Categorieën
Citaten Filosofie Onderwijs

Wij ontberen een informatiefilter. Dat filter heeft een naam: wijsheid.

Kees Boele, bestuursvoorzitter van ‘de HAN’ noemt zijn naam niet. Maar had dat in zijn onlangs verschenen Onderwijsheid : terug naar waar het echt om gaat best mogen doen. Hij citeert immers veel auteurs, verwijst naar bekende en minder bekende voorganger-opvoeders en is niet vies van een woordspeling. Maar hij noemt Kees Boeke (met een K) niet. Zou een mooi eerbetoon zijn geweest. Bijna vijftig jaar na de dood van deze belangrijke pedagoog, oprichter van de Werkplaats Kindergemeenschap.

Kees Boele van de HAN
Kees Boele is momenteel bestuursvoorzitter van ‘de HAN’ (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen). Is gepromoveerd in de economie en theologie en werkt sinds 1988 in het hoger onderwijs. Hij heeft – denk ik – een boek geschreven dat in onderwijsland door veel docenten zal worden gelezen en toegejuicht. Leerkrachten die als geen ander zijn ondertitel begrijpen en zullen onderschrijven. Eindelijk een directeur die hét begrijpt. Waar het in het onderwijs om zou moeten gaan, ‘terug naar waar het echt om gaat’. Een man die duidelijk maakt dat we als samenleving weg moeten van een systeem dat gebaseerd is op georganiseerd wantrouwen richting de uitvoerders. In het onderwijs, maar voor wie wil kan zelf de paralellen naar andere organisaties (sorry: instituties) doortrekken.

Onderwijs zou mensen wijzer moeten maken
Kees Boele heeft een rijk boek geschreven. Waarin hij verwijst naar tientallen personen die zich ook uitgesproken hebben over waar het in het onderwijs over zou moeten gaan. Zijn centrale stelling zit (uiteraard) opgesloten in de titel: onderwijs moet mensen wijzer maken. En docenten zouden daar vooral mee bezig moeten zijn. En minder met al het opgeklopte gedoe er om heen. Dat kan – nog een centrale stelling in zijn boek – als er leidinggevenden op en in een school rondlopen die vooral bezig zijn om docenten te laten doen waarvoor zij op aarde zijn: jonge mensen wijzer laten worden. Hij gunt alle leerlingen dat zij ‘onder wijzen’ zijn. Kees Boele ziet zichzelf als directeur van een grote school vooral als iemand die zo min mogelijk in de weg loopt. Zijn belangrijkste taak is om een klimaat te creëren waarin docenten én studenten ‘lekker’ bezig kunnen zijn. De noodzakelijke bureaucratische  humbug (mijn woorden) zo klein mogelijk probeert te houden en sta-in-de-weggers zo ver mogelijk van het primaire proces weg ziet te houden (wederom mijn woorden). Maar hij heeft ondertussen wel een vervelende boodschap voor zijn docenten én studenten (en iets verder weg de ouders): er moet wel een andere sfeer in het onderwijs gaan heersen.

Een opgewekt ‘pamflet’
Als u na deze inleidende woorden het idee heeft gekregen dat Kees Boele een grumpy old man is, die ‘het’ beter weet en even komt vertellen hoe het anders moet – en dat het vroeger (natuurlijk!) beter was – dan heeft u het verkeerd. Onderwijsheid : terug naar waar het echt bom gaat is een prettig, opgewekt geschreven boek. Een soort pamflet. Dat door velen in het onderwijs gelezen zou moeten worden. Om vervolgens intern te gaan bespreken waar ‘we’ staan. Maar het is ook voor buitenstaanders een belangrijk boek omdat hij zich nadrukkelijk in het veel bredere debat mengt over de richting waarin onze samenleving zich zou moeten gaan ontwikkelen. Kees Boele houdt een ferm pleidooi voor ‘ons’ Rijnlandse model, en beargumenteert waarom de Angelsaksische, neoliberale afslag die we de laatste jaren hebben genomen minder gelukkig was en is.

Organisaties en instituties
Kees Boele weet als geen ander dat een school geen commercieel bedrijf is. Dat was het niet en mag het in zijn ogen ook nooit worden. En alle retoriek dat scholen producten afleveren, moeten renderen et cetera. Weg ermee. Uiteraard moet er binnen een school effectief en efficiënt met de beschikbare middelen worden omgegaan, maar onderwijs is geen product. Integendeel een school is net als een ziekenhuis, kerk, gezin of rechtsstaat een instituut, en daarvoor gelden andere regels.

Kinderen die verzuipen in informatie en kennis
Het boek bevat vijf hoofdstukken. De eerste vier gaan over de inhoud van het onderwijs. In hoofdstuk vijf richt hij zich tot collega-leidinggevenden in het onderwijs. Wat zij vanuit hun rol moeten doen om leerkrachten optimaal te laten functioneren. Hij ziet wel degelijk een rol weggelegd voor managers, en gaat (dus) niet mee met ‘romantici’ die geloven dat het zonder procedures of structuur kan. Maar, sla er niet in door! In het eerste hoofdstuk formuleert hij het (grootste) probleem, anno 2015: infobesitas. Hij heeft het (natuurlijk) over jonge mensen, maar weet dat het een probleem voor ons allen is. Kinderen en jongeren verzuipen in informatie. Zij doen uiteraard tijdens hun schoolcarrière kennis op, maar dat is niet genoeg. Boele ziet veel gedesoriënteerde kinderen, die vaak onvoldoende in staat zijn om hun aandacht ergens lang op te kunnen vestigen. En constateert dat velen zich vervelen. Hij constateert bij veel jongeren ‘mentaalmoedheid’.

Ruim de helft van hen ervaart een onrustig gevoel wanneer zij niet in staat zijn om direct een binnengekomen bericht op hun mobiele telefoon te bekijken. Daar komt nog bij dat ruim tien procent van de jongeren van vijftien tot achttien jaar wel eens wordt gepest op internet. Ook ‘burn-out’ onder jongeren is inmiddels niet denkbeeldig meer. Het blijkt dat jongeren niet alleen stress ervaren wanneer zij geen gehoor kunnen geven aan de stimuli van de sociale media, maar ook en vooral door de grote hoeveelheid informatie die zij dagelijks op hun scherm voorgeschoteld krijgen. Bijna de helft van de jongeren herkent in meer of mindere mate dit gevoel van stress.
  Ook onder docenten, ondersteuners en leidinggevenden is deze mentaalmoeheid een probleem. De afstand tussen werk en privé wordt steeds kleiner, want men is altijd online bezig en beschikbaar voor het werk. (pagina 11-12)

Infobesitas omschrijft hij als volgt:

Wij produceren en consumeren in het onderwijs enorme hoeveelheden informatie, maar we hebben moeite om de essentie te vinden van wat ons te doen staat. Dientengevolge verliezen we onszelf in het onderwijs in vluchtige analyses en talloze projecten en initiatieven, waarvan het maar zeer de vraag is of zij het doel van onderwijs dienen. (pagina 16)

() De enorme hoeveelheid informatie en de snelheid waarmee deze zich vermenigvuldigt en verspreidt leidt tot infobesitas, een gevoel van vol te zitten met informatie en deze niet goed meer te kunnen verwerken. Daardoor verlies je het zicht op hoofd- en bijzaken (vandaar desoriëntatie), je hebt voortdurend het idee van alles in de gaten te moeten houden (vandaar gedeeltelijke aandacht) en je bent nooit meer klaar met het verwerken van alle beschikbare informatie (vandaar mentaal moeheid). Volgens de Spaanse filosoof Fernando Savater gaat het bij een niet aflatende stroom van digitale prikkels in feite om ‘een verandering in de menselijke geest die ingrijpender is dan ze lijkt, want alles wat in het leven echt belangrijk is, vereist aandacht, geduld en toewijding’. Dat geldt voor kennis, liefde, vaardigheden, alsook voor maatschappelijke en politieke veranderingen. Daarom leidt de verslaving aan digitale prikkels volgens hem tot de paradox dat téchnische vooruitgang ménselijke vooruitgang in de weg zit. Infobesitas is dus een vrij ernstig probleem. (pagina 17-18)

Eli Pariser en twee filters
Vervolgens heeft Kees Boele het niet over de ‘filter bubble‘, ‘van’ Eli Pariser. Dat had best gekund, want Kees Boele  komt met een filter als oplossing voor die nieuwe ziekte. ‘We ontberen een informatiefilter‘. In 2011 presenteerde de Amerikaanse enterpreneur Eli Pariser tijdens een TED-talk ‘zijn’ filter bubble. We leven als mens allemaal – of we het nu leuk vinden of niet – in een filter bubbel. Een ‘bel’ die als het ware voorkomt dat informatie die haaks staat op ons waarden- en denksysteem bij ons binnendringt. Anders geformuleerd: als mens ben je geneigd om informatie die tegen ons ‘gezond verstand’ en kijk op de wereld in gaat te negeren. Dat is sinds de komst van internet en vooral door allerlei ‘slimme’ algoritmes pas écht een probleem geworden. Je kunt je als mens als het ware abonneren op jouw eigen persoonlijke krant, waarin alleen berichtjes staan die je continue bevestigen in jouw ‘waarheid’. Indien kinderen (en volwassenen) geloven dat dit een goede ontwikkeling is – “want ik krijg toch wat ik wil” (optimale vrijheid, nietwaar!) – dan ben je niet wijs. Eerder het tegendeel. Docenten hebben als belangrijkste taak kinderen en jongeren dit te laten inzien en hen te leren om te ‘overleven’ in onze informatiejungle. Om relevante brokjes informatie op te doen, ze te ‘verwerken’ tot kennis; maar vooral om er wijzer van of door te worden. A hell of a job. Maar wel een erg mooie.

We moeten nog een stap verder zetten. De infobesitas heeft zelf ook een oorzaak, een dieper liggende, en wel deze: onwijsheid. We hebben een gebrek aan ‘wijsheid’. Jongeren zijn mijns inziens niet onzeker en gedesoriënteerd omdat ze de vaardigheid zouden missen om de grote hoeveelheden informatie te kunnen hanteren (dat kunnen ze beter dan de meeste ouderen), maar vooral omdat het hun (en vele ouderen trouwens ook) ontbreekt aan selectie- en onderscheidingsvermogen, een informatiefilter. Bij veel studenten is het een chaos op de harde schijf tussen hun oren, zoals professor A.C. Zijderveld eens aardig opmerkte. Wij ontberen een informatiefilter. Dat filter heeft een naam: wijsheid. Zonder wijsheid zal men nooit genezen van ‘infobesitas’, maar wordt het alsmaar erger. Je laat van alles binnenkomen in je hoofd en hart en je ziet door de ontelbare bomen het bos niet meer. Daarom moet er in het onderwijs scherpte komen. We moeten terug naar waar het echt om gaat. Heel kort gezegd: wij moeten het woord ‘onder-wijzen’ weer letterlijk gaan nemen. In het onderwijs zouden leerlingen en studenten ‘onder wijzen’ moeten zijn. Goed onderwijs geeft antwoord op die vragen waar Google géén antwoord op geeft. (pagina 18)

Wijsheid is meer dan kennis en informatie
In hoofdstuk twee gaat Kees Boele verder over wijsheid. Hij legt het als volg uit:

Tegenwoordig heeft een gemiddeld kind van vijftien jaar meer kennis van de wereld dan Socrates ooit heeft gehad. Het illustreert dat informatie of kennis nog geen wijsheid is. Vandaar altijd weer in moeilijke situaties de roep om een ‘commissie van wijzen’. Want wanneer je echt in de problemen zit, heb je niet zozeer behoefte aan extra informatie of aan meer kennis, maar aan wijsheid. (pagina 24)

Liefde in het onderwijs (en in de bibliotheek)
In hoofdstuk drie betoogt hij waarom je van (goed) onderwijs wijzer kunt worden. Hij verwijst naar de klassieke Oudheid (logica, ethica en fysica), neemt – hoe opmerkelijk – Caspar Barlaeus (met zijn rede over ‘De wijze koopman’) in zijn betoog mee en wijdt veel zinnen aan het belang van kunstzinnige vakken én lezen. Kees Boele zou zich als ledinggevende ongetwijfeld thuisvoelen in onze bibliotheekorganisatie in Noord Oost Brabant. En begrijpen waarom filosoof Maurice Specht en ontwikkelingspsycholoog Joke van der Zwaard in Rotterdam ‘Leeszaal Rotterdam West‘ hebben opgericht in de (achterstands)wijk het Oude Westen. Als alternatief voor een wegbezuinigd filiaal. Twee mensen die begrijpen dat elke burger (jong of oud, rijk of arm) zich doorlopend zal moeten blijven aanpassen aan veranderende omstandigheden. Moet proberen uit de gigantische ruis aan informatie (en kennis) wijs – althans proberen wijzer – te worden. Dat kan uiteraard elke burger zelf proberen. Maar het is beter als er plekken (of: ‘instituties’) zijn waar je zomaar naar toe kan gaan. Tijdens je schoolperiode én vooral ook daarna en daarbuiten. Jammer dat in Rotterdam burgers een gat  moesten (gaan) opvullen dat – waarschijnlijk met de beste bedoelingen – gemaakt is door de leidinggevenden van de officiële bibliotheek-toko. Die wellicht onvoldoende ‘de inhoud’  in hun doen en laten lieten prevaleren. Opmerkelijk is dat ook in dit boek (De uitvinding van de leeszaal : collectieve tactieken en culturele uitwisselingen) het woord ‘liefde’ wordt gebezigd. Net zoals door Kees Boele. In zijn slotakkoord:

Heb je geen liefde voor je vak, dan wordt het niks. Heb je geen liefde voor de studenten, evenmin. Heb je als leidinggevende geen liefde voor allen, ook niet. Misschien is niet alleen goed onderwijs, maar ook goed leidinggeven en toezicht houden in wezen een vorm van liefde, in dit geval voor je school en collega’s. Dat is overigens helemaal niet soft. Een vader die van zijn kinderen houdt straft hen soms uit liefde. (pagina 146)

Bewonderen
Kees Boele heeft het niet over deze karaktereigenschap, maar ik durf de stelling te betrekken dat hij – net als ik – meent dat een goede docent (of bibliothecaris) over deze gave moet beschikken. Verbaasd of verrukt raken of worden over ‘iets’ dat zomaar op je pad komt. En – vooral dat in dit verband – er iets mee doen. Anderen er op attent maken. Ze erover na laten denken. Aanzetten tot een gesprek, debat, workshop. Alles kan – én mag – zal Kees Boele (en in hun voetspoor Maurice Specht en Joke van der Zwaard) toegeven. Zolang het maar helpt het ‘informatiefilter’ van mensen beter te maken, hen wijzer te laten worden.

Meer lezen?
Daniela Hooghiemstra. De geest in dit huis is liefderijk : het leven en De Werplaats van Kees Boeke (1884-1966) (2013)

Een vogeltje
Sinds enkele dagen gaat een vogeltje rond. Op ’t net. Een blauw vogeltje. Tweet, tweet. Een prima aanleiding om eens met de aan jou toevertrouwde discipelen (zo enkele dagen na Pasen) een gesprek aan te gaan.

Citaat 244 (dinsdag 7 april 2015) (en dankjewel, Billie)
Homepage Citaten 2015

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “Wij ontberen een informatiefilter. Dat filter heeft een naam: wijsheid.”

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: