Categorieën
Citaten Maatschappij Next Wat delen we met elkaar?

“Verdienen jij en ik het om te zijn geboren in de westerse wereld?”

Wat delen we met elkaar? – de lange versie
Sinds enige tijd zitten enkele collega’s me achter de vodden: ‘We hebben een nieuw jaarthema. Wanneer lever je een korte tekst aan die we voor uiteenlopende doeleinden kunnen gaan gebruiken?’ Ze hebben natuurlijk gelijk. Maar hebben amper in de gaten hoe moeilijk het is een korte, krachtige tekst te maken om uit te leggen wat de vraag ‘Wat delen we met elkaar?’ inhoudt. Veel, dat is zeker. Complex. Lastig. Ik weet wel dat een korte tekst schrijven vele malen moeilijker is dan een lange.

Dit artikel is de lange versie. Die al enige weken – wellicht al sinds de zomers van 2015 – in mijn hoofd ‘zit’. Nu een poging alle elementen die met dit nieuwe jaarthema te maken hebben in één consistent, doch lang artikel samen te brengen. In de hoop dat er gaandeweg dit schrijfproces ook die korte versie (zeg: vier à vijf regels) als een natuurlijk ‘bijproduct’ uitrolt.

Commons
‘Wat delen we met elkaar?’ begon met een liedje van Tom Russell. In ‘The last running’ van zijn in april 2015 verschenen The Rose of Roscrae zit de volgende zin: Old Iron Head, the leader, warbled-on about the time when the land and the buffalo was free – meant to be shared. 
Die laatste woorden (meant to be shared) brachten bij me het woord COMMONS naar boven. Vervolgens duurde het tot begin december voordat een collega uiteindelijk de regels ‘Wat delen we met elkaar?’ naar voren schoof. Bingo. Die zin Daar kunnen we als bibliotheek een jaar lang – bij voorkeur samen met anderen – van alles om heen gaan programmeren, organiseren. Dit thema is uiterst actueel. Een vraag waar we als samenleving – of we het nu willen of niet – over na moeten (gaan) denken.

Gemeengoed
Commons is een eeuwenoud begrip dat verwijst naar zaken die niet van de staat, noch van privé personen en/of bedrijven, organisaties en instellingen zijn. Denk aan de lucht, water, een bewoonbare aarde, Wikipedia et cetera.  Zaken waar niemand en tegelijkertijd ieder van ons verantwoordelijk voor is. Om die zaken in stand te houden dienen we ons allemaal als het ware ietwat in te houden. Het niet exclusief voor onszelf op te eisen, gebruiken, misbruiken. En aangezien het van ‘ons allen’ is houden we, als het goed is, elkaar scherp. Wijzen we mensen die er verkeerd mee omgaan op hun fouten. Sindsdien zie ik het woord op verschillende plekken opduiken.

Klik hier voor een lang artikel (De burger voelt het gemis aan verbondenheid en kijkt vragend naar de politiek, die geen goed antwoord heeft) met 35 citaten van de laatste maanden waarin het gaat over zaken die hiermee samenhangen.

Er hangt kortom een herwaardering in de lucht. Er zijn anderen die ook willen dat over de commons gepraat wordt. Wat is het? Wat valt er onder? Wat viel er ooit onder? Wat zou er weer onder moeten vallen? En, mits we het daar over eens worden, hoe gaan we dan aan de ‘knoppen’ in de samenleving draaien om dat tot stand te brengen?

Klik hier voor een ander artikel (de strijd voor het gemeengoed zal een van de belangrijkste politieke kwesties zijn van de eenentwintigste eeuw) waarin het begrip ‘commons’ in recente boeken wordt meegenomen.

Onze wereld in jaarthema’s
‘Wat delen we met elkaar?’ sluit aan bij voorgaande jaarthema’s van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Thema’s die allemaal, elk op hun manier ‘iets’ zeiden over de jaren waarin ze werden bedacht. Het is een lange reeks, sinds 2004, die als het ware laat zien waar we toen stonden, mee bezig waren. Thema’s die een klein beetje op de tijdgeest voor liepen; maar niet erg veel. 

Ontnuchteringsjaren – Onmetelijke kwaliteit – Herlevend burgerschap – Tijd voor een nieuwe lente – Who’s in control? – Echte waarde(n) – Oefenen voor een andere tijd – Oefenen in een andere tijd   

Het thema van de laatste jaren (dat  ‘oefenen’ in of voor ‘een andere tijd’) is natuurlijk nog steeds bij ons. Onze wereld is een grote ‘oefenplek’ geworden. Overal zijn we bezig ons aan te passen aan sterk veranderende omstandigheden. Overal oefenen we. Met de Belgische theatermaker Lucas De Man ben ik het eens, dat onze wereld veel lijkt op de tijd waarin Jeroen Bosch leefde en werkte. Vijfhonderd jaar geleden werd ook afscheid genomen van een maatschappelijke orde die eeuwenlang redelijk stabiel had voortgesudderd. Maar binnen een tijdsbestek van vijftig jaar kwamen er allerlei doorbraken samen. Een andere kijk op de werkelijkheid. Toen werd de basis gelegd voor een maatschappijmodel, waarvan we nu langzaam afscheid aan het nemen zijn. Er onstaat tijdens ons leven, hier en nu, een ander model. Niemand heeft daar een volledig beeld van. Maar overal kun je zien, merken, ervaren dat het aan het ontstaan is. En tijdens dat oefenen zouden we ons de vraag kunnen stellen ‘Wat delen we met elkaar?’ En op basis van het antwoord verder gaan.

Een verschil met pakweg vijfhonderd jaar geleden is dat WE allemaal met elkaar verbonden zijn. De tijd dat we in ons in ons landje of werelddeel als het ware konden afschermen van de rest van de wereld is voorbij. Overal ter wereld zien mensen hoe wij hier leven. 

Onze problemen
Onze problemen zijn ook hun problemen. En omgekeerd. De opgave om de CO2-uitstoot naar beneden bij te stellen is in ons aller belang. Onrust in veel landen veroorzaakt een schier oneidige stroom vluchtelingen. Doorbraken in wetenschap en technologie raken ons allen. Dwingen ons na te gaan denken over ethische en morele dilemma’s. Een nog steeds groeiende wereldbevolking is ons aller probleem. Door internet zien we ‘alles’ van elkaar. We komen er ook steeds meer achter dat mensen geen rationele homo-economicus-achtige wezens zijn. Integendeel: mensen zijn sociale dieren die ‘er’ bij willen horen. Zinvol willen bijdragen aan hun omgeving, gemeenschap. En dat vaak op basis van hun gevoel (hun Systeem 1 volgens Daniel Kahneman) doen. Waar het beter ware om iets-je vaker ons andere Systeem (2, onze ratio) te gebruiken.

We zijn in een (economisch) systeem verzeild geraakt waarin andere waarden zijn gaan overheersen. Een economisch ssyteem dat keihard op weg is tegen een muur aan te lopen. Wellicht is het een piramidespel dat op het punt van imploderen staat. Tijd voor een groot debat (sorry: bouwgesprek) over ‘een andere tijd’. Beter: bouwgesprekken. Meervoud. Er zijn talloos veel grote en kleinere thema’s waarover gesproken zou moeten worden. En ‘Wat delen we met elkaar?’ zou in veel bouwgesprekken als startvraag gebruikt kunnen worden. Met twee subvragen: ‘Wat deelden we met elkaar?’ en ‘Wat zouden we weer met elkaar willen (of moeten gaan) delen?’

Bouwgesprekken
Het begrip bouwgesprek werd op 12 januari 2016 ‘de wereld’ ingeslingerd door de TrendRedenaren. Een clubje mensen die de tijdgeest proberen te duiden en daar in hun TrendRede verslag van doen. In de zesde TrendRede werd gesteld dat ‘het debat dood is’. In mijn ogen een terechte constatering. Een debat is verworden tot een bijenkomst waar mensen met verschillende opvattingen over een bepaald thema naar toe gaan. Iedereen formuleert zijn kijk op het onderwerp. Er wordt meestal keurig naar elkaar geluisterd. Men legt zijn of haar ei. En aan het eind van de avond gaat iedereen weer naar huis. Tevreden. Tot op zekere hoogte. “Ik heb het toch maar weer eens mooi verteld!” Maar uiteindelijk is er niets gebeurd. Men is niet nader tot elkaar gekomen. En in politiek verband is er een besluit genomen, dat al van tevoren vastlag, want we hadden het in het formatie-akkoord afgesproken. En alle mitsen en maren van ‘de oppositie’ zijn meestal massaal genegeerd. Het debat is dood. 

In de laatste TrendRede wordt 2016 uitgeroepen tot het jaar van het bouwgesprek. Een gesprek waarin alle deelnemers serieus proberen met een open mind naar elkaar te luisteren en te komen tot een voor de meeste aanwezigen bevredigende oplossing. Beter: richtingsoplossing. De tijd van de grote oplossingen en gebaren lijkt me in de eenentwintigste eeuw voorbij.
We komen alleen vooruit als deelnemers aan die bouwgesprekken hun eigen stokpaarden thuislaten. Moeten op de een of andere manier af van het ‘eeuwige’ links-rechts denken. Daar is alle reden voor. De wereld is té complex voor zwart-wit modellen. We dienen alle krachten samen te brengen om oplossingen voor onze uitdagingen te bedenken. Met een open mind en steeds de vraag ‘Wat delen we met elkaar?’ in ons achterhoofd. De oude wereld, waarin het vaak toch om de vraag ging ‘What’s in it for me?’ loopt op haar eind. Of anders geformuleerd: we moeten af van dat redelijk puberale denkschema. Zullen ons als volwassen mensen moeten gaan realiseren – en er meer naar gaan handelen – dat we allemaal in hetzelfde schuitje – dat aarde heet – zitten. Dat we allen geraakt worden indien we onvoldoende in staat blijken een andere draai te geven aan ‘enkele’ van onderstaande issues.

Een veranderend klimaat?
De effecten daarvan raken ons allen. Zuiniger omgaan met energie is rechts, noch links. Vooral slim. En die windmolens draaien toch ook voor ons? Of voor de Nuons van de samenleving?

Het vluchtelingenprobleem?
Wegredeneren zal niet helpen. Grenzen sluiten? Redelijke zinloze exercities. Denk na over oplossingen om ‘ze’ ‘daar’ te houden. Raakt – helaas – aan ons eigen welvaartsniveau en de vraag ‘Wat delen we met elkaar?

Een stortvloed aan technologische doorbraken?
Robots, zelflerende systemen, doorbraken in genetica, 3D printen, kanker wordt een chronische ziekte et cetera. Zal leiden tot veel baanverlies, mensen die veel langer gaan leven, vragen over wat ethisch of moreel ‘juist’ is.

Negen miljard wereldburgers? 
Die waarschijnlijk gemiddeld ook nog langer leven gaan leven en allemaal ons welvaartsniveau willen hebben.

Een imploderend economisch systeem?
Gebaseerd op economische groei. Maar dat staat haaks op wat de aarde ‘aankan’. Ook een systeem dat gebaseerd is op rente. Dat terugverdiend moet worden door degene die leent. Waardoor een ‘monster’ is gecreëerd dat almaar door wil (beter: moet) blijven groeien. Volgens Paul Mason steven we af op een post-kapitalistische samenleving.

Ons pensioenstelsel?
Staat op instorten, want gebaseerd op het idee dat je door beleggen rendement kunt blijven maken.

Een andere energiemix?
De komende jaren moeten we aan de bak. Afscheid nemen van fossiele brandstoffen, organiseren dat er alternatieven komen en massaal inzetten op besparing. Een discussiepunt zal worden of in dit proces commerciële bedrijven de leiding nemen of dat burgers het weer zelf gaan doen.

Ons vervoer?
We staan aan de vooravond van revolutionaire ontwikkelingen. Gaan waarschijnlijk massaal elektrisch rijden (met onze zelf opgewekte stroom). Er komen zelfrijdende (vracht)auto’s en overal dienen zich bedrijven (als Uber) aan die een graantje mee willen pikken van het bemiddelen tussen vraag en aanbod. Door deze veranderingen zal onze infrastructuur op termijn radicaal veranderen (minder snelwegen, parkeerplekken vervallen, wijken veranderen van karakter).

Een zinvol leven?
Daarin draait het nu nog om betaald werk. Indien dat gegeven langzaamaan erodeert moet er een ander leidend verhaal voor in de plaats komen. Of laten we de situatie bestaan waarin ongeveer 1,5 miljoen werkwillige Nederlanders als tweederangs burgers worden weggezet? En hoe overleven achthonderd duizend zzp’ers zich in zo’n samenleving? Guy Standing heeft het over precariaat. Is dat een gewenst voorland?

Ongelijkheid?
Alle cijfers wijzen in dezelfde richting: ongelijkheid groeit. Steeds minder mensen bezitten meer. Redelijk zinloos bezit. “Hoeveel taart kun je eten?” Vermogen waarvoor bovendien rendement gezocht moet worden. Waardoor nog meer ongelijkheid ontstaat. Typisch voorbeeld van links-rechts denken. Die hier tegenover elkaar staan. Terwijl een herverdeling voor de hele samenleving/wereld beter zou zijn.

Een bedrijf runnen?
We nemen afscheid van een zeer succesvol model, waarbij vanuit het hoofdkantoor alles werd aangestuurd. Werknemers uitvoerden wat de bazen wilden. Op verschillende plekken gaan we experimenteren met zelfsturing, kleine teams. Het Semco-Laloux-model?

Zorg?
Kosten lopen uit de klauwen. De  wetenschap komt met steeds meer oplossingen. Mensen leven langer. Is marktwerking de beste manier om dit geheel te beheersen? Blijven we het normaal vinden dat grote farmaceutische bedrijven winst maken met onderzoek dat grotendeels gefinancierd is door de staat? Of is toekomst (in Nederland) al begonnen?

Ons democratisch systeem?
Staat onder druk. Veel burgers voelen zich niet meer vertegenwoordigd, gehoord. Kiezen voor populistische geluiden, simpele oplossingen die niet veel bijdragen aan het oplossen van onze problemen. Maar die alleszins begrijpelijk zijn. Bijna de gehele politieke klasse grosso modo is met twintigste eeuwse technieken en gedachten bezig zijn de uitdagingen van deze eeuw op te lossen. Gebaseerd op eenzelfde kijk op de werkelijkheid. Gevangen in een frame (‘De markt lost alles op’ én de economie moet blijven groeien), dat haar langste tijd heeft gehad. Onze tijd schreeuwt om democratische experimenten. Noem het bouwgesprekken en probeer daar zoveel mogelijk burgers bij te betrekken.

Een basisinkomen?
Of een variant daarop. Nodig in een tijd waarin betaald werk erg schaars zal worden. Sterker: waarin er domweg geen werk meer is voor iedere wereldburger. De groeiende groep burgers zonder een redelijk inkomen wordt een groot probleem. Niet alleen voor de burgers die het aangaat, maar evenzo voor ‘de markt’. Die zich (evenals Henry Ford in het begin van de twintigste eeuw) begint te realiseren dat burgers geld nodig hebben om als consument te kunnen participeren.

Onze media?
Het moment komt dichtbij dat betaalde content niet langer gemaakt kan worden. Té weinig betalende abonnees. Waardoor kranten en tijdschrijften omvallen. Commerciële televisie idem als mensen voor andere varianten kiezen. Reclame als financieringsmiddel deels wegvalt. Moet wegvallen, want moeten we niet weg van die constante roep om te blijven consumeren? Tijd voor een serieus bouwgesprek: wie volgt voor ons kritisch de samenleving? Doet er verslag van? Houdt ons als samenleving scherp? Blijft dat doen, ook als er amper inkomsten meer tegenover staan?

Privacy?
We zitten midden in een tijd waarin bijna alle bewegingen van ons mensen worden ‘gelogd’. Of we zelf informatie over onszelf met Jan en alleman delen, zomaar weggeven. Big data-analisten weten al alles van ons. Hetzelfde geldt voor bedrijven als Google, Facebook en talloos veel bedrijven bij wie we via internet spullen/diensten aankopen. Uiteraard is de overheid hier ook mee bezig. Feitelijk delen we het gros van ons gedrag al. De vraag is of dat wel zo’n goede ontwikkeling is. Of die te stoppen valt? Om te buigen? En zo nee, of er alternatieven zijn?

Geld?
Op verschillende plekken wordt geëxperimenteerd met lokaal geld. Opdat geld langer in een regio blijft hangen en voor extra bedrijvigheid zorgt. Tegelijkertijd komen steeds meer mensen tot de ontdekking dat tegenover elk positief saldo een (negatieve) schuld staat. Die met rente terugbetaald moet worden. Een fenomeen dat haaks staat op een tijd waarin we minder moeten groeien, consumeren. Wie mag/moet geld scheppen?

Voedsel?
Minder eten? Obesitas-epidemie? Anders eten? Lokaal produceren? Printen van voedsel? Genetisch manipuleren? Wie heeft het recht op genetisch materiaal?

Onderwijs?
Is het huidige onderwijsstelsel in staat onze kinderen voor te bereiden op de uitdagingen van de 21e eeuw? Hoe gaan we realiseren dat volwassenen zich doorlopend blijven ontwikkelen. Niet alleen om die nieuwe banen te kunnen gaan  uitvoeren, maar vooral ook om je zelf zinvol bezig te houden in een tijd waarin veel (betaald) werk domweg niet meer zal bestaan.

Geopolitiek?
De wereld is in beweging. Overal gonst het van de veranderingen. Oude machtsblokken verliezen terrein aan opkomende powers. Mensen zijn wereldwijd met elkaar verbonden, nemen kennis van andere culturen en verlangen in redelijk dictatoriaal geregeerde landen naar vrijheid en meer welvaart/welzijn. Natiestaten proberen krampachtig vast te houden aan de eigen autonomie, maar politici én burgers weten – als ze er goed over na denken – dat ze op een andere schaal samen moeten gaan werken. Maar die ratio botst vaak op het gevoel.

Gezag en autoriteit?
In de afgelopen decennia zijn we die in veel westerse landen kwijtgeraakt. Inmiddels zitten we met de gebakken peren. Er zijn amper leiders meer waarnaar geluisterd wordt. Iedereen lijkt de koning van zijn of haar eigen koninkrijk. Lastig in een tijd waarin zo veel zaken (moeten) kantelen. Niemand meer ‘de weg’ wijst of ‘de waarheid’ in pacht heeft. Links of rechtsom zullen we als samenleving terug moeten keren naar een andere vorm van autoriteit. Volgens Paul Verhaeghe (de auteur van Autoriteit) is de nieuwe autoriteit horizontaal. Staat naast ons. Het top-down denken is passé

Winkelen?
Consumenten kiezen vaak voor gemak en prijs. Door het massaal digitaal winkelen worden winkelcentra daardoor helaas erg leeg. Staan centra van dorpen en steden onder druk. Verliezen duizenden mensen hun baan of worden gedwongen een mindere baan in een distributiecentrum op een onbestemd industrieterrein te accepteren.

Mens zijn?
Van verschillende kanten leveren wetenschappers bewijs aan dat het idee dat mensen rationele wezens zijn, die in eerste instantie altijd voor zichzelf opkomen, niet klopt. Mensen zijn sociale dieren, die deel willen uitmaken van een groep. Vaak redelijk altruïstisch zich voor anderen wegcijferen. Iets waardevols willen bijdragen aan hun omgeving. Neem dat als uitgangspunt in gesprekken over zaken die de komende jaren op de schop genoemen (moeten) worden. Het draait daarin meer om waarden, dan om cijfers. Mensen zijn – voor alle duidelijkheid – geen heiligen. We zijn allemaal ook geneigd tot meer egocentrisch gedrag. Maar aan de andere kant dwingen alle uitdagingen ons iets-je meer als volwassenen te gaan leven en handelen. Minder op ons gevoel af te gaan, maar vaker op grond van relevante (en diverse) informatie. En onze stokpaarden (die we door onze zelfopgebouwde filter bubble in stand houden) op stal laten staan.

Een cartoon
Toevallig maakte Robert Went me deze week attent op een cartoon die een van onze dilemma’s in beeld brengt. Het idee dat als ik succesvol ben, dat aan mijzelf ligt. En als het tegenzit het aan de omstandigheden of anderen ligt. Ook een voorbeeld van de links-rechts-denken-val. ‘Rechtse’ mensen zien dit als een voorbeeld van jaloers links die ‘hun’ rijkdom komt halen. En ‘linkse’ mensen zullen hierin het bewijs vinden dat rijke mensen redelijk asociaal bezig zijn.

De echte vraag zou echter moeten zijn: ‘Wat delen we met elkaar?’ En hoe eerlijk is dit gedrag? Draagt het in standhouden van dit dilemma bij aan het oplossen van onze problemen. We’re in it together! In veel van onze bouwgesprekken zal het kortom om waarden gaan. En – iets minder beladen – de vraag of de samenleving er last van heeft als dit gedrag blijft voortbestaan. Draagt het kortom iets positiefs bij?

Een plek voor een bouwgesprek?

Een bergrede over moraal
Joris Luyendijk hield onlangs ‘De Bergrede’, een toespraak waarin een min of meer bekende Nederlander reflecteert op de beroemde toespraak van Jezus. Een toespraak die vooral in protestantse kringen velen nog steeds bezig houdt en motiveert.
De Bergrede 2016 werd op dinsdag 2 februari in de Bergkerk in Amersfoort uitgesproken. Trouw publiceerde op zaterdag 6 februari een verkorte versie onder de titel ‘Bankier, zonder moraal gaat het niet’.
Joris Luyendijk werd natuurlijk uitgenodigd omdat hij in zijn Dit kan niet waar zijn : onder bankiers dilemma’s aanstipt die ook in de Bergrede langskomen. Luyendijk maakt zich in Amersfoort, evenals in zijn boek weinig illusies. En stelt onomwonden dat mits bepaald ongewenst gedrag niet expliciet verboden wordt (via regels, wetgeving), de meeste mensen (inclusief bankiers) dat redelijk ongewenste (wellicht zelfs asociale) gedrag zullen blijven vertonen. Je hebt immoreel gedrag (dan doe je iets wat expliciet is verboden) en amoreel gedrag (dan mag het wel, maar kun je jezelf afvragen of het zo nodig moet). De bankiers in The City en de rest van de financiële wereld zijn zelden immoreel bezig. En willen we als samenleving dat ‘ze’ dat soort ‘dingen’ niet meer doen, dan zit er niets anders op als wetten aan te gaan passen. Twee citaten:

We denken onze wereld te kunnen organiseren zonder moraal, en dat werkt gewoon niet.
De Bergrede is compleet achterhaald, maar tegelijk actueler dan ooit. (uit de aankondigingsflyer)

Een bankier bij een geredde bank die zichzelf omschreef als ‘behoorlijk links’ adviseerde pensioenfondsen over de economie en had het jaar ervoor een miljoen bonus gekregen. Ik vroeg hem of hij vond dat hij dat miljoen nu verdiende in beide betekenissen van het woord (earn, ‘beuren’ en deserve, ‘recht hebben op‘). Hij keek even voor zich uit, nam een slok bier en zei: “Verdienen jij en ik het om te zijn geboren in de westerse wereld?”  (Trouw, 6 februari 2016)

Touché
Die opmerking van die bankier gaat voor ons allen op. Wijzen naar ‘de ander’, die moet veranderen, zal ons niet helpen.
Oplossingen voor onze problemen raken ons allemaal. De manier waarop we nu leven. Wat delen we met elkaar?

Wat delen we met elkaar?
In onze complexe samenleving wordt steeds duidelijker dat het weinig zin heeft naar de ander te wijzen: “Jij moet veranderen!”

Zinvoller lijkt de vraag: ‘Wat delen we met elkaar?’

Om in bouwgesprekken op zoek te gaan naar wat ons bindt.

Om zo te komen tot die voor ons o zo noodzakelijke veranderingen.

Citaat 331 (vrijdag 29 januari 2016 – donderdag 11 februari 2016)
Homepage Citaten 2016

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

3 reacties op ““Verdienen jij en ik het om te zijn geboren in de westerse wereld?””

Geef een reactie

%d