In augustus 2010 plaatste het Amerikaanse weekblad Time schrijver Jonathan Franzen op de cover.

Het komt niet vaak voor dat een schrijver daarop verschijnt. Voorgangers waren o.a. J.D. Sallinger (in 2010 overleden), Vladimir Nabokov, James Joyce en John Updike.
De aanleiding was de verschijning van zijn boek Freedom (Vrijheid), dat wereldwijd door uiteenlopende recensenten is uitgeroepen tot hét boek van 2010.
In het najaar sprak Jonathan Franzen in Amsterdam met veel journalisten. Humo wachtte tot het Kerstnummer om daarvan verslag te doen. Uit dat interview enkele citaten die (onbedoeld) zouden kunnen fungeren als een soort kerstgedachte voor iedereen die het lezen is toegedaan en zich zorgen maakt over de hectiek van onze samenleving.
Vraag: Die hang naar een isolement, naar stilte, is dat iets persoonlijks of ziet u er een maatschappelijke trend in? In de bloemlezing ‘The future dictionary of America’ kondigde u jaren geleden de verspreiding van stilteclubs aan, waar muziek en gsm verboden zijn. Tegen 2018 konden hush clubs gevonden worden in elke Amerikaanse stad, meer dan driehonderd alleen al in New York.
De laatste vijftien jaar zijn we zo overstelpt met allerlei nieuwe technologieën dat het verleidelijk is te denken dat de mens uit de oude wereld valt, zoals je van een klif valt, en dat hij, als hij daar beneden te pletter is geslagen, er compleet anders uitziet. Maar de mens kan tegen een stoot: mensen blijven mensen, ongeacht de technologische vooruitgang.
Zoals wel vaker in de geschiedenis zal er een reactie op gang komen. Heel de technologische revolutie voelt niet langer aan als de radicaal bevredigende omwenteling die ons beloofd was, maar als een onplezierige, onbevredigende dwang en afleiding. Een deel van de bevolking is het vandaag al zat en roept: ‘Genoeg’. En als wij er intussen in slagen genoeg talenten aan te trekken die romans blijven schrijven, zal er zeker een publiek zijn voor een ander soort ervaring – ‘het rustige alternatief’ noem ik het graag.
Vraag: Vroeger had je tal van stilteclubs: boekhandels en bibliotheken. Dat zijn vandaag multimediapaleizen. Ik zag net dat de openbare bibliotheek van deze stad, Amsterdam, in een apart hoekje een stiltekamer heeft ingericht.
Het doet me zeer aan de ogen te zien dat de boeken uit de rekken verdwijnen, dat bibliotheken grote elektronische terminals worden. En over de e-books maak ik me ook zorgen. De meeste serieuze lezers die ik ken lezen boeken, geen e-boeken. Op zo’n leesschermpje kan je álles laten verschijnen, en zo stel je alles gelijk. Het lijkt wel de apotheose van het postmodernisme. Maar als alles gelijk is, is er niks dat er nog echt toe doet.
Ik heb in de jaren tachtig en negentig boekhandels echt zien opkomen als een sociaal fenomeen: het waren plekken waar je intense ontmoetingen had, privé of openbaar. Als dat soort boekhandels nu ook meer en meer verdwijnt – zoals er in de afgelopen jaren al zoveel openbare ruimten verloren zijn geraakt – is dat een geweldig verlies.
Over Vrijheid
Wat de consumentenindustrie vandaag het liefst heeft, is dat we allemaal van die eeuwige adolescenten zijn, een toestand die ze al graag zien aanvangen als we tien zijn of nog jonger – en vervolgens graag zien voortduren tot we klaar zijn voor het oudjesgesticht. ()
Ja, het bestaat nog wel, jongens die op hun achttiende gaan werken, aan een gezin beginnen. Maar wat je vooral ziet is een groeiende amorfe massa van het soort mannen waar geen leeftijd op te plakken valt: ze gedragen zich allemaal of ze zeventien zijn, terwijl ze er allemaal drieëndertig uitzien. Ze bewegen zich in horden, en ze gaan elk engagement op lange termijn uit de weg. Heel vreemd allemaal. ()
Ik blijf een fan van Obama! Hij heeft alleen het ongeluk, geloof ik, dat hij de enige volwassene is in Washington. Hij probeert dingen gedaan te krijgen in een land dat zo goed als onbestuurbaar is geworden. Zelfs een messias zou vandaag geen oplossingen kunnen aanreiken. De meerderheid van de Amerikanen is zo woedend dat ze alles van de hand wijzen, het ontsnapt aan elke redelijkheid. Dat vind ik bepaald beangstigend. Ik wou dat het anders was, maar mijn land wordt niet in schoonheid oud … ()
Wat je vandaag onder vrijheid begrijpt is in feite obstructie voor echte vrijheid. Want echte vrijheid houdt in dat je in een land woont waar je je van primaire materiële zorgen bevrijd weet. ()
De groei zal ons doden zoals een kanker dat doet. Door de draagkracht van de aarde te overschrijden stevenen we af op een wereldbrand. () Dat is nog een zorg die ik met Walter (uit Freedom/Vrijheid) deel: hoeveel er van de aarde verwoest zal zijn voordat alles in elkaar klapt. Stel dat er maar twee mogelijkheden zijn: of we gebruiken eerst alles op, roeien alle andere soorten uit vooraleer we vervolgens zélf uitsterven (grinnikt); of we beleven meteen een catastrofe, waarbij een paar bolwerken van de natuur toch overeind blijven. In dat geval kies ik net als Walter voor het laatste. Het is een aardig idee dat herstel dan nog mogelijk is.
Jonathan Franzen in de Humo van 21 december 2010 (interview: Mark Schaevers).
Hieronder enkele covers van zijn boeken
![]() |
De correcties (2001) |
![]() |
Vrijheid (2010) |
![]() |
De onbehaaglijkheidsfactor (2006) |
(zaterdag 25 december 2010)