Donderdag 26 november 2015 organiseerde KennisBrabant (“hét platform waar strategische kennis en informatie van en over Noord-Brabant wordt verzameld, ontwikkeld en gedeeld“) de zogenaamde Trendnacht 2015: Robots! Ruim tweehonderdvijftig bezoekers luisterden naar diverse sprekers over de komst van robots. En konden de verspreid over de ruimtes in de Spoorzone in Tilburg opgestelde robots en toepassingen bekijken.

De laatste jaren organiseert KennisBrabant regelmatig van dit soort bijeenkomsten. Bedoeld om Brabantse burgers te informeren over uiteenlopende veranderingen die op ons afkomen én hoe daar mee om te gaan. Inspirerende, leuke bijeenkomsten. Ik was er dit keer ook weer bij. Was eigenlijk vooral gegaan voor één aangekondigde spreker: Robert Went. En die stelde niet teleur. Alhoewel de organisatie hem wellicht meer spreektijd had mogen geven.
Een misleidend woord: robots
De avond werd geafficheerd als Trendnacht 2015: Robots! Een prima idee, maar dat woord (robots) is misleidend. Wekt de schijn dat er diverse op mensen gelijkende apparataten op ons af zullen komen, die werk van ons over gaan nemen; afpakken. Helaas is dit slechts een zeer beperkt deel van een veel groter verhaal. De komende decennia zullen er ongetwijfeld op ons lijkende robots komen. Maar er zullen de komende decennia nog veel meer zelflerende systemen komen. Die nog veel meer werk (sorry: taken) overbodig zullen maken. Systemen die amper zichtbaar zijn, zeker niet op mensen lijken maar wel overal ‘dingen’ gaan doen. Zorgen voor veel disruptie, verandering. Bedreigingen én kansen.
De avond werd in de centrale hal door een optimist geopend: Maarten Steinbuch. Een hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven die het bekende verhaal vertelde van exponentionele groei en dat we daar nu – in onze tijd – midden in zitten. Waardoor er de komende tien (!) jaar heel veel gaat veranderen. Hij gaf de toehoorders wel mee dat we als samenleving een debat moeten gaan voeren of we alles wat op ons afkomt wel willen. Tegenhouden is in zijn ogen niet mogelijk; bijsturen wel.

Robert Went
Is een econoom die verbonden is aan de WRR, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Denkt na over ontwikkelingen in onze maatschappij en schreef mee aan rapporten over ongelijkheid (Hoe ongelijk is Nederland?) en ons onderwijs (Naar een lerende economie). Is verantwoordelijk voor artikelen over globalisering (zoals Globalisering geneest niet alle kwalen). Schreef daarover ook in het boek Het crisisdiner : de kredietcrisis gefileerd. Stelde in 2014 het boekje Waarom Piketty lezen? : 49 reflecties op ‘Kapitaal in de 21e eeuw’ samen. Schrijft met RTL-journaliste Hella Hueck uiteenlopende overzichtsartikelen over economische en maatschappelijke onderwerpen. Ik ken hem echter vooral als fanatiek Twitteraar: @Went1955. Die dagelijks meermalen verwijst naar interessante artikelen, boeken, blogs, filmpjes over alles wat er mondiaal aan het verschuiven is. Hij heeft het zelden over zichzelf maar trouwe volgers weten dat hij van hardlopen houdt en regelmatig naar optredens van redelijk obscure bandjes gaat. Opmerkelijk voor iemand die in 1955 is geboren. Alhoewel, dat komt meer voor.
Begin december verschijnt een nieuw rapport over de toekomst van werk De robot de baas. Terecht dat KennisBrabant hem voor deze trendnacht had uitgenodigd. In de korte tijd waarin hij aan het woord kwam haalde hij vijf misverstanden onderuit. Hard nodig in een tijd waarin sommige deskundigen zeer stellig beweren dat binnen twintig tot dertig jaar de helft van de bestaande banen (door de komst van robots en zelflerende systemen) weg zal vallen. En het vervolgens maar zeer de vraag zal zijn of er in dezelfde hoeveelheid andere banen zullen ontstaan.

Vijf misverstanden
1. Het gaat veel minder snel als velen zeggen.
2. Elke generatie denkt dat er zich juist in hun tijd veel dramatische veranderingen afspelen.
3. Er vallen niet alleen banen weg, maar er komen er ook bij.
4. Banen worden bundels van taken. Sommige taken vallen weg, maar vaak komen er nieuwe bij.
5. We hebben (genoeg) tijd om er over na te te denken, ons aan te passen.
Wat delen we met elkaar?
En hij sloot af met een belangrijke constatering. De komst van robots en zelflerende systemen zal ons allen dwingen een veel belangrijkere vraag te (gaan) beantwoorden: wie ontvangt de revenuen van de komst en inzet. Degenen die de robots en systemen ‘bezitten’ of gaan we nadenken over een andere manier om de ‘lusten en lasten’ te gaan verdelen. Hiermee voegt hij zich in een steeds groter wordende groep mensen die nadenken over de commons. Wat regelt de markt, wat de overheid en wat is op een bepaalde manier van ons allemaal? Kortom: Wat delen we met elkaar?

Een baan is een bundel van taken
De organisatoren van de Trendnacht hadden wellicht gehoopt dat Robert Went iets zou vertellen over het nieuwe rapport van de WRR. Dat deed hij terecht niet. Hij gaf aan dat minister Asscher raar op zou kijken als hij de kern van dit rapport voor de officiële overhandiging op 8 december in Pakhuis de Zwijger in Tilburg al zou onthullen. Dat deed hij dus niet. Praatte er om heen. Maar gaf wel het mooie beeld ‘weg’ dat banen ‘een bundel van taken’ worden. Waarschijnlijk al (langer) zijn. De tijd dat je op school opgeleid werd voor een bepaalde baan, en dat je veertig jaar lang ongeveer hetzelfde werk ging doen, ligt al lang achter ons. Die notie moet echter nog bij veel mensen indalen. En dan helpt zo’n beeld.
Iedereen die een (bepaalde) baan heeft, vervult op zijn of haar werk op dit moment bepaalde taken. Maar over enige jaren zullen bepaalde taken wegvallen, overgenomen worden. Door mensen in het (goedkopere) buitenland, robots en/of zelflerende systemen. Dan vallen die taken weg, maar meestal komen er nieuwe voor in de plaats.
En iedereen die al langere tijd in een bepaalde sector of branche meeloopt zal dat herkennen. De cruciale vraag is natuurlijk of je in een sector werkt waar er voor die wegvallende taken nieuwe bijkomen. Is dat niet het geval dan heb je een groot probleem. Dan valt jouw baan definitief weg en mag je na twee jaar ook papiertjes gaan prikken in het park. Tenzij we als samenleving een debat beginnen of dit een ideaal voorland is voor mensen die buiten hun schuld hun baan verliezen. Sorry: een baan hadden waaruit alle taken zijn ‘weggevallen’.

De bibliotheeksector – 25 jaar geleden/35 jaar geleden
Het beeld van Robert Went (dat een baan een bundel van taken is) kan ik mooi illustreren door te vertellen wat er de laatste 25 tot 35 jaar in de bibliotheeksector is veranderd. Ik doe dit aan de hand van de catalogus. Voor jonge mensen is dat ‘iets’ op een pc. Een applicatie om na te gaan welke titels aanwezig zijn in een bepaalde bibliotheek. Je tikt bij Google enkele woorden in (bijvoorbeeld bibliotheek Oss) en je kunt op gaan zoeken of daar een bepaald boek aanwezig is. In 1990 (pas 25 jaar geleden) was dat niet mogelijk. Internet stond nog in de kinderschoenen. En als je wilde weten welke boeken in de Osse bibliotheek aanwezig waren dan MOEST je naar de bibliotheek gaan. Het pand aan de Raadhuislaan. Daar stonden toen – opmerkelijk voor die tijd – al enkele pc’s waarop je titels kon opzoeken. Dat was toen nog zeer bijzonder, want pas enkele jaren daarvoor konden alleen de bibliothecarissen die daar werkten dat voor de bezoekers doen.
En nog iets eerder (zeg zo rond 1980) kon je alleen iets opzoeken in de papieren kaartcatalogi. Bakken vol met systeemkaartjes. En op elk kaartje stond een uitgetypte titelbeschrijving. Voor een gemiddeld boek moesten toen vier kaartjes getypt worden: eentje voor de alfabetische hoofdwoordencatalogus (Achterhuis, Hans), de titelcatalogus (De markt van welzijn en geluk), de trefwoordencatalogus (welzijn; opstellen) en de systematische catalogus (321.1). Urenlang zaten collega’s deze kaartjes te typen en in te voegen in de verschillende bakken. En later – als boeken werden afgeschreven – moesten de verschillende kaartjes weer verwijderd worden. Zinvol, secuur en respectvol werk. Bedoeld om na te kunnen gaan welke boeken in de Osse bibliotheek aanwezig waren. Een onmisbaar hulpmiddel voor medewerkers en bezoekers. In heel Nederland waren duizenden mensen hiermee bezig.
Zo rond 1990 kwam de omslag. Toen verdwenen de systeemkaartjes en werd alles ingevoerd in ‘de computer’. Sterker: we namen in Oss in de geautomatiseerde catalogus titels over die ergens in Nederland voor heel het land werden ingevoerd. Die catalogus zat echter nog niet op het internet, dus was die alleen raadpleegbaar in het pand aan de Raadhuislaan.
Veel werk viel weg. Zinvolle taken. Ze werden overbodig. En werden er veel collega’s ontslagen? Nee. Die gingen andere ‘dingen’ doen. Aan het eind van de jaren negentig werd deze catalogus op het internet gezet en konden gebruikers van over de hele wereld nagaan welke titels er aanwezig waren. Ook begon in die tijd een fusieproces. Bibliotheken die in dezelfde regio actief waren zochten elkaar op, fuseerden. Een een van de eerste dingen die gebeurde: alle titels werden opgenomen in een centrale catlogus. Zo gingen bibliotheken uit de gemeentes Bernheze, Landerd en Maasdonk (inmiddels ook al weer ter ziele) op in een gezamenlijke Maaslandse catalogus. En zo rond 2010/2012 gingen bibliotheken in Veghel en Uden ook meedoen. Vijftien bibliotheken die hun gezamenlijke bezit in één systeem onderbrachten.
Begin december 2015 zetten we nog een stap verder. Dan worden ‘onze’ Noord Oost Brabantse titels in één catalogus samengebracht met ALLE titels die alle Nederlandse openbare bibliotheken hebben aangekocht. Kan elke gebruiker gemakkelijk nagaan welke titels in heel Nederland aanwezig zijn én indien gewenst gereserveerd worden. En wordt de gebruiker doorverwezen naar honderduizenden artikelen uit kranten en tijdschriften. Zitten er ebooks in de catalogus. Hangen aan titelbeschrijvingen extra trefwoorden, tags. Hebben bibliothecarissen én gebruikers duizenden lijstjes gemaakt van relevante titels over een bepaald onderwerp; of geschikt voor mensen die geïnteresseerd zijn in bepaalde thema’s of ‘sferen’. De catalogus is in 35 jaar van een kaartsysteem uitgegroeid tot de toegang tot praktisch het hele boekenbezit van Nederland én de plek om toegang te krijgen tot nog veel meer informatie. En één ding is zeker: de komende jaren zullen aan dit systeem nog meer ‘toeters en bellen’ worden aangehangen.

Andere taken
De afgelopen jaren hebben alle Nederlandse bibliotheken afscheid genomen van verschillende collega’s. Een mix van bezuinigen en overbodig worden van bepaalde werkzaamheden. Maar tegelijkertijd is de baan van de meeste mensen die in ‘de bieb’ werken flink veranderd. Er zijn andere taken bij gekomen. Werkzaamheden waar we in 1980 of 1990 geen weet van hadden. Taken die niet bestonden. Is een andere bundel tot stand gekomen! Kinderen mediawijzer maken. Tabletcafé’s runnen. Artikelen voor een website of blog schrijven. Debatten organiseren. Een toeristische website opzetten en onderhouden. Gespreksgroepen leiden. KennisMakers ‘strikken’. En we weten zeker dat er de komende jaren nog veel meer onverwachte taken op ons af zullen komen. We werken nog steeds vanuit een bepaalde visie en missie, zeg maar een stip op de verre horizon. Maar weten tegelijkertijd dat we – bij wijze van spreken – dagelijks bij moeten sturen als zich bepaalde onverwachte kansen en/of bedreigingen aandienen. Ik schreef er onlangs over: We kijken 20 jaar vooruit maar plannen voor de volgende dag.

Honderd jaar geleden
In november 2015 stond de Openbare Bibliotheek in ‘s-Hertogenbosch (Bieb) stil bij haar honderdjarig bestaan. Organiseerde een week lang uiteenlopende activiteiten.
Ook verscheen er een publicatie. Geschreven door Denise de Costa: 100 jaar Bieb : vooruit naar vroeger. Iedereen die ‘bewijzen’ wil zoeken voor de stelling dat de gemiddelde medewerker van een Openbare Bibliotheek de afgelopen jaren veel taken heeft verloren, én erbij gekregen, zou dit boekje eens door moeten bladeren, lezen.
Directeur Hans Derks omschrijft dit meebewegen met de tijdgeest in zijn voorwoord als volgt:
Misschien kan ik niet voor de hele sector spreken, maar wel voor onze eigen instelling: wij staan met beide benen in de eenentwintigste eeuw, we richten ons op de toekomst en tegelijkertijd willen we terug naar de kern, terug naar de bron, terug naar de menselijke maat.
Waar het in de gloriejaren van openbare bibliotheken in Nederland vooral draaide om uitlenen en distribueren, stonden de beginjaren veel meer in het teken van kennisverspreiding, emancipatie en volksverheffing. En juist die laatste doelen – ook al gebruiken we niet meer helemaal dezelfde termen – nemen weer razendsnel in betekenis toe.
Enkele andere artikelen over de bibliotheek
als bibliotheken vooral opnieuw onderzoeken hoe we een actieve rol kunnen spelen in de gemeenschap … (maart 2013)
De bibliothecaris steeds meer moeten gaan zien als antwoord op de behoeften die leven in de samenleving (maart 2015)
Libraries change lives (december 2014)
De bibliotheek wil een plek zijn waar iedereen zich over verschillende aspecten van onze kantelende samenleving kan informeren. (oktober 2014)
Bibliotheek laten voortbestaan als basisvoorziening voor kennisdeling, belangrijk voor ontwikkeling en ontmoeting (oktober 2014)
Het regelmatig bezoeken van de bibliotheek verhoogt het geluk meer dan een salarisverhoging van €1.666 (mei 2014)
De bibliotheek – … een plek is, waar (digitale) informatie en menselijke ontmoeting samenkomen (januari 2014)
Die hebben nog wel boeken, maar er gebeurt veel meer (januari 2014)
Missie – mensen grip geven op de ingewikkelde samenleving (december 2013)
Wie een gesprek wil vermijden, moet blijven doorpraten (maart 2014) (over Robert Went)
Volwassenen verleiden zich volwassener te gaan gedragen (februari 2015)
Hoe waardeer je een maatschappelijk initiatief? (juni 2015)
Mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan (maart 2014)
MeJudice: Het draait om de verdeling van taken: een andere kijk op werkgelegenheid (november 2010)
Citaat 311 (maandag 30 november 2015) voor MN
Homepage Citaten 2015
2 reacties op “De komende 25 jaar: banen worden bundels van taken”
[…] Went – een econoom die werkt voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid – dat in bijna elke baan doorlopend bepaalde taken zullen verdwijnen (omdat ze overgenomen zullen worden door slimme, zelflerende systemen), maar dat dit geen probleem […]
[…] Went, die als econoom verbonden is aan de WRR en over het wegvallen van werk nadenkt, bezigt vaak het geruststellende beeld dat een baan bestaat uit een aantal taken. In de banen van de toekomst zullen bepaalde taken […]