Op woensdag 17 september 2014 werd in de Rode Hoed in Amsterdam de Grote Utopie Show georganiseerd. Centraal stond het nieuwe boek van historicus, publicist Rutger Bregman: Gratis geld voor iedereen en nog vijf andere grote ideeën die de wereld kunnen veranderen. Op deze avond vol “utopische dromen en radicale vergezichten” spraken naast Bregman Willem Schinkel (socioloog en auteur van o.a. De nieuwe democratie), Daan Roosegaarde (kunstenaar), Rob Wijnberg (filosoof en hoofdredacteur van De Correspondent ) en Femke Groothuis (‘wavemaker’, The Ex’tax project). Klik hier voor een terugblik op de Grote Utopie Show (“Hoe de revolutionaire hippies van toen de systeembevestigende managers van nu zijn geworden”) (waarin socioloog Willem Schinkel aan het woord wordt gelaten).

Veel media-aandacht
De komende weken en maanden zal dit boek ongetwijfeld veel aandacht trekken. Waarom? Deze jongeman (1988) voelt perfect de tijdgeest aan en beschrijft wat velen aanvoelen maar niet onder woorden kunnen brengen. In onze technocratische samenleving, vol met crises (meervoud) snakken veel mensen naar ‘een verhaal’. Een verhaal dat door de huidige politici amper wordt verteld. Té druk bezig de problemen van de 21e eeuw met een denkkader en instrumentarium van de vorige eeuw proberen op te lossen. Politici die amper een benul hebben van de uitdagingen die op ons liggen te wachten. Althans niet de indruk wekken dáár mee bezig te zijn. Dan komt er een jongeman voorbij die zich a) écht heeft ingelezen over de meest uiteenlopende aspecten van onze complexe wereld, dat b) vervolgens goed kan opschrijven (in zijn eigen woorden ‘navertellen’) en die tot slot c) een perspectief op de iets verdere toekomst biedt. Geeft zomaar een flink aantal ideeën waarover door de meeste politici niet wordt gepraat. Je kunt hem als een soort opgewekte aanzegger zien. Iemand die komt vertellen dat binnen enkele jaren deze onderwerpen op de maatschappelijke agenda zullen (moeten) komen. U wilt het misschien niet, maar ik zeg u aan dat we links- of rechtsom daarover te spreken zullen komen.
Een aangename herlezing
Het nieuwe (derde) boek van Rutger Bregman bevat voor degenen die lid zijn van De Correspondent – of via een omweg (niet betaald) zijn artikelen lazen – weinig nieuws. Zoals hij zelf in het voorjaar van 2014 aangaf ging hij een deel van zijn op dit ‘blog’ gepubliceerde artikelen omwerken tot een nieuw boek. Die ‘oude’ artikelen zitten ongetwijfeld in dit boek. Alleen heeft hij veel herschreven, in een andere volgorde, fragmenten herschreven, zijn woorden aangescherpt. Soms afgezwakt. Tijdens optredens in den lande begon hij zijn praatje vaak met de zin dat zijn studie (geschiedenis) hem had geleerd dat “Vroeger een bak ellende was”. Het boek begint nu met de volgende zinnen:
Laat ik beginnen met de belangrijkste les van de geschiedenis.
Vroeger was alles slechter.
Een stuk korter. Dat wel, maar anders.

Het grote gebaar
Rutger Bregman verstond en verstaat de kunst van het grote gebaar. Is iemand die heel veel informatie tot zich kan nemen en er vervolgens een groot verhaal van weet te maken. Waarin alle legpuzzelstukjes hun plek vinden. Niet uniek, er zijn andere schrijvers die dat ook kunnen, maar wel uniek voor iemand die pas 26 jaar oud is. Rutger kan goed schrijven. Heeft een soepele pen. Gebruikt geen moeilijke woorden, noch verhullende technocratentaal. Lepelt doorlopend voorbeelden uit de wereld op, verwijst naar zaken uit het verleden, rapporten en onderzoeken naar dit of dat. Een kleine 200 pagina’s. En – natuurlijk – ruim veertig pagina’s noten. Verwijzingen naar talloze artikelen, onderzoeken, filmpjes, boeken. En bij veel noten voegt hij relevante opmerkingen toe. Iedereen die dit boek én zijn tweede (De geschiedenis van de vooruitgang) leest, krijgt een goed beeld van de samenleving waarin we ‘terecht’ zijn gekomen, welke uitdagingen op ons liggen te wachten en hoe we er wellicht mee om zouden kunnen gaan.
Citaat 1 – Wat heeft betekenis, is waardevol?
Het is een hardnekkige illusie. Wie geobsedeerd is door efficiëntie en productiviteit, zal het altijd moeilijk vinden om onderwijs en zorg op waarde te schatten. Veel politici, en belastingbetalers, zien daarin slechts kostenposten. Ze realiseren zich niet dat een rijk land per definitie steeds méér zou moeten besteden aan dokters, onderwijzers, politieagenten en schoonmakers. Ze beschouwen die stijging niet als een zegen, maar als een ziekte.
Toch kunnen we er, in de race met de machine, op rekenen dat zorg en onderwijs nog duurder worden, tenzij we onze scholen en ziekenhuizen ook als fabrieken willen runnen. Producten als koelkasten en auto’s worden daarentegen juist te goedkoop. Denk aan de les van Arthur Pigou: wie alleen naar de prijs van een product kijkt, rekent lang niet alle kosten mee. Zo schat een Britse denktank dat een reclameman zeven pond aan waarde vernietigt (in termen van stress, overconsumptie, vervuiling en schulden) voor iedere pond die hij verdient. Voor hetzelfde geld creëert een vuilnisman twaalf pond aan waarde (in termen van gezondheid en duurzaamheid). (pagina 168) (uit hoofdstuk 8. Nieuwe cijfers voor een nieuwe tijd)

Citaat 2 – Overtuigingen inleveren
‘Een man met een overtuiging is moeilijk op andere gedachten te brengen,’ zo begon Leon Festinger zijn verslag When Prophecy Fails, dat in 1956 verscheen. Het wordt nog altijd als een van de belangrijkste werken in de sociale psychologie beschouwd. ‘Vertel de man dat je het niet met hem eens bent en hij draait zich om’, schreef de jonge psycholoog. ‘Confronteer hem met de feiten en cijfers en hij stelt vraagtekens bij je bronnen. Appelleer aan de logica en hij begrijpt niet waar je het over hebt.’
Het is makkelijk om te grinniken om het verhaal van mevrouw Martin. Maar wat Festinger hier beschrijft, daar lijden we allemaal aan. ‘Cognitieve dissonantie‘, noemde hij het. Als de werkelijkheid botst met onze diepste overtuigingen, dan morrelen we liever aan de werkelijkheid dan aan ons wereldbeeld. Sterker nog, dan klampen we ons nóg steviger vast aan de overtuigingen die we al hadden.
Let wel: het gaat hier niet om praktische ideeën (hoe krijg ik een vlek uit mijn broek? wat is de beste manier om een komkommer te snijden?). In zulke gevallen willen we best de mening van een ander overnemen. We worden pas halsstarrig als het om onze politieke, ideologische of religieuze overtuigingen gaat. Denk aan onze opvattingen over het straffen van misdadigers, seks voor het huwelijk, de opwarming van de aarde enzovoorts. Dit zijn ideeën die mensen niet zomaar kunnen opgeven. Ze hebben er meestal te veel in geïnvesteerd. Er afscheid van nemen kan hun identiteit en positie in een sociale groep als kerk, vereniging of familie aantasten. Als het om dergelijke ideeën gaat, staat er veel meer op het spel dan de ideeën alleen.
Eén ding is het in ieder geval zeker niet: domheid. (pagina 197-198) (uit hoofdstuk 10. Hoe ideeën de wereld veranderen)
Citaat 3 – Maar de vraag is …
We leven in een wereld van managers en technocraten. Zij bepalen de grenzen van het politiek haalbare. ‘Laten we gewoon de problemen oplossen’, klink het dan. ‘Tijd om het huishoudboekje van de overheid op orde te brengen.’ Politieke keuzes worden voortdurend als noodzaak gepresenteerd. Als iets neutraals, iets objectiefs ook – zo moet het, we kunnen niet anders. Keynes merkte het jaren geleden al op: ‘Praktische mannen, die denken dat ze immuun zijn voor welke intellectuele invloed dan ook, zijn meestal de slaaf van een of andere dode econoom.’
Toen op 15 september 2008 Lehman Brothers viel en de grootste crisis sinds de jaren dertig begon, waren er geen echte alternatieven voorhanden. Het voorwerk was niet verricht. Intellectuelen, journalisten en politici hadden jarenlang betoogd dat we aan het einde van de ‘grote verhalen’ waren gekomen. Dat de ‘ideologische veren’ waren afgeschud.
In de afgelopen jaren hebben we ons nog wel druk gemaakt over de vrijheid van meningsuiting. Politici en opiniemakers buitelden over elkaar heen in een discussie over de grenzen van het vrije woord.
Maar de vraag is: wat hebben we aan vrijheid van meningsuiting als we niets nieuws te verkondigen hebben? Wat hebben we aan de vrijheid van vereniging als we ons nergens bij aan willen sluiten? Wat hebben we aan de vrijheid van godsdienst als we nergens in geloven? (pagina 206-207)
Opmerking: Rutger Bregman citeert aan het eind van zijn derde boek zichzelf. De drie vragen komen uit zijn De geschiedenis van de vooruitgang, pagina 358). In dat boek volgen achter die drie zinnen de woorden:
Onze vrijheden schreeuwen om een doel, onze rijkdom schreeuwt om zingeving.
Lezing Rutger Bregman
Op maandag 27 oktober 2014 spreekt Rutger Bregman op verzoek van de bibliotheken in Noord Oost Brabant in theater De Lievekamp in Oss. Klik hier om (gratis) kaartjes te kopen. Klik hier voor een filmpje dat gemaakt werd van een eerder bezoek van Rutger aan Oss. Toen hij op 17 maart 2013 over zijn tweede boek sprak in het kader van het jaarthema Echte waarde(n).
Meer lezen?
Zoals hierboven al werd aangegeven heeft Bregman heel veel teksten tot zich genomen. Onderstaande boeken zijn opgenomen in de collectie van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken.
# – De wankele democratie : heeft de democratie haar beste tijd gehad? (2014)
Daron Acemoglu & James Robinson. Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm (2012)
Ha-Joon Chang. Economie : de gebruiksaanwijzing (2014)
Alain de Botton. Religie voor atheïsten : een heidense gebruikersgids (2011)
Francis Fukuyama. Het eind van de geschiedenis en de laatste mens (1992)
Richard Layard. Waarom zijn we niet gelukkig? (2005)
Ian Morris. De val van het Westen : hoe lang houdt de Westerse dominantie nog stand? (2010)
Dambisa Moyo. Doodlopende hulp : waarom ontwikkelingshulp niet werkt, en wat er wel moet gebeuren (2009/2012)
Sendhill Mullainathan & Eldir Shafir. Schaarste : hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen (2013)
Thomas Piketty. Kapitaal in de 21e eeuw (2014)
Herman Pleij. Dromen van Cocagne : Middeleeuwse fantasieen over het volmaakte leven (1997)
Maarten van Rossem. Drie oorlogen (2007)
Drie boeken worden niet expliciet in de literatuurlijst genoemd, maar hebben wel met het betoog van Bregman te maken
Willem Schinkel. De nieuwe democratie : naar andere vormen van democratie (2012)
Robert & Edward Skidelsky. Hoeveel is genoeg? : geld en het verlangen naar een goed leven (2013)
David Van Reybrouck. Tegen verkiezingen (2013)
Citaat 168 (zaterdag 20 september 2014)
Homepage Citaten 2014