Categorieën
Liedjes Muziek Who's in control?

Coen Simon. Pleidooi voor oppervlakkigheid

Coen Simon (1972) is een jonge filosoof die dit jaar is doorgebroken naar een in filosofie geïnteresseerd publiek. Medio 2011 stond hij met drie titels in de filosofie boeken toptien van het Filosofie Magazine.

Tijdens zijn lezing op zondag 20 november 2011 staat zijn laatst verschenen boek (En toen wisten we alles : een pleidooi voor oppervlakkigheid) centraal. Een boek dat wonderwel aansluit op de vraag Who’s in control?

Zondag 20 november 2011
Op deze zondagmiddag verzorgt hij in Oss in de Groene Engel de derde lezing in de reeks Who’s in control? De ondertitel van zijn verhaal is Pleidooi voor oppervlakkigheid

Niet te druk maken
In zijn laatste boek formuleert hij als ‘antwoord’ dat we ons als (modern) mens niet al te druk moeten maken. Dat we de illusie dat we altijd en overal controle op alles kunnen hebben en houden moeten laten varen. Hij bepleit een levenshouding die gekenmerkt wordt door oppervlakkigheid. Het heeft weinig zin om met de illusie door het leven te gaan dat je altijd en overal alles over moet weten (voordat je een beslissing kunt nemen); dat je altijd en overal controle wilt hebben of houden. Forget it. Zegt hij. Laat het gaan. In de meeste gevallen verloopt je leven wel zo prettig als je ietwat oppervlakkig door het leven heenrolt. De ondertitel van zijn lezing is derhalve: Pleidooi voor oppervlakkigheid

Stumble on
Deze levenshouding past perfect bij de inhoud van een liedje van de Engelse gitarist/singer-songwriter Richard Thompson. Op zijn in 2010 verschenen (dubbel)cd Dream attic staat het liedje Stumble on. Een liefdesliedje met een boodschap. Een levensmoraal die aansluit bij het gedachtengoed van Coen Simon en een (mogelijk) antwoord zou kunnen zijn op de vraag Who’s in control? Stumble on heeft meerdere betekenissen. Denk aan: aanklooien, voortstrompelen, voortstommelen.

Enkele regels uit Stumble on:
No easy way to say, it’s over now
And I don’t want to end it anyhow
We knew this time would come before too long
Love, how will I learn to stumble on?

We stole a few short moments out of time
Just long enough for a little light to shine
Now the door swings closed, the dark has come
Love, how will I learn to stumble on?

Stumble on, stumble on, stumble on (en dan – natuurlijk – een gitaarsolo)

Literatuuropgave
En toen wisten we alles : pleidooi voor oppervlakkigheid (Ambo, 2011 179 pagina’s)
Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden : zelfhulp voor denkers, tobbers en narcisten (Prometheus, 2009 75 pagina’s)
Zo begint iedere ziener : een filosofische ontdekking van de wereld (Prometheus, 2010 205 pagina’s)

Meer informatie
Klik hier voor de website van Coen Simon
Klik hier voor een aflevering van Boeken (Wim Brands in gesprek met Coen Simon op een zondag in maart 2011) Aanrader!
Klik hier voor een interview met Coen Simon in Trouw (mei 2011)
Klik hier voor een ander artikel over kennis en onwetendheid
Klik hier voor uitspraken van Coen Simon over het belang van lezenGesprek met Rob Zwetsloot over de oppervlakkigheid

Informatie over de lezing
De lezing wordt gehouden in de Groene Engel, Kruisstraat 15 5341 HA te Oss, zondag 20 november 2011 van 14.00-16.00 uur

Coen Simon’s Oppervlakkigheid
Het pleidooi voor oppervlakkigheid van Coen Simon staat ogenschijnlijk haaks op gedachten van Frank Achterhuis, Louise Fresco of Nicholas Carr. Haaks is het verkeerde woord; Coen Simon belicht een andere zijde van ‘de medaille’. Klik hier voor een ander (langer) artikel over het échte leven.

Citaten
Uit het eerste hoofdstuk (En toen moesten we ineens alles zelf doen) een citaat dat de teneur van het boek aardig weergeeft:

“De oplossing voor deze apathie wordt vaak gezocht in verdieping, meer kennis. Maar deze hedendaagse Bildung zal niets opleveren, vooral doordat verdieping alleen weggelegd blijft voor een kleine intellectuele minderheid. Een minderheid die in de toekomst zelfs alleen maar kleiner wordt door de snelheid van de wetenschappelijke ontwikkelingen en de exponentiële groei van de toepassingen ervan. Wetenschap, ooit geboren uit nood en nieuwsgierigheid, heeft zich door de geschiedenis heen ontwikkeld tot een autonome discipline, die ons niet alleen als middel ten dienste staat, maar ook een doel op zichzelf is geworden. () En ook de kleine minderheid die het wel allemaal kan volgen, zal nooit over voldoende wetenschappelijke kennis beschikken om er zich in het leven door te laten leiden”. ()

“Het leven van een mens bestaat voor een groter deel uit niet-weten dan uit weten. Het deel dat binnen zijn horizon valt, zal altijd kleiner zijn dat wat er buiten valt”. (pagina 17-18)

Een boek lezen
“Niet dat het niet leuk zou mogen zijn, een boek lezen, maar het is wel heel jammer dat we de roman of het verhaal nauwelijks nog serieus nemen als een bron van wijsheid voor het leven” (pagina 26)

Waarheid
“Waarheid is in de eerste plaats een ervaring” (pagina 34)

Kunst
“Gelukkig beschikt de mens over cultuur, die schat van oppervlakkigheden die hem in staat stelt voor al het ongrijpbare van het leven iets tastbaars in de plaats te stellen” (pagina 53)

Townes Van Zandt (1944-1997)
De redactie van het katern Letter & geest van dagblad Trouw heeft in de zomer van 2011 acht auteurs gevraagd één ding uit hun persoonlijk bezit aan te wijzen dat hun leven weerspiegelt. De bijdrage van Coen Simon werd op zaterdag 6 augustus gepubliceerd. Hij heeft een ‘typisch’ Coen Simon-‘verhaal’ geschreven. Een verhaal waarin zijn gitaar centraal staat. Het geluid dat hij uit de gitaar haalt, doet me denken aan de pentekeningen van Rembrandt. En een ander citaat: Het is een voorwerp dat me toegang verschaft tot een andere wereld, meer dan mijn zwembril, mijn racefiets en mijn hardloopschoenen.

Dit artikel zal ongetwijfeld nog eens in een nieuwe bundel worden opgenomen. Al dan niet bewerkt en/of aangevuld. Coen Simon haalt vaak (al dan niet geromantiseerde) elementen uit zijn leven aan om een ‘punt’ te maken. Daardoor leer je hem kennen. Uit zijn drie tot nu toe verschenen boeken heeft de lezer (ook) al op kunnen maken dat muziek veel voor hem betekent. Hij strooit met namen en verwijst naar titels van liedjes enzovoorts.

In Zo begint iedere ziener komt zelfs het hoofdstuk Everything’s a dollar in this box (alles in deze voor een eurotje!) voor (uit Tom Waits’ Soldier’s things op de cd Swordfishtrombones uit 1983).

In zijn verhaal over zijn gitaar noemt hij op zeker moment zijn ontzag voor het werk van Townes Van Zandt. En in dezelfde zin Bob Dylan en the Carter family.

Dat zie je niet al te vaak. Dat een jongeman van in de dertig zo openlijk eer betoont aan de grootsten. En in hetzelfde stuk een link legt (terecht!) naar de klassieke muziek: (J.S.) Bach en Glenn Gould.

Al speelde ik met veel plezier in allerlei bandjes ook de elektrische gitaar, en leerde ik na mijn studie de accordeon bespelen, het meest treft me nog altijd het geluid van fingerpicking, van de jonge Dylan, van de Carter family, en vooral van Townes van Zandt – deze nummers zijn de Bach partita’s van de country en Van Zandt is de Glenn Gould onder de uitvoerders. Het geluid dat hij uit de gitaar haalt, doet me denken aan de pentekeningen van Rembrandt waarbij een minimum aan vloeiende lijnen en welgemikte krassen zorgen voor het ontstaan van een schitterende voorstelling, zonder dat je de materialiteit van het papier en de inkt uit het oog verliest. Een kunst die zich bevindt op de grens van het medium en de voorstelling. De magische overgang van het materiële middel naar de geestelijke voorstelling.

In relatie tot de oppervlakkigheid die Coen Simon zegt na te streven (na te leven) past op deze plek een citaat. Uit een van de mooiste liedjes van Townes Van Zandt. Een liedje dat oorspronkelijk verscheen op de cd Delta momma blues (1971). Daar is het een ‘aardig’ liedje maar op de in 1977 verschenen liveplaat Live at the Old Quarter, Houston Texas staat de mooiste versie van The tower song.

De kernregels zijn:
You built your tower strong and tall
Can’t you see, it’s got to fall some someday

De live versie uit 1973 is de mooiste. Niet alleen door het liedje zelf, met die prachtige poëtische tekst en de reikwijdte van het inzicht van Townes in het menselijk reilen en zeilen, maar vooral door de aankondiging. Hij vertelt daarin – zoals bij hem vaak gebeurde – een flauwe mop over twee dronkaards die elkaar buiten de bar treffen. Nadat die mop is verteld gaat hij verder en mompelt iets in de trant van (spiekend op zijn setlist) Wat moet ik nu spelen? Oh ja, a nice little song.

Als er ooit een understatement is uitgesproken door een artiest dan is het hier. Op dat moment. Het is een hoogtepunt in het oeuvre van Townes Van Zandt en is een perfecte illustratie van hetgeen Coen Simon met zijn ‘oppervlakkig’ leven wil zeggen en uitdrukken. “Maak je niet te druk”. Realiseer je jezelf dat je (soms) goed bezig bent, maar klop het niet té veel op. Maak het niet groter dan het is. A nice little song.

Klik hier voor een ander artikel over Townes Van Zandt. En een liedje (met dezelfde laconieke houding -> Black crow blues uit 1966 (!)

(woensdag 9 november 2011)

Homepage Who’s in control?

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Één reactie op “Coen Simon. Pleidooi voor oppervlakkigheid”

Geef een reactie

%d