Gisteren kwamen toevallig twee hofnarren samen. En vandaag is een mooi moment om die hier naar voren te halen.

Ze verschillen echter fundamenteel van elkaar. Beiden zijn boos. Maken zich druk om een bepaald onrecht, maar de ene heeft een negatieve, cynische, niet-opbouwende toon. En de ander juist het tegendeel daarvan. Die wil met zijn oproep dat er dingen positief gaan veranderen. Ze staan – zonder dat ze het zelf in de gaten hebben – voor twee manieren om in de wereld te staan; daar mee om te gaan. Jan Roos (en in zijn voetspoor Thierry Baudet) is een typisch voorbeeld van het postmodernisme. Een (aflopend?) tijdperk waarin mensen nergens meer in geloven, want ‘de waarheid’ of ‘het goede’ bestaat niet meer. Ze zijn door en door cynisch, ironisch, sceptisch dat de mens (of zij zelf) in staat zijn ergens voor te gaan, ouderwets geformuleerd ‘goed’ te doen. Gisteren werd duidelijk dat al hun inzet voor ‘het referendum’ amper te maken heeft met Oekraïne, maar er vooral op gericht is de sfeer in Nederland over Europese samenwerking negatief te beïnvloeden:
“Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen”, zegt Arjan van Dixhoorn, voorzitter van het Burgercomité EU in een interview met NRC Next. Het is op dit moment niet mogelijk om een referendum te organiseren over een Nederlands vertrek uit de Europese Unie. “Daarom grijpen wij alle mogelijkheden aan om de relatie tussen Nederland en de EU onder spanning te zetten”, aldus Van Dixhoorn.
Thomas Mann en De Toverberg
Gisteren was de achtste zogenaamde Meet Up van de Lezers van Stavast. Een van hen – oud-collega Mariet van de Poppel – had ik gevraagd een korte inleiding te verzorgen over Thomas Mann en zijn De Toverberg. Een boek dat dit voorjaar leden van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken (als ebook) gaan lezen (Wat zegt De Toverberg ons vandaag de dag?). We doen dit in de aanloop naar de installatie WOLK op het theaterfestival Boulevard in Den Bosch. Daar kunnen in augustus bezoekers kennis maken met het nieuwste project van de Belgische theatermaker Lucas De Man. Vorig jaar was hij verantwoordelijk voor de grote OGEN, die aan verschillende panden in Den Bosch hingen. Voor WOLK vond De Man inspiratie in De Toverberg van Thomas Mann. Een boek dat zich afspeelt aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Lucas De Man ziet hoogstwaarschijnlijk parallellen tussen toen en nu. Wellicht denkt hij dat we zomaar weer in een wereldoorlog terecht komen. Bespeurt hij eenzelfde nihilistisch sfeer als toen? Vindt hij dat we ons in deze tijd als het ware opnieuw moeten (gaan) uitvinden, zeg maar herboren worden om te kunnen wheelen en dealen met de uitdagingen van onze tijd en maatschappij.
Mariet vertelde tijdens onze Meet Up kort over de kenmerken van die vijf tijden. Tot de 16e eeuw kwam de waarheid van boven (God) en die werd niet betwijfeld. Daarna kwam de tijd waarin de wetenschap en het rationele denken opkwam; duurde tot het begin van de twintigste eeuw. De waarheid kon door de mens – door rationeel te denken en onderzoek – ontdekt worden. Dit veroorzaakte een gigantische vooruitgang. In het begin van de twintigste eeuw werd het overheersende gevoel dat de waarheid een constructie was.
Zo rond 1960 kwam de volgende fase, waarin de waarheid een product werd. Dat is de tijd waarin ‘de waarheid’ feitelijk niet meer bestaat. Waar niemand meer in ‘gelooft’, want die waarheid is een product geworden. Mijn waarheid hoeft dat niet meer voor jou te zijn. En omgekeerd. Over smaak kan per definitie niet getwist worden, want of je nu van Franz Schubert of André Hazes houdt. Het is een kwestie van smaak en wie ben JIJ om te beweren dat Der Wanderer an den Mond waardevoller is dán De vlieger. Het postmodernisme is de tijd waarin deskundigen hebben afgedaan. Ieders mening even belangrijk lijkt. Is!
Rond 2010 komt wellicht een nieuwe tijd opzetten. De tijd waarin het banksysteem bijna in elkaar klapt. De tijd waarin Occupy met haar beeld van de 1 en 99 opkwam. Het post-postmodernisme of beter gezegd het metamodernisme. Een tijd waarin mensen weten dat dé waarheid, of hét goede niet meer bestaat. Maar dat zo’n houding uiteindelijk leidt tot de dood in de pot. Je hoeft je als postmodernist nergens meer druk om te maken, want het doet er niet meer toe. Zo rond die tijd staan overal mensen op die zich weer wel om iets druk willen gaan maken. Zich engageren. Zich ergens voor inzetten. En dat doen ze op basis van hun analyse van de wereld. En zij zijn de eersten om toe te geven dat het een gebrekkige is. Maar het heeft weinig zin om je daarachter te blijven verschuilen; op zeker moment moet je op basis van door jou opgedane kennis een keuze maken. For better or worse. “Ik denk dat hét zó zit, en op basis van die weliswaar gebrekkige analyse kies ik er voor om dit of dat standpunt in te nemen en te gaan handelen”. Een zin die ik in Tilburg oppikte is me bijgebleven. Werd aangereikt tijdens de wereldpremière van een muziekstuk: Once upon a time van Nicoline Soeter. Waarin Rianne Wilbers aan het eind zong: without being sceptic. En dat ‘liedje’ begon met de regel Once upon a time there was land without ideals. Voilá dat is (of was) onze wereld. Een tijd zonder idealen. Waar onze minister-president met droge ogen en trots meldt geen vergezichten te willen hebben (‘Visie is als de olifant die het uitzicht belemmert’) Doe maar gewoon. Droom niet dat het anders kan, want het leidt toch tot niets. Een door en door cynische, ironsiche, sceptische tijd. Waar een Jan Roos of Thierry Baudet exemplaren van zijn. Relicten uit een verleden? Helaas, nee. Momenteel kun je dagelijks beide ‘geluiden’ aantreffen. Zien. Lezen. Aanschouwen. We leven in verwarrende tijden, wordt vaak gezegd. En dat heeft ondermeer hiermee te maken. Aan de ene kant zijn nihilistisch ingestelde personen en aan de andere kant de ‘dromers’. Burgers die zich druk maken over ‘iets’ en er iets aan of tegen willen doen. Burgers die door nihilistisch ingestelde mensen weggezet worden als dromers, gekken, hofnarren. Die je dus niet serieus hoeft te nemen!?
Lees ook het artikel Een verlangen naar oprechtheid van Timotheus Vermeulen en Robin van den Akker (De Groene Amsterdammer, 4 september 2013)
De tweede hofnar
Ik had me voorgenomen om tijdens deze achtste Meet Up van de Lezers van Stavast te praten over Thomas Mann, Lucas De Man (in de aanloop naar zijn voorstelling op 18 april in De Lievekamp), Daniel C. Dennett (de Amerikaanse filosoof die onlangs in Nijmegen een lezing gaf voor 1500 bezoekers over de vrije wil) én Russell Brand. Een in Nederland niet zo bekende stand-up comedian. En zou natuurlijk door de avond heen her en der non-fictie boeken naar voren halen.
Terwijl ik gisteravond naar huis reed bedacht ik me dat die Russell Brand als het ware regelrecht tegenover die andere hofnar – Jan Roos (met in zijn slipstream Thierry Baudet) – staat. Hieronder een poging uit te leggen wie Russell Brand is en waarom ik hem als die tegenhanger van onze cynische Jan Roos zie.
Russell Brand
Russell Brand is een typische Engelsman die in zijn land en daarbuiten faam heeft gemaakt door zijn stand-up comedianwerk. Dat heeft zich volledig aan mijn blikveld onttrokken. Toch had ik hem ergens in mijn hoofd zitten. De reden is dat ongeveer twee jaar geleden rondging dat de bekende BBC-interviewer/journalist Jeremy Paxman een zeer opmerkelijk gesprek met hem had gevoerd. Een clash. Een kooigevecht, zonder geweld. Een battle tussen twee wereldbeelden. Een gesprek dat ergens over ging! Waar velen in én buiten Groot-Brittannië naar keken. Hebben gekeken. Gisteren stond de teller op bijna twaalf miljoen views. Ruim tien minuten. Een strijd tussen twee heren die niet voor elkaar onderdoen. En alhoewel Jeremy Paxman alles in de strijd gooit om Russell onderuit te halen, lukt hem dat niet. De winnaar? Dat ligt er maar aan hoe je er naar kijkt. Ik liet gisteravond onderstaand fragment zien. En de meningen in de groep waren verdeeld. In mijn optiek was het een clash tussen een door de wol geverfde journalist, die al decennia omgaat met de mensen in power en (daarom?) volstrekt cynisch is geworden. Zich niet (meer?) kan voorstellen dat er nog steeds mensen zijn zonder verborgen agenda’s. Die menen wat ze zeggen. Aan de andere kant profileert Russell zich als een buitenstaander, die weet dat ‘het systeem’ door en door corrupt is (geworden). En dat je voor échte veranderingen juist daar niet moet zijn. Hij geeft ronduit toe nooit te hebben gestemd. En als Paxman vervolgens opmerkt dat hij daarom geen recht heeft om zich over maatschappelijke onderwerpen (die veranderd moeten worden) uit te spreken, ontbrandt de strijd. Vermaak van de bovenste plank? Of is er meer aan de hand? In mijn ogen het laatste. Ik zie dagelijks signalen dat mensen beginnen door te krijgen dat er (zoals Russell dat zegt) een facade is. We hebben machthebbers die het ene beweren (voor de bühne) maar in de praktijk juist het tegenovergestelde doen. En het doet er niet toe wie er aan de macht is. Bijna de hele politieke klasse zit opgesloten in een bepaalde kijk op de werkelijkheid en als men van oppositie naar de regering ‘verhuist’ verstommen de oppositionele geluiden en wordt doorgegaan met een beleid dat al decennialang gaande is.

Je zou Russell Brand ook kunnen wegzetten als een cynicus. Die nergens meer in gelooft. Maar dat doet hij juist wel. Hij is uiterst cynisch, sceptisch, ironisch én humoristisch (!) over de huidige kaste machthebbers. Maar ziet tegelijkertijd dat er overal positieve ontwikkelingen zijn. Opmerkelijk vind ik nu – enkele jaren later – dat hij toen al ‘dingen’ aansneed, die je nu bijna dagelijks kunt lezen of horen. Hij had een goed gevoel voor de kantelende tijdgeest.
Revolution/Revolutie
Onlangs kwam ik er achter dat in Nederland een boek van Russell was uitgekomen: Revolutie. Zonder ironie- of uitroepteken. Een serieus aandoend boek. Gepubliceerd door een normale uitgever: Prometheus. Ruim driehonderd pagina’s. Goed geschreven. Leest lekker weg. Drieëndertig hoofdstukken. Humor, verbetenheid, visie en boosheid in één boek. Maar continue zeurt in je achterhoofd mee dat Russell eigenlijk toch maar een stand-up comedian, charlatan of hofnar is. Maar tegelijkertijd hoor je wel een man die weet in wat voor wereld we leven. Dat er op veel terreinen van ons menselijk doen en laten veel verkeerd zit. Dat de meeste politici en mensen op andere machtsplekken met de verkeerde dingen bezig zijn. Niet in staat zijn een andere weg in te slaan. Dus komt Russell met aanzetten om ‘het’ anders te gaan doen.
Terwijl ik dit boek de afgelopen weken las viel een ander kwartje. De laatste jaren zijn er verschillende boeken geschreven met dezelfde naar revolutie zwemende titels of inhoud. Het zijn geen incidenten meer, maar lijkt het begin van een golf (-je?). Ik noem enkele daarvan aan het eind van dit stuk. Dat er iets van (een) revolutie in de lucht hangt, ligt niet alleen aan dit boek. Tijdens de Meet Up van gisteren presenteerde ik enkele voorbeelden (klik hier voor de presentatie op slideshare).

Het ‘mooiste’ voorbeeld kreeg ik via Twitter aangereikt. Een cartoon uit een Duitse krant of tijdschrift. De teneur daarvan zie ik ook steeds vaker opduiken. Ik verwoord die maar als volgt: waarom maken zo veel mensen zich druk over relatief kleine (vervelende) zaken en negeren dat er veel belangrijkere zaken zijn. Sterker: die andere zaken zullen waarschijnlijk veel meer effect hebben (of krijgen) op jouw dagelijkse doen en laten. Of nog anders geformuleerd: waarom steunen zo veel mensen politici die juist níet voor hun belangen opkomen.
Deze cartoon heeft – vermoed ik – ook iets te maken met de reden waarom Lucas De Man ‘iets’ met De Toverberg wil gaan doen. We leven in gevaarlijke tijden, waarin sommigen bewust of onbewust met ‘vuur’ spelen. Dwepen met enge krachten en machten.
Tegelijkertijd moet je als burger beducht zijn op mensen die het ‘goede’ nastreven. Een van de lezers van Stavast was daarover heel stellig. Pas op voor de ‘dromers’. In de voorbije eeuw waren er voldoende voorbeelden; ter linker- en rechterzijde. Toch heeft ook daarover Russell (en in zijn slipstream Lucas De Man of Paul Verhaeghe) iets op te merken. Denken in links-rechts is passé. Zal ons niet helpen om ‘de problemen’ te gaan oplossen. De wereld is te complex geworden. Formuleer je dromen, probeer er iets van te maken maar ben steeds alert op verwording van je droom. Voor je het weet vieg je uit de bocht; doe je ‘dingen’ die degene die je aanvalt ook deden. Ga kortom redelijk naïef te werk. Als een geïnformeerde naïeveling.
Een ander beeldfragment
Vorig jaar nam in Oss in de Groene Engel Leo Steenbakkers afscheid van het politiekcafé Zout. Heeft dat jarenlang met zijn zoon gepresenteerd. Moest stoppen wegens ziekte. Hij overleed kort daarna. Toevallig zat in die laatste uitzending niet alleen een bekend landelijk politicus (Alexander Pechtold) maar ook Lucas De Man. Van wie kort daarna zijn versie van Romeo en Julia in theater De Lievekamp zou worden gespeeld.
Hij was die middag de eerste gast en werd ongeveer tien minuten bevraagd over zijn drijfveren. In mijn ogen is dit niet alleen een prima manier om Lucas te leren kennen. Maar hij heeft wel degelijk iets te zeggen over onze tijd. Wat er aan ondermeer aan schort, wat hij er met de hem gegeven talenten aan gaat doen en komt aan het eind met een mooie woordspeling: ont-moeten. Ont-moeten = niet moeten.
Boven alles is Lucas in mijn ogen een typische exponent van een metamodernistisch denkend en acterend menselijk wezen. Optimistisch, daadkrachtig maar bovenal ook naïef.
Klik hier voor die opnames van Zout op Youtube (hij zit tussen 1:00 en ongeveer 13:00 minuten).
Presentaties op slideshare: Meet Up 08, Daniel Dennett (door Marianna) en Thomas Mann (door Mariet)
In december 2015 verdedigde Amber Bloos haar bachelorscriptie Waarom we nu nieuwe helden nodig hebben. Een verslag van haar stage bij stichting Nieuwe Helden, van, met en bij Lucas De Man. In die sciptie is een lang gesprek, dat zij met Lucas De Man had opgenomen. Een gesprek en scriptie die een relatie hebben met dit metamodernisme. De ondertitel van haar sciptie is niet voor niets: Stichting Nieuwe Helden en haar project In Search of Europe geplaatst in het tijdperk van het metamodernisme.
Boeken met een zweem revolutie in titel of inhoud
Stéphane Hessel. Neem het niet! (2011) en Doe er iets aan! (ook 2011)
Wil Heeffer. Hoe lang pikken we het nog? : over de afbraak van het publieke domein en het verloren gaan van de solidariteit (2015)
Joost Smiers, Pieter Pekelharing en John Huige. De macht van de mega ondernemening : naar een rechtvaardige internationale economie (2015)
Yanis Varoufakis. En de zwakken ondergaan wat ze moeten ondergaan? : hoe Europa de stabiliteit in de wereld bedreigt (2016)
Theo Salemink. Op de rug van de tijger : pleidooi voor een economie met een menselijk gezicht (2015)
Paul Mason. Postkapitalisme : een gids voor de toekomst (2016)
Ha-Joon Chang. 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme (2010)
Paul De Grauwe. De limieten van de markt : de slinger tussen overheid en markt (2014)
Joris Luyendijk. Dit kan niet waar zijn : onder bankiers (2015)
Klaas Mulder. Pakkenproletariaat (2014)
Maarten van Rossem. Kapitalisme zonder remmen : opkomst en ondergang van het marktfundamentalisme (2011)
Robert & Edward Skidelsky. Hoeveel is genoeg? : geld en het verlangen naar een goed leven (2013)
Wolfgang Streeck. Gekochte tijd : de uitgestelde crisis van het democratisch kapitalisme (2015)
Ronald Tinnevelt & Thomas Mertens. Mondiale rechtvaardigheid (2013)
Farid Tabarki. Het einde van het midden : wat een maatschappij van extremen betekent voor mens, bedrijf en overheid (2016)
Alicja Gescinska. De verovering van de vrijheid : van luie mensen, de dingen die voorbijgaan (2011)
Citaat 344 (vrijdag 1 april 2016)
Homepage Citaten 2016