Categorieën
Citaten Maatschappij Next

AI is te belangrijk om over te laten aan grote techbedrijven en overheden.

Een studiedag.
Ook binnen de bibliotheeksector worden regelmatig studiedagen belegd. U kent ze uit uw eigen branche of sector. Prima dat ze er zijn. Je loopt collega’s tegen het lijf, spreekt over alledaagse beslommeringen, eet een lekker broodje en pikt soms iets mee wat wellicht ooit van pas kan komen.

Binnen onze (bibliotheek)sector heeft sinds enige jaren de KB (de Koninklijke Bibliotheek) een nieuwe, overkoepelende rol voor de hele bibiotheeksector gekregen. Tot voor enige jaren waren universitaire, wetenschappelijke en bedrijfsbibliotheken sterk gescheiden van de openbare bibliotheeksector. In de praktijk is dat nog steeds het geval, maar de KB is sindsdien wel degelijk bezig met zaken die de openbare bibliotheeksector aangaan.

KB College
Zo organiseren ze regelmatig studiebijeenkomsten die voor de hele sector van belang kunnen zijn. Dinsdag 2 juli was ik aanwezig bij het derde ‘KB College’. In Den Haag, in een té warme aula, met slecht zicht, kwamen de meeste bezoekers uit de wereld van universiteit, musea en onderzoeksinstellingen.

Bibliothecarissen uit de openbare bibliotheeksector waren ver in de minderheid. Liepen blijkbaar niet warm voor het thema van de dag. Jammer, want het was een interessant onderwerp met goede sprekers. Maar de verrassing zat wat mij betreft in de staart. 

AI en de Bibliotheek – de computer leest alles
Onder deze noemer traden in Den Haag vier sprekers aan. Plus eentje online. David Lankes, een Amerikaans bibliotheek-professor, opende de bijeenkomst middels een van tevoren opgenomen filmpje. En mengde zich aan het eind van de middag via Skype in het gesprek.

Talk van David Lankes (19 minuten) met transcript

Vimeo: Decoding AI and libraries (2 juli 2019)

Vier Nederlandse deskundigen, van buiten de bibliotheeksector, kregen elk ongeveer een half uur om iets te vertellen over hun onderzoek. Allen zijn op hun manier bezig met AI, Artificial Intelligence. Én (big) data. Kunstmatige intelligentie kan (immers) alleen intelligent worden als ‘het’ gevoed wordt met data. Data die zo’n systeem als het ware opslurpt en er mee aan de slag gaat. Slimme, zelflerende systemen kunnen uit die brei aan data informatie distilleren die de mens er nooit in had kunnen ontdekken. Een bijkomend effect is dat die systemen daardoor nóg slimmer (kunnen) worden. 

Bibliotheken beschikken over grote hoeveelheden data, en vormen daarom een belangrijke partner voor partijen die zich bezighouden met AI. 

Interessante kost. Binnenkort komen de verslagen, presentaties en het filmpje van David Lankes beschikbaar.

Jim Stolze

De staart
Wat mij betreft zat de ‘winst’ van deze dag bijna aan het eind van de middag, toen presentator Erik Boekesteijn (een mooie bieb-naam!) Babette Egges van Probiblio (de organisatie die overkoepelend werk verzet voor veel Noord- en Zuid Hollandse bibliotheken) uitnodigde om nog even een korte mededeling te doen.

Zij vertelde over een initiatief dat ik over het hoofd had gezien. Zij niet, want ze was er in haar regio mee aan de slag gegaan. Een prima idee.

De Nationale AI-cursus
Na afloop sprak ik met haar over dit fenomeen. Ze liet de naam Jim Stolze vallen. Bingo: die ken ik. Jim Stolze is een man die zich op allerlei plekken bezighoudt met ‘de nieuwe wereld’. Hij heeft in 2018 het initiatief genomen voor de Nationale AI-cursus. Hij wil gewone burgers middels deze cursus bijpraten over AI. Wat het is, waar onderzoekers mee bezig zijn maar vooral wat de impact van AI op de samenleving kan zijn.

Het begon allemaal met een column in het Financieel Dagblad over de onwetendheid over artificiële intelligentie. Daarin schreef Jim Stolze onder meer het volgende: “AI is te belangrijk om over te laten aan grote techbedrijven en overheden. Mondige burgers en kritische consumenten kunnen ervoor zorgen dat de technologie op de juiste manier wordt ingezet. Een nationale AI-cursus kan daarbij helpen.” De Amsterdamse tech-ondernemer, die met zijn ‘uitzendbureau voor artificial intelligence’ aan grote bedrijven concrete oplossingen biedt op vlak van kunstmatige intelligentie, verbaasde zich erover hoe weinig het doorsnee publiek er over weet. (Artikel: Deze techondernemer lanceerde een gratis AI cursus voor iedereen: ‘De oudste cursist was 81’ (februari 2019)

Het is geen cursus die van gewone mensen programmeurs wil maken. Integendeel. Geen moeilijk gedoe. Iedereen met een gemiddelde intelligentie kan deze cursus volgen. Het kost alleen tijd. Hij schat vijf uur.

De cursus is opgedeeld in acht modules (sorry: tracks) en vier cases. Mooi, professioneel gedaan. Prettig om te volgen. Lezen, kijken, korte stellingen beantwoorden. De tijd vliegt voorbij. Aan het eind krijg je een certificaat en ben je op hoofdlijnen een stuk wijzer geworden over AI en vooral wat er de komende jaren aan zit te komen. Wellicht ben je bezorgder geworden over die ontwikkelingen; of is die zorg juist verminderd.

Volgens mij roept deze cursus – wellicht bewust – nog méér vragen op. Vragen of dilemma’s waarover je met andere mensen in gesprek zou willen gaan. 

Hé!
Dat is een mooie rol voor een openbare bibliotheek. Mensen rondom een bepaald doel bij elkaar brengen. Ze van aanvullende informatie voorzien én daarover met elkaar in gesprek laten gaan. Niet dat we tijdens zo’n gesprek de waarheid (of wat daarvoor door moet gaan) boven tafel zullen krijgen. Geenszins, maar in mijn optiek is het belangrijker dat over dit soort onderwerpen gesproken wordt. Mensen er via elkaar achter komen dat er meer kanten aan een bepaald onderwerp zitten. 

Een tweede reden dat de bibliotheek zich met deze cursus moet bemoeien is dat Jim Stolze zich een doel heeft gesteld. Hij streeft er naar dat één procent van de Nederlandse bevolking ‘zijn’ Nationale AI-cursus gaat doen. Dat zijn ongeveer honderdzeventig duizend mensen.

Toegespitst op onze regio (Noord Oost Brabant) circa vijfentwintighonderd personen. Wellicht kunnen de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken leden én niet-leden in onze regio gaan oproepen om mee te doen. Én hen vragen om zich na afloop aan te melden voor een soort nagesprek, evaluatie, aanvullende lezing of iets anders. Op meerdere plekken: in Oss, Uden, Veghel of elders.

Artikel: Nationale AI-cursus van Jim Stolze mikt op 170.000 deelnemers (december 2018)

Idealiter gaan circa 2.500 mensen uit onze regio thuis aan de slag (met vijf uur een online cursus volgen) en komen later – ná het behalen van het certificaat, dat wel! – op verschillende plekken in ons werkgebied samen om met mede-cursisten over dit onderwerp door te praten. En wellicht ontstaat er uit een van zo’n groepen iets aanvullends. Wellicht kunnen we daar doorpraten over een idee dat tijdens de bijeenkomst in Den Haag niet aan de orde kwam. Een wild idee.

Een wild idee
AI of Kunstmatige Intelligentie kan alleen slimmer worden door grote hoeveelheden data. Data die zo’n systeem als het ware gaat analyseren. Kan ‘ik’ uit die hoop relevante trends halen. En die aldus opgedane informatie (beter: kennis, inzicht) kan de mens gebruiken om ‘dingen’ beter te gaan doen. AI-systemen zijn inmiddels zo ‘slim’ dat ze met die opgedane kennis een volgende keer nog betere resultaten kunnen realiseren.AI-systemen worden meer en meer zelflerend. Prima. Daar zitten natuurlijk ook schaduwkanten aan.

Iedereen die (bijvoorbeeld) Homo Deus van Yuval Noah Harari heeft gelezen weet waar ik op doel. Slimme zelflerende systemen kunnen aan de ene kant wellicht een samenleving creëren waarin mensen als ‘goden’ gaan leven, maar aan de andere kant kunnen die systemen ons op termijn ook als varkens in de bio-industrie gaan houden. We zijn in hun ogen dan irrelevant en feitelijk niet meer nodig.

Zo ver is het natuurlijk nog lang niet; en het is maar zeer de vraag of het ooit zo ver zal komen.

Van wie zijn die data? En de opbrengsten?
Wat mij betreft speelt er iets anders rondom AI en (big) data.

De kernvraag is van wie die data, én de resultaten die zelflerende systemen met die big data weten te genereren, zijn.

Momenteel is zeker dat wij (de mensen die het gros van de data als het ware ‘produceren’) niet de baas zijn van die data. Sterker. Bijna niemand weet wat er zoal, door wie en met welk doel wordt verzameld.

Er zijn veel spelers, dat is zeker. Grote en kleinere partijen. Overheden, allerlei instellingen die aan de overheid verwant zijn, bedrijven, organisaties, instellingen. In binnen- en buitenland. Een ratjetoe aan data-verzamelaars.

Duizenden en duizenden partijen die ‘iets’ met ‘onze’ data doen. Bedoeld om ons (nog) beter te helpen. Zeggen ze. En wij geloven ze, want we nemen bijna achteloos hun ‘producten’ af. Klikken zonder te lezen meteen op ‘akkoord’. 

Tóch groeit dagelijks het koor van mensen die bij deze majeure trend vraagtekens zetten. Er moet kortom over gesproken worden. Niet meteen over ‘dé’ oplossing, want daarvoor is het probleem veel té groot en complex. Wat is trouwens ‘het’ probleem?

Pleidooi
Ik bepleit dat we per regio in kaart gaan brengen wat er zoal, en vooral door wie (en met welk doel) aan data wordt verzameld. Welke data van ons worden ongevraagd met andere partijen gedeeld? 

En ververvolgens de cruciale vraag: willen we dit wel? Mag dit zo door gaan? En als we dat niet vinden, wat dan? Er mee stoppen? Nadenken over een alternatief? 

Veranderingen beginnen met vragen stellen.

Ik vermoed dat het op termijn uit zal draaien op drie woorden: overheid, markt en commons.

Onze data mogen door een van deze drie ‘partijen’ als het ware worden opgeslurpt en bewerkt. En voor elke deelnemer aan dit gigantische ‘spel’ worden afspraken gemaakt. Dit en dat mag wel, maar sommige toepassingen en bewerkingen zijn verboden. Met wie mogen data en resultaten gedeeld worden? Wie profiteert er (financieel of anderszins) van et cetera. 

Drie sferen
De openbare bibliotheek is bij uitstek een partij in de commons-sfeer.

Helaas niet helemaal, want overheden (landelijk, provinciaal en lokaal) subisidiëren de sector voor een groot deel. Wij zijn daar domweg van afhankelijk en iedereen die het gedoe om de publieke omroep volgt (en vooral het keer op keer korten van de budgetten) weet hoe afhankelijk de NPO en de andere omroepen van Den Haag zijn.

Tóch zou in mijn ogen de openbare bibliotheek een speler in dit AI en big data-gedoe kunnen gaan spelen.

De lokale of regionale bieb die als commons-speler data gaat beheren en samen met inwoners gaat bespreken wat er met ‘hun’ data mag en moet gebeuren.

Burgers die gedwongen worden na te denken over mogelijke toepassingen voor het analyseren van door hen gegenereerde data. Welke vragen zijn urgent? Kunnen wellicht met behulp van slimme, zelflerende systemen worden aangepakt?

De bibliotheek doet dat onderzoek niet zelf. De expertise is domweg niet aanwezig. Ik voorzie een mooie rol voor de KB. Die namens de lokale bibliotheken samenwerking zoekt met universiteiten, andere onderzoeksinstellingen en – vooruit – commerciële bedrijven. Maar wel onder haar condities. Bedoeld om ‘de wereld’ ‘beter’ te maken. De bieb als krachtige partner tegenover de andere twee molochen: overheid en bedrijfsleven.

Ondertussen voeren wij lokaal en regionaal als bibliothecarissen samen met ‘onze’ burgers het gesprek over wat er met onze data moet gaan gebeuren.

Het idee van David Van Reybrouck (honderd mensen via loting een tijd lang zich laten informeren over een groot thema; en aan het eind met een advies komen) lijkt me hier van toepassing. Boek: Tegen verkiezingen (uit 2013)

Artikelen
Kevin Kelly: Vragen stellen is gewoonweg krachtiger dan antwoorden geven. (augustus 2016)
Er zullen politieke beslissingen moeten worden genomen om hierop te anticiperen (september 2016)
People get ready, there’s a train a comin’ (mei 2016)
Onze identiteit – Als we niet veranderen, verspelen we onze toekomst. (oktober 2016)
Publieke domein: Als er ooit behoefte was aan een Plan B is het nu. (november 2016)
Een waarschuwing van Bill Gates, Elon Musk en Stephen Hawking (februari 2017)
We zullen als mens heel erg ons best moeten doen om in control te blijven. (mei 2017)
Al kan een intelligent systeem betere beslissingen nemen dan de mens, dan nog kan het beter zijn dat de mens het slechter blijft doen (augustus 2017)
Misschien moeten alle robotici maar sterven nu we niet meer in staat zijn onze eigen scheppingen te begrijpen (oktober 2017)
Wij zullen – .. in de nabije toekomst de wereld moeten delen met superintelligente computers. (augustus 2014)
Mens: Hij is allang niet meer van zichzelf, hij is geen subject meer – hij is object geworden. En prooi. (april 2018)
We zijn onze democratie kapot aan het maken door haar te beperken tot verkiezingen (juni 2014)

Next librarians zijn de vroedvrouwen van de … next society (augustus 2018)

Citaat 599 (vrijdag 5 juli 2019)
Homepage Citaten 2019

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d