In april 2011 verscheen de Nederlandse vertaling van How to run the world van Parag Khanna onder de titel De wereld draaiend houden : nieuwe diplomatie voor instabiele tijden. Een warm pleidooi voor het edele ambacht van de diplomatie, die door de eeuwen heen op cruciale momenten (mede) gezorgd heeft voor vrede en stabiliteit. Uit dit boek (Contact 326 pagina’s) de slotwoorden.

Onderlinge afhankelijkheid speelt tegenwoordig een belangrijke rol, maar het is een waarneming en geen strategie. De strategie die naties, economieën en gemeenschappen ongeacht hun afhankelijkheid van de rest van de wereld moeten volgen, is voortdurende veerkracht in plaats van dogmatisch bestuur. Een wereld die zo snel verandert als de onze moet in real time worden bestuurd, waarbij ook op de toekomst moet worden ingespeeld. Die wereld moet niet uit stramme staten bestaan, maar uit netwerken van veerkrachtige systemen. Bij veerkracht gaat het erom dat diverse benaderingen mogelijk zijn en dat er geen afhankelijkheid van één oplossing bestaat, dat instituties zo flexibel zijn om te veranderen als de omstandigheden daar om vragen en dat er sprake is van transparante samenwerking om vertrouwen te kweken en de maximale middelen los te maken. Veerkracht betekent dat Afrikanen voortaan niet meer op de Verenigde Naties hoeven te wachten voor goedkeuring om militair te kunnen ingrijpen, of de Wereldbank voor leningen, dat Europeanen en Australiërs niet op de Verenigde Staten hoeven te wachten met het tekenen van klimaatverdragen waarbij de zakelijke mogelijkheden van het broeikaseffect kunnen worden benut en dat opkomende markten niet op vergaderingen van de G20 hoeven te wachten alvorens ze hun stimuleringspakketten vrijgeven of obligaties in plaatselijke munteenheden lanceren. Veerkracht is datgene waarop het plaatselijke zich wereldwijd staande houdt.
We hebben harder systemen nodig om risico’s te beheren dan dat we sterke wereldwijde instituties nodig zullen hebben – of ooit zullen hebben. We moeten streven naar een autopoietische wereld, ofwel een zelfregulerende, herscheppende wereld. We moeten alert zijn en onderkennen dat besmettingen zich in een netwerk razendsnel kunnen verspreiden, en daarom hebben we een sjabloon nodig waarin immuniteit na een mislukking is ingebouwd en dat na iedere gereproduceerde cyclus bijleert. Zie het als een wereld vol Wiki’s waar iedereen vrijelijk toegang toe heeft, en waarin er alternatieve wegen zijn als er een schakel breekt. Als je in een spinnenweb prikt, gaat het niet meteen kapot.
Een hybride, diffuser publiek-private wereld is niet foutloos en beslist een stuk ingewikkelder dan onze huidige wereldorde, maar het is wel een stap vooruit in plaats van terug. Als de verschillende groepen die de aarde samen bewonen kunnen ervaren dat ze rechtstreeks dan wel indirect een stem in de wereldpolitiek hebben, zal de volgende fase in de diplomatie beter dan de vorige zijn. Er wordt wel gezegd dat de pessimist in elke mogelijkheid moeilijkheden ziet en dat de optimist in elke moeilijkheid mogelijkheden ziet. Winston Churchill was een pragmaticus: ‘Ik ben een optimist, want het heeft weinig zin iets anders te zijn.’ (pagina 288-289)
(woensdag 18 mei 2011)