Categorieën
Boeken Citaten Filosofie Maatschappij Next

Het is vrijwel onmogelijk om internet te gebruiken zonder zo’n kruimelspoor achter te laten.

Next Freedom
Zondag 20 januari 2019 verzorgt filosoof Lammert Kamphuis de eerste ‘grote’ lezing van dit jaar. Hij spreekt op verzoek van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken in de Groene Engel in Oss over Next Freedom.

Vrijheid. We nemen de vrijheid om u daar in het net begonnen jaar regelmatig mee lastig te vallen.

Wellicht denkt u dat dit niet nodig is. Vrijheid, iedereen weet toch wat dat is. We zijn tóch vrij. Ik kan alles doen en laten wat ik wil. En we vieren dit najaar in het Zuiden dat we vijfenzeventig jaar geleden bevrijd werden.

Toch menen we dit jaar regelmatig op bepaalde aspecten van dit brede thema te moeten terugkomen. We doen dat middels lezingen, tentoonstellingen, een debat, een cursus, een Tegenlicht Meet Up.

Next
Die eerste lezing afficheren we als Next Freedom. Dat heeft te maken met de reeks waar de lezing van Lammert Kamphuis deel van uit maakt: Next.

Op tal van terreinen van het maatschappelijk doen en laten zijn ‘dingen’ flink aan het veranderen. Moeten veranderen, omdat ‘ze’ niet meer optimaal werken. Dat bepaalde ‘onderdelen’ binnen onze complexe samenleving als het ware zijn vastgelopen en er een reset nodig is. Sterker: overal zien we dat er geëxperimenteerd wordt met alternatieven. Dat groepen mensen het in een bepaalde regio, sector of branche anders gaan doen.

Is vrijheid een illusie?
We zijn in onze optiek op weg naar een volgende samenleving, inderdaad een Next Society.

In september 2018 sprak Jan Rotmans over de Next Economy en in november van vorig jaar Koert van Mensvoort over Next Food. Lammert Kamphuis spreekt als derde dus over onze vrijheid, dat we daar anders naar zouden moeten gaan kijken. Dat we andere klemtonen gaan leggen. En dat we ons iets-je beter gaan realiseren wat vrijheid is.

Wellicht is vrijheid een illusie. Dat we allemaal in meerdere of mindere mate het gevoel hebben dat we vrij zijn, terwijl we feitelijk allemaal in meerdere of mindere mate gebonden, dus niet vrij zijn. Althans veel minder dat we ons realiseren, of willen toegeven.

Sterker: dat we ons (gaan) realiseren dat we in een wereld (die next society) terecht zijn gekomen waar krachten werkzaam zijn die onze vrijheid sterk aan het inperken zijn. En – verrassing – dat we er zelf hard aan meewerken. Onbewust, ongewild, maar het lijkt er sterk op dat wij anno 2019 veel minder vrij zijn dan in – zeg – 1989.

Vrij om u lastig te vallen met dilemma’s rondom vrijheid
U hoeft het met deze los uit de pols geformuleerde aanname niet eens te zijn. Dat mag, maar wij als bibliotheek menen toch dat we u met vragen moeten confronteren waar u misschien niet op zit te wachten.

Bibliothecarissen proberen op hun manier de werkelijkheid te volgen, om (beter) te kunnen collectioneren en te programmeren. We trekken niet zomaar wat conclusies. Ze zijn ergens op gebaseerd. Informatie die op talloze manieren ook tot ons komt.

Uit die zee aan data trekken we een analyse en die kan het begin zijn van een jaarthema. Een thema dat we een jaar lang van verschillende kanten aanvliegen. Bedoeld om leden en niet-leden uit onze regio over een breed onderwerp vanuit verschillende kanten nader te informeren. Er mensen mee lastig te vallen. Ze aan het denken te zetten.

Als bibliotheek pretenderen we absoluut niet dat we ‘dé’ waarheid in pacht hebben, maar we zijn wel zo arrogant om te menen dat de onderwerpen die we agenderen maatschappelijk relevant zijn. En aansluiten bij tendensen die in de samenleving leven. We streven er wél naar om met items te komen die in het begin van het publieke debat zitten. 

Leven we in een datadictatuur?
In de rest van dit artikel gaat het over een pamflet dat enkele maanden geleden verscheen: Datadictatuur : hoe de mens het internet de baas blijft van journalist Jan Kuitenbrouwer.

Is vrijheid een illusie?
Datadictatuur is een vlot geschreven boek over een breed onderwerp. Een boek waarin veel aspecten langskomen waarover anderen zich ook reeds hebben uitgelaten. Een verontrustend boek. Een boek voor iedereen die zich zorgen maakt over de almaar toenemende macht van grote bedrijven die ‘alles’ van ons weten. En ons met die kennis van alle kanten ‘bestoken’ met ‘informatie’ waar we waarschijnlijk niet op zitten te wachten. Het boek- je (want dat is het, een boek dat je zó uit hebt) is één grote illustratie van een deel van het jaarthema: Is vrijheid een illusie?

Is vrijheid op het internet een illusie?
Het antwoord moet na lezing van dit pamflet volmondig “Ja’ zijn. Als gebruiker worden we aan alle kanten ingepakt. We hebben de illusie dat we zelf bepalen wat we op het internet doen, maar de resultaten die we voorgeschoteld krijgen zijn bijna per definitie voorgekookt, bewerkt, op maat voor ons ‘gemaakt’. Je kunt daar blij mee zijn. Het idee hebben dat we uniek zijn, ‘zij’ dat zomaar voor ons doen, dat we zelfs vrij zijn, maar in de kern klopt het niet. 

De kern van het pamflet laat zich als volgt samenvatten
Toen in het midden van de jaren het internet voor de gewone burgers opkwam hadden we het idee dat het een medium was waarop wij – burgers – de macht hadden, kregen of konden (terug)nemen. Na kranten, radio, televisie een nieuw medium waarop in principe iedereen informatie kon plaatsen en er vanaf halen. Geen poortwachters meer. Gratis downloaden. Iedereen kon er alles op kwijt, en alles vinden.

Er was zelfs een korte tijd dat we serieus meenden dat internet positief bijdroeg aan ‘revoluties’ in het Midden Oosten of het verre Oosten. Via social media konden mensen die zich verzetten tegen bepaalde machthebbers, elkaar gemakkelijk vinden en samen optrekken. Maar anno 2019 constateren veel criticasters dat het in potentie prachtige internet als het ware gekidnapt is door grote bedrijven en instanties die niet bepaald het beste met ons voor hebben. Eerder het tegendeel. 

Nieuw Licht, seizoen drie
Datadictatuur : hoe de mens het internet de baas blijft
 is de eerste bundel uit het derde seizoen van de reeks Nieuw Licht. Coen Simon en Frank Meester, twee filosofen, bedachten deze reeks. Ze nodigen een min of meer bekende schrijver, denker of journalist uit om een min of meer klassiek boek te (her)lezen en daar hun licht over te laten schijnen. Ze werpen er Nieuw Licht op. Het zijn korte bundels. Pamfletachtige teksten waarin de schrijver een poging doet onze tijdgeest te verbinden met het gedachtegoed van een Sigmund Freud, Simone de Beauvoir, Erich Fromm of Jürgen Habermas. Een succesvolle reeks, met één absolute bestseller: Onbehagen : Nieuw Licht op de beschaafde mens van Bas Heijne.

Jan Kuitenbrouwer
Jan Kuitenbrouwer is een Nederlandse journalist die als een van de eersten in Nederland over internet en andere ict-achtige onderwerpen schreef. Hij volgt dit thema al ruim vijfendertig jaar en heeft het zien ontwikkelen en verworden tot ‘het monster’ dat het in zijn ogen nu is geworden.

Jürgen Habermas en de publieke ruimte
Op verzoek van Coen Simon en Frank Meester herlas hij Strukturwandel der Öffentlichkeit (De structurele verandering van de openbare sfeer) van de Duitse filosoof Jürgen Habermas uit 1962. Een moeilijk leesbaar boek over een belangrijk onderwerp: de publieke ruimte waarin het democratische gesprek gevoerd gevoerd moet kunnen worden. Om dat te kunnen doen hebben burgers behoefte aan informatie. Het internet leek daarvoor een perfect middel.

Voor het internet ging het om kranten, radio en televisie. Door de jaren heen kwamen er steeds nieuwe vormen bij, en het internet had het in zich om daarin erg belangrijk te worden. Helaas, constateert Jan Kuitenbrouwer, dat het publieke (vrije) karakter van internet slechts schijn is. Cyberspace is in zijn woorden gekoloniseerd door duistere politieke en financiele belangen; machten die ons ongemerkt manipuleren. We hebben onbewust grote bedrijven hun gang laten gaan. En ze zijn op dit moment zó groot en belangrijk dat we ze amper meer kunnen of durven aan te pakken; hun macht beteugelen, dan wel kleiner maken. Het internet is een jungle waar niemand onze vrijheid garandeert of burgerrechten beschermt.

Wie is de baas? Wij of the Frighful Five?
Grote woorden, die Jan Kuitenbrouwer in pakweg honderd pagina’s – wat mij betreft – meer dan waar maakt. Zijn pamflet is één grote oproep richting wetgevers om nu eindelijk eens te gaan optreden. De macht van the Frightful Five (Amazon, Apple, Facebook, Google en Microsoft) te gaan inperken. Hun bedrijven te gaan opsplitsen, opdat er iets van marktwerking gaat ontstaan. Kuitenbrouwer constateert feitelijk dat de meeste landen en regeringen té weinig macht meer hebben om hen te kunnen aanpakken. Of – nog erger – dat die grote kumpanies veel politici als het ware in hun zak hebben.

Hij ergert zich ook aan mensen die zich op het internet achter een username – beter: schuilnaam – verschuilen. “Strijd met open vizier”.

Twee grote verhalen komen samen
In zijn verhaal neemt hij een andere grote golf van pakweg de laatste vijftig jaar mee. Op zeker moment zijn velen het verhaal gaan geloven dat de overheid het probleem is en de markt de oplossing.

Dit heeft geleid tot een grote deregulering en dit kwam velen in de internetwereld goed uit. Ze konden feitelijk hun gang gaan. Kuitenbrouwer constateert dat er voor internetbedrijven amper wetgeving is die hen aan banden legt. Zeker vergeleken met mediabedrijven als kranten, radio en tv. Dat levert hen gigantische schaalvoordelen op; waardoor ze zo groot en machtig konden worden en – tot nu toe – blijven. In het begin van de opkomst van het internet waren er in de Verenigde Staten regels die prima hadden kunnen werken, maar door het neoliberale geloof zijn die stuk voor stuk afgeschaft. Op pagina 91 constateert hij: een totale retraite van de overheid was achteraf een slecht idee.

Paradox: om vrij te zijn is regelgeving nodig.

 Ik weet het niet zeker, maar vermoed dat Jan Kuitenbrouwer jaren geleden meeging in de neoliberale trend, die hij nu zo veroordeelt. Hij was niet de enige; remember Tony Blair en Wim Kok. Hieronder enkele citaten

One way screen
Een one way screen. Dat is ons computerscherm wanneer wij op het internet zitten: een halfdoorlatende spiegel. iemand die wij niet kennen kijkt mee met alles wat we doe, maar wij zien alleen onszelf. (pagina 22-23) 

Wetgeving
Maar wat gebeurde met de persindustrie en de audiovisuele media, gebeurde met het internet niet. Zowel in de VS als in Europa is het aantal specifiek op het internet gerichte wetten op één hand te tellen. En in de VS, waar het internet ‘gemaakt’ wordt, werd de belangrijkste alweer afgeschaft. (pagina 27)

Ayn Rand, Reagen en Thatcher
Het was de tijd van Reagan en Thatcher, de wittebroodsjaren van het neoliberalisme: ‘regulering’ was een vies woord, tenzij er ‘de-‘ voor stond. Niet de overheid en regelgeving waren de oplossing voor maatschappelijke problemen, maar marktwerking en innovatie, de nieuwe economische religie. En wat die nodig had was vrijheid. (pagina 36)

Een drilpudding
Bill Clinton wordt beschouwd als een van de slimste, best geïnformeerde Amerikaanse presidenten ooit, een ‘policy wonk’. Toch verkondigt hij hier onzin. Nailing the jelly to the wall, het klinkt catchy, maar het klopt niet. Ook een netwerk met een decentrale structuur kun je onder controle krijgen. Het blijft een weefsel van lijnen, en lijnen kun je doorknippen. En China hééft de ‘drilpudding’ dus ook ‘aan de muur gespijkerd’.  (pagina 39)

Gevolg van anonimiteitscultuur
Nepnieuws, desinformatie, geheime propaganda, fake accounts, trollfarms, netbots, lastercampagnes, haattaal, online pesten, kinderporno, wraakporno, slutshaming, exposing, doxing (het publiceren van iemands privégegevens) – al die uitwassen van het internet houden verband met de anonimiteitscultuur. (pagina 56)

Macht van Amazon
Amazon maakt zelf niets, maar is door zijn monopsonie in staat mensen die wel iets maken het vel over de neus te halen. Moeten we daar blij mee zijn? Met de sluiting, over de hele wereld, van miljoenen fysiek bestaande winkels? Met dichtgetimmerde panden en halfverlaten straten? (pagina 61)
‘Vertel mij niet dat Amazon de consument geeft wat hij wil, of zijn positie verdeind heeft,’ schrijft de econoom Paul Krugman, Nobelprijswinanar. ‘Waar het om gaat is of het te veel macht heeft en of het die machtspositie misbruikt. En beiden zijn het geval.’ (pagina 62)

329
Google, Facebook en Amazon zijn nu eenmaal de bste aanbieders, maar het staat elke David uiteraard vrij deze Goliaths uit te dagen Van dat soort kleine uitdagers namen Google en Facebook de afgelopen vijf jaar 329 stuks over. ‘Rond de internetgiganten ligt inmiddels een kill zone waar geen start-up levend doorheen komt’, sprak een gefrusteerde waagkapitalist onlangs op een congres van antitrustexperts in Chicago, een professie die zich opmaakt voor een comeback. (pagina 63)

Hans, van Hans en Grietje
Zelf zit ik niet op Facebook, maar ik gebruik tal van andere internetdiensten en laat data achter waarmee dezelfde analyse mogelijk is. Het is vrijwel onmogelijk om internet te gebruiken zonder zo’n kruimelspoor achter te laten. En die kruimels worden verzameld. (pagina 70)

Een eldorado, maar voor wie?
Het is de heilige graal voor elke marketeer: wie is mijn klant en wat wil hij? Internet is wat dat betreft het eldorado: ik zit voor mijn scherm, de adverteerder zit er achter en kijkt mee. Wie ben ik, wat houdt me bezig, wat lees ik, wat kijk ik, wat koop ik, met wie praat ik, wat waardeer ik en wat niet. Elke klik is een clue. (pagina 71-82)

Max Stossel, ex-aandachtrover:
‘Aan de andere kant van jouw computerscherm zitten duizenden professionals die maar één ding doen: je zo verslaafd ogelijk maken’.  (pagina 73)

Geen koffiehuis meer
Het internet is het stratenplan, het web is de stad zelf. Het stratenplan groeit nog elke dag, maar de stad veramt, vinden de pioniers. De stad is een mall geworden, een overdekt winkelcentrum met louter ketenfilialen, franchises en fastfoodformules. Een corporate pretpark, dat met het web niets meer te maken heeft, laat staan met de echte wereld. Wij denken dat wij een koffiehuis hebben gekozen om met elkaar te praten, maar in werkelijkheid heeft het koffiehuis ons gekozen. (pagina 74)

Drie vormen van manipulatie en desinformatie
Het in diskrediet brengen van dissidenten, het afleiden van online discussies naar ongevaarlijke onderwerpen en astroturfing, de schijn wekken dat onder het volk veel steun is voor het regeringsbeleid. (pagina 76)

Datadictatuur
Het is een kwantumsprong in politieke communicatie: dat partijen niet alleen in staat zijn om in je hoofd te komen, maar met een plattegrond. Om dat ene deurtje te vinden, die ene gevoeligheid die de doorslag geeft. Op grond van informatie die je zelf achteloos klikkend op Facebook hebt prijsgegegeven.

Het medium om van gedachten te wisselen wordt een medium om gedachten te implanteren. Communicatie tussen burgers wordt configuratie ván burgers.
Welkom in de datadictauur. (pagina 81)

Zelfregulering, dan maar?
‘Zelfregulering is een oxymoron‘, zoiets als een vierkante cirkel of een gezellig bloedbad. Regulering is per definitie iets wat een ander doet, ‘zelfregulering’ is slechts een neoliberaal codewoord voor regels zonder handhaving en de vrijheid om ze alleen te volgen als het uitkomt. (pagina 85-86)

Herfeodalisering?
Habermas noemt het ‘een vorm van herfeodalisering’. Eerst was er alleen een vorst, wiens communicatie met het volk uitsluitend bestond uit het etaleren van zijn macht, zodat mensen geen gekke ideeën kregen. ‘Publieke opinie’ bestond niet. Toen kwam de constituele democratie, met vrije meningsvorming in de boezem van de bourgeoisie. En toen kwam de mediaindustrie: de macht debatteert niet, de macht manipuleert consensus, zodat mensen geen gekke ideeën krijgen.

Een nieuwe vorm van feodalisme. (pagina 88)

Andere boeken over dit onderwerp
# – De vrijheidsillusie : essays van Alicja Gescinska, Christien Brinkgreve, Ger Groot, Herman Vuijsje en anderen (2018)
Pieter van den Blink. The medium kills the message : Nieuw Licht op journalistiek, media en kijkcijfers (2016)
Koen Damhuis. De virtuele spiegel : waarom Facebook ons ongelukkig maakt (2012)
Franklin Foer. Ontzielde wereld : de existentiële dreiging van Big Tech (2017)
Andrew Keen. Het internet is niet het antwoord (2015)
Jaron Lanier. Nee, je bent geen gadget (2010)
Jaron Lanier. Tien argumenten om je sociale media-accounts nu meteen te verwijderen (2018)
Maurits Martijn & Dimitri Tokmetzis. Je hebt wél iets te verbergen : over het levensbelang van privacy (2016)
Evgeny Morozov. Om de wereld te redden, klik hier  (2014)
Wouter van Noort. Is daar iemand? : hoe de smartphone ons leven beheerst (2017)
Christian Rudder. Wie we zijn wanneer we denken dat niemand kijkt (2015)
Hans Schnitzler. Het digitale proletariaat (2015)
Hans Schnitzler. Kleine filosofie van de digitale onthouding (2017)
Manfred Spitzer. Digiziek : pleidooi voor offline leven (2016)
Jan Walraven. De diefstal van de eeuw : hoe we onze privacy verloren én kunnen heroveren (2018)
Tim Wu. Aandacht is het nieuwe goud : hoe commercie en media vechten om ons hoofd in te komen (2016)

Citaat 568 (zondag 13 januari 2019)
Homepage Citaten 2019

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

4 reacties op “Het is vrijwel onmogelijk om internet te gebruiken zonder zo’n kruimelspoor achter te laten.”

[…] ArtikelenHet is vrijwel onmogelijk om internet te gebruiken zonder zo’n kruimelspoor achter te laten. (januari 2019)Moreel leiderschap. Het ethos geeft als het erop aankomt de doorslag. (januari 2019)Onttrekken of toevoegen? (februari 2019)Next hope: ‘Enthousiasme en kritisch bewustzijn, meer hebben we niet nodig’ (maart 2019)Quote van het jaar? Wees deel van de oplossing. (oktober 2019) […]

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: