Op dinsdag 15 september 2015 werd in de zogenaamde Koepelhal in Tilburg – op ‘de Spoorzone’ – een alternatieve troonrede uitgesproken. Voor bibliothecarissen. Of – zoals ze tegenwoordig ook wel genoemd willen worden – informatieprofessionals.

Een toespraak met ook een optimistische toon. Geen verhaal dat er een klein (financieel) plusje aan zit te komen, of dat de crisis binnenkort achter ons zal liggen. Nee, een heel ander geluid. Opmerkelijk voor mensen die menen dat bibliotheken op sterven na dood zijn. Bibliothecarissen lantaarnopstekers en mijnwerkers achterna zullen gaan. Nee, volgens David Lankes – die als professor in Syracuse (in de staat New York) nadenkt over ‘new librarianship’ – breekt er een ‘golden age’ voor bibliothecarissen aan. Is die wellicht al begonnen. Opmerkelijk, nietwaar? In een tijd waarin je op verjaardagen steevast als aanstaande werkloze wordt bejegend: ‘Eh, hoe gaat het bij jullie?’
Een gouden eeuw?
En dan komt een spraakwaterval, annex professor uit The States vertellen dat er voor bibliothecarissen mooie tijden aanbreken. Midden in een periode waarin uitleencijfers dalen, her en der in Nederland bibliotheken worden gesloten. Het illegaal en digitaal grazen alleen maar toeneemt. En het als burgers steeds moeilijk wordt om uiteenlopende ‘aandacht-opslorpers’ van het lijf te houden.
En toch staan we volgens David Lankes aan de vooravond van een (nieuwe?) (andere!) gouden eeuw voor de bibliotheek. Beter: voor de bibliothecaris. Want, dat is de crux van zijn betoog. In de komende jaren, decennia draait het in bibliotheken om bibliothecarissen. ‘Define librarianship first, library second‘. Formuleer eerst wat een bibliothecaris is, doet en pas daarna wat een bibliotheek is. Bouw kortom pas een ander pand als je weet wat die bibliothecarissen in dat ‘vehikel’ gaan doen.
Trots op onze bieb
Ik vermoed dat Lankes hecht aan de benaming bibliothecaris. Informatieprofessional is een typisch voorbeeld van een trend die je in veel branches ziet. Bestaande, eervolle en waardevolle beroepen worden van een ander etiket voorzien. Maar met de ‘titel’ bibliothecaris is volgens hem niets mis. Sterker. Hij haalt een Amerikaans onderzoek aan waarin gevraagd werd welke beroepen er in de samenleving toe doen. Bovenaan stonden de soldiers (die hun leven willen opofferen) (het is een Amerikaans onderzoek!), nurses (aan het bed, en dus niet de doktoren) en als derde de librarians. Met de beeldvorming is kortom niet zo veel mis.
Veel mensen, ook zij die de bibliotheek niet of niet (meer) zo vaak bezoeken, hebben een positief beeld van wat een bibliothecaris doet. Een indruk die we in onze regio herkennen. Tijdens de (tweede Nederlandse) G1000 (in Uden) kwam op zaterdag 4 oktober 2014 als tweede idee (van tien) uit de bus: Bibliotheek laten voortbestaan als basisvoorziening voor kennisdeling, belangrijk voor ontwikkeling en ontmoeting. En alhoewel veel Udense G1000-gangers misschien dachten aan het inleveren en ruilen van boeken, moeten er die dag ook velen zijn geweest die weten dat ‘hun bieb’ meer is en doet. Betrokken bij uiteenlopende activiteiten; overal in de omgeving contacten legt. Bezig is mensen sterker te maken. Ze helpt bij uiteenlopende zaken. En – waarschijnlijk vermoedden ze ook – dat er nog veel meer kan. Moet! Als je ‘de bieb’ maar haar gang laat gaan. Bibliothecarissen die connecties leggen, ‘dingen’ entameren, aanzwengelen, zorgen voor leven in de brouwerij.
Drie aandachtspunten
David Lankes kende natuurlijk die Udense stem niet, maar had die in zijn betoog kunnen opnemen. Dat draaide om drie zaken. Ten eerste stelde hij dat onze sector klaar is om een andere rol in de samenleving te gaan spelen. ‘We are ready‘. Een boude uitspraak, maar als key note spreker moet je natuurlijk niet aankomen met te veel mitsen en maren. ‘We are ready‘ is wat mij betreft té sterk aangezet. Beter ware als hij had gezegd dat er binnen onze sector mensen rondlopen die ongeveer aanvoelen wat wij als bibliothecarissen (nog meer) moeten gaan doen. Dat we in dat proces collega’s meenemen die ‘het’ nog niet (helemaal) begrijpen. Of mensen aannemen die ‘het’ wel begrijpen, kunnen én durven. Hij noemde het niet, maar evident is dat we richting buitenwereld en vooral onze subsidiegevers moeten uitleggen waar ‘we klaar voor zijn’ en of dit past binnen hun visie op de samenleving. Zonder draagvlak lukt het natuurlijk niet.
Onze omgeving is er wél klaar voor
Een tweede punt waar hij op hamerde is dat onze leden klaar zijn: our members are ready. Daarmee bedoelt hij twee zaken. Ten eerste wordt de bibliotheek door steeds meer leden én niet leden bezocht om ‘andere’ dingen te doen, ervaren. Niet langer staat voor hen centraal het inleveren van boeken. Maar ze komen naar die plek in een dorp of stad om ‘iets’ anders te doen.
Een ander punt dat hiermee samenhangt is dat er in elke gemeenschap (steeds meer) mensen zijn die anderen willen helpen. Met groeien, zich ontwikkelen, kennis verwerven of hoe je het ook noemt. Je kunt als mens heel veel dingen thuis via het internet tot je laten komen, maar een mens is en blijft een sociaal wezen. Wil er ‘wel eens uit’, andere sociale dieren zien. Plekken waar je als burger altijd welkom bent – consumptie niet verplicht is, je als het ware op kunt gaan in een groter geheel en ‘iets’ kunt opsteken – zijn er niet zo veel (meer). Niet alleen de steeds groter wordende groep niet actieven heeft dit ontdekt. Denk ook aan jongeren die bij ‘ons’ komen studeren, zzp’ers die gewoon komen werken, overleggen en netwerken. Toeristen, dagjesmensen, ja zelfs af en toe zwervers enzovoorts.
David Lankes weet dat een (goede) bibliothecaris in staat is mensen met een bepaalde kundigheid of vaardigheid te koppelen aan een project of groep mensen, die ergens mee bezig zijn. En hulp kunnen gebruiken. Extra uitleg. Iets voordoen. Helpen met dit of dat. Een win-win situatie. Voor deelnemers en begeleiders.
Our communities are in crises
Het belangrijkste punt van David Lankes is dat hij weet dat we midden in een complexe tijd leven. Met zoals dat modieus genoemd wordt: veel uitdagingen. Disruptie. Hij noemt het botweg: our communities are in crises. Onze gemeenschappen zitten in crises: meervoud. En we moeten (lokaal, regionaal) op zoek naar alternatieven, positieve zaken. Daarmee gaf hij impliciet aan dat de trend dat alle Nederlandse bibliotheken allemaal ongeveer hetzelfde moeten doen, een uniforme uitstraling zouden moeten hebben of krijgen (het zogenaamde retail-denken), een misvatting is. Communities, gemeenschappen verschillen van elkaar en zullen daarom andere klemtonen leggen. En dat is natuurlijk (!) zichtbaar in hoe die plek er uit ziet.
Maar terug naar die ‘crises’. Hij stipte vier issues aan. Dat hadden er meer kunnen zijn. Als eerste noemde hij het massaal komen en gaan van migranten, het probleem van identiteit en hoe om te gaan met integratie, opvang et cetera. Verder zitten we in een periode waarin ons economisch model aangepast moet worden. Als derde noemde hij het feit dat veel mensen zich té veel op hun gevoel door het leven bewegen en niet goed begrijpen hoe wetenschap werkt. Ook vindt hij dat we als samenleving moeten gaan experimenteren met ons democratisch model.

Laten we daar nu als bibliothecaris een bijdrage aan kunnen leveren. Hoe?
Eenvoudigweg door te helpen dat burgers beter begrijpen wat er gaande is. Ik zelf noem het vaak ‘mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan’, maar elke andere zin is prima. Zolang een bibliotheek in dit kanteltijdperk mensen links- of rechtsom voorhoudt welke zaken op ons afkomen. En hoe we daar individueel of als samenleving mee om zullen moeten leren gaan. De bibliotheek is voor alle duidelijkheid niet de plek waar het ‘voedselvraagstuk wordt opgelost. Of een ander economisch model zal worden bedacht.
Maar ‘de bieb’ kan wel uiteenlopende activiteiten organiseren – bij voorkeur samen met anderen (instellingen, organisaties, bedrijven) – om mensen in ons werkgebied mee te nemen in dit of dat traject. Ze bewust te maken dat er een probleem is. Er waarschijnlijk meerdere opties zijn. Met voor- en nadelen. Die ‘dilemma’s’. Wellicht zijn er nog andere oplossingsrichtingen mogelijk. Kunnen we een workshop organiseren opdat deelnemers iets leren. Een debat waar voor- en tegenstanders zich op een neutraal terrein liefst opbouwend elkaar kunnen bestrijden. Een tentoonstelling inrichten met een instelling die opmerkelijke ‘oplossingen’ voor ‘iets’ heeft. Een project opstarten met alle leerkrachten van groep zes. In het kader van de (helaas afgeschafte) maatschappelijke stage leerlingen in een regiobreed project betrekken. In de lokale schouwburg een grote naam op een bepaald crisis-issue neerzetten, met als opdracht mensen ‘te prikkelen’. Een project rondom Pippi Langkous? Anything goes, zou Cole Porter zeggen.
Neutraal, objectief versus Van behagen naar uitdagen
David Lankes weet dat een bibliothecaris die zo door het leven gaat niet objectief, volstrekt neutraal is. Kan zijn. Dat is niet alleen ondoenlijk, maar zelfs onwenselijk. Ondoenlijk want als je dít onderwerp op de agenda zet, dan negeer je andere issues. Het is kortom altijd subjectief. Dat wil niet zeggen dat je als bibliothecaris niet op moet passen. Niet té ver voor de troepen moet uitlopen. Maar anderzijds, als je meegaat in de analyse van David Lankes en vele anderen dat onze gemeenschappen in crises zijn, dan ligt het voor de hand dat je (soms) controversiële thema’s zult moeten agenderen.
De tijd dat de bibliotheek de nadruk legde op ontspanning en recreatie ligt niet achter ons, maar de nadruk verschuift wel naar informeren, debat, ontmoeting, ontwikkeling. Evident blijft in mijn ogen dat iemand die leest zich per definitie ontwikkelt. Misschien gaan we van behagen naar uitdagen. Bibliothecarissen stellen – nog anders geformuleerd – vragen. En dragen mogelijke oplossingen aan, stimuleren het gesprek, willen dat mensen zich ontwikkelen. Maar in the end is het aan die burger om een standpunt in te nemen.
Een goede naam
David Lankes merkte tijdens het vragen-halfuurtje op dat ‘de bieb’ in elke gemeenschap een goede naam heeft. Ze is onbevooroordeeld. Iedereen mag binnenkomen. Consumptie niet verplicht. Hij noemde anderen openbare plekken, maar streepte ze stuk voor stuk weg. Het stadhuis, scholen, horecagelegenheden. Allemaal niets mis mee, maar het woord bibliotheek wordt niet voor niets voorafgegaan door het predicaat ‘openbaar’. Of public in Engeland en The States. De bieb is een publiek goed. Van ons allen. Die goodwill schept echter verplichtingen, en het is aan ons – de bibliothecarissen – die naam niet te grabbel te gooien.
Drie andere tegenkrachten
Aan het eind stipte Lankes enkele beren op de weg aan. Om te beginnen: cynisme. Met de houding dat het ‘nooit iets zal worden’ komen we er niet. Niet als samenleving en ook niet als bibliotheek. Het is volgens Lankes belangrijk dat je als bibliothecaris begint. ‘Go, make something happen‘ (zou Seth Godin zeggen). Wellicht tegen beter weten in. Volg je instinct en negeer de stuurlui aan wal die weten dat hét toch niets kan worden. Zet door. Straal optimisme uit.
Verder heb je ook te maken met mensen die zoals hij dat noemt ‘klein denken‘. ‘Doe maar gewoon!’ of ‘Schoenmaker, blijf bij je leest’. Een bibliothecaris die in zijn of (vaker haar) gemeenschap andere ‘dingen’ wil uitproberen krijgt hier mee te maken. ‘Zou je dat wel doen?’ Volgens Lankes moet je er vooral voor gaan. Durf groot te denken. Sla andere wegen in. Leg connecties met onvermoede partners.
Een andere beer is dat je als bibliothecaris onvoldoende aan jezelf blijft werken. Ik heb het in dit verband altijd over een té leeg rugzakje. Dat moet meer dan goed (sorry: breed) gevuld zijn. Je kunt immers alleen verrassende ‘dingen’ bedenken, entameren als je jezelf doorlopend breed en (op sommige gebieden) diep blijft ontwikkelen. Je hoeft niet alles even breed en diep te doen. Dat is onmenselijk. Maar regel wel dat er in jouw bibliotheek collega’s rondlopen die zich op een andere manier breed en diep blijven ontwikkelen. David Lankes noemt het zo: ‘You Should Be the Inspiration of Those Around You‘. Je weet kortom mensen individueel of in groepsverband attent te maken op onverwachte zaken, ‘andere titels’, gebeurtenissen, lezingen, tentoonstellingen, TED-filmpjes, cartoons. Soms een liedje. Je bent als bibliothecaris per slot van rekening een verhalenverteller, die onverwachte, dwarse, schurende doorkijkjes naar andere werelden kan bieden.
Een definitie
A library is a mandated facilitated space maintained by the community, stewarded by librarians, and dedicated to knowledge
David Lankes laat het woord public weg want hij heeft het ook over school-, bedrijfs- en universiteitsbibliotheken. Plekken die in zijn ogen altijd door een gemeenschap in stand worden gehouden, waar professionals rondlopen. En wat is hun drive, hun houding: dedicated to knowledge. Toegewijd aan kennis. Mooi gezegd, alhoewel je kunt redetwisten of het kennis draait. Of toch meer om wijsheid?
Déjà vu? en een overbodige, niet gestelde vraag
Uiteraard had ik al eerder van David Lankes gehoord. Iets van hem gelezen. Een talk bekeken. Maar hem nog nooit bezig gezien. Hij is een goede spreker. Die overduidelijk zijn tienduizend uur op een spreekgestoelte heeft gehaald. Na afloop maakte ik hem attent op een song van tien jaar geleden. Die qua titel én inhoud aangeeft waarom een bibliothecaris vandaag de dag zo nodig door moet gaan met zijn of haar werk. Ignorance is the enemy van de Amerikaanse singer-songwriter Rodney Crowell. Onwetendheid is de vijand, die bestreden dient te worden! Een liedje van zijn cd The outsider uit 2005, waarin hij op verschillende manieren probeert uit te leggen waarom onwetendheid de vijand is. De vijand die verhindert dat mensen met een open mind en houding ‘the crises’ te lijf willen gaan. Verhindert dat ze zich als mens volledig kunnen ontplooien, ontwikkelen. Lastig in een tijd waarin we allemaal op onze eigen manier vraagtekens bij onze lifestyle zullen moeten gaan zetten.
Ik vergat hem echter in alle hectiek te vragen of hij Seth Godin kende. De Amerikaanse marketeer die in 2012 een online manifesto over het onderwijs publiceerde: Stop stealing dreams (what are schools for?). Waarin hij een meer dan warm pleidooi houdt om het onderwijs heel anders te gaan organiseren. Centraal staat bij hem dat alle zekerheden van de twintigste eeuw zijn weggevallen en dat we ons voor moeten bereiden op een tijd waarin er continue verandering (en disruptie) zal zijn. En hoe ‘het onderwijs’ en ‘opvoeders’ kinderen daarop kunnen voorbereiden. Hoe? Hij weet het ook niet precies, maar zeker is dat de oude manieren niet meer werken. In dit zeer vlot geschreven manifest houdt hij een zeer (helaas ik kan het niet anders formuleren) warm pleidooi om veel te lezen en schrijven. In de langste van de 123 paragrafen heeft hij het over de openbare bibliotheek. Hoe opmerkelijk, nietwaar? Die is in zijn ogen: a place, still. Waar mensen samenkomen kunnen komen én professionals rondlopen die hen helpen. Vervolgens formuleert hij vijf rollen voor die alleskunners: producer, leraar, impresario, conciërge maar bovenal verbinder. Tussen mensen en ideeën. Mijn tweede vraag richting David Lankes had moeten zijn of hij Seth Godins analyse en woorden kende. Wellicht deelde. Eigenlijk weet ik het antwoord wel: hun visies vallen naadloos samen.
The next library is a place, still. A place where people come together to do co-working and to coordinate and invent projects worth working on together. Aided by a librarian who understands the Mesh, a librarian who can bring to bear domain knowledge and people knowledge and access to information.
The Mesh is onze complexe wereld, waarin die bibliothecaris zich als een vis in het water voelt. En als het nodig is om een naaimachine het pand binnen te slepen, so what?
The next library is a house for the librarian with the guts to invite kids in to teach them how to get better grades while doing less grunt work. And to teach them how to use a soldering iron or take apart something with no user-serviceable parts inside. And even to challenge them to teach classes on their passions, merely because it’s fun. This librarian takes responsibility or blame for any kid who manages to graduate from school without being a first-rate data shark.
The next library is filled with so many Web terminals that there’s always at least one empty. And the people who run this library don’t view the combination of access to data and connections to peers as a sidelight—it’s the entire point.
Belasting betalen?
Wouldn’t you want to live and work and pay taxes in a town that had a library like that? The vibe of the best Brooklyn coffee shop combined with a passionate raconteur of information? There are one thousand things that could be done in a place like this, all built around one mission: take the world of data, combine it with the people in this community, and create value.
Vijf rollen en het draait niet om e-books
Librarians who are arguing and lobbying for clever e-book lending solutions are completely missing the point. They are defending the library-as-warehouse concept, as opposed to fighting for the future, which is librarian as producer, concierge, connector, teacher, and impresario.
Eerder verschenen artikelen over ‘de bieb’
Het regelmatig bezoeken van de bibliotheek verhoogt het geluk meer dan een salarisverhoging van €1.666 (mei 2014)
(De) bibliothecaris steeds meer moeten gaan zien als antwoord op de behoeften die leven in de samenleving. (maart 2015)
Libraries change live (december 2014) filmpje
De bibliotheek wil een plek zijn waar iedereen zich over verschillende aspecten van onze kantelende samenleving kan informeren. (oktober 2014)
Bibliotheek laten voortbestaan als basisvoorziening voor kennisdeling, belangrijk voor ontwikkeling en ontmoeting. (oktober 2014)
… als bibliotheken vooral opnieuw onderzoeken hoe we een actieve rol kunnen spelen in de gemeenschap … (maart 2013)
Is dit waar? 3 uur wifi kost minimaal een lunch (november 2013)
De bibliotheek – … een plek is, waar (digitale) informatie en menselijke ontmoeting samenkomen. (januari 2014)
Die hebben nog wel boeken, maar er gebeurt veel meer. (januari 2014)
Missie: mensen grip geven op de ingewikkelde samenleving (december 2013)
Rewriting the book (augustus 2014)
“mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan” (maart 2014)
Een prentenboek voor oefenaars (mei 2014) over Seth Godin
Legostenen (november 2013)
Citaat 285 (woensdag 16 september 2015)
Homepage Citaten 2015
Één reactie op “De bibliothecaris: toegewijd aan kennis”
[…] de computer leest allesOnder deze noemer traden in Den Haag vier sprekers aan. Plus eentje online. David Lankes, een Amerikaans bibliotheek-professor, opende de bijeenkomst middels een van tevoren opgenomen […]