Categorieën
Citaten Geschiedenis

Titus Brandsma: Ereburger gemeente Oss

Op vrijdag 6 november 2015 wordt Titus Brandsma benoemd tot ereburger van de gemeente Oss. Bijna negentig jaar nadat hij Oss verliet. In het gemeentehuis van Oss staan in de hal tot die tijd een vijftal grote schermen met informatie over deze inmiddels door de Rooms-Katholieke kerk zalig verklaarde Fries.



Ereburger van de gemeente Oss
Terecht dat hij tot (de vijfde) ereburger van Oss wordt uitgeroepen. Hij heeft in de tijd dat hij in onze gemeente woonde en werkte veel tot stand gebracht. Anno Sjoerd Brandsma heeft de meeste jaren van zijn leven in de gemeente Oss doorgebracht. Als jongeman verliet hij Bolsward om in Megen naar het gymnasium te gaan. Vervolgens trok hij in Oss als frater Titus in bij de Karmelieten. Gaf daar les en was betrokken bij uiteenlopende initiatieven. Die één ding gemeen hebben: stimuleren dat de lokale bevolking zich kon ontwikkelen. Dat was in die tijd hard nodig. Hij zette zich naast zijn religieuze werk in voor beter onderwijs, de lokale nieuwsvoorziening en lezen. Uiteraard was hij ook als priester actief. In 1927 verliet hij Oss en vertrok naar de katholieke universiteit in Nijmegen. Daar bleef hij tot kort voor zijn dood in 1942 als hoogleraar in de wijsbegeerte werken.

Volksverheffen – een bibliotheek
In het gemeentehuis van Oss hangen tot 8 november een tiental informatiebladen met informatie over zijn leven en werk. Op één vel papier staat de bieb centraal, beter de Openbare Leeszaal. Die formeel in 1921 werd opgericht. Hij was samen met andere notabelen (die had je toen nog) bezig om die van de grond te tillen. Waarom? Omdat de heren en dame (echter alleen in een dienende rol!) het nodig vonden dat de lokale bevolking zich meer en beter ging ontwikkelen. En men dacht toen (nog?) dat lezen hielp. Uiteraard mocht in die tijd de lokale bevolking niet alles lezen. Er werd censuur uitgeoefend. Door de autoriteiten van toen. Sommige schrijvers en boeken kwamen het ‘Bondsgebouw’ niet binnen. Het was weliswaar een Openbare Leeszaal, maar wél op katholieke grondslag. Zogenaamd ‘opruiende’ lectuur werd niet opgenomen. De Osse notabalen wilden voorkomen dat de bevolking door het lezen van bepaalde boeken in opstand zou komen tegen de sociale wantoestanden van die tijd. Maar Titus en zijn mede-oprichters realiseerden zich wél dat het belangrijk is dat mensen zich konden ontwikkelen.



Ook een school en een krant
Frater Titus was ook betrokken bij de oprichting van een HBS (Hogereburgerschool), de voorloper van het huidge Titus Brandsmalyceum en regelde dat de toenmalige, redelijk ingedutte krant voor en van Oss – De Stad Oss – een doorstart maakte. In zijn Osse jaren heeft hij vele artikelen geschreven, lezingen gehouden, studenten begeleid. Hij heeft veel tot stand gebracht. ‘Dingen’ die vandaag de dag allemaal nog steeds bestaan. Alleen is de katholieke signatuur de laatste veertig jaren overal vanaf ‘gewassen’. Het Titus Brandsmalyceum is in naam nog steeds katholiek, maar er lopen daar weinig docenten en leerlingen rond die zich daarin kunnen herkennen. Instellingen als ‘het onderwijs’, ‘de krant’ en ‘de bieb’ doen er vandaag de dag nog steeds toe. Veel is veranderd, maar in essentie werken de mensen die voor een van deze drie instituties werken nog steeds in de geest van Titus Brandsma. Kernwoord is – hoe ouderwets – volksverheffing. Zorgen dat mensen zich (kunnen) ontwikkelen. Opdat zij begrijpen hoe onze tijd en sameneving in elkaar zit. Waar professionals  burgers verleiden kennis te nemen van uiteenlopende vormen van informatie. Hun daarbij op allerlei manieren helpen. Om mee te bewegen met de kantelende tijdgeest.



Bibliotheekmuseum?
Uiteraard lopen er ook (in Oss) mensen rond die denken dat ‘de bieb’ haar beste tijd heeft gehad. Alle informatie staat immers op het net. Burgers zijn tegenwoordig allemaal mondig, én … eh … volwassen. Bibliothecarissen zijn niet meer nodig. Titus Brandsma zou – vermoed ik – korte metten maken met dit soort geluiden. De belangrijkste misvatting is dat dit soort bibliotheek-opheffers denken dat je tegenwoordig alles kunt opzoeken en dat het niet langer zinvol is om jezelf te ‘voeden’ met ogenschijnlijk zinloze informatie. Ze vergeten echter dat creatieve mensen in hun hoofd (heel) veel brokjes informatie moeten hebben om mee te kunen spelen, denken, goochelen. Opdat er nieuwe, unieke ‘dingen’ tot stand komen. En lezen is nog steeds dé manier om snel veel informatie tot je te nemen. Dat kan natuurlijk ook digitale informatie zijn, maar steeds duidelijker wordt de laatste jaren dat louter digitaal lezen verkeerd is. Je steekt domweg minder op. Daarbovenop komt dat steeds meer digitale informatie (gelukkig weer) achter een ‘betaalmuur’ wordt gestopt. De tijd dat alle informatie digitaal én gratis beschikbaar zou moeten zijn loopt op haar laatste benen. Zinvolle, goede informatie produceren kost nu eenmaal geld. En illegaal downloaden mag niet, nietwaar? En dan helpt het als er een gemeenschappelijke plek overeind blijft waar je als burger naar toe kunt gaan. Een plek waar ‘onze’ bibliothecarissen voor stad en regio een diverse, verrassende collectie samenstellen, in standhouden. Een plek waar je iets kunt halen (lenen, met een oud woord), maar vooral een plek waar je geïnspireeerd wordt. Attent gemaakt op titels die je (nog) niet kende. Voorbij je filter bubble.

Meer dan een boekhandel
Boekhandel Derijks (in Oss, waar we veelvuldig mee samenwerken) doet meer dan haar best, maar heeft per definitie een zeer gering aantal meestal recente titels op voorraad. Verder is de bieb een van de laatste plekken in het publieke domein waar iedereen gratis naar binnen mag. Consumptie is niet verplicht. Een plek waar je niet alleen kennis kunt nemen van uiteenlopende vormen van informatie, maar vooral een plek waar je als sociaal wezen anderen kunt treffen. Voor een praatje, een gesprek, cursus, workshop, debat. KennisMakers kunt ontmoeten. 
De bibliothecaris van de toekomst is iemand die uiteenlopende activiteiten organiseert. Bij voorkeur met anderen; instelllingen, bedrijven en organisaties. Opdat die plek bruist. Iets toevoegt aan haar omgeving. Die één van de trekkers voor een sterk uitgedund stadshart kan en wil zijn. Een van de weinige plekken waar mensen als het ware kunnen vieren dat ze deel uitmaken van een gemeenschap. Waar ze leren, ontdekken, samenwerken, creëren, zich vermaken.
De eerste Osse bieb zat in het zogenaamde ‘Bondsgebouw’. In andere kleine kernen zat ‘de bieb’ vaak in het parochiehuis. Allemaal fenomenen die niet meer bestaan. Plekken van ons allen. Het hart van een dorp of plaats. Maar juist in deze tijd – waarin steeds meer mensen geen band meer (mogen) hebben met een bedrijf – nodig als hart Voor DGemeenschap. Waar we elkaar kunnen blijven ontmoeten. En, nogmaals, consumptie: niet verplicht! Zo’n plek kost – inderdaad – geld. Maar een van de vragen (beter: dilemma’s) voor de komende jaren is of uiteindelijk in onze samenleving – waar waarschijnlijk de helft van de burgers geen betaalde baan meer zal hebben – alles om geld moet (blijven) draaien.



Mensen voeden met dilemma’s
De bibliotheek van de toekomst is anders gezegd een van de plekken in het publieke domein waar vragen worden gesteld. Ik bezig vaak de zin ‘Mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan‘. De komende jaren, decennia zal bijna alles in ons dagelijks leven drastisch gaan veranderen. We zitten midden in die kanteling. Het raakt ondermeer ons economisch model, ons vervoer, zorg, democratie, betaald werk, vrije tijd, gezondheid, ons lijf, de komst van robots en zelflerende systemen. Op alle gebieden dienen zich keuzes aan, met voor- en nadelen. Dilemma’s waar we als mens(heid) over na moeten denken. Ons informeren. Opdat we vervolgens een juiste beslissing nemen. Dat is lastig. Een voorbeeld van hoe het niet moet? Het vluchtelingen-‘debat’, waar bovenal gevoelens overheersen. Systeem 1 (‘ons gevoel’) overheerst volgens Daniel Kahneman in ons hoofd 95% van de tijd. Slechts heel af en toe zetten we bewust Systeem 2 (‘ons denken’) aan. Titus Brandsma wist al in de jaren twintig dat een bibliotheek die ‘volwassenen verleidt zich volwassener te gaan gedragen‘ een zinvolle instantie binnen een gemeenschap is. Toen én nu. Bibliotheken als palaces for the people.



Titus Brandsma : de man achter de mythe
Over leven en werk van Titus Brandsma zijn vele boeken geschreven. In 2008 verscheen een belangrijke biografie (Titus Brandsma : de man achter de mythe : de nieuwe biografie) van Ton Crijnen. In dit dikke boek gaat vooral hoofdstuk 7 over zijn Osse jaren (Standplaats Oss). Daaruit enkele langere citaten

Van een armzalig boerendorp naar een industriestad in opkomst
Oss, nog niet zo lang daarvoor een armzalig boerendorp, was in die tijd een industriestad in opkomst. De fabrieken van de families Jacob van den Bergh (kapok), Jurgens (margarine), Hartog (margarine, vlees en zeep) en Zwanenberg (vlees) domineerden het stadsgezicht. Toch werkte, zoals overal in Brabant, een forse minderheid van de bevolking nog steeds in de landbouw. De vele keuterboeren konden het hoofd nauwelijks boven water houden. Ze vulden hun schamele inkomen vaak aan met en baan in een van de fabrieken. Daar heerste een patriarchaal systeem, vol willekeur en uitbuiting, dat mede met behulp van de plaatselijke clerus in stand werd gehouden. Toen er in 1914 een staking uitbrak bij de fabrieken van de familie Hartog hielp de pastoor om de stakers weer in het gareel te krijgen. (pagina 109)

De omgeving van Oss was in de jaren twintig van de vorige eeuw een van de meest achtergebleven gebieden van Noord-Brabant. De voornaamste oorzaak was de waterbouwkundige toestand. De Maas trad regelmatig buiten zijn oevers, met alle ellende van dien. In de stad stond een kleine rijke elite tegenover een massa slecht geschoolde arbeiders. Een sterke middenklasse ontbrak. Deze eenzijdige sociale structuur leidde onder meer tot veel criminaliteit. (pagina 109)

De infrastructuur van Oss, signaleerde ook Brandsma, was onvoldoende. Wel had men, onder druk van de plaatselijke industrie, een spoorlijn aangelegd en reed er een stoomtram, maar het stadje had tot 1935 geen waterleiding en de elektriciteitsvoorziening was gebrekkig en duur. Een ziekenhuis, een middelbare school en een openbare bibliotheek ontbraken. (pagina 110)

“herbergiers die vloeken op de leeszalen’
Inmiddels had zich allang weer een ander project aangediend: een katholieke openbare leeszaal voor Oss. Het kwam uit de koker van Michael Schoengen, de wat zonderlinge archivaris van de provincie Overijssel. Hij was een groot promotor van katholieke bibliotheken. Die moesten in zijn ogen een bijdrage leveren aan de geestelijke ontwikkeling van het rooms-katholieke volksdeel. In Oss duurde het echter lang voordat men het aandurfde.
() De karmeliet zette er vanaf oktober 1919 zijn schouders onder. In diverse artikelen in De Stad Oss maakte hij propaganda voor de bibliotheek. Dat was nodig, want binnen de katholieke gemeenschap toonde zeker niet iedereen zich even gelukkig met het plan. Veelvuldig bezoek aan de leeszaal zou het gezinsleven schaden. Titus sloeg hard terug: ‘Gij, apostelen der huiselijkheid, weet ge wel dat bijvoorbeeld in Limburg de herbergiers op de leeszalen vloeken, omdat zij het publiek in de dranklokalen naar de leeszalen lokken?’
Het bleef niet bij woorden alleen. Hij mobiliseerde het lokale fabrikantendom, en zie daar: in februari 1921 had de Brabantse gemeente haar openbare katholieke leeszaal, met een bestand van 1400 boeken en zestig weekbladen en tijdschriften. Het was aanvankelijk een financieel avontuur, want bij de oprichting bleek de gemeente niet bereid met subsidie over de brug te komen, terwijl Brandsma daar in zijn begroting wel van was uitgegaan. Maar uiteindelijk kwam alles op zijn pootjes terecht. (pagina 115)

Gerard Ulijn
Van de sociaal pedagoog, oud-wethouder van Oss en historicus Gerard Ulijn (1942) verscheen in 2009 Titus in Oss. Een boekje dat verscheen ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de Titus Brandsmaparochie in Oss. In dat boek heeft hij tientallen documenten samengebracht die te maken hebben met zaken die Titus Brandsma in Oss heeft opgezet, aangezwengeld. Voor de openbare leeszaal trekt hij in hoofdstuk 10 (De leeszaal en boekerij) maar liefst dertien bladzijdes (van de 75) uit.

Op 1 maart 1921 schrijft ‘De Stad Oss’ dat, “de leeszaal sinds gisteren is opengesteld”.
De openingstijden zijn “des ‘s avonds van 5 tot 10 uur, terwijl gelegenheid om te lenen van boeken bestaat van 5 tot 8 uur“.

Vanaf 18 maart 1921 werkt men met een vaste codering
N – Nederlands; oorspronkelijk (voor boven de 18 jaar)
V – Vertaald uit Frans, en Duits of Engels (voor boven de 18 jaar)
F – Frans, Duits of Engels, oorspronkelijk (voor boven de 18 jaar)
O – Nederlands, Frans, Duits of Engels; oorspronkelijk of vertalingen (voor boven de 18 jaar)
R – Alleen beschikbaar aan hen die zonder schade deze boeken kunnen lezen (naar het oordele van de bibliothecaris)
J – Boeken voor kinderen onder de 18 jaar (pagina 50)

De huisvesting in het Bondsgebouw is provisorisch; de ruimte is veel te klein en er wordt naarstig uitgekeken naar een grotere ruimte ().
Titus vindt deze in de herberg van Carel Croes, gelegen aan de Molenstraat 26, alwaar ze een eigen lokaal ter beschikking krijgen.
Op 31 maart 1921 is de feestelijke opening. (pagina 51)

Drukke werkzaamheden aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen doen Titus besluiten om zijn werkzaamheden bij de leeszaal te beëindigen.
Hij schrijft een ontslagbrief aan het bestuur, die deze op 8 maart 1930 in behandeling neemt.
Men “herdenkt in enkele woorden de groote verdienste van Pater Titus Brandsma en stelt voor om hem het erelidmaatschap der vereeniging aan te bieden als blijvende erkenning van zijn werkzaamheid”. (pagina 57)

Meer artikelen over Titus en de bibliotheek
Titus in Oss (2009)
Tentoonstelling 90 jaar bibliotheek Oss (juni 2011) met verwijzing naar vijf filmpjes
Geschiedenis bibliotheek (medio 2013)
Artikelen over lezen en de bibliotheek (startpagina)
Nijmegenaar? – In zijn Osse periode ontwikkelde hij zich tot een intellectueel en een maatschappelijk geëngageerd boegbeeld van de Nederlandse karmelieten. (mei 2013)
(De) bibliothecaris steeds meer moeten gaan zien als antwoord op de behoeften die leven in de samenleving. (maart 2015)
Welbevinden – Het regelmatig bezoeken van de bibliotheek verhoogt het geluk meer dan een salarisverhoging van €1.666 (mei 2014)
Waar/niet waar? – “Met een abonnement op de bieb kom je er niet.” (maart 2014)
VN – … als bibliotheken vooral opnieuw onderzoeken hoe we een actieve rol kunnen spelen in de gemeenschap … (maart 2013)
Volwassenen verleiden zich volwassener te gaan gedragen (februari 2015)
De bibliotheek – Rewriting the book (augustus 2014)

Enkele boeken
Manfred Spitzer. Digitale dementie : hoe wij ons verstand kapotmaken (2013)
Daniel Kahneman. Ons feilbare brein (2011)
Gerard Ulijn. Titus in Oss (2009)
Ton Crijnen. Titus Brandsma : de man achter de mythe : de nieuwe biografie (2008)
# – Karmelieten 1890-1990 in Oss (1990)
# – …Als een boom vol vrucht en vol bloesem tegelijk… : 125 jaar karmelieten in Oss 1890-2015 (2015)

# – People’s palaces : openbare bibliotheken als hart van de gemeenschap (Boekmanstichting 2015)

Klik hier voor een artikel met een uitvoerige bibliografie.

Vijf ereburgers van de gemeente Oss
Saal van Zwanenberg (1889-1974), Bernard van Buel (1913-1995), Louis Jansen (1915-2010), Eppo van Veldhuizen (1933-) en Titus Brandsma (1881-1942)

Citaat 300 (donderdag 22 oktober 2015)
Homepage Citaten 2015

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: