Twee weken geleden werd op vrijdag 6 november 2015 in het gemeentehuis van Oss een symposium gehouden ter gelegenheid van het feit dat Titus Brandsma uitgeroepen werd tot ereburger van Oss. Die middag spraken drie heren over de betekenis van Titus voor Oss en ‘de wereld’. Burgemeester Wobine Buijs sprak twee keer. Aan het eind van de middag overhandigde ze een oorkonde aan de overste van de Nederlandse Karmelbeweging, de ‘club’ waartoe Titus Brandsma behoorde.

Een verslag?
Door omstandigheden kon ik niet aanwezig zijn bij deze bijeenkomst. Collega’s die er wel waren vertelden dat het een ‘mooie’, inspirerende middag was geweest. Dus was ik benieuwd naar het verslag in het Brabants Dagblad en het ‘filmpje’ op DTV. Het filmpje was – zoals altijd bij DTV – kort; gaf meer een sfeerimpressie. Het Brabants Dagblad maakte weliswaar een volle pagina vrij voor het symposium, maar ging amper in op de inhoud van de toespraken. Opmerkelijk. Titus Brandsma heeft in de jaren twintig van de twintigste eeuw een belangrijke bijdrage geleverd aan het (laten) voortbestaan van deze krant. Én die middag zei een van de sprekers iets opmerkelijks over de rol van kranten in deze tijd. Maar daarover verderop iets meer. Oh ja, wethouder René Peters keek op zijn blog ook terug op de middag.
Drie ingezonden brieven
Op donderdag 12 november stonden er drie ingezonden brieven op de opiniepagina van de editie Oss Uden en omgeving van het Brabants Dagblad. Lezers die zich hadden gestoord aan de keuze van de redactie om amper verslag te doen van het symposium en wel een interview met twee andere ereburgers te plaatsen. Lezers die – evenals ik – hadden willen lezen wat de sprekers te melden hadden over Titus en zijn betekenis voor onze huidige tijd(geest).

Dus op zoek naar de teksten van de sprekers. Gelukkig had de Titus Brandsmaparochie al snel de vertaalde tekst van de buitenlandse spreker- prior generaal Fernando Millan Romanel – op haar website staan. Via de afdeling voorlichting van de gemeente Oss lukte het deze week om alle teksten bij elkaar te krijgen
Klik hier voor de teksten van alle toespraken, twee relatief korte en een erg lange plus de toespraken van de burgemeester.
Het belang van ‘goede’ journalisten
Hoogleraar communicatiewetenschap Joan Hemels heeft waarschijnlijk slechts een deel van zijn lange verhaal (feitelijk een artikel) uitgesproken. Hij ging vooral in op de rol van Titus als hoeder van een vrije pers. En trekt de lijn door naar nu. Een tijd waarin veel vluchtelingen naar ons toe komen. Uit zijn verhaal enkele (iets) langere citaten, die vooral duidelijk maken hoe moeilijk het beroep van journalist is. Toen én nu. Maar dat we zonder een (kritische) pers als samenleving een levensgroot probleem hebben. Ook wordt duidelijk hoe groot(s) de rol van Titus Brandsma is geweest om in tijden waar het écht om belangrijke zaken gaat overeind te blijven. Op te komen voor belangrijke waarden.

Meer dan verslag doen
Titus deed in zijn tijd wat Joan Hemels ook journalisten vandaag de dag (nog steeds) toewenst: verslag doen maar altijd vanuit een betrokkenheid op de samenleving. Volstrekte objectiviteit noch neutraliteit bestaat niet. Voor elk artikel dat een krant plaatst had ook een ander geschreven kunnen worden. Uiteraard is het doel van een krant natuurlijk om (veel) winst te maken, maar goede journalisten realiseren zich dat dit slechts deels waar is. Ze dragen door hun werk bij aan het laten voortbestaan van een ‘gezonde’ maatschappij. Voeden hun lezers met hun krant. Laten hen kennisnemen van verschillende medailles aan een zaak. Stappen soms op zere tenen. Het hoort er allemaal bij. En dit kan alleen als journalisten zich betrokken opstellen. Ietwat pathetisch geformuleerd noemt hij het Moed tot waarheid. En waarheid is altijd subjectief; kan morgen nét iets anders liggen. Moed ligt op het persoonlijke vlak. Durf je op te komen voor dingen die je belangrijk vindt; of duik je weg. Kijk je weg. Joan Hemels levert veel stof tot nadenken.
Moed tot waarheid
De interpretatie van Waaijman biedt een aanknopingspunt voor een aansprekende beroepsopvatting van journalisten in het internettijdperk. De individuele journalist kan zich immers via zijn werk laten kennen. Hij kan impliciet en soms ook expliciet in zijn journalistieke taakvervulling laten doorschemeren, hoe hij in het leven staat, wat hem inspireert en hoe hij over zijn publiek denkt. – Met de mannelijke vorm “hij” sluit ik vrouwen van het vak uiteraard niet uit.-
Kortom: door blijk te geven van zijn Sitz im Leben als wezenlijk bestanddeel van zijn beroepsethos neemt de journalist een positie in, die vraagt om “moed tot waarheid“, zoals het thema van het zojuist verschenen themanummer van het tijdschrift Speling luidt (8). De keuze voor een geïnspireerde taakopvatting behoedt de journalist voor een louter instrumentele rol van boodschapper zonder verdiepende boodschap. Ongeacht het medium waarbij hij werkzaam is, kan hij zich door zijn “gezindheid” onderscheiden en zijn werk ermee inkleuren.
Een moreel richtsnoer
() Het is mijn heilige overtuiging dat een redactie zonder moreel kompas als richtsnoer voor haar journalistiek is overgeleverd aan de waan van de dag en – misschien nog erger – aan de grillen van het publiek. Als ik mij niet vergis is moreel leiderschap met inbegrip van moreel opinieleiderschap weer gevraagd. En dat kan ook niet anders, want morele keuzes dringen zich in hoog tempo op – in de politiek, ja op ieder maatschappelijk terrein, in de kerkelijke wereld en uiteraard in de persoonlijke levenssfeer.
Het gemeenschappelijk welzijn
() Mij zou er veel aan gelegen zijn, wanneer bij de keuze van een moreel kompas de aandacht van individuele journalisten en van redacties zou uitgaan naar het aloude bonum commune: het gemeenschappelijk welzijn zoals dat dankzij paus Franciscus een herwaardering beleeft. Het gemeenschappelijke welzijn vormt een tegenwicht tegen de talloze particuliere en commerciële belangen die de samenhang in de samenleving verstoren en een bedreiging vormen voor een verantwoorde, toekomstbestendige journalistiek.
Een ander artikel over Titus: Titus Brandsma ereburger van Oss (oktober 2015)
Citaat 308 (vrijdag 20 november 2015) Dank Willem en Anja
Homepage Citaten 2015