Categorieën
Citaten Literatuur Media

Moed van politici om – in plaats van alles weg te lachen – te laten zien dat ze wakker liggen van de duivelse dilemma’s van onze tijd.

Het zal wel aan de tijd van het jaar liggen maar diverse kranten hebben zichzelf als het ware opgeschud.
Het Parool, Trouw, Algemeen Dagblad en alle regionale kranten die onder de paraplu vallen van De Persgroep. Andere lettertypes, kopletters, de manier waarop artikelen over de pagina’s heen worden gedrapeerd én nieuwe schrijvers. Vooral columnisten. Ook heb ik de indruk dat er nóg meer ruimte is ingeruimd voor foto’s en dat dit ten koste is gegaan van de hoeveelheid woorden. Maar in zijn algemeenheid: prima zo. Is af en toe nodig. De zaak opkloppen.

Nieuwe columnisten
Het Brabants Dagblad, de regionale krant voor en in Noord Oost Brabant, kondigde vorige week trots zes ‘nieuwe’ columnisten aan. Enkele schreven al een tijdje voor de kranten van De Persgroep. Opmerkelijk is de komst van Anniek van den Brand. Die enkele jaren geleden ontslag nam bij Trouw. Was het oneens met haar hoofdredacteur. Onder wiens verantwoordelijkheid jarenlang een jonge journalist artikelen mocht schrijven, waarvan het gros quotes van niet bestaande mensen bevatte. Anniek had hem daarvoor gewaarschuwd, maar hij sloeg die adviezen in de wind. Bleef op zijn post. Anniek verliet Trouw. Zij was op dat moment verantwoordelijk voor het zaterdagse katern Tijd, waarin ze ook een column schreef. Die column ging vaak over haar eigen leven. Een hardwerkende moeder met opgroeiende tieners. Af en toe schreef ze ook over haar geboorteplaats Keldonk, ouders, ooms en tantes en mensen uit haar omgeving. Zeer leesbare stukjes. Ik vermoed dat veel lezers van het Brabants Dagblad (en alle andere regionale edities van De Persgroep) haar stukjes op prijs gaan stellen. En vermoed dat ze binnen no time een BN’er zal worden. Die grote foto zal (ook) niet helpen om als ON’er door het leven te blijven gaan.

Stevo Akkerman
In Trouw maakte gisteren een nieuwe naam (voor mij) zijn opwachting. Op pagina twee. Op dé plek van Pieter Geenen, de cartoonist. Die is op die pagina naar beneden ‘gezakt’. Waardoor Trouw-lezers die om die reden Trouw lezen toch nog van van zijn wereldbeeld kunnen blijven genieten. Dagelijks verzorgt Pieter Geenen een strip waarin hoofdpersoon Anton Dingeman figureert. Een brave burger die voor ons de wereld en wat zich daarin afspeelt in de gaten houdt. Pieter Geenen heeft ook enkele jaren voor Vrij Nederland een hele pagina mogen vullen; maar dat is sinds enige tijd voorbij.

Volgens hoofdredacteur Cees van der Laan gaat Stevo Akkerman drie keer per week een column schrijven; op de andere dagen van de week staat op die plek de column van Ephimenico. Die deed dat al (jarenlang) op een andere plek in de krant. Opschudden heet dat. Stevo Akkerman was binnen Trouw ook al actief, maar niet als columnist.

Zijn eerste bijdrage verscheen op vrijdag 20 mei 2016 en bevat een soort mission statement. Een uitgangspunt dat – in mijn ogen – perfect aansluit bij de redactionele koers van deze krant: genuanceerd. Dé waarheid niet menen in pacht te hebben. Maar in al zijn genuanceerdheid bevat die column wel een ‘keiharde’ boodschap. De kern daarvan is dat het o zo gemakkelijk is om ongenuanceerd door het leven te gaan. Lekker zeggen wat je denkt. Geen rekening hoeven te houden met de mogelijkheid dat aan jouw stellige waarheid altijd (bijna per definitie) een schaduwzijde ‘hangt’.  Het leven is niet zwart-wit maar meestal grijs. In vele tinten. En het is beter om die mee te nemen als je naar de werkelijkheid kijkt en zeker als je met voorstellen komt om er iets aan te doen. De titel is niet voor niets: Keihard gematigd. Enkele quotes uit een artikel dat perfect bij de tijdgeest aansluit (waarin overal ook politici met zeer stellige meningen naar voren treden) én er tegelijkertijd een aanval op is. Een appel doet aan gematigde burgers om stelling te nemen door vooral … eh … genuanceerd te blijven denken en doen.

Wat mij en de lezer te wachten staat nu ik op deze plek het gekakel en gekrakeel van de vrije meningsuiterij binnenstap, weet niemand. Maar ik kan wel vertellen wat mij voor ogen staat: de keiharde nuance, het onverbiddelijke enerzijds-anderzijds.

Hoe het heeft kunnen gebeuren is mij niet helemaal helder, vermoedelijk speelt een groot gevoel van machteloosheid een rol, maar we leven duidelijk in tijden van ongekende bombast. De overtreffende trap is gemeengoed geworden, stemverheffing heeft de plaats van argumenten ingenomen, schelden is het nieuwe discussiëren. En het is overal, van de top van de politiek tot de donkerste steegjes van het internet, van de gemeenteraad van Heerlen tot het Congres in Washington, het komt van rechts en het komt van links – toegegeven: het meest van rechts. In alle windstreken staan sterke mannen op met stevige meningen, ze hebben een oplossing voor bijna alles en die bestaat eruit te wijzen op de verraders en vijanden die onze problemen veroorzaken.

() De cultus van vijandschap en simplisme waar onfrisse leiders op leunen om hun positie veilig te stellen, heeft intussen het publieke ‘debat’ in menig land danig besmet, ook in Nederland. In de kinderachtigste vorm zijn tegenstanders allemaal debiel, moet hun de mond worden gesnoerd, en gaan bevolkingsgroepen die ons niet uitstaan het land uit, waarna voor ons, onder elkaar, gouden tijden aanbreken.

() Wat we missen is het besef van het tragische en de moed van politici om – in plaats van alles weg te lachen – te laten zien dat ze wakker liggen van de duivelse dilemma’s van onze tijd. Vluchtelingen veiligheid willen bieden, maar ook erkennen dat er grenzen zijn, om maar iets te noemen. In een film over de Zesdaagse Oorlog, pas onlangs door de censuur vrijgegeven, illustreerde de Israëlische schrijver Amos Oz het tragische als volgt: “De Palestijnen hadden honderd procent gelijk en wij hadden ook honderd procent gelijk.”

Hoe los je dat op? In elk geval niet, zo leert juist het Midden-Oosten, door te kiezen voor de schone schijn van alles of niets. IK zag laatst een leus bij een Amsterdamse brug: ‘Tegen het gematigde leven’, en die vond ik heel mooi, maar ik dacht ook: in onze overspannen wereld is de gematigde positie zo langzamerhand de meest radicale aan het worden.

Tommy Wieringa
Deze bekende schrijver verzorgt al geruime tijd een column in het BD. Op vrijdag 20 mei heeft hij het in zijn ‘Allen tegen allen’ over de zogenaamde filter bubbel, zonder die term te gebruiken. En met die tekst sluit hij onbedoeld aan bij het verhaal van Stevo Akkerman. Om uiteenlopende redenen zitten we opgescheept met het feit dat digitale middelen en media ons opschepen met een deel van de werkelijkheid. Een rare paradox. De meeste mensen geloven écht dat op internet alles te vinden is. En dat als ze op internet iets opzoeken – of ze via bepaalde digitale kanalen over bepaalde ontwikkelingen in ‘de werkelijkheid’ worden bijgepraat – ze ‘alles’ krijgen; en daardoor op een rare manier ook nog menen dat we ogenschijnlijk zonder er veel moeite voor te hoeven doen weten. En dat ze – dáárom, vervolgens – over al die dingen ook een mening mogen (ja: moeten) hebben. Een mening die zoals Stevo Akkerman formuleert meestal lekker ongenuanceerd is. “Ik weet hoe het zit!” en “We leven tóch in een vrij land!”

Tommy Wieringa doet op zijn manier in zijn column een poging mensen ervan te overtuigen dat – helaas – de werkelijkheid niet een beetje, maar heel erg anders is. Kernwoord: complex. We leven in een verdraaid gecompliceerde wereld. Waar aan elk – ogenschijnlijk simpel – probleem meerdere kanten zitten. Ook uit deze column enkele citaten. Die filter bubbel is trouwens een beeld of verhaal dat door ene Eli Pariser in de wereld is gebracht. Al in 2011 verscheen een niet vertaald boek (The Filter Bubble: What the Internet Is Hiding from You) en hield hij een veelbekeken TED-talk (Beware online “filter bubbles”). Op hoofdlijnen klopt zijn verhaal nog steeds. Alleen is het nog veel érger geworden. We worden als argeloos burger steeds meer ingepakt. Diverse bedrijven, instellingen en organisaties proberen op basis van ons (zoek- en koop)gedrag informatie aan te reiken die past bij onze kijk op de werkelijkheid. Een zelf versterkend effect. We leven allemaal in een echokamer. Het wordt steeds moeilijk je te voeden met uiteenlopende informatie.

Een juiste analyse. De feiten waarover (Jeb) Bush spreekt, worden over het algemeen aangeleverd door Google. De waarheid van Google is de waarheid van de meeste links. De algoritmes van de zoekmachine voeden ons op basis van eerder behaalde zoekresultaten. Als feit beschouwen wat de eerste pagina zoekresultaten ons aanbiedt.
Zo wordt de blik gestuurd. Google-waarheid bevestigt vooral wat je al dacht, en brengt zo een vorm van technologische verzuiling met zich mee. Google is een spiegelzaal die onze vooringenomenheden duizendvormig weerkaatst.

() Internet heeft het publiek voorzien van een ondoordringbaar pantser van non-informatie en achterdocht. De paranoia die we ontlenen aan de zoekresultaten telt zwaarder dan de opvatting van iemand die er mogelijk echt iets vanaf weet. De autoriteit van de onderbouwde mening heeft afgedaan. Zo bevestigt internet onze diepe, diepe domheid, in plaats van dat ze er ons uit bevrijdt.

Op dit open terrein heeft de populist vrij spel. De kiezer, die zich permanent bedrogen voelt, heeft weinig nodig om zich te laten opzwepen, om tot ontbranding te komen. Overal worden opmerkelijke successen geboekt door volksmenners met een fanatieke minachting voor de feiten. Feiten zijn boosaardige verzinsels van de tegenstander.
() Propaganda bloeit op gevoelens van achtergesteldheid, en produceert uitsluitend eenvoudige tegenstellingen. De politiek tegen de gewone man. De gewone man tegen de immigrant. Onze waarden tegen hun waarden … Allen tegen allen, kortom, en alles tegen ons – dat is de wereldbeschouwing die de populist ons aanbiedt.
‘Commentaar is vrij, maar feiten zijn heilig’, schreef in 1921 hoofdredacteur C.P. Scott van de Manchester Guardian bij het honderdjarig bestaan van zijn krant.
Een kleine eeuw later zien we dat de mening het feit verdreven heeft. De gevolgen zijn niet te overzien.

Dé oplossing
Het is moeilijk om informatie, die haaks staat op jouw wereldbeeld, tot je te nemen. Daar moet je moeite voor doen. Eén manier is een abonnement nemen op een papieren krant. Dan krijg je dagelijks informatie onder ogen waar je niet op zat te wachten. Een gevaar is wel dat elke krant een bepaalde kijk op de wereld heeft en van daaruit niet alleen schrijft, maar ook de onderwerpen selecteert. Een andere manier om aan die val te ontsnappen is om regelmatig een bibliotheek binnen te lopen en meerdere kranten (en tijdschriften) door te bladeren. Op zoek naar juist die artikelen die je in jouw eigen krant zo node ‘mist’. En boeken lezen, lenen, lezen. Klik hier voor een artikel waarin ruim 300 non-fictie boeken over onze snel veranderende wereld bij 25 thema’s worden ondergebracht.

In mei 2015 hield ik een verhaal over dit onderwerp en andere manieren waarop onze werkelijkheid wordt gemanipuleerd (Echte wijsheid en media)

Citaat 356 (dinsdag 24 mei 2016)
Homepage Citaten 2016

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: