Categorieën
Boeken Tijd voor een nieuwe lente

Lezing Rob Riemen

Op zondag 17 april 2011 verzorgt Rob Riemen (van het Nexus-instituut in Tilburg) op uitnodiging van BasisBibliotheek Maasland in de Groene Engel in Oss de zesde en laatste lezing van het seizoen 2010-2011. De zevende reeks lezingen heeft als titel Tijd voor een nieuwe lente.

Tijdens zijn lezing zal Rob Riemen ingaan op het belang van lezen, kunst en cultuur. Juist in een periode waarin grote problemen met een optimistische attitude moeten worden aangepakt. Een nieuwe lente waarin zaken van de geest meer aandacht en waardering zullen krijgen. De titel van zijn lezing is Waarom zijn we vergeten wat belangrijk is in het leven.

Inleiding
De komende jaren zal de mensheid om uiteenlopende redenen haar levensstijl drastisch dienen te veranderen. De aarde trekt het domweg niet langer dat nog meer aardbewoners gaan leven zoals we in het Westen de laatste dertig jaar doen. Té uitbundig. Té veel economische groei. We putten de aarde uit. In de lenteperiode zullen her en der naar verwachting elementen van die nieuwe levensstijl opkomen. Een optimistische tijd. Een periode waarin minder de nadruk zal liggen op het consumeren van fysieke produkten en/of diensten die een te groot beslag leggen op de capaciteiten van de aarde. Zo’n versoberde levensstijl moet echter niet als een ‘achteruitgang’ worden gebracht. Of zo door mensen worden ervaren.

Rob Riemen en het Nexus-instituut
Rob Riemen (1962) vraagt doorlopend aandacht voor zaken die met de geest te maken hebben. Als directeur van het Nexus-instituut in Tilburg haalt hij vooraanstaande denkers naar Nederland. Die zich keer op keer uitspreken over het belang van kunst en cultuur. Zaken die op zich geen beslag leggen op de voorraden van de aarde. Integendeel.

Hij bepleit dat burgers meer tijd en energie steken in de nalatenschap van uiteenlopende kunstenaars. Tijdens zijn lezing zal hij ingaan op het belang van het lezen van boeken van de grote (canon)schrijvers, onderwijs, eruditie, creativiteit en de gave om tevreden te zijn met het geestelijke en minder het fysieke.

In het vorige lezingenseizoen (Draait de wereld om jou of om ons allemaal?)  sprak filosofe Joke Hermsen. Voor een volle zaal ging ze in op haar boek Stil de tijd. Waarin ze op een andere manier evenals Rob Riemen bepleitte dat minder vaak meer oplevert.

Adel van de geest
In het voorjaar van 2009 verscheen van Rob Riemen Adel van de geest : een vergeten ideaal. Daar citeert hij op pagina 29 een relatief onbekende Amerikaan:

Whitman wist al dat een systeem, politieke instituties en stemrecht alleen niet voldoende zijn voor de ware democratie. Hij schrijft over de verloedering en corruptie van de zakelijke elite; het succes van de materiële ontwikkeling, dat gepaard gaat met een toenemende vulgariteit, hypocrisie, domheid en gebrek aan solidariteit. Maar zoals Whitman al weet, is het ware doel van de democratie dat de hoogste vrijheid wet wordt, dan zullen goedheid en deugd vanzelf volgen. Zonder deze hoogste vrijheid, waarheid en gerechtigheid, zal een democratie niet lang blijven bestaan. Politieke vrijheid alleen is niet voldoende, er zal een ander geestelijk klimaat moeten komen, het tijdperk van de literatuur moet aanbreken. De ware dichter leert wat echte vrijheid is. Ware geestelijke vorming is niets anders dan onderwijs in de adel van de geest. Whitman had het grootste vertrouwen in de spirit of the American people en ik ook.

En op pagina 77-78:

De werkelijke democratie kan niet zonder een aristocratische inslag – een adel niet krachtens geboorte, maar de adel van de geest:  ‘In een democratie die het hogere leven van de geest niet eert en door haar bepaald wordt, heeft de demagogie vrij spel en wordt het publieke leven omlaaggehaald tot het niveau van de onwetenden en ongecultiveerden, in plaats van dat mensen worden opgevoed en de maatschappij zich kan verheffen.’

Johann Wolfgang von Goethe – Duitse schrijver | Historiek

Een interview
In Trouw verscheen in september 2009 een interview met Rob Riemen. Daaruit het volgende citaat:

Tot zijn verbazing wordt zijn boek vooral gelezen als een antwoord op de financiële crisis: „Dat het in tijden van enorme onzekerheid, mensen opnieuw bewust wil laten zijn van wat werkelijk waarde heeft, en van hun mogelijkheden.”

Dat de financiële crisis ook een beschavingscrisis is, begrijpt hij wel: „We leven in de tijd van de grote getallen, de bonussen. 2500 jaar geleden sprak Socrates al kritiek op de bonus-cultuur uit: ’Beste Atheners, als jullie werkelijk denken dat het leven alleen maar om geld gaat, en ik dood moet omdat ik zeg dat geld onzin is, sterf ik liever, dan dat ik mijn kritiek inslik.’ 2500 jaar later zijn Socrates’ woorden onverminderd actueel. Waarom verdient een bankier vijfhonderd keer meer dan een verpleegster?”

Het is Riemen echter om iets fundamentelers dan de financiën te doen, om een vergeten ideaal, een levenshouding.

„Volgens het kapitalisme ben je wat je hebt; een grotere auto, een nóg snellere computer, dat ene horloge. Dat moet het leven leuk, hip en gemakkelijk maken. Maar al die dingen doen er niet toe op het moment dat je met verlies of de dood wordt geconfronteerd. Dan heb je wijsheid nodig.”

Riemen spreekt zoals hij schrijft, uit zijn eigen levenservaring. In 1992 overleden zijn broer en zijn eerste echtgenote. „In het leven kun je niet ontkomen aan ervaringen die de grond onder je voeten vandaan halen. Probeer dus je leven zo in te richten, dat wat je doet, ook echt de moeite waard is.”

Hoe? „Pas je niet aan! Persoonlijkheid, daar gaat het om in het leven! Kies voor je passie! Besef wat het betekent om vrij te zijn. Vrijheid is niet doen en laten waar je zin in hebt. Je bent pas echt vrij als je in waarheid leeft. Met de waarheid kun je geen compromis sluiten, want dan wordt je leven een leugen. Persoonlijkheid echter vraagt om geestelijke vorming. Dat is adel van de geest. Het is de voorwaarde voor een democratische samenleving.”

Misschien verklaart deze boodschap Riemens internationale succes bij de twintigers en dertigers. Dat ze geen slaven van het kapitalisme zijn, maar zelf verantwoordelijk zijn voor hun leven. Dat studenten goed onderwijs – een brede kennis van wat het betekent om mens te zijn, met kunst, cultuur, Goethe, Thomas Mann – kunnen eisen. En dat ook hoogleraren ervoor kunnen kiezen om zich niets aan te trekken van het studiepuntensysteem.

Riemen: „Vrijheid moet geleefd worden. Democratie is meer dan eens in de vier jaar stemmen. In onze maatschappij zien we teveel fenomenen die lijken op de jaren dertig. Het ressentiment, de onvrede, één groep mensen waartoe alle ellende wordt gereduceerd, Wilders’ oplossing ’we zetten ze allemaal het land uit’. Wat als die demagoog in 2011 tot premier wordt gekozen?

„Ondertussen valt Europa uit elkaar. Niemand leert nog wat het betekent om Europeaan te zijn. Dat Europeaan zijn een cultureel en ethisch besef is, van een kosmopolitische identiteit. Je eigen taal en je eigen traditie zijn geen punt, maar een komma, om je andere talen en andere tradities eigen te maken. Om met mensen een serieus debat te kunnen voeren, een discussie, over de elementaire waarden die wezenlijk horen bij een democratische samenleving.” Klik hier voor het volledige interview

De eeuwige terugkeer van het fascisme
In november 2011 verscheen onder deze titel een pamflet van Rob Riemen (Atlas, 60 pagina’s). Een pamflet dat aansloot bij het Nexus-symposium dat op donderdag 11 november 2010 onder de noemer The return of the ghosts werd gehouden. Opmerkelijk is dat die middag ook de Peruaanse auteur Maria Vargas Llosa aantrad. Het programma was al rond voordat op donderdag 8 oktober 2010 bekend werd gemaakt dat hij de Nobelprijs voor literatuur kreeg.

Dit pamflet heeft veel publiciteit gekregen en vanuit verschillende kanten is er op gereageerd.

Tijdens dit congres werd #56 van Nexus gepresenteerd onder de titel De terugkeer van de spoken

Nummer 55 is in het voorjaar van 2010 uitgebracht onder de titel Hoop en vertroosting. : de muzen spreken  Een titel die wonderwel aansluit bij de reeks Tijd voor een nieuwe lente, waarin het o.a. gaat over het (gebrek aan) vertrouwen, idealisme, hoop en andere zaken waardoor mensen zin hebben of krijgen in de toekomst. In Hoop en vertroosting komen 45 personen aan het woord die verwoorden wat hun hoop en vertroosting geeft of biedt. De ondertitel (De muzen spreken) geeft al aan dat ze allen in hun bijdrage één kunstwerk naar voren halen dat hen (in moeilijke tijden) hoop en/of vertroosting biedt. Het boek van ruim 200 pagina’s bevat bijdragen van o.a. Marlene Dumas, Frank Furedi, Wende Snijders, Ton Koopman, Hans Croiset, H.C. ten Berge, John Gray, Benno Barnard, Marjolijn Februari en Barber van de Pol. Ze noemen werken van schilders (Rembrandt, Inges, Homer, Friedrich), dichters (Seferis, Celan, Dante, Krog), toneelschrijvers (Tsjechov), cineasten (Bergman) maar vooral werk van componisten (Cellosuite van Bach, Goldberg variaties van Bach, Strijkkwintet in C van Schubert, Winterreise van Schubert).

De winnaar is – alhoewel Rob Riemen van dit soort denken niets zal moet hebben – Johann Sebastian Bach. Hij wordt het vaakst genoemd en vooral in het slotartikel (van Barber van de Pol) staat hij (lang) centraal. Verrassend is dat vertaalster (vanuit het Spaans) Barber van de Pol uit de Mattheus Passie niet bijvoorbeeld Erbarme dich naar voren haalt maar de aria Mache dich, mein Herze, rein ( “Bach is een meester in het verklanken van gevoelens die met de dood te maken hebben, Er is iets aan zijn muziek dat je verzoent met alles, en daar hoort de dood bij, wat toch wel een vreemde gedachte is als er een kind uit je schoot naast je zit”)

(Oss, 6 september 2010)

Reacties op het verschijnen van De eeuwige terugkeer van het fascisme
De publicatie van dit pamflet is niet ongezien voorbij gegaan. Integendeel. In kranten, tijdschriften, op radio, tv en internet hebben uiteenlopende personen iets over dit prikkelende boek gezegd. Voor- en tegenstanders. Het gros van de kritiek kwam er op neer dat het not done is om de PVV en Geert Wilders op een lijn te stellen met de fascisten uit de jaren in en rondom WWII. Dat Rob Riemen dat ook niet heeft beweerd is door de meeste lezers (moedwillig?) over het hoofd gezien. In een tijd waarin het moeilijk is aandachtig te lezen, waar de sweeping statements door Jan en alleman worden gebruikt was dat ook wel te verwachten.

Anderzijds heeft Rob Riemen natuurlijk met dit pamflet wél een signaal af willen geven. Een wake up call voor waakzaamheid. Hij heeft kortom kritiek geoogst die hij waarschijnlijk verwachtte. Wellicht gaat hij op zondag 17 april op dit aspect in. In relatie tot zijn lezing: Waarom zijn we vergeten wat belangrijk is in het leven.


In De Groene Amsterdammer werd op 24 februari 2011 teruggekeken op de publicatie van de twee door Riemen geschreven boeken. Hoe ze ontvangen werden en een poging van schrijver Joost de Vries aan te wijzen waar Riemen gelijk heeft en waar (in zijn ogen) minder. In het artikel werd ook Rob Riemen sprekend opgevoerd. Dit artikel verscheen in een nummer die als special werd gebracht. Onder de titel De aanval op de elite werd in verschillende artikelen ingegaan op die elite. Die de laatste jaren vanuit verschillende kanten onder vuur wordt genomen. Klik hier voor het volledige artikel: ‘Ho, ho, meneer Riemen’

Joost de Vries zet Nexus en Rob Riemen als volgt neer:

Er is waarschijnlijk geen Nederlandse intellectueel instituut dat internationaal meer allure heeft, meer prominente sprekers en meer prestige dan Nexus. Maar dat betekent lang niet dat iedereen in Nederland er trots op is.

Wat is precies het gedachtegoed van Nexus?
Het antwoord is waarschijnlijk het best terug te vinden in de twee boeken die Rob Riemen onlangs publiceerde, Adel van de geest (2009) en De eeuwige terugkeer van het fascisme (2010), die elkaar aanvullen als companion readers. Riemen schrijft helder – speels is niet het juiste woord – maar in beide boeken varieert hij in vorm en stijl, waardoor je zelden het idee hebt dat iemand een betoog bij je naar binnen probeert te timmeren. Dat betoog zit er wel degelijk in. In De eeuwige terugkeer van het fascisme associeert hij het fascisme niet zozeer met Freikorpsen en de negatie van de parlementaire democratie, maar met de afkeer van de massamens voor de culturele elite, opgehitst door opportunistische politici. ()

Zo pessimistisch als De eeuwige terugkeer is, zo hoopvol is Adel van de geest, dat leest als een pleidooi voor de (her)schepping van een intellectuele elite, die de klassieke idealen van het Europese humanisme uitstraalt: schoonheid, waarheid, wijsheid.

() Het zijn twee tegentijdse boeken die buiten de actualiteit staan en toch onmiskenbaar over deze tijd gaan. In tegenstelling tot nagenoeg alle andere recente essaybundels haalt Riemen geen nieuwsberichten aan en gebruikt hij geen grappige voorbeeldjes uit speelfilms of comedyseries om zijn punt te illustreren. Zijn referentiekader bevat louter de dichters en denkers van de klassieke oudheid, tot aan de grote romanciers uit de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Waar Nexus geen beginselprogramma heeft, daar zijn deze twee boeken vrijwel één op één te lezen als het geestelijk motto van het instituut: Bildung en humanisme verheffen de mens boven de banale behoeftebevrediging.

() Je kunt speculeren over wat er achter die vijandige reacties zat: misschien was het boek echt zo slecht (maar waarom kreeg het dan zo veel aandacht en verkoopt het zo goed?), misschien speelde er iets anders. De eeuwige terugkeer heeft, in zijn poging buiten de tijd te staan, zeker iets kwetsbaars. Het pamflet is een verzameling van citaten van grote denkers over de oorsprong van het nationalisme en nihilisme in de negentiende eeuw en het daaruit voortvloeiende fascisme in de twintigste; maar over de opkomst van het fascisme bestaat bepaald geen academische consensus, en voor elk citaat van Riemen waarin A wordt gezegd kun je net zo makkelijk een citaat vinden waarin B wordt gezegd.

() Wanneer je met Riemen spreekt valt één ding op: hij is beangstigend oprecht, er is geen ironie, er zijn geen cynische grapjes. Het geeft hem een bepaalde intensheid die je zelden ziet bij een Nederlandse intellectueel. ()

In feite, zegt Riemen, passen de koele ontvangst die Nexus krijgt in de media en de negatieve recensies van zijn boeken precies in zijn stelling over de Nederlandse intellectuele elite. Ik schrijf in mijn fascisme-essay: “We hebben te maken met een ontkenning”, en warempel, wie rennen als eerste naar voren om, en masse, die ontkenning te ontkennen: de intellectuelen. Achtienduizend mensen hebben nu mijn pamflet gekocht, ik heb meer dan duizend e-mails mogen beantwoorden van lezers die zeggen: “Hè, hè, eindelijk iemand die het durft te zeggen.” En hoe reageert de Nederlandse elite? Die zegt: “Ho, ho, meneer Riemen, dat kun je zomaar niet zeggen.” En het enige wat vervolgens in de krantenkolommen gebeurt, is dat er een soort schijn intellectualisme wordt bedreven door de terminologie te analyseren – is het populisme, nieuw-rechts populisme, radicaal-populisme? En de essentie wordt gemist!

Wat ons nu overkomt is onze eigen schuld. We hebben geen denkende elite meer. De laatste decennia mocht niets meer te moeilijk zijn en zijn de intellectuelen het trivialisme gaan verheffen. Alles is postmodern, cultuur relativistisch; niets heeft nog betekenis, alles is even belangrijk of onbelangrijk, “het doet er allemaal niet toe” en ondertussen schrijven we boekjes over Plato en Kant op een manier waarop iedereen het kan lezen. Dat niets moeilijk mag zijn, lijkt democratisch, maar is het niet. Het huidige fascisme heeft alles te maken met deze vorm van trivialisering.

Als zo’n elite zichzelf opheft, creëer je een vacuüm waarin mensen als Wilders omhoog komen. In de jaren negentig dachten we dat bankiers de helden van de samenleving waren, onze kwaliteitsmedia zijn verpopulariseerd. Zij – de intellectuelen, de essayisten en columnisten – snappen heel goede dat deze boeken ook een aanklacht tegen hen zijn. Als ik recensent of columnist was geweest, zou ik me ook tegen dit boek hebben verzet. Want waarom heeft meneer Heumakers geen boek over de PVV geschreven? Waar was meneer Jonathan van het Reve? Waar waren alle intellectuelen de afgelopen jaren toen je al van verre kon zien dat Nederland politieke dwaalwegen inslaat?

()
Over de bezuinigingen op kunst en cultuur: “Er moet geen tweehonderd miljoen af. Dat is een vorm van publieke criminaliteit. Er moet tweehonderd miljoen bij. Er moet vijfhonderd miljoen bij! Waarom zien mensen niet dat de oorsprong van de crisis, het gebrek aan verantwoordelijkheid en moreel besef van bankiers en bestuurders, direct terug te voeren is op het gebrek aan morele opvoeding? We hebben de intellectuele infrastructuur die mensen geestelijk kan opvoeden jarenlang verwaarloosd en dit is het gevolg.”

Carel Peeters en Rob Riemen
Op 11 december 2010 publiceerde Vrij Nederland een ingezonden brief van ene Hans Huijboom. Die reageerde op een eerder verschenen bijdrage van vaste medewerker Carel Peeters. Die in nummer 48 van dat jaar inging op het boek van Rob Riemen. Daarin verweet hij Riemen onzorgvuldig citeren. Alhoewel onbekend vanuit welke hoedanigheid of deskundigheid Hans Huijboom reageerde was onderstaand citaat uit zijn brief maar al te duidelijk. Over Carel Peeters, maar vooral over de intentie die Rob Riemen tentoonspreidde toen hij juist dít boek in dít tijdsgewricht publiccerde:

Een beetje kritische lezer denkt dan: Biskop en Riemen hebben via Ter Braak de spijker op zijn kop geslagen, Peeters zoekt spijkers op laag water. Er zijn op essentiële punten, niet tot in de finesses natuurlijk, overeenkomsten tussen het populisme van 2010 en fascisme en nationaal-socialisme van rond 1930. Ressentimenten tegen de (culturele) elite, anti-intellectualisme, nationalisme, xenofobie en het aanwijzen van een bevolkingsgroep als zondebok, dat wil zeggen als oorzaak van allerlei maatschappelijke problemen. Dat hebben Biskop en Riemen willen zeggen en dat wordt door Peeters niet weerlegd.

Noot: Biskop is een CDA-2e Kamerlid dat in een fractievergadering Rob Riemen citeerde.

(donderdag 17 februari 2011/31 maart 2011)

Persbericht

Waarom zijn we vergeten wat belangrijk is in het leven?

Onder deze titel verzorgt Rob Riemen – van het Nexus Instituut in Tilburg – op uitnodiging van BasisBibliotheek Maasland de zesde en laatste Blikopener Speciaal lezing van het seizoen 2010-2011.
De lezing wordt gehouden in de Groene Engel in Oss op zondagmiddag 17 april, van twee tot vier uur. Aansluitend is er in het café gelegenheid tot napraten.
Kaarten kosten 7 euro voor leden van de bibliotheek en 9 euro voor niet-leden. Ze zijn verkrijgbaar in alle vestigingen van BasisBibliotheek Maasland en bij de Groene Engel in Oss.

Rob Riemen (1962) is essayist en oprichter-directeur van het gerenommeerde Nexus Instituut. In 1991 richtte hij het tijdschrift Nexus op. Sinds 1994 is hij ook organisator van de Nexus lezingen in Tilburg met internationaal vermaarde sprekers.
In 2009 verscheen zijn boek Adel van de geest, in 2010 zijn essay De eeuwige terugkeer van het fascisme.
Naast grote waardering, krijgt hij ook regelmatig de kritiek elitair te zijn en “spoken te zien”. Hoe dat ook zij, hij is in elk geval een man met een missie. Iemand die vecht voor zaken met ‘eeuwigheidswaarde’. Zaken, die uiteraard in elke tijd een eigen vorm en gezicht moeten krijgen, maar die niet verloren mogen gaan.

Rob Riemen en de denkers die hij, als directeur van het Nexus Instituut, naar Nederland haalt, vragen doorlopend aandacht voor zaken die met de geest te maken hebben. Zij spreken zich keer op keer uit over het belang van kunst en cultuur. Zaken die op zich geen beslag leggen op de voorraden van de aarde. Integendeel. Riemen bepleit dat burgers meer tijd en energie steken in de nalatenschap van uiteenlopende kunstenaars. Tijdens zijn lezing zal hij ingaan op het belang van het lezen van boeken van de grote (canon)schrijvers, onderwijs, eruditie, creativiteit en de gave om tevreden te zijn met het geestelijke en minder het fysieke.

De lezing van Rob Riemen maakt deel uit van de lezingenreeks Blikopener Speciaal, georganiseerd door BasisBibliotheek Maasland in samenwerking met Groene Engel en Brabants Dagblad. De cyclus heeft dit seizoen als overkoepelend thema ‘Tijd voor een nieuwe lente’.

(dinsdag 15 maart 2011)


Slotwoorden De eeuwige terugkeer van het fascisme
Op pagina 52-53 komt Rob Riemen tot een afronding. Hij heeft het daar over het ‘vierde rijk’, een tijdperk van de compromissen, het geld en de intellectuele armoede. Een tijdperk waarin de maatschappelijke elites als het ware verraad plegen.

Niemand wordt als een ‘massmens’ geboren. Het tegendeel is waar. Volwassen worden is het je bewust worden van de grote levensvragen, de vragen naar zin en betekenis. Maar te veel mensen, in het bijzonder zij ‘die het niet cadeau krijgen’, zijn in de steek gelaten in hun zoektocht naar een antwoord op deze vragen en hun pogen vrij en verantwoordelijk te leven.

Zij zijn in de steek gelaten door nihilistische intellectuelen die beweren dat het humanisme heeft afgedaan, dat absolute waarheid en geestelijke waarden niet bestaan, dat niets van blijvende waarde is en dat universele, tijdloze waarden geschiedenis zijn. Eigenlijk is alles triviaal, weten deze sofisten – die zelf niet in de gaten hebben dat zij zelf het meest triviaal zijn. Men is ook in de steek gelaten door conservatieve intellectuelen die maar niet kunnen begrijpen dat juist omdat de waarheid absoluut is, we altijd bedacht moeten zijn op de wisselende gedaanten van de waarheid door de veranderingen van de tijd, en dat we, om de waarheid trouw te zijn en in waarheid te kunnen leven, oog moeten hebben voor het nieuwe, voor veranderingen, dat we moeten zoeken naar nieuwe, betekenisvolle vormen, willen we niet vervallen in obscurantisme en zelf versteend en verstokt door het leven gaan.

Mensen worden in de steek gelaten door het onderwijs, dat kunsten en de humaniora, die de mensen geestelijke en morele vorming kunnen bieden waardoor zij van een individu kunnen uitgroeien tot een persoonlijkheid, heeft afgezworen en zich geheel en al schikt naar het dictaat van wat nuttig is voor het bedrijfsleven en de staat.

Mensen worden in de steek gelaten door de zakenelite, in onze kapitalistische democratie de meest invloedrijke macht. Zij heeft de maatschappij vergiftigd met het idee dat veel geld verdienen het allerbelangrijkste in het leven is. Met het verspreiden van het geloof in ‘marktwaarde’ als de absolute maat voor wat wel of niet belangrijk is, is juist deze elite verantwoordelijk voor het ondermijnen van zoveel dat een immateriéle waarde vertegenwoordigt – en dus geen geld oplevert, maar om het te behouden juist geld kost (de kunsten, ons erfgoed, de zorg voor de kwetsbare medemens).

Mensen worden in de steek gelaten door zowel een linkse als een rechtse politieke elite die beginselen, visies en idealen heeft ingeruimd voor de valse munt van kiezersgunst en meedrijven met de tijdgeest. Wat deze door eigenbelang en fantasieloos pragmatisme gedreven lieden beiden, is populisme. Maar populistische politiek is altijd bedrog, omdat het niets anders is dan het vertolken van de bestaande angsten en begeerten van de massamaatschappij en haar kitschcultuur. Daarom zal zij nooit iets oplossen, het zal de crisis in al zijn dimensies op de lange termijn alleen maar versterken.

Meer weten?
Klik hier voor een gesprek van Wim Brands met Rob Riemen over Hoop en vertroosting  (VPRO vrijdag 24 september 2010
Brands met Boeken op Radio 1 – podcast 52 minuten)
Website Nexus-instituut
Website Rob Riemen
Rob Riemen in debat met Job Cohen (Buitenhof 29 mei 2010)

(Oss, 6 september 2010)

Homepage Tijd voor een nieuwe lente

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder