Op zaterdag 18 juni 2011 publiceerde NRC Handelsblad een lang interview met de Belgische antropoloog Paul Jorion over de Europese schuldencrisis en de onzekerheid in onze huidige samenleving. Een zwartgallig verhaal met maar één moraal: we zijn allen ‘schuldig’ en we zullen allemaal moeten veranderen om de scheefgegroeide zaken enigszins terug te buigen naar ‘normaal’.
Paul Jorion houdt een weblog bij (in het Frans en het Engels)
Het artikel begint als volgt
“In ons kapitalistisch systeem zit een weeffout: alle rijkdom komt in handen van een relatief klein groepje mensen terecht. Dit groepje, dat steeds meer land, bedrijven en grondstoffen bezit, is erbij gebaat dat de anderen consumeren. In plaats van die anderen meer salaris te geven om die consumptie te betalen, lenen zij hen geld uit – tegen rente. Zo vergroten zij hun eigen rijkdom, terwijl de rest meer schulden opbouwt. Dit systeem explodeert nu.”
Paul Jorion is een Belgische antropoloog die jaren in de Amerikaanse financiële sector heeft gewerkt. Volgens hem is de Europese schuldencrisis een teken van dat het kapitalisme op zijn laatste benen loopt. In zijn laatste boek Le Capitalisme à l’Agonie (‘Doodstrijd van het Kapitalisme’) – er zijn in Frankrijk sinds eind maart zesduizend exemplaren van verkocht – legt hij uit waarom Marx’ voorspelling nu uitkomt. En waarom dat in zijn ogen onontkoombaar is.
De meeste mensen blijven met schulden zitten
() Maar de handelaars maken echt sociale promotie: vroeger waren zij intermediairs tussen geldschieters en consumenten, nu verdienen ze krankzinnig veel met gokken op beurskoersen en dergelijke; zij belanden in het kamp van de geldschieters. Maar de meeste mensen blijven met schulden zitten. Iedereen is de ander geld schuldig; iedereen is kwetsbaar. Daarom draait het systeem zich uiteindelijk vast.
Vraag: Proberen handelaren en geldschieters er zoveel mogelijk uit te halen?
“Ja, dit is een soort oorlog. Financieel en sociaal. Vroeger bereikte je sociale en maatschappelijke omwentelingen met geweld. De ene klasse werd afgezet, de andere greep de macht en het bezit. De laatste decennia gebeurde in onze wereld exact hetzelfde. Maar geld heeft de plaats van geweld in onze maatschappij ingenomen. Vreemd genoeg gebeurde dit op de ruïnes van een maatschappij die verwoest werd door excessief geweld, na de Tweede Wereldoorlog. Weinigen zien de parallel, maar de strijd is natuurlijk dezelfde; je verovert de wereld, maar nu ‘pacifistisch’, met geld. De heersende klasse van nu is een andere dan die van dertig jaar geleden: de nieuwe aristocratie, dat zijn de financiers van de wereld over jetten, met merken pronken, in gated communities wonen.’
() Vroeger werd geld gestoken in grote projecten als het Suezkanaal, of goudmijnen in Afrika, waar overheden de middelen niet voor hadden. Deze projecten zijn er nauwelijks meer. De ruimte is ‘op’.
Nu wordt geld gebruikt om bubbles te creëren. Zo verdien je er méér mee. Als de bubble er is, moet het geld naar een andere plek waar nog geen bubble is. Kijk naar de Amerikaanse huizenmarkt waarin iedere idioot een hypotheek kon krijgen en de risico’s werden uitgesmeerd: op zeker moment is de boel verzadigd. Er groeit nu een bubble op de Amerikaanse pensioenmarkt.
() Vraag: Waarom lenen mensen geld? Dat doen ze toch liever niet?
“Omdat ze anders niet in hun onderhoud kunnen voorzien. Van hun salaris kunnen velen geen goede huisvesting betalen, laat staan levensmiddelen, tv’s of smartphones die ‘iedereen’ moet hebben. Honderdvijftig jaar geleden al werden debatten gevoerd over de vraag hoe hoog salarissen moesten zijn. Alleen voor de rauwe basisbehoeftes? Of ook om extra’s te betalen? Wat het nu is geworden, is net te weinig salaris. Vandaar dat de mensen moeten lenen. Je kunt zeggen: ze hebben geen smartphone nodig. Maar de dwang van de commercie is zo groot dat je in de maatschappij niet ver komt zónder zo’n ding.”
Vraag: Moet de staat ingrijpen?
“Ja. Maar de staat liberaliseert alleen maar. Ook in Europa, waar sociale zorg beter is dan in Amerika. Omdat regeringen van hun schuld af willen, bezuinigen ze op sociale en op openbare voorzieningen.
() Je hoeft geen marxist te zijn om dit probleem te zien. Hier wordt al heel lang over nagedacht: hoe je het systeem zo vormgeeft dat die ingebouwde ongelijkheid niet alsmaar erger wordt. Logische oplossing: je compenseert de verliezers door wat meer salaris te betalen. Zo kunnen ze spullen en diensten consumeren van producenten, waar de geldschieter geld in gestoken heeft. Dan is de hele keten tevreden. Maar wat heeft men gedaan? In plaats van gewone mensen meer salaris te geven, ging men goedkoop consumentenkrediet verstrekken. Dat is het probleem in de kern. Hoe meer geld de financiers verdienen, hoe groter de schuldenberg van anderen. De schuldencrisis toont dat aan. Eerst zat de schuld bij consumenten. Toen die niet meer konden afbetalen. kwam het bij de banken. Toen die omvielen, namen overheden de schuld over. Nu moeten die er vanaf, en wentelen ze het af op de belastingbetalers. Er komt geen eind aan.”
Tot zover dit artikel. Waarin eigenlijk één groot piramidespel wordt beschreven. Een artikel dat nadrukkelijk ook verwijst naar het jaarthema van 2011-2012: Who’s in control? De consument, burger, regering, parlement, geldschieter…?
(zondag 19 juni 2011)