Op donderdag 29 januari 2015 plaatste het Brabants Dagblad op haar opiniepagina een bijdrage van Herbert ter Beek (van het Bureau voor Economische Argumentatie) en Cees-Jan Pen (verbonden aan Platform 31, kennis van stad en regio) over onze binnensteden. Waarmee het – zoals bekend – niet zo goed (meer) gaat. Publiek dat wegblijft, winkels die leeg staan, overal dezelfde ketens.

U kent het verhaal wel. Beide heren doen behartenswaardige aanbevelingen die er kort en bondig op neer komen dat ze bestuurders en bedrijven oproepen te investeren. En andere maatregelen nemen die zorgen voor reuring. Zorg dat burgers (en niet alleen consumenten) andere redenen krijgen om weer naar die binnenstad te gaan. De huidige weg is doodlopend. Probeer iets anders. Enkele citaten uit dit opiniestuk dat juist ook in Noord Oost Brabant veel bestuurders zou moeten aanspreken.
Naast de opkomst van het shoppen op internet is dit te wijten aan te weinig kwaliteit, beleving en verrassing in het aanbod. Daar komen achterstallig onderhoud en uitblijvende investeringen in vernieuwing nog bij. Gemeenten ontwijken echte keuzes.
() De harde werkelijkheid is dat de hoofdwinkelstraten van bijvoorbeeld Alkmaar, Amersfoort of Arnhem nauwelijks van elkaar verschillen.
() Wat nodig is, is een omslag naar uitnodigingsplanologie, waar de private sector binnen ruime kaders grote mogelijkheden krijgt om functies te combineren. Niet voorschrijven wat niet mag, maar ruimte bieden aan creativiteit en ondernemerschap, ook buiten de centrale winkelstraten.
Gemeenten moeten hun binnensteden verder ondersteunen door er publieke en semipublieke functies als horeca, cultuur en onderwijs te concentreren. Hierdoor onstaat meer reuring; de markt zal dit oppakken. De binnenstad van ‘place to buy’ naar ‘place to be’ en ‘place to meet’. Steden benutten de economische potentie van onderwijs en cultuur veel te weinig.

Money driven
Het verhaal van Ter Beek en Pen is ingegeven door de notie dat de binnenstad uiteindelijk draait om geld verdienen. En als mensen wegblijven dan zet een spiraal naar beneden in. Die economisch vervelend is voor winkeliers en verhuurders van panden. Ze geven wel aan dat we de binnenstad niet alleen zou moeten zien als een ‘place to buy’. De binnenstad zou ook een place moeten zijn om (gewoon) ‘te zijn’ (te verblijven); een plek om anderen te ontmoeten.
Een heel ander verhaal (over hetzelfde)
Toevallig werd op 26 januari 2015 door de School of Life een nieuw filmpje op het net geplaatst: How to make an attractive city. De School of Life is zoals bekend een initiatief van filosoof Alain de Botton. Een instantie die in Londen (en inmiddels in steden als Amsterdam, Parijs of Istanbul) burgers probeert ‘bij te praten’ over onderwerpen waar we in de eenentwintigste eeuw tegen aan lopen. Waarover we geïnformeerd moeten worden om een (goed) standpunt te kunnen innemen. Ze organiseren uiteenlopende activiteiten (lezingen, workshops, escursies, tentoonstellingen, preken). En regelmatig maken ze korte of iets langere filmpjes. Niet toevallig zit de School of Life op locaties in (grote) steden waar het goed toeven is.

Verplichte kost voor bestuurders
In dit filmpje wordt stelling genomen. Gekozen voor kwaliteit in onze gebouwde omgeving. Gekozen voor de menselijke maat. Tegen megalomane gebouwen. Wordt uitgelegd dat mensen zich thuis voelen in steden waar een goede mix is gevonden tussen chaos en regelmaat. Waar pleinen zijn met een menselijke maat. Binnensteden die overzichtelijk zijn, maar waar ook nog plekken zijn waar je kunt verdwalen. Steden waarin gebouwen staan die bij de regio horen. Een binnenstad waar burgers trots op zijn.
Het filmpje is een lange aanklacht tegen bouwers en bestuurders die – met de beste bedoelingen, maar wel met hun oog te veel gericht op de portemonnee – verantwoordelijk zijn voor veel zielloze, niet mooie binnensteden. Nadrukkelijk hebben ze het over ‘beauty’. Schoonheid. Verklaren ze waarom zo veel mensen graag vertoeven in steden als Amsterdam, Parijs, Berlijn of Londen.
Een vervelend filmpje voor alle lokale bestuurders die opgescheept zitten met de erfenis van hun voorgangers. Zielloze binnensteden die nu (door het samenvallen van de internet-revolutie én financiële crisis) hoognodig gerevitaliseerd moeten worden. Gebouwen neerzetten is iets van de langere adem. Op korte termijn zou wel iets gedaan kunnen worden aan het vermenselijken van de binnenstad. Stimuleer dat er in die winkelstraten meer te doen is dan winkelen. Breng (ook in de woorden van ter Beek en Pen) cultuur en onderwijs in de brede zin terug naar de binnenstad. In het filmpje ‘How to make an attractive city’ worden zes aanbevelingen gedaan. Nummer twee (‘Visible life’) heeft daar mee te maken.

Doe iets!
Een bibliotheek – ook die in Oss – kan daar haar steentje aan bijdragen. Tover een leegstand winkelpand om tot FabLab. Laat muziekdocenten in andere leegstaande panden weer gratis muziekles geven. Verbouw andere panden tot ateliers. Zet een breed scala aan adviesdiensten in die binnenstad neer. Stop met een duur onderwijscomplex aan de rand van de stad en haal leerlingen en docenten weer terug naar de binnenstad. Breek iets later de lelijkste (!) panden af en ga voor enkele nieuwe, markante gebouwen. Die níet lijken op andere panden in Nederland of daarbuiten. Stimuleer dat zzp’ers gaan weken vanuit die binnenstad. Haal zorg terug naar binnen. Er is veel mogelijk. het begint met willen. En inzien dat de naam winkelcentrum gewoonweg niet klopt.
How to make an attractive city – 6 fundamental things a city needs to get right (14:20) (20.445 views op 31-1-15)
https://www.youtube-nocookie.com/embed/Hy4QjmKzF1c
Citaat 220 (zaterdag 31 januari 2015)
Homepage Citaten 2015