Categorieën
Boeken Citaten Duurzaamheid Maatschappij Next

TINA – maar feiten zullen niemand veranderen die niet veranderd wil worden.

Na een weekend fietsen door Nederland moesten natuurlijk de weekendkranten doorgenomen worden. En bevestigde Ilja Leonard Pfeijffer wat we de laatste dagen hadden gezien: Nederland is af en lijkt op het paradijs.

In zijn column (Nederland is af en lijkt op het paradijs van Dante, NRC, vrijdag 19 mei) constateert hij als Italiaanse Nederlander dat Nederland ‘af’ is. Er perfect bij ligt; zeker vergeleken met veel andere buitenlanden.

En dit is mijn conclusie. Nederland kent geen problemen. Het hele land is tot in het kleinste detail uitgestippeld. Nederland is af. Elk hoekje van elk terrein is ergens voor, heeft een specifieke taak en functie en is uitstekend bereikbaar via glimmende infrastructuur. Afval wordt gescheiden, armoede is uitgebannen, iedereen die iets wil worden, kan worden wat hij wil. Ziekten zijn procedureel verankerd en er zijn protocollen voor de dood. Voor alles wat het leven moeilijk kan maken, zijn procedures bedacht en als die procedures onverhoopt falen, zijn er procedures voor het geval van falende procedures. In Nederland aanschouwde ik ‘la perfettu unione di tutte le realtà’, de volmaakte eenheid van alle werkelijkheden, zoals Dante het paradijs beschrijft.

Nederland: een plaatje
En inderdaad is Nederland in deze meimaand een plaatje. Die zich vanaf een fiets goed laat aanschouwen. Bermen vol boterbloemen, margrieten, klaver en fluitekruid. Alom goed bezette terrassen. Op veel plekken een festival of sportfestijn. Nederland lijkt één feestpaleis. Waar het goed toeven is.

Alleen jammer dat bijna alle agrarische terreinen omgetoverd zijn tot plekken waar maar één soort heerst, mag zijn. Raaigras, maïs, aardappels of asperges. Je hoort relatief weinig vogels, ziet amper vlinders en er zijn zeldzame plekjes waar ‘de natuur’ haar gang mag gaan. Ook opvallend veel te dikke mensen op fietsen met elektrische trapondersteuning.

There Is No Alternative
Deze zin duikt de laatste weken steeds vaker op. Of de afkorting: TINA. Vertaling: Er Is Geen Alternatief. EIGA. Bedoeld om uit te leggen dat het bijvoorbeeld onvermijdelijk is dat de ChristenUnie aansluit bij de formatie. Of dat Griekenland voor de zoveelste keer moet snijden in haar uitgaven.

There Is No Road
Die zin lijkt sterk op de beginzin uit een van de mooiste liedjes van Tom Verlaine. Een liedje dat ik vaak opneem voor iemand die een muzikaal gebrand cd’-tje weet te waarderen. Zeg maar de playlist van vroeger. Tom Verlaine is de belangrijkste man én gitarist van de legendarische New Yorkse band Television. Luister eens naar Marquee moon (hun klassieke plaat uit 1977) én hun tweede (Adventure, 1978).

Op zijn derde soloplaat (uit 1982) gaat het titelnummer Words from the front over een soldaat die een brief naar huis stuurt. Er wordt niet gerept van de Eerste Wereldoorlog noch de loopgraven, maar uit alles blijkt dat het om die tijd en die ellende gaat. Hij staat tot zijn middel in de modder, klampt zich vast aan het feit dat hij over enige dagen verlof zal krijgen. Maar ondertussen kan hij maar aan één ding denken: hoe overleef ik dit. Dat liedje begint met de zin: There is No Road. Voorafgegaan door de datering: january, twenty third.

Er Is Geen Weg
Dat gold zeker voor die soldaat. In die tijd. In zijn directe omgeving was alles na jarenlang bombarderen en schieten kapot gemaakt. Zelfs de wegen waren weg. Miljoenen soldaten stierven tussen 1914-1918 in de loopgraven. Een verschrikkelijke tijd. Waarin velen geen uitweg meer zagen. Er Is Geen (uit)Weg. Letterlijk, maar vooral figuurlijk. Veel overlevenden hebben er de rest van hun leven trauma’s aan overgehouden. En tóch was er een weg. Zelfs toen.

Na de oorlog pakten velen hun dagelijkse dingen weer op. Keerde de samenleving weer terug naar normaal en werd ‘bewezen’ dat de zin There Is No Alternative slechts tijdelijk ‘waar’ is. Zelfs na de verschrikkelijkste omstandigheden heeft ‘de mens’ het in zich ‘het’ anders te gaan doen. Een andere richting in te slaan. Dat bewijzen de jaren twintig van de vorige eeuw. Een prachtige tijd. Waarin het met veel mensen best goed ging. De gay twenties. Dat in die tijd het zaad gezaaid werd voor de verschrikkingen van de jaren dertig en vooral de jaren veertig kunnen we helaas slechts achteraf constateren.

Klik voor een artikel op (de Engelse) Wikipedia

TINA
De zin There Is No Alternative wordt de laatste weken opvallend vaak gebruikt. En bijna altijd gaat het over ‘de economie’. Dat het weinig zin heeft om te hopen dat er een ander economisch beleid gevoerd kan worden. De wijsheid komt uit Frankfurt, Londen en New York. Draghi, Schäuble en Dijsselbloem weten hoe hét moet. Zij bestieren het Walhalla van ons economisch systeem.

Na een ogenschijnlijk jarenlange consensus tussen economen, beleidsmakers en (het gros van de) politici lijkt het er nu toch op dat we aan de vooravond staan van een debat over dit TINA. Moeten we niet af van ons bestaande economisch model? Op zoek naar een ander denkkader? Een andere manier om naar de werkelijkheid te kijken? De problemen waarvoor we ons nu gesteld zien, zijn té groot of en vooral té complex om met het bestaande kader (of frame of verhaal) te lijf te kunnen gaan. Verergeren feitelijk de problemen van nu en straks. Is de kern van ‘het’ probleem.

Veroordeeld om te blijven groeien
Dit andere verhaal heeft bijvoorbeeld te maken met de constatering dat agrarisch Nederland feitelijk een woestenij is. Aan de ene kant prachtig aangeharkt. Hectare na hectare keurig geploegd, ingezaaid, onderhouden. Maar tegelijkertijd monoculturen waarin geen ruimte is voor insecten, vogels, kleine zoogdieren. Waar alles kaarsrecht is. Strak in het gelid. Geen ruimte voor verrassende wilde natuur. En als ze er zijn – die plekken (en ze zijn er) – dan is zelfs daar ook over nagedacht.

Dit is – voor alle duidelijkheid – geen pleidooi voor terug naar vroeger, het ongedaan maken van ruilverkaveling, het opsplitsen van grote boerderijen et cetera. Maar evident is wel dat de agrarische sector een weg in is geslagen die zich op termijn niet laat voortzetten. Gevangen zit in de val – het verhaal, het frame, de TINA – dat boeren alleen kunnen overleven als ze nóg groter worden; meer investeren. Blijven groeien. En iedereen binnen de sector houdt elkaar gevangen, kan zich amper aan de schijn-logica van het geheel onttrekken.

Er zijn geen problemen meer, toch?
Ilja Leonard Pfeijffer constateert terecht dat ‘we’ het in ons land nog niet zo slecht hebben. Hij weet natuurlijk ook dat er wel degelijk problemen zijn, maar im Großen Ganzen gaat het ‘nergens’ over. Hij formuleert het zo:

Ik vind het belangrijk om dit te zeggen, omdat ik weet dat Nederlanders zelf er heel anders over denken. Zij geloven dat Nederland reusachtige problemen kent. Dat is niet zo. Ze zijn verwend. Of ze zijn opgehitst door politici die hun problemen aanpraten omdat ze anders overbodig worden.
Deze week mislukte de poging om een nieuwe regering te formeren. Ik heb mijn schouders opgehaald. Nederland heeft geen regering nodig. Er hoeft niet meer besloten te worden. Een beetje onderhoud is genoeg en dat kunnen de ambtenaren prima regelen. God is in Dantes paradijs ook eigenlijk geheel overbodig. Alles is al geschapen en volmaakt.

Nederland is natuurlijk niet af
Ilja Leonard Pfeijffer weet natuurlijk dat hij overdrijft. Dat mag; moet. Het is een column. Leest lekker weg. Zet je aan het denken. Hij heeft natuurlijk gelijk als hij probeert uit te leggen dat we het in ons land relatief goed hebben. Dat we veel geregeld hebben. Zijn column is een andere manier om te zeggen dat There Is No Alternative. Het moet zo zijn. We hoeven hierover als burgers niet met elkaar in gesprek. Tegelijkertijd is het natuurlijk onzin. Nederland zoals het nu is zal én moet de komende jaren en decennia andere wegen in slaan. Weg van TINA. We zullen links- of rechtsom moeten beseffen dat ons huidig economisch model niet langer kan.

Onze levensstijl aanpassen
Kort door de bocht geformuleerd komt het er op neer dat ‘de aarde’ onze levensstijl niet langer trekt. We putten haar met onze manier van leven uit. Een levensstijl die in een zeer rap tempo door anderen in voormalige derde wereldlanden wordt overgenomen. Denk aan ecologische voetafdruk, Earth Overshoot Day, een smeltende Noordpool, gletsjers die zich terugtrekken, opraken van bepaalde grondstoffen, té veel CO2 die we de atmosfeer in stoten, het massaal uitsterven van planten en dieren, de komst van zelflerende systemen, wegvallen van veel werk et cetera.

Halfvol of halfleeg?
Tegelijkertijd zijn overal op de aarde (zeer) slimme mensen bezig te ontdekken hoe we langer kunnen leven. Ontdekken dingen die hun (positieve) impact op bijna alles zullen hebben. Ons leven wordt domweg ‘beter’.

Het glas is halfvol. Of halfleeg. Pfeijffer heeft gelijk. Natuurlijk. Maar mensen die grote vraagtekens bij TINA zetten hebben natuurlijk ook gelijk. Alhoewel. Kijk je naar de verkiezingsuitslagen in Groot Brittannië, de Verenigde Staten, Nederland en Frankrijk dan is dat laatste nog maar zeer de vraag. Het gros van de kiezers is zich amper bewust dat TINA in de lucht hangt. We aan de vooravond staan van een noodzakelijk debat daarover. Een debat dat moet leiden tot een Alternatief. Weg van de huidige, breed gedeelde status quo. ‘Het’ is tóch goed zo! Waarom zou ik me moeten gaan aanpassen’. Mee moeten gaan met dat Alternatief?

Een ander verhaal
Maandag 22 mei schreef Kuitenbrouwer in de NRC een column waarin hij zich afzette tegen iedereen die pleit voor een ander verhaal: Dat gedweep met ‘verhalen’. Stop ermee. Het is in zijn ogen een gimmick. Alsof een ander verhaal helpt. Hij pleit voor concrete punten. Die uiteraard binnen zo’n verhaal passen. Daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Een verhaal, een ander frame, een ander denkkader is niet genoeg. Het gaat om daden. Dat je concreet uitspreekt wat je wilt gaan doen. Of als politicus welke concrete zaken je wilt gaan realiseren; mits je voldoende steun verwerft.

Verhalen – iedereen wil verhalen. De bindende, helende, inspirerende, ja, zingevende kracht van het ‘verhaal’, wij haken ernaar, wij zwelgen erin. Wij Facebooken en Instagrammen ons een ongeluk. Wij volgen massaal cursussen in schrijven, bloggen, vloggen, storytelling. () Ik begin een beetje moe te worden van dat weeë sentiment van hand in hand begeesterd worden door een Verhaal, liefst in townhall opstelling.

Onzichtbare verhalen
Maar het begint tóch met het gevoel, het weten dat er binnen de huidige samenleving, de huidige status quo ‘iets’ anders moet. Dat je die realiteit niet voor waar hoeft aan te nemen. In Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst van de Israëlische historicus Yuval Noah Harari gaat het vaak over dat andere verhaal. Hij legt omstandig uit dat bijna alles binnen een samenleving gebaseerd is op een verhaal. Alleen zien we dat als mensheid niet meer. Zijn er blind voor. Denk aan zaken als geld (is een afspraak, een verhaal, dat papier heeft op zich geen waarde), geloof (dat Donar op de wolken slaat als het onweert of een kaarsje opsteken helpt voor iemand die ziek is) of wachten voor een stoplicht. We zijn als die twee vissen die niet weten wat water is. Zich nooit hebben afgevraagd waarin ze rondzwemmen.

Ons grote overkoepelende verhaal is dat we economische groei nodig hebben, dat de markt het regelt en de overheid het probleem is. Dagelijks zie ik signalen die er op wijzen dat deze TINA im Frage wordt gesteld. Of dat er alternatieven naar voren worden gebracht. Vaak op deelterreinen. Ik zie nog geen nieuwe Keynes. Die in staat is met een compleet ander verhaal te komen; dat door velen gedeeld wordt.

Het gaat niet om feiten
Rosanne Hertzberger, een relatief jonge microbioloog heeft de afgelopen maand met twee ‘dingen’ de aandacht op zich gevestigd. Eerst verscheen haar boek Ode aan E-nummers : waarom E-nummers, kant-en-klaar-maaltijden en conserveermiddelen ons leven beter maken. En kort daarna schreef ze een kritisch artikel waarin ze grote bedrijven oproept te stoppen met adverteren op GeenStijl.nl

Beste adverteerders, betaal niet mee aan GeenStijl en Dumpert (Bevrijdingsdag 5 mei 2017

Door optredens in enkele praatprogramma’s en artikelen in kranten en tijdschriften raakte ze met haar boek veel medeburgers op een gevoelige plek. Ging ze regelrecht in tegen een door velen gedeelde mening dat E-nummers in ons voedsel slecht, dan wel verdacht zijn. Ze legt omstandig uit waarom dat niet het geval is. Integendeel. Onze grote voedingsbedrijven worden omstandig gecontroleerd. Kunnen niet veel rotzooien en mogen alleen middelen aan voedsel toevoegen die tot in den treure zijn getest. Veilig zijn bevonden. In hoofdstuk 2 (Kleurtjes) valt ze veel burgers aan die zich grote zorgen maken over ons voedsel en kiezen voor een of ander dieet. Die zien wel de splinter in andermans oog, maar niet de balk in het eigen oog.

De belangrijkste boodschap die ik voor al die mensen heb, is dit: we concentreren ons op de verkeerde dingen. We laten ons afleiden van wat er werkelijk toe doet. Wij gaan niet dood aan kaas of koffie of pasta of brood of een eitje. We gaan zelfs niet dood aan bewerkt voedsel. Ook niet aan kunstmatige kleurstoffen. Wij gaan niet dood aan E-nummers. Wij gaan niet dood aan genetisch gemodificeerde gewassen, en ook niet aan emulgatoren, verdikkingsmiddelen of zuurteregelaars. We gaan niet dood aan kant-en-klaarmaaltijden. We gaan niet dood aan conserveermiddelen. We gaan zelfs niet dood aan aspartaam of sucralose. We gaan dood aan een groep volledig simpele biologische ingrediënten zonder E-nummers. Dat zijn suiker, vet, alcohol en tabak. Voor die stoffen hoef je geen proefdierenonderzoek op te tuigen. Je hoeft er niet pietepeuterig dertig verschillende wetenschappelijke publicaties over na te pluizen. Je hoeft alleen maar in een gemiddeld ziekenhuis te kijken, waar afdelingen vol liggen met patiënten die te veel van die stoffen hebben genuttigd. De stoffen die onze gezondheid bedreigen hebben geen E-nummer. (pagina 87)

Feiten zijn niet voldoende
Een mooi citaat. Maar Rosanne Hertzberger weet echter dat zo’n paragraaf niet zal helpen. Niet voldoende is om mensen los te weken van hun eigen verhaal. Feiten doen er meestal niet toe. Mensen die zweren bij een bepaald dieet met (of juist zonder) koolhydraten, meer of minder vlees, gewone of zeer bijzondere granen staan niet open voor feiten die haaks staan op hun geloof, verhaal of – vooruit – hun TINA.

Verderop in het boek constateert ze dat twee jonge meiden recent een nieuw zeer succesvol dieet hebben geïntroduceerd. Tessa Moorman en Merel von Carlsberg begonnen met Green Happiness; en hebben daarmee veel succes. Duizenden volgers én dito boeken verkocht. Rosanne Hertzberger zegt het zo:

Green Happiness is een voorbeeld van een dieet dat de brand helpt blussen. Vorig jaar werd Nederland overspoeld door deze nieuwe (di)eethype die claimde het lichaam te zuiveren en niets minder dan algehele gezondheid en levensgeluk te brengen.

De onderbouwing van het voedselpatroon was dusdanig ridicuul dat het Paleo-dieet er nog redelijk bij afstak. Elk onzinboxje bij Green Happiness krijgt een vinkje: zuivel is de duivel, je lichaam ‘droogborstelen’ is goed voor de spijsvertering, je mond spoelen met kokosolie helpt bij het ontgiften. Legendarisch was de opmerking dat eieren ook vies zijn, bah, omdat dat ‘de menstruatie van een kip’ is. NRC Handelsblad publiceerde een interview met de twee diëtisten achter de Green Happinees-boeken, waarna de hele goegemeente over de dames heen viel. Dit was antiwetenschappelijke nonsens! Feitenvrije lariekoek! Diëtisten en artsen klommen in hun pen en schreven woedende reacties.

Een genuanceerde conclusie
Er is alleen iets heel vervelends aan de hand. Want terwijl iedereen zich zo zat op te winden over de verzinsels van die twee Pinterest-vrouwen is het dieet dat ze voorschrijven wel gewoon een goed idee. Vele groente, weinig vlees. Artsen en diëtisten proberen hun steeds corpulentere patiënten al decennialang te bewegen om meer groente te eten. Deze vrouwen bewerkstelligen dat op jaloersmakende, nonchalante wijze, met een paar vrolijke plaatjes en originele slimme recepten
. (pagina 236)

Drowning in facts
Seth Godin zegt het op 23 mei in zijn miniblog zo: 

And yet, a doubting person can be drowning in facts, but facts won’t change a mind that doesn’t want to be changed.

En toch kan een twijfelende persoon in feiten verdrinken, maar feiten zullen niemand veranderen die niet veranderd wil worden.

Geen verhaal, maar een plan
Jan Kuitenbrouwer heeft als journalist uiteenlopende dingen gedaan. De laatste jaren schrijft hij regelmatig columns voor NRC Handelsblad. Opmerkelijk is in dit verband dat hij directeur is van het bedrijf Woorden die werken. Waarop ondermeer staat dat hij bedrijven helpt bij … storytelling. Jan Kuitenbrouwer heeft zijn hele carrière lang continue een ironische zweem om zich heen hangen. In die eerder aangehaalde column (Dat gedweep met ‘verhalen’. Stop ermee) houdt hij een pleidooi om verder te kijken dan het ‘verhaal’. Slotwoorden van deze column

De Partij van de Arbeid doet niet mee aan de formatie. Ze zijn op zoek naar een ‘nieuw verhaal’. Was dat het probleem? Ik vond de teksten van Kok en Bos en Cohen over het algemeen aangenaam om naar te luisteren, Samson, Timmermans, Asscher, Arib – intelligente, welbespraakte liederen met het hart op de juiste plaats, kom er eens om. Er ontbreekt maar één klein dingetje: een heldere agenda! Met een modern, lelijk woord: een speerpunt. Dat is waarom de kiezers wegbleven: het was totaal onduidelijk waar de PvdA voor stond!
Dus als ook ik nog even mag aansluiten in de lange rij van goedbedoelde omstanders die de PvdA dezer dagen adviseren hoe de klap te boven te komen, dan zeg ik: laat dat ‘verhaal’ maar even zitten. Probeer eens drie maatregelen op een rij te zetten, in volgorde van ambitie en urgentie. En als dat lukt, maak er vijf van, en dan tien. Formuleer ze kort, scherp en dwingend. Geef er een klap op en ga aan de slag. Desnoods noem je het een ‘verhaal’. Zijn de hipsters ook blij.

Samenvatting

Een nieuw verhaal is niet genoeg. Bedenk een plan
Zoals Jan Kuitenbrouwer terecht opmerkt is tegenwoordig  ‘iedereen’ bezig met een ander verhaal. Maar meestal helpt ons dat niet veel verder. Het komt er op aan concrete zaken in jouw verhaal op te nemen. Toegespitst op die ‘andere’ economie zouden daar (naar het voorbeeld van Jan Kuitenbrouwer) de volgende vijf punten deel van uit moeten maken:

1. Stop met groeien
2. Bedenk een ander pensioensysteem
3. Herverdeel het overblijvende werk
4. Herverdeel alle vermogens boven (zeg) tien miljoen euro
5. Herstructureer het onderwijs zodanig dat het mensen voorbereidt op het leven

Uiteraard is dit een vlotte ingeroefening. Die aangevuld en uitgebreid moet worden. Een van dé grote taken voor de mensheid wordt om de komende jaren (decennia) dat andere economische systeem te gaan bedenken en uitrollen. We bewegen van TINA naar TIAP. There Is A Plan.

Enkele signalen
Dagelijks valt mijn oog op signalen dat er als het ware gemorreld wordt aan ons TINA. Hieronder enkele voorbeelden

Labour is right – Karl Marx has a lot to teach today’s polilicians
Een artikel in The Economist (1 mei) over de Engelse verkiezingen. Zeer opmerkelijk. Dat een behoudend opinietijdschrift (à la Elsevier) haar lezers voorhoudt dat Karl Marx het op sommige punten toch goed had gezien. Yet Marx becomes more relevant by the day

TED – Poverty isn’t a lack of character; it’s a lack of cash
Op 20 mei werd op de website van TED de speech geplaatst die Rutger Bregman in april op ‘de grote’ TED in Vancouver hield. Bijna vier jaar nadat hij voor de eerste keer op De Correspondent (zijn uitvalsbasis) schreef over een basisinkomen, armoede en hoe daar mee om te gaan. Een verhaal dat toen door velen werrd weggewoven. Momenteel is zijn boek (Gratis geld voor iedereen : en nog vijf grote ideeën die de wereld kunnen veranderen) in ruim twintig landen vertaald, verblijft hij veel in het buitenland en staat het basisinkomen op de maatschappelijke agenda. Als een van de manieren om ‘iets’ te doen aan ons haperende economische systeem. Vandaag (25 mei) stond de teller voor zijn talk op 324.724 views. In zijn talk verwijst hij impliciet vaak naar het in 2013 verschenen Schaarste : hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen van Sendhil Mullainathan & Eldar Shafir.

Kate Raworth
Deze Engelse econoom bepleit een ander economisch model in haar nieuwste boek: Doughnut economics : 7 ways to think like a 21st century economist. 
Klik hier voor een artikel; en hier voor een ander.

Paul De Grauwe
Onlangs verscheen de Engelse vertaling van het in 2014 verschenen De limieten van de markt : de slinger tussen overheid en kapitalisme. Geschreven door de Belgische econoom en liberale politicus Paul de Grauwe. Hij houdt hierin een pleidooi voor het kapitalistische systeem (‘het beste’). Maar hij maakt zich grote zorgen. Vindt dat de balans zoek is. De overheid is té zwak en ‘de markt’ té sterk geworden. In het Engels heeft dit boek de titel The limits of the markets gekregen. Op Quartz media schreef ene Eshe Nelson op 14 mei een recensie. De titel van dit artikel spreekt voor zich: Capitalists are destroying capitalism. They must be stopped.

The useless class
Yuval Noah Harari, de auteur van Homo Deus, schrijft regelmatig artikelen over hedendaagse ontwikkelingen. Op 8 mei ging het over de toekomst van de werkgelegenheid. Hij maakt zich daarover samen met veel andere deskundigen grote zorgen. Hij gaat er redelijk pessemistisch vanuit dat rond 2050 de helft van de mensen niet meer nodig zal zijn. Er ontstaat een zogenaamde useless class. Waarvoor niet alleen geen werk meer is; maar zij kunnen ook niet meer omgeschoold worden. Uit: The meaning of life in a world without work:

The crucial problem isn’t creating new jobs. The crucial problem is creating new jobs that humans perform better than algorithms. Consequently, by 2050 a new class of people might emerge – the useless class. People who are not just unemployed, but unemployable.

Nick Meynen
Onlangs verscheen bij het Belgische EPO Frontlijnen : een reis langs de achterkant van de wereldeconomie van Nick Meynen. Een journlaist beschrijft de impact van ons economisch systeem op de aarde. Zijn conclusie is dat onze impact desastreus is en niet door kan gaan. Op vrijdag 12 mei verscheen in De Morgen een interview met Nick Meynen: “We leven in een bubble die vroeg of laat zal barsten“.

Een jubeljaar
Op zaterdag 13 mei stond in De Volkskrant een lang interview met de Australische econoom Steve KeenDe geldpers aan en weg zijn alle schulden. Hij maakt zich grote zorgen over de torenhoge schulden van burgers, bedrijven én overheden. Hij weet dat die nooit weggewerkt kunnen worden. Komt daarom met het volstrekt ridicule idee van een jubeljaar. Alhoewel: ridicuul? We zullen ‘iets’ moeten doen. Via ‘normale’ wegen kunnen onze schulden nooit weggewerkt worden. Zeker niet als we af moeten van onze groei-dwang.

‘We kunnen er toch niets aan veranderen’
Het toeval wil dat ik vandaag in een boek begon dat al enige tijd klaar lag: Vrijheid & zekerheid : naar een sociaalecologische samenleving van de Belgische onderzoeker/politicus Dirk Holemans. In het beginhoofdstuk heeft hij het over de recent overleden Zygmut Bauman. Van het beeld dat onze samenleving liquid (vloeibaar) is geworden.

Alle zekerheidsverschaffende instituties (die in zekere zin ook vrijheidsbeperkend zijn: denk aan de natiestaat, de kerk, de hechte dorpsgemeenschap, familie of ideologische zuil) zijn opgelost in een samenleving van vloeibare stromen. Van mensen (toeristen en vluchtelingen), kapitaal en goederen, enzovoort, die weinig of geen houvast bieden. (pagina 14)

Even verderop heeft hij ook over TINA en verklaart waarom zo veel ‘kapstok’-mensen onlangs voor Feijenoord en gisteren voor Ajax hun huis verlieten. In datzelfde stuk geeft hij een aanzet voor ‘de oplossing’ en bepleit iets waar een bibliotheek anno nu ook mee bezig is: het collectief debat herstellen in nieuwe of hervonden publieke ruimtes.

Dirk Holemans weet dat in elk mens én samenleving een ‘strijd’ gevoerd moet worden tussen aan de ene kant vrijheid, en aan de andere kant zekerheid. Het gaat (wederom) om de goede balans. Het is een lang citaat:

Met de neoliberale periode heeft de natiestaat zijn macht en zingevend vermogen verloren, de natiestaat is nu vooral de dienstmaagd van de eisen van de multinationals en internationale instellingen. En ook het gezin is niet langer ene stabiele plek. De omgang met existentiële onzekerheid wordt – net als zoveel in de samenleving – geprivatiseerd. Het is een persoonlijke kwestie. Een gevolg, volgens Baumann, is de obsessieve focus op het lichaam. We fitnessen ons te pletter, welnessen dat het een lieve lust is en zijn elke dag bezig met gezond eten. Zekerheidsverwerving wordt niet langer gedeeld in een gemeenschappelijk doel. De groei van de individuele vrijheid valt nu samen met de stijging van collectieve onmacht, want als burgers ontbreekt het ons aan publieke ruimtes om individuele bezorgdheid tot een collectieve zaak te maken. Hoeveel mensen verzuchten niet: ‘We kunnen we toch niets aan veranderen.’ Die mensen focussen vooral op de privésfeer, het beste nastreven voor het eigen gezin. Dat is begrijpelijk. Maar individuele vrijheid kan enkel een product zijn van samenwerking. Ze kan enkel overeind blijven als we haar samen overeind houden. We zijn onmachtig geworden in dat collectieve.

  Wat overblijft zijn tijdelijke uitbarstingen van zogenaamde samenhorigheid. Zo vroeg men zich tijdens het wereldkampioenschap voetbal in 2014 keer op keer af waarom Vlamingen zo sterk meeleefden met de Belgische ploeg nadat ze het Belgische project eerder hadden weggestemd door massaal voor de Vlaams-nationalistische en separatistische partij N-VA te stemmen? Volgens Baumann zijn mensen op zoek naar gemeenschappelijke acties die een uitlaatklep bieden voor lang opgebouwde angst. Dat kan een vreugdevolle uiting zijn, maar evenzeer een negatieve. De wijze waarop populistische politici in Groot-Brittannië de brexit verdedigden, maakt dit duidelijk. Ook de Pegidabeweging speelt hier op in, deze beweging is ’tegen de islamisering van het Avondland’, voor democratie en vrijheid

Baumann noemt dit de ‘kapstokgemeenschap’: mensen zoeken een kapstok waaraan ze samen hun angsten kunnen ophangen. Zo zijn solitairen op zoek naar een substituut voor de verloren solidariteit.

Hieruit volgt meteen al een deel van de agenda voor een hoopvol toekomstproject. De opdracht is niet louter technische oplossingen voor milieuproblemen te formuleren, maar in de eerste plaats het opnieuw verbinden van mensen, het collectief debat herstellen in nieuwe of hervonden publieke ruimtes. (pagina 19-20)

March for truth 3 juni
In tientallen steden in de States en daarbuiten komen mensen samen. Zij march for truth.

Citaat 463 (maandag 22 – donderdag 25 mei 2017)
Homepage Citaten 2017

8 reacties op “TINA – maar feiten zullen niemand veranderen die niet veranderd wil worden.”

[…] Rosanne Hertzberger, zijn vrouw, kreeg ruim drie jaar geleden als biochemicus een baan aangeboden bij een universiteit in St. Louis. Dus vertrok het echtpaar naar deze stad in Missouri (in the Heartland). Hun eerste kind werd er geboren. Arjen van Veelen had zich voorgenomen om als huisman daar zijn eerste historische roman te gaan schrijven. Het liep echter anders. […]

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder