U kent ze wel: de sterren of bolletjes bij recensies van boeken, films, optredens of platen: *****.

Een handig hulpmiddel?
Er zijn nog steeds media waar deze hulpmiddelen bewust worden gemeden. Daar is zeker iets voor te zeggen, maar aan de andere kant zijn veel redacties ook tot de conclusie gekomen dat hun achterban ze waardeert. Lezers helpt om in een oogwenk kennis te nemen van titels die van belang kunnen zijn.
Regelmatig kun je echter ook artikelen lezen waarin lezers én redacties pleiten voor het skippen of weglaten van die sterren. Het stuurt té veel; veronachtzaamt wat de ‘echte’ waarde van een bepaald kunstwerk is. Vat de – genuanceerde – mening van een recensent té kort door de bocht samen. Zeker is dat de laatste jaren steeds meer media mee zijn gaan doen. Het kunnen sterren of bolletjes zijn (meestal van 1 tot 5) of rapportcijfers. Soms tot in het belachelijke, een 8- of 7+.
De aanleiding voor dit stuk-je is een plaat die onlangs in Lust for Life – een bijna maandelijks verschijnend Nederlands muziekblad – vijf sterren kreeg; het maximum. Dat komt meer voor. Van de bijna 900 in 2016 in Lust for Life gerecenseerde platen kregen er 88 vijf sterren; een op de tien. Ze zijn daarmee dus redelijk scheutig. Het Engelse Mojo kende in 2016 aan ruim veertienhonderd platen – die een ster kregen – slechts aan 40 ***** toe (nog geen drie procent). Conclusie: die sterren zeggen ‘iets’, maar lang niet alles. De kern is WIE de sterren toekent: de recensent van dienst.

Recensenten
Ik beschouw recensenten al jarenlang als de verkenners uit het bordspel Stratego. Elke deelnemer heeft er aan het begin van het spel acht. Die hij of zij mag inzetten om er achter te komen hoe de tegenstander zijn of haar veel sterkere spelers (sorry: beroepssoldaten) heeft opgesteld. Deze verkenners verkennen het hele speelveld. Voor ons, in onze stoel; achter het bord. Zij nemen figuurlijk gesproken kennis van ‘alles’ wat zich op een bepaald speelveld afspeelt. Dat kan gaan om cabaret, klassieke toneelspelen, tentoonstellingen, romans, non-fictie boeken of muziek. Zij nemen ‘alles’ op hun specifieke terrein waar en doen daar verslag van. In een recensie van een optreden, concert of tentoonstelling. Schrijven recensies over nieuwe boeken, films of cd’s. Regelmatig bespreken ze ook opnieuw uitgebrachte titels; en doen (al dan niet opnieuw) verslag van hun kijk op min of meer klassieke platen of boeken.
Recensenten spelen een belangrijke rol. Nemen voor ons een hoop ‘bagger’ door en maken ons attent op hun kijk van ‘het aanbod’. En door sterren kun je er vlug doorheen skippen. Drie sterren (van vijf) is niet veel; bij vier wordt het interessant en bij vijf moet je opletten. Alhoewel! Er zijn recensenten die regelmatig met ***** strooien. Er zijn er ook die het zelden doen.

Ken uw recensent
Het allerbelangrijkste van dit hele fenomeen is dat je weet waar een bepaalde recensent voor staat. Wat zijn specifieke deelterrein binnen boeken-, film-, theater-, tentoonstellings- of muziekwereld is. En of dat deelterrein aansluit bij jouw eigen voorkeuren. In Oor schreven door de jaren heen ondermeer Kees Baars, Mark van Schaick en Philippus Zandstra over hard rock en aanverwante muzieksoorten. Ik zou blind op hun adviezen afgaan, ware het dat dit mijn soort muziek níet is.
“Recensenten hebben we niet meer nodig!”
Kun je regelmatig horen of lezen. Slimme systemen nemen die rol over. Denk in dit verband aan Spotify en verwante streamingdiensten. Of dat je via sociale media de mening van andere muziekliefhebbers kunt oppikken. Gratis en voor niets. Ik waag echter te betwijfelen of dat zo is.
Er gaat niets boven de mening van iemand die structureel, gedurende vele jaren een bepaald terrein intensief voor (zichzelf en) ons volgt. Die door de jaren heen op zijn specifieke terrein ‘alles’ heeft gehoord, gezien, gelezen, meegemaakt. Die epigonen herkent én weet wanneer zich een echt nieuw geluid aandient. Dat soort verkenners zijn in mijn ogen priceless, onvervangbaar. Iemand die als het ware met jou meeloopt en – bijna gratis – meningen over een deel van de buitenwereld met jou deelt. Al dan niet vergezeld van sterren.
De mening van een onbekende liefhebber op Facebook of Twitter is zinloos. En ik heb ook geen vertrouwen in algoritmes. Dat wordt echter wel een probleem. Als je de kenners mag geloven (lees bijvoorbeeld Homo Deus) gaan we naar een wereld die vergeven zal zijn van zelflerende systemen en algoritmes die ons op tal van terreinen van ons menselijk doen en laten gaan helpen. Ben bang dat de komende jaren veel recensenten hun (meestal slechte betaalde) ‘baan’ zullen verliezen. Hun platform. Denk binnen de muziekwereld aan tijdschriften als Oor, Heaven, Lust for Life, Mojo, Uncut of Luister.

Een trouwe afnemer
Sinds het begin van de jaren zeventig lees ik meer dan de gemiddelde Nederlander (dat durf ik te beweren) muziektijdschriften. Heb titels zien komen en gaan. Weet welke recensenten er – binnen n’importe welk genre – toe doen. Niet alleen voor mij, maar ook voor anderen. Een bibliothecaris die collectioneert heeft geen tijd om ‘alles’ te volgen en dient mede af te gaan op de mening van recensenten van genres waar hij of zij persoonlijk niets mee heeft. Een niet-reggae-liefhebbende (muziek)bibliothecaris kan blind varen op de positieve recensies van David Katz in de Mojo; of de wereldmuziek-suggesties van David Hutcheon (Mojo) of Bas Springer (in Heaven).

Voorproevers
Verder heeft elk muziektijdschrift een of hooguit twee personen ‘in dienst’ die als het ware aanvoelen welke artiesten op termijn ‘groot’ of belangrijk zullen worden. Niet zo zeer qua aantal verkochte albums, maar meer qua impact op collega muzikanten. In Oor was die rol lang weggelegd voor Bert van de Kamp. Herman van der Horst was ook zo’n man; lang in Oor, de laatste jaren in Lust for Life. Die zich niet op één genre laten vastpinnen. Van meerdere walletjes snoepen. Niet kunnen begrijpen dat mensen een leven langs slechts van één soort muziek houden.

Grootproevers
Verder heeft elk muziektijdschrift recensenten in dienst die de ondankbare taak op zich nemen platen te bespreken die collega-recensenten niet willen. Binnen Oor nam de al in 2004 overleden Harry van Nieuwenhoven die rol op zich. Hij besprak in zijn carrière (van 1971-1996) bijna vierduizend lp’s. Eric van Domburg Scipio besprak in zeventien jaar ruim 2.800 cd’s. Een bijzondere recensent is Geert Henderickx, die sinds 1973 voor (Muziekkrant) Oor recensies heeft geschreven. Later ging hij ook voor Heaven schrijven. Zijn terrein is Americana; ook al toen die term nog niet bestond. Ik heb echter het vermoeden dat er ‘iets’ met hem aan de hand is. Zijn laatste recensie verscheen – hoe omineus! – in het begin van dit jaar.

Herman van der Horst
De aanleiding voor dit stuk-je is een recensie van Herman van der Horst. Uit nummer 71 van Lust for Life (juni van dit jaar). Daarin kent hij ***** toe aan What in the natural world van ene Jake Xerxes Fussell.
Had ik nog nooit van gehoord. Had een twee jaar eerder verschenen korte recensie in Heaven gemist, van zijn eerste titelloze debuutplaat. Die daar een acht kreeg (van tien). Maar ja …. er komt zo veel uit. Je kunt niet alles tot je nemen. Maar er komt een moment dat ‘het kwartje’ valt. Een geliefde recensent enkele magische zinnen schrijft. En dan weet je: deze nieuwe plaat moet ik hebben! Moet beluisterd worden. Zou zomaar een klassieker in de dop kunnen zijn.

Een bij vlagen betoverende plaat
Als de zoon van folkloristen uit Georgia zoog Jake Xerxes Fussell van jongsaf de traditionele muziek op uit het zuidoosten van de Verenigde Staten. Maar ondanks al zijn kennis en zijn academisch achtergrond zit er niets schools of vormelijks aan zijn benadering. Er danst een zorgeloze swing door zijn muziek. De moeiteloze autoriteit van zijn zilveren Fender Telecaster-gitaarwerk en zijn uitnodigende stem doen zijn geheimzinnige songs schitteren. Net als Ry Cooder beschikt hij over het vermogen om het verleden tintelfris en actueel te laten klinken. ()
Een bij vlagen betoverende plaat, die zijn geheimen niet snel prijs geeft en dus lang meegaat.
En wat blijkt? Wederom! Herman van der Horst heeft helemaal gelijk. What in the natural world van Jake Xerxes Fussell is een meesterwerk. Wordt wellicht dé plaat van het jaar. Voor hem en mijzelf. Niet voor de eindlijst van Oor of Mojo. Ik vermoed dat dit album wel terecht zal komen in die lijsten, maar niet op nummer een. De reden? Het is een topplaat binnen een specifiek genre: een mix van folk, blues, pop, Americana.

De ultieme test?
Uiteraard blijkt pas jaren later of een bepaalde recensent het goed heeft gehoord. Of die vijf sterren terecht waren. Of anderen zagen later ook inzagen dat het een ‘tijdloze’ plaat is. Gelukkig kun je dat uittesten. Hieronder doe ik dat voor Herman van der Horst. Die de laatste jaren af en toe voor Lust for Life recensies schrijft. Van 2011 tot medio 2017 kregen twintig van ongeveer 230 platen door hem gerecenseerde platen vijf sterren. (Muziekkrant) Oor doet niet aan sterren, dus kunnen we deze test niet op die 1.700 titels loslaten. Maar twintig is een mooi aantal.
Er zijn enkele manieren om te testen:
1. Noemt de bewuste recensent die 5-sterrenplaat in zijn jaarlijks muzieklijstje
2. Noemen anderen muziekkenners die bewuste plaat
3. Komt die plaat terecht in ‘de’ muziekcanon (hier nemen we de variant die op www. muzieklijstjes.nl staat
Er is echter een probleem, iets wat typerend is voor Herman van der Horst. Hij bespreekt relatief vaak heruitgaven van klassieke albums én nieuw samengestelde verzamelaars van belangrijke (en vaak minder bekende) artiesten. Van de twintig platen zijn er slechts twee nieuwe (studio-)platen: John Fullbright én Jake Xerxes Fussell. Er zit één absolute klassieker bij: Satan is real van The Louvin brothers. De rest zijn verzamelaars. Niets mis mee, maar die worden zelden opgenomen in jaarlijstjes en komen ook niet in een muziekcanon terecht.
Er blijft al met al slechts één album over om mee te testen: Songs van John Fullbright. Hij neemt die plaat in zijn eigen jaarlijstje (van 2014) op. Dat debuutalbum wordt ook door anderen genoemd. En staat (nog) niet in een een muziekcanon. Mijn conclusie: té recent uitgekomen. Nu is het afwachten wat er in december gebeurd, als de nieuwe jaarlijstjes weer zullen verschijnen.

Twintig *****-albums, genoemd door Herman van der Horst (van … tot ..)
# – Jon Savage’s 1966 : the year the decade exploded (2015)
# – Jon Savage’s 1967 : the year pop divided (2017)
# – Sam Phillips : the man who invented rock ‘n’ roll (2015)
# – The Fame studios story 1961-1973 : home of the Muscle shoals sound (2011)
Amédé Ardoin Mama, I’ll be long gone : the complete recordings of Amédé Ardoin 1929-1934 (2011)
Bobby ‘Blue’ Bland. Further up on the road : the Duke recordings 1955-1962 (2016)
Clarence Carter. The Fame singles : volume 1 1966-70 (2012)
Luther Dickinson. Blues & ballads : a folksinger’s songbook – volumes I & II (2016)
Doris Duke. I’m a loser : the Swamp Dogg sessions … and more (2005)
John Fullbright. Songs (2014)
Jake Xerxes Fussell. What in the natural world (2017)
Betty Harris. The lost queen of New Orleans soul (2016)
Etta James. Who’s blue? : rare Chess recordings of the 60’s and 70’s (2011)
Syl Johnson. Complete mythology (2013)

Louvin brothers. Satan is real (1959)
Mickey Newbury. An American trilogy (2011)
Gil Scott-Heron. Pieces of a man (1971)
Slobberbone. Bees and seas : the best of Slobberbone (2016)
T-Bone Walker. You’re my best poker hand : the definitive collection (2011)
Townes van Zandt. Sunshine boy : the unheard studio sessions & demos 1971-1972 (2012)
Ik vermoed dat Jake Xerxes Fussell zich in deze lijst kan vinden.
Wellicht kunt u ze via Spotify beluisteren. Of via uw lokale bibliotheek lenen bij muziekweb.
https://www.youtube-nocookie.com/embed/W9cq8yc89yY


Meer info op: muzieklijstjes
Citaat 477 (vrijdag 4 augustus 2017)
Homepage Citaten 2017