Categorieën
Boeken Citaten Duurzaamheid Filosofie Maatschappij Next

Veerkracht in de 21e eeuw

In ‘de krant’ van dinsdag 2 mei 2017 trok dit plaatje mijn aandacht. Deed me denken aan een ander plaatje, dat sinds Witte donderdag in mijn hoofd zat. Me hielp de wereld te begrijpen. Hielp om een verhaal over die wereld te construeren. Een verhaal dat ik her en der bij aankomende activiteiten zou kunnen betrekken.

Hoe rood staan we eigenlijk?
In het Brabants Dagblad had het artikel op dinsdag 2 mei de volgende kop: Hoe rood staan we eigenlijk? Geen idee! In andere regionale kranten en het Algemeen Dagblad heeft hetzelfde artikel mét dit plaatje ook gestaan; alleen soms met een andere kop en zeker niet altijd op pagina 16-17.

Geen onbekend verhaal
Het plaatje bracht verschillende boeken naar boven, waarover ik de afgelopen jaren al verschillende stukjes had geschreven. Boeken waarin auteurs proberen uit te leggen hoe armoede én onzekerheid inwerkt op het welbevinden van mensen die het aangaat. En ook hoe de meeste mensen, bedrijven, organisaties, instellingen en vooral overheden niet weten hoe met deze problematiek om te gaan. In het gros van de gevallen verergeren maatregelen van deze partijen de sores van degenen die het aangaat.

De nationale Ombudsman schreef er onlangs over in zijn jaarverslag (Wie niet past, loopt vast). En ook de WRR (de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) mengde zich onlangs wederom in dit koor (rapport Weten is nog geen doen : een realistisch perspectief op redzaamheid).

En toevallig schreef vandaag Jesse Frederik over dit onderwerp een ontluisterend stuk: Het absurde Nederlandse boetebeleid: 18.733 celstraffen voor onverzekerde auto’s (die in de garage staan).

Vier boeken
Albert Jan Kruiter en Clara Pels. De dag dat Peter de deur dichttimmerde : waarom mensen die onze hulp het hardst nodig hebben niet geholpen worden (2012)
Sendhil Mullainathan & Eldar Shafin. Schaarste : hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen (2013)
Jan Schuurman Hess. Voettocht naar het hart van het land : hoe sociaal en democratisch zijn we nog? (2014)
Stephan Steinmetz. De brievenbus van Mevrouw De Vries : gekmakende post van onze (semi)overheid (2013)

Een willekeurig plaatje om resilience/veerkracht uit te leggen

Een gemeenschappelijke noemer: armoede en …
Mensen met schulden hebben kort door de bocht geformuleerd een gebrek aan geld. En hebben daar niet alleen last van, maar daardoor – en dat is de kern van het boek van Mullainathan & Shafir – onvoldoende ruimte in hun hoofd over om zich met andere zaken bezig te houden. Al hun (denk)energie wordt opgeslokt door één vraag: hoe kom ik aan voldoende geld om de dag door te komen. Die zorg verhindert hen om initiatieven te ontplooien om uit die val te komen. Een baan zoeken, aanvullende scholing regelen et cetera.

Mensen met schulden en/of gebrek aan een vast inkomen hebben daardoor feitelijk vaak een gebrek aan veerkracht. En dát woord is de link naar dat andere plaatje. Een belangrijk inzicht: mensen moeten om goed te kunnen functioneren over veerkracht beschikken. Is die onvoldoende of zelfs niet aanwezig, dan heeft zo iemand een groot probleem. Is niet in staat optimaal te functioneren in onze (complexe) samenleving.  Niet alleen lastig voor degenen die het aangaat, maar ook voor de rest van de samenleving.

Enter Kate Raworth.

Kate Raworth
Kort voor Pasen 2017 werd ik via een tweet attent gemaakt op een Engelse econoom, Kate Raworth. Had nog nooit van haar gehoord. Nu, enkele weken later, weet ik dat ze al geruime tijd bezig is en reeds in 2014 in Athene een TEDx-talk hield over haar centrale idee: donut economie. Dat verhaal, dat inzicht heeft ze onlangs in een boek neergelegd: Doughnut economics : seven ways to think like a 21st century economist.

En die bewuste tweet had met dat boek te maken; én dat er enkele korte filmpjes waren gemaakt om die donut-theorie uit te leggen. Lees: Donut economie: verander het doel.

In onderstaand plaatje zit de kern van haar betoog opgesloten én die veerkracht (resilience, in het Engels). Met dat woord – resilience – heb ik meer. Reeds in 2013 publiceerde de Engelse filosoof Alain de Botton een manifesto, waarin hij dat woord ook noemde. Hij stelde tien deugden (waarden) voor de eenentwintigste eeuw voor. Hij begint met veerkracht; als belangrijkste deugd. Dat je in staat bent mee te bewegen met de golven.

Artikel: Nieuwe deugden? – Veerkracht : difficulties are only a sign that things are normal (maart 2013)


Veerkracht
In het plaatje van Kate Raworth komt resilience ook voor. Het heeft geen rangorde; maakt deel uit van een elftal woorden, die in een cirkel liggen. Je mag zelf bepalen wat het belangrijkste is. Dat bovenaan WATER staat lijkt me evident. Schoon drinkwater, bedoelt ze. De andere negen zijn; INKOMEN, ONDERWIJS, EEN STEM (recht om je uit te spreken, democratie), EEN BAAN, ENERGIE, SOCIALE GELIJKHEID, GESLACHTSGELIJKHEID, GEZONDHEID en VOEDSEL.

Aan alles kun je aflezen dat het een ‘product’ van deze tijd (de jaren tien van de 21e eeuw) is. Het woord geslachtsgelijkheid (gender equality) is daarvan een voorbeeld. Zij bedoelt daarmee ook transgenders; dus niet alleen gelijke rechten voor mannen én vrouwen, maar ook voor mensen die zich aan die catagorie onttrekken.

Om als mens optimaal te kunnen functioneren dien je op alle terreinen goed te scoren. Wat ‘goed’ is laat zich aan dit schema niet aflezen, maar de meeste mensen voelen aan hun klompen aan wat bedoeld wordt. Het draait om woorden als ‘voldoende’, ‘genoeg’ of ‘aanwezig’. En het draait om de mix. Op alle gebieden dien je als mens het gevoel te hebben dat het wel oké zit. Scoor je op één of meerdere punten zwaar onvoldoende, dan zit het niet goed. Dan is jouw ‘sociale basis’ (social foundation) niet op orde. Kloppen jouw grondvesten niet. Is er werk aan de winkel. Voor jezelf, maar vooral voor de samenleving als geheel.

Alhoewel, er zijn ook mensen die het wel ‘prima’ vinden, dat deze of gene op sommige zaken onvoldoende of niet scoort. Een groot deel van het (politieke) debat gaat over die vraag: Wat delen we met elkaar?

Een ideaal plaatje?
Natuurlijk is dit schema of plaatje een ideaal. Dat weet Kate Raworth. Ze weet ook dat ‘de ideale wereld’ of toestand nooit voor iedereen bereikt kan – noch zal – worden. Maar dat laat onverlet dat je wel een doel voor ogen zou moeten willen hebben. Dat ideaal laat zich echter niet alleen ‘afdwingen’ omdat niet iedere wereldburger zich volledig herkent in die elf terreinen, maar vooral ook omdat er negen ‘krachten’ op onze aarde inwerken die mede hun effect op ons welbevinden bepalen. ‘Krachten’ die met elkaar samenhangen, elkaar beïnvloeden.

Die negen ‘krachten’ hebben te maken met de draagkracht van de aarde, onze ecologische voetafdruk of environmental ceiling, zoals Kate Raworth dat noemt. Als mens overschrijden we momenteel op veel terreinen dat milieuplafond. We stoten te veel CO2 de atmosfeer in, zijn flink bezig om planten en dieren uit te roeien of ons zoete water op te maken.

Ze beperkt zich tot de volgende negen:
Climate change / Klimaatverandering
Freshwater use / Gebruik van vers drinkwater
Nitrogen phosphorous cycles / Stikstof forfor cycli
Ocean acidification / Verzuring van de oceaan
Chemical pollution / Chemische vervuiling
Atmospheric aerosol loading / Atmosferische aërosolbelasting
Ozone depletion / Aantatsing van de ozonlaag
Biodiversity loss / Verlies van biodiversiteit
Land use change / Grondgebruiksverandering

Groeien om de problemen op te lossen?
Voor sommige punten gaat het de ‘goede’ kant op, maar voor anderen juist helemaal niet. Slaan de figuurlijke meters rood uit. De opgave voor de mensheid is om de komende jaren, decennia te leren leven binnen dat milieuplafond. Dat zal niet meevallen. Sterker: dat zal heel erg wennen zijn. De kernboodschap van Kate Raworth is dat we af moeten van onze groeiverslaving. We zullen moeten downsizen, afzien van nog meer onnodige producten en diensten die een té groot beslag leggen op dat spreekwoordelijke plafond.

Anders meten
In dat verband gaat het ook over het anders meten van dingen die we als mensheid produceren. De meest gebruikelijk methode (het Bruto Nationaal product) ligt onder vuur. Want daarin worden veel waardevolle zaken niet meegenomen, gemeten; terwijl zaken waar we vanaf willen juist wél mee worden genomen, gemeten. Denk aan het opruimen van de schade van de ramp bij Fukushima. Levert veel extra economische bedrijvigheid op (schoonmaken, herstellen, beveiligen), telt daardoor mee bij het opmaken van het Japanse BNP maar laat zich natuurlijk niet verenigen met woorden als ‘kwaliteit’ of ‘het goede’.

Een debat tussen economen
De laatste jaren wordt er steeds meer gesproken over de vraag of ‘economie’ een harde of een zachte wetenschap is. Overheersend was tot voor kort het idee dat economen met wetten bezig zijn. Ook werd gedacht dat mensen rationele wezens zijn (homo economicus) en zich daarom in hun (economisch) handelen rationeel gedragen. Steeds duidelijker wordt echter dat de mens waarschijnlijk het tegendeel daarvan is. Voor veel zaken warm loopt die haaks staan op wat goed voor ons is. Kate Raworth behoort tot dit ‘nieuwe’ of ‘andere’ kamp. Deze economen weten dat we als mens op ons gevoel maar wat aanklooien. Dat maatregelen die getroffen moeten worden om binnen ons ‘milieuplafond’ te blijven, daarmee rekening houden.

Wat is Kwaliteit?
Voor zover mij bekend heeft Kate Raworth het niet over ‘kwaliteit’. Maar bedoelt ze dat wel. Ze weet echter dat dit een schier onmogelijk begrip is om mee te kunnen werrken. Iedereen weet wat kwaliteit is, maar valt stil als je op moet schrijven wat het is.

Dirk Bezemer, een Nederlandse econoom die ik tot het ‘kamp’ van Kate Raworth reken, had het – hoe toevallig – juist daarover in zijn column in De Groene Amsterdammer. In Wat is geluk? (3 mei 2017) heeft hij het over de onlangs overleden Amerikaanse schrijver Robert M. Pirsig. Die vooral bekend is geworden door zijn boek Zen en de kunst van het motoronderhoud : een onderzoek naar waarden (uit 1974).

Uit dat artikel citeer ik tot slot enkele zinnen, wetende dat over dit thema nog veel meer valt te zeggen. En – mits ik me niet vergis – de komende jaren nog veel meer gezegd en geschreven zal worden. Het maakt deel uit van de transitie naar een ander economisch model. Zo nodig, omdat het bestaande om allerlei redenen tegen haar grenzen aanloopt.

Wat is geluk?
Vorige week overleed Robert Pirsig, schrijver van Zen en de kunst van het motoronderhoud. Dat klinkt helaas als een soort Tao van Poeh voor motorfreaks. Maar het boek gaat noch over zen, noch over motoronderhoud, en is ook geen achterhaald cultboek uit de jaren zeventig. Het is serieuze filosofie met praktische toepassingen. Ter illustratie daarvoor het World Happiness Report 2017. De ontdekking, zo’n veertig jaar geleden, van geluk als onderzoeksobject van de dismal science (sombere wetenschap) is opmerkelijk, maar inmiddels helemaal geaccepteerd. ()

Economen passen het nutsidee uit de leerboekjes economie nu toe op geluk. Waaraan mensen nut ontlenen doet er niet toe, als ze het maar maximaliseren. Op dezelfde manier wordt met enquêtes geluk en kwaliteit van leven gemeten zonder dit te definiëren. Waar jij gelukkig van wordt moet je zelf weten, als je ons maar vertelt hoe gelukkig je bent op een schaal van 1 tot 10. De cijfers die uit de enquêtes rollen worden gecorreleerd met factoren die geluk bevorderen (inkomen, relaties, werk, leefruimte) of niet (scheidingen, werkloosheid, ongelijkheid, corruptie). Het is de kwantificering van kwaliteit van leven.

En laat dat nou precies zijn waar Zen over gaat: Kwaliteit, met een hoofdletter. () In de wetenschap zoeken we waarheid door waarneming. Wij, de waarnemende subjecten, worden gescheiden van wat we waarnemen, de objecten. Zo vergaren we wetenschappelijke en technische kennis, die we voor waarheid houden. Maar deze subject/object-tweedeling geeft ons geen enkele basis om het Goede te kennen. Dat doen wij immers (aldus Pirsig) door een intuïtieve, in wezen romantische houding die de subject/object-scheiding overstijgt – en die dus wetenschap en techniek buitenspel zet. Al gauw zit je dan met een valse tegenstelling tussen techniek en romantiek als manieren om je tot de wereld te verhouden. Vals, want mensen zijn zowel rationele als romantische wezens. Ze kunnen niet zonder het Ware én niet zonder het Goede. Blijkbaar is er iets aan ons, of aan de wereld, dat de wetenschappelijke subject/object-tweedeling overstijgt, maar niet tenietdoet.

Dit iets noemt Pirsig Kwaliteit. Hoewel niet te definiëren en dus niet wetenschappelijk te onderzoeken, is het fundamenteel. ()

Kwaliteit. Wat kun je ermee? Besef van Kwaliteit, zegt Pirsig, behoedt ons voor een éénzijdig en dus misleidende begrip van onszelf in de wereld. (0

Als je beleid gaat maken om de productie van geluk te optimaliseren, ben je misschein wel de gemoedsrust die bijdraagt aan geluk aan het ondermijnen. En dat komt doordat je het grotere plaatje, de Kwaliteit die beide verbindt, uit het oog verloren bent.

Enkele boeken die hiermee te maken hebben
# – Méér! (2013)
Floris van den Berg. Filosofie voor een betere wereld (2009)
Rutger Bregman & Jesse Frederik. Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers (2015)
Christien Brinkgreve, Sanne Bloemink & Eric Koenen. Weten vraagt meer dan weten : hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal (2017)
Ewald Engelen & Marianne Thieme. De kanarie in de kolenmijn (2016)
Paul Gilding. Helden uit noodzaak : hoe onze generatie dankzij de ecologische en economische crisis de wereld gaat redden (2012)
Al Gore. Onze toekomst : zes krachten die onze wereld veranderen (2013)
Wil Heeffer. Hoe lang pikken we het nog? : over de afbraak van ons publieke domein en het verloren gaan van solidariteit (2015)
Rob Hengeveld. Wildgroei : overbevolking en de ontwrichting van milieu en samenleving (2013)
Richard Layard. Waarom zijn we niet gelukkig? (2005)
Ton Lemaire. De val van Prometheus : over de keerzijden van de vooruitgang (2010)
Mark Lynas. De mens als god : hoe de aarde het Antropoceen kan doorstaan (2011)
Frank Mulder & Freek Koster. Economie op ramkoers : waarom onze economie ontploft als we vertragen en ook als we doorrijden (2010)
Sendhil Mullainathan & Eldar Shafir. Schaarste : hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen (2013)
Susan Neiman. Waarom zou je volwassen worden? (2014)
Geert Noels. Econoshock : hoe zes economische schokken uw leven fundamenteel zullen veranderen (2008)
Tobias Reijngoud. Weten is meer dan meten : spraakmakende opinieleiders over de economisering van de samenleving (2012)
Wim de Ridder. De ontdekking van de toekomst : wat we al weten, is niet te geloven (2014)
Wim de Ridder. De strategische revolutie : nieuwe leiders nemen het stuur over (2012)
Jeremy Rifkin. De derde industriële revolutie : naar een transformatie van economie en samenleving (2014)
Dan Rodrik. De globaliseringsparadox : waarom mondiale vrijhandel, de natiestaat en democratie niet samengaan (2015)
Jan Rotmans. In het oog van de orkaan : Nederland in transitie (2012)
Jan Rotmans. Verandering van tijdperk : Nederland kantelt (2014)
Tomás Sedlácek. De economie van goed en kwaad : zoektocht naar economische zingeving van Gilgamesh tot Wall Street (2012)
Robert & Edward Skidelsky. Hoeveel is genoeg? geld en het verlangen naar een goed leven (2013)
Alan Weisman. Aftellen : onze laatste kans op een toekomst op aarde (2014)
Alan Weisman. De wereld zonder ons (2007)
Peter Westbroek. De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet (2012)

Citaat 460 (donderdag 4 mei 2017)
Homepage Citaten 2017

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “Veerkracht in de 21e eeuw”

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: