Categorieën
Boeken Onderwijs

Er is veel aan het gisten

In het voorjaar van 2012 deed ik een oproep in de regio Oss: wie durft met mij de uitdaging aan om veertig weken lang een non-fictie boek te gaan lezen, en daarover met elkaar in gesprek te gaan. Deelnemers lezen een (al dan niet bij de bibliotheek geleende) titel uit een speciaal samengestelde lijst. Niet iedereen hoeft in dezelfde periode hetzelfde boek te lezen. Tijdens de bijeenkomsten praten we met elkaar over zeer uiteenlopende maatschappelijke onderwerpen, en betrekken in het gesprek door ons gelezen boeken.

Deze oproep voor ‘Lezers van Stavast‘ (die ondanks alle verleidingen dóór blijven lezen) werd niet alleen door veel potentiële deelnemers opgepikt, maar ook de lokale redactie van het Brabants Dagblad was geïnteresseerd. Sterker: redacteur Henri van der Steen schreef er meerdere keren over , en nam deel aan de eerste bijeenkomsten. Later haakte hij – vooral vanwege de afstand – af. Jaren later had hij binnen het Brabants Dagblad een andere, meer vrije rol gekregen en begon met een reeks interviews onder de noemer ‘Ik ben Brabander’.

Hoe doe je dat, samenleven, samenwonen, getrouwd zijn, opvoeden, lief hebben? Gesprekken over relaties en het volle leven.

Op een bijzonder moment benaderde hij me telefonisch of ik open stond om mee te doen. Op dat moment liep ik op een zonnige middag in februari met mijn vrouw en enkele familieleden naar een gebouw in Heeze, waar we twee dagen later samen zouden komen na mijn schoonmoeder op het nabijgelegen kerkhof te hebben begraven.

Henri wist niet of ik getrouwd was, noch wat mijn potentiële vrouw voor werk deed. Toen ik hem vertelde dat zij al veertig jaar in het onderwijs zat, was hij zeer content. Dus kwam hij enkele weken later op bezoek, en sprak ruim een uur met ons. Dat leidde tot onderstaand artikel, dat op Carnavalsmaandag 28 februari 2017 in alle edities van het Brabants Dagblad verscheen.

Ik kwam het gisteren tegen, tijdens het opruimen en ordenen van vele knipsels. Er zat/zit een storende fout in de ondertitel. Daarin word ik neergezet alsof ik eindverantwoordelijk was voor het totale bibliotheekwerk in Noord Oost Brabant. Dat klopte niet; maar ik drukte er toen wel al ruim 37 jaar lang nadrukkelijk een stempel op.

Er is veel aan het gisten
Hun werk is goeddeels hetzelfde: mensen stimuleren zich te ontwikkelen, vooral via het lezen van boeken, Hans, als baas van zeventien biebs, Laura als onderwijzeres.

Leerden ze elkaar toevallig kennen in een bibliotheek? Nee. Laura van Duijnhoven: “Maar ik scoorde meteen een punt toen Hans na de eerste nacht zag dat er ‘s morgens een krant bij mij werd afgeleverd.” Hans: “En niet De Telegraaf. Ik dacht meteen: goed adres! Je stapt een huis binnen en je ziet aan de boekenkast meteen wie het is.” Ze is al 40 jaar juf. “Dat is toch eigenlijk ook niet meer van deze tijd, zo lang dezelfde baan, haha. Maar ja, ik vind het nog hartstikke leuk.”

Hij wordt, voor de grap, hoofdredacteur van Noord-Oost-Brabant genoemd, zet de lijnen uit in een gebied met 250.000 inwoners, zeventien bibliotheken. Vroeger noemden ze hem ‘de Prof’. “Omdat ik in groep 7 een keer m’n vinger heb opgestoken. ‘Mister, hoe kun je professor worden?’ Sindsdien noemden ze me de prof.”

Ze komen beiden van een boerderij. Veel vee, weinig boeken. Laura: “Wij hadden thuis alleen de bijbel. Er waren zes kinderen. En er was volop ruimte om te spelen. Ik denk dat ik als kind een kleinere woordenschat had dan de kinderen van nu.”

Geen schooltelevisie
Hans: “Wij hadden nog geen schooltelevisie. Maar ik las alles wat los en vast zat. Wij hadden een gezin van 9. In Veghel was een winkeltje waar je boekjes kon huren. Na verloop van tijd gingen die boekjes voor een habbekrats in de verkoop. Met Sinterklaas kregen wij allemaal enkele boeken. Op de middelbare school ontdekte ik bij boekhandel Schellen in Veghel de Salamander- en andere reeksen, klassiekers voor 50 cent. Een oom had een abonnement op de Katholieke Illustratie, daarna de Panorama. Daar stonden fantastische artikelen in over wetenschappelijke onderwerpen. Die vrat ik. Ik heb oneindig veel gelezen. Met vijftien, zestien ging ik zelf boeken kopen.”

Laura: “Hadden jullie een bieb?
Wij wel. Dan mocht je achter de balie iets uitzoeken en dan vragen of je het mocht lezen. je mocht niet alles lezen…”

Hans: “In Erp had je op zondag na de mis een uur om boeken uit Tilburg te kiezen. Daar heb ik drie delen over het leven van Michelangelo geleend.”

Jullie moeten (jonge) mensen aanmoedigen te gaan lezen.
Laura: “Ik geef les aan groep 6. We hebben nu een half schooljaar een schoolschrijver, Peter Vervloed. Hij komt elke week om voor te lezen, te vertellen, muziek te maken, verhalen te schrijven en over boeken te praten. Hij maakt kinderen enthousiast voor de magie van taal en ongemerkt ontwikkelen ze hun woordenschat. Hij betrekt er de ouders ook bij. Er zijn een stuk of 50 Schoolschrijvers in Nederland. Het is bedoeld om het taal- en leesniveau van kinderen te verbeteren. We hebben ook een schoolbieb en werken samen met de bieb. Media maken het lesgeven makkelijker. Wij werken met nieuwsbegrip.nl, een site met leeslessen aan de hand van de actualiteit. Minder saai, meer uitdaging. Kinderen vinden dat hartstikke leuk. Op deze manier komt er veel meer binnen van de wereld. Er zijn wel veel toetsen tegenwoordig. En lezen geeft een andere taal dan praten.”

Hans: “Ik sprak een leraar in Oss. Zijn kinderen bleken bepaalde woorden niet te kennen, omdat die alleen in boeken staan.”
Laura: “Treurig is zon woord. Dat woord gebruik je niet snel, maar kom je in een boek wel tegen.”

Waard
Hans: “In een boek maak je uit de context op wat het betekent. Of je zoekt het op. Zo verbreed je je horizon. Waars is zo’n woord, uit ‘zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’. Dat is ook zo’n woord dat je alleen in boeken tegenkomt.”
Laura: “Woorden als absoluut, kleven, verbijsterd. Wie veel leest, zal zulke woorden eerder begrijpen.”

Wat las jij als kind?
Laura: “Wipneus en Pim. Dat kan niet meer in deze tijd, veel te oubollig en rolbevestigend. We lezen nu Roald Dahl. Kinderen zijn echt wel enthousiast, vooral als je voorleest.”

Dichters en schrijvers lezen volwassenen voor. Literaire cafés zijn populair. De Van Duijnhovens geven de voorkeur aan zelf lezen, maar …
Hans: “Ik was laatst bij Ellen Deckwitz. Geweldige dictie. Ze knalde er zo 20 gedichten en songteksten uit.”
Laura: “Griet Op de Beeck leest voor, maar voegt ook iets toe aan het boek, geeft achtergronden van haar verhalen. Houdt niet meer op! Ze kan hartstikke mooi vertellen.”

Wat lezen jullie nu?
Laura: “Romans en kookboeken. Soms zijn kookboeken meer leesboeken met recepten.”
Hans: “Ik lees alleen non-fictie. De literatuur komt weer aan de beurt als ik met pensioen ben. Wij moeten mensen inspireren en vooral niet geven wat ze willen. Dat is de valkuil van veel biebs: doen wat de mensen vragen. Funest! Je moet dingen doen die schuren.”
Laura: “Een beetje. Want je moet wel mensen trekken.”
Hans: “De mensen willen de bestsellers.”
Laura: “Via de bestsellers komen ze wel binnen. je kunt Harry Potter niks vinden, maar dankzij Harry Potter zijn veel mensen gaan lezen.”

Stavast
Hans van Duijnhoven begon vijf jaar geleden in Oss een interessant experiment: de lezers van stavast: met een groep een boek lezen over een maatschappelijk onderwerp en er dan over praten, eventueel met een lezing van de schrijver. Hij organiseert nu meet-ups naar aanleiding va actuele ontwikkelingen.

Hans: “Met de lezer van stavast hebben we een lijst van inmiddels 450 boeken gemaakt, er komen elke week boeken bij. Het is een spannende, ingewikkelde tijd. Er is veel aan het gisten. We haalden bijna 600 man naar De Lievekamp voor een lezing van ‘transitie-professor’ Jan Rotmans,
Laura: “Wel vooral mensen van onze leeftijd.”
Hans: “Je bereikt een bepaald segment, de gemiddelde PVV-stemmer zit niet in de zaal, nee. Wij willen mensen bij elkaar brengen die normaal niks te maken hebben met elkaar, dat is een van onze belangrijkste taken de komende jaren. Dat is wel heel moeilijk. We zitten opgesloten in onze eigen bubbels, komen niet meer in contact met anderen. Helaas bestaat de dienstplicht niet meer.”
Laura: “Dat is wel waar, je, in dienst kwamen alle soorten jongens elkaar tegen.”

Hans: “Ik kan de wereld niet veranderen, maar er wel een gesprek over organiseren. We willen nu nog niets weten van een basisinkomen, maar geloof me, dat komt er. Zoals we straks ook geprint vlees eten en niet zelf meer auto mogen rijden, omdat de systemen dat beter doen.”

Smullen
Laura vertelt dat kinderen smullen van bloeddorstige verhalen uit de geschiedenis: martelingen, vierendelen. Hans prikkelt het college van Oss om een nieuwe bibliotheek te financieren.

Hans: “De bieb was vroeger een in zichzelf gekeerde organisatie, maar we treden nu steeds meer naar buiten. We zoeken haakjes, organiseren van alles met anderen, worden steeds zelfbewuster. Wij zeggen tegen de politiek: ‘Wij zijn een deel van de redding van het centrum van Oss.’ Als wij daar terecht komen, komt er traffic. We kunnen zeven dagen per week open zijn, tot 10 uur ‘s avonds. We kunnen zorgen dat er constant iets gebeurt. We zitten nu in ene oud pand dat op is, bovendien buiten het centrum. In het centrum zat een grote V&D. Dat foeilelijke gebouw staat leeg, er zit nu een beddenhandel in met troep. Dat gebouw moet plat, daar moet een nieuw gebouw komen, met op de begane grond een bibliotheek, in het glas, met alle ruimte. Er moet geïnvesteerd worden in de binnenstad. Maak daar ook een Kunsthal, net als in Helmond en Rotterdam, een lege doos waar je tentoonstellingen kunt invliegen. Dan komen ze uit Groningen naar Oss. Maar dan moet je wel visie hebben. den Bosch is aardig bezig, maar zit ook in een oud pand. Tilburg heeft een gouden kans, met de Spoorzone, een fantastische locatie. Da wordt het kloppend hart van de stad. Dat willen wij ook.”

Twee intermezzo’s

Zogenaamd dyslectisch
Laura van Duijnhoven: “Elke klas heeft wel dyslectische kinderen die nu beter geholpen worden dan vroeger. Je kunt tegenwoordig ook een boek lezen op de computer, het wordt voorgelezen, het kind ziet de tekst en leest mee. je kunt het tempo opvoeren of langzamer maken.
Maar als ik dan nu lees dat 30 procent dyslectisch is … ik kan het me niet voorstellen.”
Hans: “De meesten hebben gewoon te weinig leesmeters gemaakt. Punt.
Laura: “Ben je dyslectisch dan krijg je vrijstellingen. Ouders vinden die verzachtende maatregelen belangrijk.
Hans: “Kinderen leren technisch lezen en houden ermee op in groep 5. Daarna zijn ze zogenaamd dyslectisch.”

We halen ze van straat
Hans van Duijnhoven: “Ik zat op de bibliotheekacademie in Tilburg. Daar waren er zes van in Nederland, hbo-instellingen die opleidden tot bibliothecaris. Duurde drie jaar. Er is er geen een meer. Maar we hebben wel bibliothecarissen nodig. We halen ze nu van de straat en letten vooral op hun attitude. Als ze maar snappen dat er zo veel kan met een bieb. We kunnen met elk onderwerp iets, pak op wat je interessant vindt.”

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: