Categorieën
Citaten Filosofie Maatschappij Next

We zullen als mens heel erg ons best moeten doen om in control te blijven.

Bibliotheken maken deel uit van de mediawereld.

Open deur, nietwaar. En mede daarom doen we in onze regio vaak mee aan landelijke, niet-bibliotheek gerelateerde campagnes om leden en niet-leden attent te maken op uiteenlopende zaken. Denk aan de Week van de Geschiedenis, de Maand van het spannende boek, de Kinderboekenweek, de NS Publieksprijs of de Nationale tuinweek. We doen als samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken natuurlijk ook mee aan activiteiten die vanuit de (bibliotheek-)branche zelf worden aangezwengeld: Boekstart, MediaBattle of Nederland Leest.

En – gelukkig – mogen (beter: moeten!) we zelf ook initiatieven ontplooien. Activiteiten organiseren die in voorkomende gevallen door collega-bibliotheken (kunnen) worden overgenomen. De Verhalencoach. KennisMakers. Leesavontuur Homo deus. Leren programmeren met de Bomberbot. Tegenlicht Meet Up Oss. Werk & inspiratie. Luistercafé Noordkade. This magic moment et cetera.

Het is onmogelijk om aan alle campagnes mee te doen. Er zijn immers talloos veel dagen, weken of maanden van ‘iets’. En daarbovenop komen er regelmatig nieuwe, eenmalige ‘dingen’ voorbij. We moeten kortom keuzes maken. Waaraan doen we wel mee. Wat negeren we? Of slaan we een jaartje over. Het hangt soms ook af van het thema. Of we besluiten dat niet alle zeventien bibliotheken in ons werkgebied meedoen. Of we doen een ‘beetje’ mee. Low profile.

Volgen wat zich aandient
Binnen onze bibliotheken zijn meerdere personen bezig met programmeren. Voor hun eigen bibliotheek of voor de hele regio. Voor kinderen, jongeren en/of volwassenen. Voor hoog-, dan wel laagopgeleid. In dat verband zijn wij natuurlijk vooral gespitst op campagnes die dicht bij ‘ons’ zelf liggen, zoals Nederland leest. Een campagne die sinds 2006 bestaat en georganiseerd wordt door het CPNB en de bibliotheek.

Gisteren ontdekte collega Yvonne het thema voor 2017: robotica. Mooi! Daarmee kunnen we uit de voeten. Weten we waar we aan toe zijn. In november 2017 staat een maand lang dit onderwerp centraal. En draait het om twee boeken: Ik, robot van Isaac Asimov (voor volwassenen) en Cyberboy van Tanja de Jonge (voor kinderen). Vorig jaar was het thema democratie. En in die periode hebben we op drie plekken gedebatteerd over het functioneren van de (lokale) democratie. Het ligt voor de hand om dit najaar wederom enkele debatten te gaan organiseren over de impact van dit onderwerp op de toekomstige samenleving.

Zelf dingen bedenken
Een zichzelf serieus nemende bibliothecaris volgt natuurlijk niet alleen wat door anderen wordt aangedragen. Er is niets mis mee om bij een landelijk of provinciaal idee aan te haken, er zelf een ‘draai’ aan te geven. Maar het is belangrijk dat je zelf regelmatig onderwerpen bedenkt; die je zelf nodig acht. Dat heeft uiteraard te maken met jouw omgeving. Welke thema’s spelen er. Wat schuurt er? Wat komt ‘er’ aan. Het heeft ook te maken met een inschatting dat een bepaald onderwerp of trend belangrijk kan of zal worden. Of zou moeten worden. Waarover leden en niet-leden geïnformeerd zouden moeten worden. Waarover gesproken moet worden.

Een bibliothecaris neemt kortom ALTIJD een standpunt in. Voor elk onderwerp dat je naar voren haalt, staan er immers duizenden die je (op dat moment, op deze plek) negeert; links laat liggen. Vaak doe je trouwens de beste ideeën op door een opmerking van iemand uit jouw omgeving. Dat kan zowel binnen als buiten de bieb zijn. Lezen helpt natuurlijk ook!

Nederland Leest 2017 – robotica
Zoals gezegd: robotica, een prima thema. Binnenkort zal er meer informatie over deze campagne komen. Wordt voor dat onderwerp een pakkende titel bedacht. Reikt het hoofdkantoor suggesties aan om er mee aan de slag te gaan. Komen er affiches, flyers en andere pr-spullen die je als lokale bibliotheek kunt kopen. Zes maanden voor het zover is. Lijkt nog ver weg. Maar dat is relatief. Er zitten twee maanden stilstand – sorry: vakantie – tussen.

Worden we goden of losers?
Tijd om er NU al over na te gaan denken. We willen er in onze regio immers – u begrijpt het! – een eigen draai aan geven. Sterker: daar waren we al mee bezig. Zijn we mee bezig. Op twee terreinen.

De eerste is de oproep die we momenteel doen om deel te nemen aan het Leesavontuur Homo deus. Om samen met andere (bezorgde) burgers het boek Homo deus : een kleine geschiedenis van de toekomst van de Israëlische historicus Yuval Noah Harari te gaan lezen én er met mede leesgenoten over in gesprek te gaan.

Ook hebben we vorige week besloten om de Week van de Mediawijsheid dit jaar groots te gaan aanpakken. We hebben enkele jaren ietwat low profile meegedaan. Dit keer is ons voornemen om van vrijdag 17 t/m vrijdag 24 november elke dag een of meerdere activiteiten te gaan organiseren, die onder dit (erg) brede thema vallen.

Samen mediawijs
Feitelijk kun je ROBOTICA en LEESAVONTUUR HOMO DEUS scharen onder het paraplu-begrip MEDIAWIJSHEID. Zó nodig in een complexe, sterke veranderende tijd waarin veel burgers zich grote zorgen maken over de toekomst, over wat op ons afkomt. Het helpt in zo’n tijd als je mediawijs bent. Maar zó gesteld (mediawijs zijn) is het onzin.

Mediawijsheid is niet iets wat je kunt leren; waarin je een graad kunt halen. Waar je ooit ‘klaar’ mee zult zijn. Waarvoor je niets meer hoeft te leren. Nee, mediawijsheid is een gradueel ‘iets’. Je kunt beter begrijpen hoe ‘iets’ werkt of in elkaar steekt. Maar ‘klaar’ zul je nooit zijn. Het is daarom ook niet iets wat specifiek voor kinderen geldt. Mijn stelling is dat elk mens medijwijzer kan worden. Zou moeten worden. Open staan voor ‘verbeteringen’. Blijven groeien. Die houding.

Dat zo’n houding vaak ingaat tegen hoe mensen in het echt ‘werken’ doet aan de constatering niets af. In een complexe, sterk veranderende tijd klampen velen zich vast aan hoe het vroeger was, dat wat hun gevoel influistert; aan twijfelachtige zekerheden, opmerkingen van praatjesmakers et cetera. Je moet tegenwoordig redelijk mediawijs zijn om door alle (digitale) ruis te kunnen bespeuren wat waardevol is. Er toe doet. Wat waar is! Dit gaat natuurlijk op voor kinderen van acht of achttien jaar oud. Maar evenzo voor iemand van 38 of 78. Filter bubbels zitten bijvoorbeeld bij ons allemaal ingebakken. En het kost moeite om je daar (a) bewust van te zijn, om ze (b) vervolgens bij jezelf uit te zetten.

Mediawijs wordt je niet vanzelf. Je hebt er anderen voor nodig. Die je attent maken op blinde vlekken, verkeerde manieren van denken, redeneren. Hulptroepen. Onderwijzers, ouders, grootouders. Coaches. Collega’s op het werk. Willekeurige vreemden. Mensen op tv, internet of radio. Kranten. Tijdschriften. Speelfilms. Documentaires. Overal om je heen zijn mensen en bronnen die je (kunnen) helpen mediawijzer te worden. In de zogenaamde Week van de Mediawijsheid wordt altijd de nadruk op kinderen en jongeren gelegd. Mooi dat dit jaar ingezien wordt dat er anderen (denk vooral aan volwassenen en ouderen) nodig zijn om deze groep mediawijzer te maken. Het thema voor dit najaar is: Samen mediawijs. Bingo.

Een citaat
Gisteren viel tijdens de lunch mijn oog op een interview in Volzin, een maandelijks verschijnend magazine voor religie en samenleving. In dit meinummer wordt ethicus Marcel Becker geïnterviewd. Hij is werkzaam aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de auteur van o.a. Ethiek van de digitale media. Het artikel heeft als kop ‘Facebook zorgt voor versplintering’. En alhoewel in het artikel het woord mediawijsheid niet valt, gaat het daar toch wel over. En werpt hij veel thema’s op waar we als samenleving over in gesprek moeten. Om te bezien of we op bepaalde punten onze wetten niet aan zouden moeten gaan passen.

Je kunt tegen de winter of tegen aardbevingen zijn, maar dat schiet niet op. Tegen digitalisering zijn schiet ook niet op. je kunt die techniek niet afschaffen en bovendien zijn er ook een hoop positieve effecten. De digitalisering verandert onze wereld grondig, inclusief de politiek. We zullen als mens heel erg ons best moeten doen om in control te blijven. Dat is een uitdaging voor de overheid, maar doet ook een beroep op onze eigen verantwoordelijkheid. We laten onze kinderen een verkeersdiploma halen. Analoog daaraan zullen we hen ook moeten toerusten om op een goede manier met de digitalisering om te gaan.

In de jaren negentig geloofden we alom dat digitalisering zou leiden tot het ontstaan van een wereldwijde virtual community. Dankzij digitale media zou iedereen overal en altijd met alle anderen in contact kunnen staan. Dat werd anders toen Bill Gates in 1995 het idee van customized advertising introduceerde, dat wil zeggen dat digitale media je alleen die informatie aanbieden die jou speciaal interesseert. Inmiddels blijkt die gerichtheid zo sterk geperfectioneerd te zijn dat Facebookgebruikers helemaal niet meer met elkaar in contact staan.
De ironie en paradox van Facebook is dus dat wat zich aandient als het medium bij uitstek voor algemeen gedeelde informatie in feite geworden is tot het medium van de grote versplintering. Het idee dat ik alles overal met iedereen zou delen, is totale fictie. je krijgt op Facebook vooral informatie van en over geestverwanten.

() Op de keper beschouwd is er inderdaad iets verschrikkelijks aan de hand. Na de uitvinding van gemotoriseerd verkeer bleef de infrastructuur in handen van de overheid. De overheid stelde bovendien regels op voor het gebruik van de fysieke ruimte door het verkeer. De virtuele ruimte wordt echter in beslag genomen door private bedrijven als Google, Facebook en Twitter. We koesteren het idee dat de virtuele ruimte neutraal is. Maar dat is een grote illusie. Elke klik van mij op Facebook betekent advertentieinkomsten voor meneer Zuckerberg. Zou je Facebook verbieden om een profiel van zijn gebruikers te maken, dan betekent dat het einde van het verdienmodel van Facebook en dus van de onderneming zelf.

Gezien de functie die ze hebben in de informatievoorziening, zou de overheid zulke bedrijven moeten behandelen en reguleren als openbare nutsbedrijven, niet anders dan waterleidingbedrijven, elektirciteitsbedrijven of de spoorwegen. Bedrijven als Google, Facebook en Twitter leveren aan de samenleving een vitaal goed. De overheid moet daaraan eisen verbinden over hoe zulke bedrijven zich te gedragen hebben. Maar ik geef toe: het is eigenlijk al irreëel geworden om op die manier te denken.

() Op het spel staat een goede democratie. () Digitalisering heeft ondermijnende tendensen in zich, maar biedt ook grote mogelijkheden om de democratie te versterken, in termen van betrokkenheid, informatievoorziening en bereikbaarheid.

Robotica – Professoren Op het Podium
Het toeval wil dat terwijl ik gisteren bovenstaande zinnen typte, collega Meike bij me informeerde of ik al lid was geworden van We Are Public Brabant. Ik moest bekennen dat ik er wel reclame voor had gemaakt, maar me nog niet had aangemeld. Dus bezocht ik nogmaals de website en zag tot mijn grote verbazing dat die avond (woensdag 10 mei 2017) leden van We Are Public Brabant gratis naar een bijeenkomst in het Parktheater in Eindhoven mochten over het thema … robotica.

Die avond stonden er drie Professoren Op het Podium + gastheer/moderator Jan van den Berg. Ik had overduidelijk iets gemist. Het was de zesentwintigste editie. Begonnen in 2014. Een eenvoudige formule. Theater- en filmmaker Jan van den Berg nodigt drie hoogleraren of andere deskundigen over een bepaald thema uit. Deze drie personen kennen elkaar in principe niet. Geven elk een kort college van tien minuten à een kwartier, waarna ze onder leiding van Jan in gesprek gaan over het onderwerp. Aan het eind van de avond mag de zaal enkele vragen stellen. Duurt twee uur. Zonder pauze. Een boeiende, aangename avond. Die – zoals Jan van den Berg gisteren uitsprak – door het samenbrengen van drie verschillende personen onverwachte inzichten kan opleveren.

Robotica in het Parktheater
Jan van den Berg had drie gasten uitgenodigd die elkaar niet kenden en elk op hun eigen manier heel divers bezig zijn met dit onderwerp. Mocht u nog denken dat robotica vooral en alleen te maken heeft met robots, dan heeft u het verkeerd. Caroline HummelsRinie van Est noch Ton Wilthagen hadden het amper over robots, maar wel over het zeer brede terrein waarop ondermeer robots, kunstmatige intelligentie, zelflerende systemen, design en data samenkomen.  Én een grote impact op de samenleving hebben. Denk aan wegvallen van bepaalde taken, werk, ethische vragen, wetgeving die aangepast zou moeten worden, de macht van grote bedrijven en overheids-achtige organisaties, privacy et cetera.

Het kwam deze avond allemaal kort voorbij. Opmerkelijk vond ik in het verhaal (sorry: mini-college) van Rinie van Est dat hij een beeld van Kevin Kelly als het ware overnam. Die sprak eind maart 2017 op een andere plek in Eindhoven (tijdens de STRP Biënnale). Daar had hij het over twee grote revoluties. De eerste (van de paardenkracht) loopt af. De tweede (denkkracht) is al begonnen, maar zal de komende jaren en decennia alleen maar aan kracht en impact op de samenleving toenemen. Artikel: Herlezen – We stand little chance of writing a new () story that is fit for our times if we keep falling back on last-century’s () storybooks.

Ook ging het gisteren over de door Ton Wilthagen naar voren gebrachte Eindhoven-paradox. Een beeld dat naar believen omgebouwd kan worden tot Veghel-, Uden- of Oss-paradox. Aan de ene kant zien we in een bepaalde stad/regio (zeg: Eindhoven) economische groei (momenteel 3,4%) en tegelijkertijd aan de andere kant een groei van het aantal mensen dat terecht komt in de bijstand (in Eindhoven op dit moment 1,7%). Die paradox is niet uniek. De eerder genoemde Yuval Noah Harari had het op maandag 8 mei in een artikel in The Guardian (The meaning of life in a world without work) feitelijk over hetzelfde. Bereid je als samenleving gerust voor op een tijd waarin een (groot) deel van de burgers voor ‘de economie’ niet meer nodig zullen zijn.

By 2050 a new class of people might emerge – the useless class. People who are not just unemployed, but unemployable.

Onvermijdelijk!?
Is het inevitable dat er een nutteloze klasse ontstaat die werkloos is en waarvoor geen (betaald) werk meer is weggelegd? Mensen die niet meer nodig zijn.  (Economisch gezien) gemist kunnen worden.

De drie hoogleraren in Eindhoven waren minder pessimistisch. Iemand noemde dat hooguit tien procent van de banen de komende jaren weg zou kunnen vallen; ze hadden geen idee hoeveel nieuwe ervoor in de plaats zouden komen. Yuval Noah Harari gaat er van uit dat de helft van de banen tegen 2050 weg zal zijn gevallen.

Niemand noemde het beeld van Robert Went en de WRR (waarvoor deze econoom werkt) dat een baan een bundel taken is. In de meeste banen zullen de komende jaren, decennia bepaalde taken wegvallen (vaak overgenomen worden door zelflerende systemen).

Dat taken wegvallen is onvermijdelijk (Lees: The inevitable : understanding the 12 technological forces that will shape our future van Kevin Kelly). Het wordt vervelend als er geen nieuwe taken voor in de plaats komen. Die je kunt vervullen omdat je jezelf bent blijven ontwikkelen. Indien je veerkrachtig genoeg was om dat te kunnen. Artikel: Veerkracht in de 21e eeuw.

Een maatschappelijk debat
Rinie van Est- verbonden aan het Rathenau Instituut (motto: Onderzoek & dialoog | Wetenschap, technologie en innovatie) – maakte meerdere keren duidelijk dat we als samenleving niet alles hoeven te ‘pikken’ wat door die slimme meisjes, jongens en bedrijven over ons wordt uitgestort. We kunnen – als we dat willen – wetgeving zodanig aanpassen dat bepaalde waardevolle zaken overeind blijven. Vinden we emapthie in de 21e eeuw belangrijk (de eeuw van de denkkracht), dan kunnen we maatregelen nemen die dat stimuleren.

Onze tijd schreeuwt kortom om een debat. Mooi derhalve dat openbare bibliotheken in november over dit onderwerp gaan praten. Activiteiten organiseren om te informeren, shockeren, stimuleren, oproepen. Bijeenkomsten organiseren waar mensen met elkaar hierover kunnen praten.

Slot
Onderstaande zin had gisteravond Rinie van Est uitgesproken kunnen hebben. Maar hij is afkomstig van Marcel Becker, uit het eerder geciteerde Volzin-interview. Een zin die feitelijk ook – voor zover nodig – een alibi voor ‘de bibliotheek’ is om dit thema het komend najaar (en vele jaren daarna) op de agenda te zetten. Lees voor digitalisering: robotica, zelflerende systemen, kunstmatige intelligentie en andere ontwikkelingen die op dit moment allemaal samen lijken te vallen. Samenklonteren, elkaar versterken.

Op het spel staat een goede democratie. () Digitalisering heeft ondermijnende tendenzen in zich, maar biedt ook grote mogelijkheden om de democratie te versterken, in termen van betrokkenheid, informatievoorziening en bereikbaarheid

Slot 2
Eind 2015 verscheen Nooit af [permanent beta] : een nieuwe kijk op de fundamenten van ons leven: werk, school, zorg, overheid en management van Martijn Aslander en Erwin Witteveen. Ik schreef al verschillende keren over dit boek. Op pagina 175 staat een passage die naadloos aansluit bij het feit dat momenteel heel veel wetenschapsgebieden samenkomen en elkaar versterken.
Biotechnologie, nanotechnologie, neurotechnologie, sensortechnologie, 3D-printing, 4D-printing, DNA-sequencing, robotica, domotica, fotonica, deep learning, artificial intelligence, predictive intelligence,  open source, open data, Big Data, open hardware, de makerbeweging, de DIY-beweging en sociale zwermen als Facebook, Twitter en LInkedln: dit alles is ana het samensmelten, aan het convergeren tot nieuwe oplossingen voor oude problemen. Schaarste verandert in overvloed. Oude organisatiestructuren en beslismodellen werken vaak niet meer doordat ze gebaseerd zijn op schaarste.

Tot slot 3
Vorig jaar viel rond deze tijd mijn oog op een (nog steeds niet vertaald) boek. Geschreven door ene Robert McChesney. Titel: People get ready : the fight against a jobless economy and a citizenless society. Een onheilspellende titel. Ik citeerde in een artikel over dit boek onderstaande zin uit een artikel op Truthout: Robert McChesney: Capitalism Is a Bad Fit for a Technological Revolution

Het voormalige hoofd van het robotprogramma bij DARPA schreef vorig jaar dat de ontwikkelingen in robotica en kunstmatige intelligentie bijna niet te bevatten zijn. Hij vergeleek die met de zogenaamde ‘Cambrische explosie‘, een periode 540 miljoen jaar geleden toen in een relatief korte periode leven van erg eenvoudig naar divers en complex transformeerde. Hij zei dat de plek waar de effecten heel spoedig zichtbaar zouden worden de economie zou zijn. Veel banen zullen simpelweg vervallen als bedrijven vanuit kostenoverwegingen robots en kunstmatige intelligentie gaan inzetten.
Dit zal een groot probleem worden. De economie zal in staat zijn veel meer output te genereren met veel minder menselijke arbeid. Maar waar zal de vraag vandaan komen om de geproduceerde waar te kopen en het bedrijfsleven reden geven om te investeren?

Citaat 461 (donderdag 11 mei 2017)
Homepage Citaten 2017

2 reacties op “We zullen als mens heel erg ons best moeten doen om in control te blijven.”

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: