Als Openbare Bibliotheek zeggen we daarop: ‘vaker met een boekje in een hoekje’. Of bezoek eens een door ons georganiseerde lezing of activiteit. Toeteren op een vuvuzela of rondlopen in oranje outfit is af en toe prima, maar leidt niet tot meer kennis en inzicht in hoe de wereld in elkaar zit. Of leidt tot meer vaardigheid om in die steeeds sneller veranderende wereld mee te kunnen.
(Oss, vrijdag 2 juli 2010) (Nederland – Brazilië 2-1)
Oude jongens?
Op zaterdag 3 juli komt Marc Chavannes – journalist en scherp volger van maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland – in zijn wekelijkse rubriek Opklaringen in NRC Handelsblad (een liberale krant) o.a. terug op de aangekondigde ontmanteling van Organon. In zijn rubriek gaat hij deze week in op het toezicht door verschillende instanties op bedrijven en instellingen die een semi-publieke dienst of product leveren. Enerzijds constateert hij dat er meer en meer toezicht komt, maar dat dit anderzijds niet leidt tot resultaten waar de gemiddelde Nederlander warm voor loopt. Enkele citaten:
De bankpresident moet in werkelijkheid nauw samenwerken met de minister van Financiën. Zij plachten wekelijks te lunchen. Onafhankelijkheid op een armslengte afstand. In het geval van de driedeling van ABN Amro klopte Wellink tevergeefs aan bij minister Bos. “Doe iets!”, en liet minister-president Balkenende het daarbij. Zoals het kabinet deze week niet merkbaar op tafel sloeg bij de Amerikaanse farmagigant Merck die Organon, niet zo lang geleden een parel van de Nederlandse bio-onderzoekstraditie, wil ontmantelen.
Voor Hans Weijers, mocht D66 hem weer een ministerpost bezorgen, is het Organon-drama een minder dan ideale binnenkomer: hij heeft het bedrijf van Akzo Nobel afgesplitst voor 11 miljard. Aandeelhouderswaarde als paradigma van gisteren. In zekere zin vocht Wellink de afgelopen jaren tegen de door hem onvoldoende doorziene en bestreden brutaliteiten die voor goed zakendoen zijn gehouden.
Alles in gradaties. De sjieke rovers die ons wijlen PCM, de kabelduopolisten Ziggo en UPC hebben bezorgd, verkochten geen woekerpolissen van DSB. Het ontslaan van 35.000 full-time postbodes kan een logisch gevolg zijn van de Europese marktdroom. Het trimmen van een conglomeraat tot een verfbedrijf kan logisch zijn, en ook goed voor trouwe aandeelhouders.
Maar de nationale politiek mag en moet een idee hebben van waar men hier over twintig jaar zijn brood mee moet verdienen. () Nederland heeft zich zijn normen laten wegpraten door platte veldpredikers van het Angelsaksische egokapitalisme. In zekere zin symboliseert het verongelijkte zwoegen van Noud Wellink, deze week in een Kamerhoorzitting, de onmacht van de vroegere bestuurlijke klasse om fatsoen nog op een fatsoenlijke manier af te dwingen.

Aldus Marc Chavannes in zijn column Wellink symbool van oude jongens toezicht. Van Marc Chavannes verscheen in het najaar van 2009 een bundeling van columns onder de titel Niemand regeert : de privatisering van de Nederlandse politiek Een zeer leesbare introductie in de manier waarop onze politici feitelijk niet regeren, geen besluiten nemen, talmen in onmacht.
(zondag 4 juli 2010)